Regeling vervallen per 01-07-2015

Verordening cliëntenparticipatie Wet Werk en Bijstand Wijchen

Geldend van 01-01-2005 t/m 30-06-2015 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2005

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie Wet Werk en Bijstand Wijchen

De raad van de gemeente Wijchen

gelet op artikel 47 van de Wet werk en bijstand en gelet op artikel 84 van de Gemeentewet;

BESLUIT

Vast te stellen de volgende verordening:

VERORDENING CLIËNTEN PARTICIPATIE WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE WIJCHEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

 

 

Wet :

Wet werk en bijstand (WWB)

Gemeente:

Gemeente Wijchen

Het college:

Het college van burgemeester en wethouders van Wijchen

Belanghebbenden:

uitkeringsgerechtigden: personen jonger dan 65 jaar die een uitkering ontvangen ingevolge de Wet werk en bijstand ter voorziening in de algemeen noodzakelijke kosten van bestaan, dan wel een uitkering ontvangt op grond van de IOAW (Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte Werkloze Werknemers) of de IOAZ (Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen); personen die gebruik maken van een voorziening, zoals bijvoorbeeld kinderopvang, scholing, subsidie op arbeid; niet-uitkeringsgerechtigden (nuggers) personen met een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet; personen van 65 jaar en ouder die onder de werkingssfeer van het op de Wet werk en bijstand gebaseerd zogenoemd minimabeleid van de gemeente vallen.

Maatschappelijke organisaties

Instellingen die direct of indirect deel uit maken van het dagelijkse leven van de bij de Cliëntenraad betrokken personen

Cliëntenraad

Cliëntenraad Wet werk en bijstand gemeente Wijchen

Artikel 2 Instellen en instandhouden Cliëntenraad

Het college bevordert het instellen en in stand houden van de Cliëntenraad Wet werk en bijstand.

Artikel 3. Samenstelling

  • 1.

    De Cliëntenraad bestaat uit belanghebbenden en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties.

  • 2.

    De Cliëntenraad bestaat uit minimaal 5 en maximaal 12 personen.

  • 3.

    Leden worden in beginsel zelf door de Cliëntenraad geselecteerd.

  • 4.

    De leden van de Cliëntenraad worden benoemd door burgemeester en wethouders op voordracht van de Cliëntenraad. De leden van de maatschappelijke organisaties worden voorgedragen door de betreffende organisaties.

  • 5.

    De Cliëntenraad heeft maximaal 12 zetels.

  • Eén zetel is voor de onafhankelijk voorzitter van de Cliëntenraad. De onafhankelijk voorzitter wordt geselecteerd door de leden van de Cliëntenraad. De onafhankelijk voorzitter is noch belanghebbende, noch verbonden aan maatschappelijke organisaties.

  • 6.

    De Cliëntenraad streeft naar een samenstelling die wat de individuele leden betreft een zo evenwichtig mogelijke afspiegeling is van het cliëntenbestand. Cliënten die zitting hebben in de Cliëntenraad zullen als gevolg van hun lidmaatschap, op geen enkele manier door de gemeente voordelig of nadelig worden behandeld.

  • 7.

    Minimaal 50% van de zetels in de Cliëntenraad is voor leden die belanghebbende zijn. Daarbij wordt een zo evenwichtig mogelijke afspiegeling van het cliëntenbestand nagestreefd, zoals vermeld in artikel 3, lid 6.

  • 8.

    Bij meer aanmeldingen dan beschikbare zetels zal een door de Cliëntenraad aangewezen commissie een benoemingsprocedure starten.

  • 9.

    De Cliëntenraad kan maatschappelijke organisaties actief benaderen met het verzoek zitting te nemen in de Cliëntenraad. Als er meer aanmeldingen dan beschikbare zetels zijn, zal een door de Cliëntenraad aangewezen commissie een benoemingsprocedure starten.

  • 10.

    De commissie als bedoeld in lid 7 en lid 8 wordt benoemd door de Cliëntenraad.

  • 11.

    De leden van de Cliëntenraad worden benoemd voor een periode van 3 jaar.

  • 12.

    Leden kunnen zich herkiesbaar stellen. Leden kunnen echter niet meer dan drie cliëntenraadsperiodes achter elkaar zitting hebben in de Cliëntenraad.

  • 13.

    Nadere regels over benoeming, zittingsduur en beëindiging van lidmaatschap van de leden wordt geregeld in een nog door burgemeester en wethouders vast te stellen huishoudelijk reglement.

Artikel 4. Taken en bevoegdheden van de Cliëntenraad

  • 1.

    De Cliëntenraad heeft tot taak het gevraagd en ongevraagd adviseren aan burgemeester en wethouders over alle onderwerpen, die de vorming, de uitvoering, de controle en de evaluatie van het gemeentelijk beleid betreffen ten aanzien van de Wet werk en bijstand.

  • 2.

    Tot de adviesfunctie van de Cliëntenraad behoren in ieder geval procedures, regelingen en alle andere zaken met een algemeen karakter.

  • 3.

    Tot deze onderwerpen horen niet:

    • a.

      klachten, bezwaarschriften en zaken die op individuele cliënten betrekking hebben;

    • b.

      de uitvoering van wettelijke voorschriften voor zover bij deze uitvoering geen ruimte voor gemeentelijk beleid is gelaten.

  • 4.

    De Cliëntenraad geeft gevraagd en ongevraagd advies aan burgemeester en wethouders over het feit of de gemeente volledig gebruik maakt van de ruimte die de wetgever biedt binnen de Wet.

  • 5.

    De Cliëntenraad is daarbij ook alert op ontwikkelingen, knelpunten in het bestaande stelsel van sociale zekerheid en arbeidsvoorziening. De Cliëntenraad heeft een signaalfunctie in deze.

Artikel 5. Werkwijze

  • 1.

    Het college draagt er zorg voor dat alle voorstellen tot nieuw of gewijzigd beleid op het terrein van de Wet, voorafgaande aan zijn beslissing, ter advisering worden voorgelegd aan de Cliëntenraad. Tenzij naar het oordeel van het college, advisering vooraf zal leiden tot een ongewenste vertraging in de dienstverlening naar de cliënten. In dat geval zal een en ander pas achteraf in de Cliëntenraad ter discussie worden gesteld.

  • 2.

    Het college kan voorstellen vertrouwelijk voorleggen aan de Cliëntenraad.

  • 3.

    De Cliëntenraad brengt schriftelijk advies uit aan burgemeester en wethouders binnen vier weken nadat het voorstel is voorgelegd.

  • 4.

    Indien het college afwijken van het uitgebrachte advies van de Cliëntenraad, stellen zij de Cliëntenraad daarvan gemotiveerd schriftelijk in kennis.

Artikel 6 Vergaderingen en vergaderorde

  • 1.

    De Cliëntenraad vergadert tenminste 4 maal per jaar of zoveel meer dan waartoe hij besluit.

  • 2.

    De vergaderingen zijn als regel openbaar met in acht neming van artikel 5, lid 2.

  • 3.

    De Cliëntenraad kan besluiten een besloten vergadering te houden met in acht neming van artikel 5, lid 2.

  • 4.

    Op verzoek van burgemeester en wethouders kan een vergadering worden bijeen geroepen.

  • 5.

    Het college nodigt tenminste eenmaal per jaar de Cliëntenraad uit voor een overleg met de wethouder die bestuurlijk verantwoordelijk is voor de uitvoering van de Wet.

  • 6.

    Een vergadering als bedoeld in het tweede en derde lid wordt tenminste twee weken voor het plaatsvinden van de vergadering bekend gemaakt.

  • 7.

    Een datum voor een overleg als bedoeld in het vijfde lid wordt tenminste drie weken voor het plaatsvinden van het overleg bekend gemaakt; tenzij in overleg met het Dagelijks Bestuur wordt vastgesteld dat het onderwerp van het overleg vereist dat er spoediger overleg plaatsvindt.

  • 8.

    De Cliëntenraad stelt de agenda vast voor de vergaderingen als bedoeld in lid 1.

  • 9.

    De gemeente kan onderwerpen aandragen voor de vergaderingen als bedoeld in lid1.

  • 10.

    De gemeente bepaalt de onderwerpen voor het overleg als bedoeld in lid 5.

  • 11.

    De Cliëntenraad kan onderwerpen aandragen voor het overleg als bedoeld in lid 5.

  • 12.

    De gemeente benoemt een contactpersoon binnen de afdeling die verantwoordelijk is voor het beleid met betrekking tot en de uitvoering van de Wet. Deze persoon is het eerste aanspreekpunt binnen de gemeente voor de Cliëntenraad.

Artikel 7 Besluitvorming

  • 1.

    Besluitvorming vindt plaats bij meerderheid van stemmen (de helft plus één). Daarbij worden minderheidsstandpunten vermeld met aantallen.

  • 2.

    De leden van de Cliëntenraad hebben ieder één stem.

  • 3.

    Voor een geldige stemming is de aanwezigheid van tenminste de helft van het aantal benoemde leden vereist.

  • 4.

    Nadere regels over de besluitvormingsprocedure worden door de Cliëntenraad vastgelegd in een nog door het college vast te stellen huishoudelijk reglement.

Artikel 8 Dagelijks bestuur

  • 1.

    De Cliëntenraad selecteert een onafhankelijk voorzitter.

  • 2.

    De Cliëntenraad benoemt uit zijn midden een secretaris, penningmeester en plaatsvervangend voorzitter.

  • 3.

    De leden genoemd in lid 1 en lid 2 vormen samen het Dagelijks bestuur van de Cliëntenraad.

  • 4.

    De Cliëntenraad regelt in een nog door het college vast te stellen huishoudelijk reglement de benoeming van de plaatsvervangend secretaris en plaatsvervangend penningmeester.

  • 5.

    Het Dagelijks bestuur stelt de agenda op voor de vergaderingen zoals bedoeld in artikel 6, lid 1.

  • 6.

    De voorzitter nodigt de leden van de Cliëntenraad uit voor de vergaderingen zoals bedoeld in artikel 6, lid 1.

Artikel 9 Faciliteiten en kosten

  • 1.

    De kosten van de Cliëntenraad komen in beginsel ten laste van de gemeente. Kosten kunnen worden gemaakt voor het inhuren van deskundigen, voor vorming en scholing van de leden, en organisatiekosten (huren van ruimte, administratiekosten).

  • 2.

    Het college stelt daartoe aan de Cliëntenraad een zodanig budget beschikbaar dat hij in staat kan worden geacht zijn adviserende taak op een adequate wijze uit te oefenen.

  • 3.

    Dit budget wordt jaarlijks toegekend op basis van:

    • a.

      een jaarverslag, waarin o.a. is opgenomen een overzicht waaraan het budget van het kalenderjaar is besteed. Dit jaarverslag dient vóór 1 april van het jaar volgend op het jaar waarover het jaarverslag gaat te worden ingediend bij het college.

    • b.

      een begroting, waarin o.a. zijn opgenomen de kosten die onder lid 1 worden genoemd. Deze begroting dient vóór 1 april van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar te worden ingediend bij het college.

  • 4.

    De definitieve vaststelling van het budget voor de Cliëntenraad vindt plaats bij de vaststelling van de gemeentebegroting door de gemeenteraad.

  • 5.

    De leden van de Cliëntenraad ontvangen voor het bijwonen van een vergadering van de Cliëntenraad een presentiegeld.

  • 6.

    Het presentiegeld wordt betaald uit het budget dat het college ter beschikking stelt, zoals bedoeld onder lid 2.

  • Binnen dit budget stelt het college een maximum vast met betrekking tot het bedrag dat mag worden besteed aan presentiegeld voor de leden.

Artikel 10 Slotbepaling

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, besluit het college.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2005

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Cliëntenparticipatie Wet Werk en Bijstand”

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van de gemeente Wijchen,
De voorzitter, de griffier,

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Bij belanghebbenden worden die groepen genoemd die vallen onder de Wet werk en bijstand. Ook personen die gebruik maken van een voorziening van een college om te (re)integreren op een arbeidsplaats kunnen als cliënt beschouwd worden.

Voortvloeiend uit de Wet werk en bijstand wordt jaarlijks een beleidsnotitie Minimabeleid opgesteld. De doelgroep van het minimabeleid is niet beperkt tot personen die vallen onder de werking van de Wet Werk en Bijstand. Personen die een inkomen hebben net boven het minimum kunnen in aanmerking komen voor een voorziening in het kader van het minimabeleid. Te denken valt aan personen van 65 jaar en ouder. Deze personen hebben geen arbeidsverplichting meer in het kader van de WWB. Zij vallen echter wel onder de werking van het minimabeleid dat voortvloeit uit de WWB. Vandaar dat zij genoemd staan onder belanghebbenden.

Artikel 3

Op dit moment is er in Wijchen een Cliëntenraad actief. In overleg met de Cliëntenraad is afgesproken dat de Verordening Cliëntenparticipatie Wet Werk en Bijstand voortborduurt op de goede afspraken die er zijn tussen de gemeente Wijchen en de Cliëntenraad. Deze afspraken zijn gebaseerd op de Verordening Cliëntenraad Algemene Bijstandswet Wijchen 2001.

In deze verordening stonden een aantal zaken geregeld, waarvan zowel de Cliëntenraad als ons college vinden dat deze zaken meer thuishoren in een huishoudelijk reglement. Na ruim drie jaar ervaring zijn wij tot de conclusie gekomen dat het college de randvoorwaarden dient te scheppen voor een goede uitvoering van cliëntenparticipatie. Die randvoorwaarden hebben wij in hoofdlijnen neergelegd in deze nieuwe verordening. De uitwerking vinden wij een zaak van de leden van de Cliëntenraad en hun achterban. Wij hebben afgesproken dat de Cliëntenraad voor 1 januari 2005 aan ons college een huishoudelijk reglement zal voorleggen ter goedkeuring.

De Cliëntenraad heeft sinds een jaar een onafhankelijk voorzitter. Deze voorzitter is geen cliënt in de zin van de Wet Werk en Bijstand. Ook is de voorzitter niet op enigerlei wijze verbonden met de maatschappelijke organisaties die betrokken (kunnen) zijn bij het dagelijks leven van belanghebbenden. Op deze wijze verwachten wij de onafhankelijkheid van de voorzitter te kunnen waarborgen.

Wij vinden het belangrijk dat de mening van belanghebbenden bij (de uitvoering van) ons beleid duidelijk doorklinkt in de adviezen van de Cliëntenraad. Vandaar dat wij er voor kiezen om in de verdeling van het aantal zetels aan te geven dat zeker de helft van het aantal zetels wordt bezet door belanghebbenden.

Ervaring in de afgelopen drie jaar heeft ons geleerd dat het belangrijk is om continuïteit te hebben binnen een Cliëntenraad. Die continuïteit menen wij beter te kunnen garanderen door de mogelijkheid te bieden aan leden om zich twee keer voor een periode van drie jaar herkiesbaar te mogen stellen. Wij kunnen ons voorstellen dat in de laatste periode er ook de ruimte is, omdat de leden al een bepaalde mate van ervaring en zelfs routine hebben opgedaan, om actief op zoek te gaan naar opvolgers die kunnen worden ingewerkt.

Artikel 4

Artikel 4, lid 5 gaat uit van een (pro-)actieve instelling van de Cliëntenraad. Om dit waar te kunnen maken wensen wij dat de Cliëntenraad binnen zijn budget middelen reserveert voor deskundigheidsbevordering van de leden van de Cliëntenraad en ook voor raadpleging van de achterban.

Artikel 5

Op dit moment vindt regelmatig overleg plaats met (het Dagelijks bestuur van) de Cliëntenraad. De contactpersoon, zoals genoemd in artikel 6, lid 12, wordt, indien gewenst, uitgenodigd door de Cliëntenraad. Deze contactpersoon kan zelf ook aanbieden om ter vergadering van de Cliëntenraad informatie te geven over voornemens tot beleid met betrekking tot en over de uitvoering van de Wet werk en bijstand.

Door deze werkwijze verwachten wij dat de Cliëntenraad goed geïnformeerd wordt.

Daarnaast zijn er afspraken gemaakt m.b.t. welke beleidsvoorstellen en verordeningen die te maken hebben met de invoering van de Wijchense variant van de Wet werk en bijstand ter advisering aan de Cliëntenraad zouden worden voorgelegd. Geen van beide partijen is gebaat met het elkaar overvoeren met informatie en beleidsstukken.

Deze verordening is, zoals al eerder vermeld, in overleg met het Dagelijks bestuur van de Cliëntenraad opgesteld.

De Cliëntenraad heeft een abonnement op de stukken van de gemeenteraad.

Artikel 6 en 7

In deze artikelen hebben wij op hoofdlijnen de werkwijze rond vergaderingen en besluitvorming geregeld. Nadere regels zullen door de Cliëntenraad in een huishoudelijk reglement worden vastgelegd.

Artikel 8

Om de slagvaardigheid van de Cliëntenraad te vergroten, heeft de Cliëntenraad ervaren dat het goed is om een Dagelijks bestuur te hebben. Dit Dagelijks bestuur kan in vooroverleggen met de contactpersoon van de gemeente al afspraken maken over een aantal praktische zaken voor de Cliëntenraad, zoals vergaderdata, vergaderruimte, tijdplanning m.b.t. de aanlevering van stukken, vereisten waaraan een begroting en jaarverslag moeten voldoen.

Artikel 9

De nu voorliggende verordening gaat verder op het pad dat wij al waren ingeslagen met de Verordening Cliëntenraad ABW Wijchen 2001. Indertijd gaf de wet Structuur uitvoering werk en inkomen (wet Suwi) al aan dat de gemeenten tot vormen van cliëntenparticipatie moesten komen. In de Wet Werk en Bijstand is die verplichting vastgelegd in artikel 47.

Wij vinden het ook van belang dat er een vorm van cliëntenparticipatie is; wij zijn daarbij erg verheugd over het feit dat wij al een Cliëntenraad hebben en daardoor al ervaring op hebben kunnen doen met geïnstitutionaliseerde cliëntenparticipatie.

De rijksoverheid stelt geen middelen beschikbaar voor het bevorderen en in stand houden van een vorm van cliëntenparticipatie.

Wij vinden het belangrijk dat de benoemde leden van de Cliëntenraad een presentiegeld krijgen voor het bijwonen van de vergaderingen. Daarbij willen wij aansluiten Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden. Wij willen met ingang van 1 januari 2005 het presentiegeld voor het bijwonen van de vergaderingen door de benoemde leden vast stellen op € 25,-- per vergadering. Het maximum aantal vergaderingen per jaar waarvoor de leden een presentiegeld kunnen krijgen is 10. Daarnaast wordt een bedrag van maximaal € 4,55 per maand betaald aan de voorzitter, de secretaris, de penningmeester en aan de plaatsvervangend voorzitter ter vergoeding van telefoonkosten.

Omdat wij het belangrijk vinden om de Cliëntenraad WWB in stand te houden en te bevorderen dat de raad ons van adviezen kan voorzien geven wij de raad jaarlijks een budget voor het in stand houden van de Cliëntenraad. Hieruit kan de raad organisatiekosten en deskundigheidsbevordering betalen.