Regeling vervallen per 08-12-2011

Verordening informatiebijeenkomsten, raadscommissies en themabijeenkomsten

Geldend van 09-07-2010 t/m 07-12-2011

Intitulé

Verordening informatiebijeenkomsten, raadscommissies en themabijeenkomsten

Verordening op de informatie- en themabijeenkomsten en raadscommissies.

Vastgesteld op 8 juli 2010

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    lid: raadslid of commissielid niet-raadslid;

  • b.

    voorzitter: voorzitter of diens vervanger van een informatiebijeenkomst, raadscommissie of themabijeenkomst;

  • c.

    commissiegriffier: secretaris van een raadscommissie of diens vervanger;

  • d.

    griffier: griffier van de raad of diens vervanger;

  • e.

    informatiebijeenkomst: geplande bijeenkomst voor raads- en commissieleden (op grond van artikel 84 van de Gemeentewet); met als doel informatie-uitwisseling tussen commissie en college en commissie en burgers en/of instellingen/organisaties;

  • f.

    raadscommissies: raadscommissie als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet;

  • g.

    themabijeenkomst: geplande bijeenkomst voor raads- en commissieleden (op grond van artikel 84 van de Gemeentewet); met als doel informatie-uitwisseling en discussie tussen commissie en college en commissie en burgers en/of instellingen/organisaties over een specifiek thema.

Hoofdstuk 2 Instelling

Artikel 2 Instelling informatiebijeenkomsten, raadscommissies en themabijeenkomsten

  • 1.

    De raad stelt informatiebijeenkomsten en themabijeenkomsten in.

  • 2.

    De raad stelt de volgende raadscommissies in:

    • a.

      Ruimtelijke Zaken en milieu;

    • b.

      Inwonerszaken;

    • c.

      Algemene en sociale Zaken, Middelen en Economie.

  • 3.

    De raadscommissie Ruimtelijke Zaken adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen:

    • a.

      ruimtelijke ordening;

    • b.

      volkshuisvesting (w.o. woonwagenbeleid);

    • c.

      monumentenbeleid;

    • d.

      plattelandsontwikkeling;

    • e.

      grondzaken;

    • f.

      milieu;

    • g.

      natuurontwikkeling;

    • h.

      cultuurhistorie

  • 4.

    De raadscommissie Inwonerszaken adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen:

    • a.

      onderwijs en educatie;

    • b.

      jeugd- en jongerenbeleid;

    • c.

      welzijn en maatschappelijk werk;

    • d.

      sportbeleid;

    • e.

      sportaccommodaties (w.o. zwembad);

    • f.

      toerisme en recreatie;

    • g.

      gezinszaken;

    • h.

      Wmo (algemene voorzieningen);

    • i.

      kunst en cultuur;

    • j.

      openbare werken;

    • k.

      verkeer en vervoer.

  • 5.

    De raadscommissie Algemene en Sociale Zaken, Middelen en Economie adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen:

    • a.

      algemene en bestuurlijke zaken;

    • b.

      openbare orde en veiligheid, brandweer;

    • c.

      personeel en organisatie;

    • d.

      informatie en automatisering;

    • e.

      interne zaken;

    • f.

      communicatie (w.o. uitvoering communicatieplan);

    • g.

      financiën;

    • h.

      gemeente-eigendommen;

    • i.

      sociale zaken;

    • j.

      Wmo (individuele voorzieningen);

    • k.

      economische zaken.

Hoofdstuk 3 Informatiebijeenkomsten

Artikel 3 Taken

  • 1.

    De informatiebijeenkomst is bedoeld voor het verkrijgen van informatie door en het uitwisselen van informatie tussen fracties, burgers, bestuurders, ambtenaren en deskundigen.

  • 2.

    De informatiebijeenkomsten zijn in de regel openbaar.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1.

    Alle raadsleden en commissieleden niet-raadsleden kunnen deelnemen aan de informatiebijeenkomst.

  • 2.

    Burgers en instellingen kunnen op grond van gelijkwaardigheid met de raads- en commissieleden deelnemen aan de informatiebijeenkomst.

Artikel 5 Voorzitter van de informatiebijeenkomst

  • 1.

    De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door de raad benoemd en ontslagen.

  • 2.

    De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 6 Vergaderfrequentie

  • 1.

    In de regel vinden informatiebijeenkomsten een keer in de zes weken op donderdagavond plaats.

  • 2.

    De informatiebijeenkomsten beginnen in de regel om 19.30 uur en worden in de regel gehouden in het kasteel-raadhuis.

  • 3.

    Het presidium en de voorzitter kunnen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Bij initiatief van de voorzitter overlegt hij met het presidium.

Artikel 7 De agenda

Het presidium stelt de agenda van de informatiebijeenkomsten vast.

Artikel 8 Spreekrecht burgers

  • 1.

    Tijdens informatiebijeenkomsten mogen alle aanwezigen aan de informatieve gedachtewisseling deelnemen.

  • 2.

    Degene die een onderwerp wil aandragen ter agendering voor de informatiebijeenkomst, meldt dit uiterlijk 14 dagen voor de vergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij informatie wil verstrekken.

  • 3.

    Degene die een onderwerp aandraagt mag dit onderwerp tijdens de vergadering binnen de op de agenda aangegeven beschikbare tijd toelichten. Vervolgens kan hij aan de gedachtewisseling erover deelnemen.

Artikel 9 Aanwezigheid college en burgemeester

De burgemeester en één of meer wethouders zijn in de informatiebijeenkomst aanwezig indien een onderwerp behorende tot hun portefeuille geagendeerd is.

Artikel 10 Aanwezigheid ambtelijke organisatie

In de informatiebijeenkomst zijn deskundigen vanuit de ambtelijke organisatie aanwezig om informatieve en technische vragen te beantwoorden of anderszins bij te dragen aan de informatie-uitwisseling.

Artikel 11 Presentielijst

  • 1.

    Ieder aanwezig raads- en commissielid niet-raadslid tekent de presentielijst.

  • 2.

    Aan het einde van de bijeenkomst wordt de presentielijst door de (commissie)griffier vastgesteld door deze te ondertekenen.

Artikel 12 Openbare kennisgeving

  • 1.

    De informatiebijeenkomst wordt door aankondiging op de voor de gemeente gebruikelijke wijze en door plaatsing op de gemeentelijke website openbaar gemaakt .

  • 2.

    De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats, alsmede de agenda van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 8.

  • 3.

    Daarnaast worden de bij de agenda behorende stukken, indien digitaal beschikbaar, op de website van de gemeente geplaatst.

Hoofdstuk 4 Raadscommissies

Paragraaf 1 Taak, bevoegdheid en samenstelling

Artikel 13 Taken

Een raadscommissie heeft de volgende taken:

  • a.

    het uitbrengen van advies aan de raad over een voorstel of onderwerp dat betrekking heeft op de in artikel 2, tweede, derde of vierde lid, genoemde onderwerpen;

  • b.

    het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;

  • c.

    voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de in artikel 2, derde, vierde of vijfde lid, genoemde onderwerpen.

Artikel 14 Samenstelling

  • 1.

    De raadsleden worden benoemd tot lid van alle drie de raadscommissies. Een uitzondering hierop vormen de commissievoorzitters, die alleen benoemd worden in de raadscommissies waar ze geen voorzitter van zijn.

  • 2.

    Een lid van de raadscommissie kan zowel raadslid als niet-raadslid zijn. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een lid van een raadscommissie.

  • 3.

    De raad kan daarnaast op voordracht van de fracties een aantal niet-raadsleden per fractie aanwijzen die tevens in alle raadscommissies benoemd worden. Het aantal niet-raadsleden is afhankelijk van het aantal zetels in de gemeenteraad:

    • a.

      Tot en met 6 zetels: maximaal 3 niet-raadsleden;

    • b.

      7 zetels en meer: maximaal 2 niet-raadsleden.

Artikel 15 Voorzitter

  • 1.

    De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door de raad uit zijn midden benoemd. De plaatsvervangend voorzitter, lid van de raadscommissie, wordt door de raadscommissie uit haar midden aangewezen en wordt door de raad benoemd tot plaatsvervangend voorzitter.

  • 2.

    De voorzitter is geen lid van de raadscommissie waar hij voorzitter van is.

  • 3.

    De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

  • 4.

    Indien een gezamenlijke vergadering van de raadscommissies wordt belegd, vervult de voorzitter van de raadscommissie die het onderwerp het meeste aangaat, de taken van de voorzitter. Hierover worden in het presidium afspraken gemaakt.

Artikel 16 Zittingsduur en vacatures

  • 1.

    De zittingsperiode van een lid, de voorzitter en zijn plaatsvervanger eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2.

    Een lid, de voorzitter en zijn plaatsvervanger houden op lid te zijn van een raadscommissie indien zij niet meer voldoen aan de in artikel 14, tweede lid, gestelde eisen.

  • 3.

    De raad kan een niet-raadslid ontslaan als commissielid op voorstel van de fractie op wiens voordracht het lid is benoemd.

  • 4.

    De raad kan de voorzitter of zijn plaatsvervanger ontslaan.

  • 5.

    Een lid, de voorzitter en de plaatsvervanger kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad, via een bericht aan de griffie. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als de opvolger is benoemd.

  • 6.

    Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 14 en 15.

  • 7.

    Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege.

Artikel 17 Griffier en commissiegriffier

  • 1.

    Ter ondersteuning van iedere raadscommissie is er een commissiegriffier van de raadscommissie aanwezig.

  • 2.

    De commissiegriffier moet bij iedere vergadering aanwezig zijn.

  • 3.

    Bij zijn verhindering of afwezigheid wordt hij vervangen door een daartoe door de raad aangewezen medewerker van de griffie.

  • 4.

    De griffier kan in iedere vergadering van de raadscommissies aanwezig zijn.

Artikel 18 Aanwezigheid college en burgemeester

  • 1.

    De burgemeester en één of meer wethouders zijn in de vergadering aanwezig indien een onderwerp behorende tot hun portefeuille geagendeerd is.

  • 2.

    Zij kunnen aan de beraadslagingen deelnemen.

  • 3.

    De burgemeester en wethouders kunnen zich laten bijstaan door de ambtelijke organisatie.

Paragraaf 2 Tijdstip van vergaderen en voorbereiding

Artikel 19 Vergaderfrequentie

  • 1.

    In de regel vinden de vergaderingen van de raadscommissies een keer per zes weken op donderdagavond plaats.

  • 2.

    De vergaderingen van de raadscommissies vangen aan om 19.00 uur en vinden in de regel plaats in het kasteel-raadhuis.

  • 3.

    Een raadscommissie vergadert voorts indien de voorzitter het nodig oordeelt of indien tenminste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken. Dit verzoek moet schriftelijk met opgaaf van reden bij de voorzitter ingediend worden. Over het verzoek wordt door het presidium besloten.

  • 4.

    Het presidium en de voorzitter kunnen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Bij initiatief van de voorzitter overlegt hij met het presidium.

Artikel 20 Oproep

  • 1.

    De voorzitter zendt ten minste zeven dagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2.

    De agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.

  • 3.

    Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 21, tweede lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.

Artikel 21 De agenda

  • 1.

    Het presidium stelt de agenda van de commissies vast.

  • 2.

    In spoedeisende gevallen kan het presidium na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 3.

    Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan zij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De raadscommissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

Artikel 22 Ter inzage leggen van stukken

  • 1.

    Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 2.

    Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis en/of koetshuis gebracht.

  • 3.

    Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier een lid inzage.

Artikel 23 Openbare kennisgeving

  • 1.

    De vergadering wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep door aankondiging op de voor de gemeente gebruikelijke wijze en door plaatsing op de gemeentelijke website openbaar gemaakt.

  • 2.

    De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats, alsmede de agenda van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 26.

  • 3.

    Daarnaast worden de bij de agenda behorende stukken, indien digitaal beschikbaar, op de website van de gemeente geplaatst.

Paragraaf 3 Orde der vergadering

Artikel 24 Presentielijst

Ieder aanwezig lid tekent de presentielijst. Aan het einde van de commissievergadering wordt de presentielijst door de griffier en de commissiegriffier vastgesteld door deze te ondertekenen.

Artikel 25 Opening vergadering en quorum

  • 1.

    De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende fracties aanwezig is.

  • 2.

    Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal fracties aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van de namen der afwezige fracties, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen.

  • 3.

    Op de hernieuwd uitgeroepen vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing, aangezien er geen eisen gesteld worden aan het minimum aantal fracties dat aanwezig moet zijn. De raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

Artikel 26 Spreekrecht burgers

  • 1.

    Inspreken kan alleen plaatsvinden over een onderwerp dat op de agenda vermeld staat. Inspreken vindt plaats voor ieder agendapunt afzonderlijk, voorafgaand aan de beraadslaging. Voor inspraak wordt per vergadering maximaal 30 minuten gereserveerd.

  • 2.

    Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 3.

    Degene, die van het spreekrecht in de commissievergadering gebruik wil maken, meldt dit uiterlijk om 12.00 uur op de dag van de vergadering aan de griffie. De inspreker vermeldt daarbij naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.

  • 4.

    De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 5.

    Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers per vergadering zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 6.

    De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter kan de deelnemers aan de commissievergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.

  • 7.

    De voorzitter of een deelnemer kan een voorstel doen voor de behandeling van de inbreng van de burger.

Artikel 27 Verslag

  • 1.

    Het conceptverslag van de voorgaande vergadering wordt, zo mogelijk, aan de leden toegezonden op zijn laatst gelijktijdig met de schriftelijke oproep. Het conceptverslag wordt op hetzelfde moment aan de overige personen die het woord gevoerd hebben, toegezonden.

  • 2.

    Bij het begin van de vergadering wordt het verslag van de vorige vergadering vastgesteld.

  • 3.

    De leden, de voorzitter, de commissiegriffier, de burgemeester en de wethouders, hebben het recht, een voorstel tot wijziging van het verslag aan de raadscommissie te doen, indien het verslag onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeven hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient uiterlijk twee dagen voor de vergadering schriftelijk bij de griffie te worden ingediend.

  • 4.

    Het verslag moet inhouden:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de griffier, de commissiegriffier, de burgemeester en de wethouders, en de ter vergadering aanwezige leden, allen voor zover aanwezig, alsmede de namen van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • c.

      een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen der aanwezigen die het woord voerden;

    • d.

      een samenvatting van het advies aan de raad onder vermelding van de namen van de leden die mededeling hebben gedaan van hun goed- of afkeuring, en met aantekening van de namen van de leden die zich niet uitgelaten hebben;

    • e.

      bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 33 door de raadscommissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 5.

    Het verslag wordt opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de griffier.

Artikel 28 Aantal spreektermijnen

  • 1.

    De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2.

    Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 3.

    Per fractie voert één persoon het woord per onderwerp.

  • 4.

    Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 29 Spreektijd

  • 1.

    Het presidium kan per agendapunt een voorstel doen voor het hanteren van spreektijden voor de leden en andere personen die het woord voeren in een vergadering. Een voorstel voor het hanteren van spreektijden wordt vermeld op de agenda.

  • 2.

    Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie besluiten de door het presidium voorgestelde spreektijden te wijzigen.

  • 3.

    De voorzitter of een lid kan eveneens een voorstel doen over de spreektijd van de leden.

  • 4.

    Indien er spreektijden zijn voorgesteld, worden die door de raadscommissie vastgesteld.

Artikel 30 Voorstellen van orde

  • 1.

    De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2.

    Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3.

    Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

Artikel 31 Handhaving orde; schorsing

  • 1.

    Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig acht de spreker te wijzen op hetgeen in de verordening bepaald is en de spreker aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2.

    Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3.

    De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 4.

    De voorzitter kan een lid van een raadscommissie dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen.

  • 5.

    Over het voorstel tot het ontzeggen van het verblijf in de vergadering wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 32 Beraadslaging

  • 1.

    De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2.

    Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 33 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1.

    De raadscommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2.

    Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 34 Advies

  • 1.

    Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2.

    Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadscommissie of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

  • 3.

    Indien de raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt, beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

  • 4.

    In het advies worden de standpunten van alle fracties en buitengewone leden opgenomen.

Hoofdstuk 4 Themabijeenkomsten

Artikel 35 Taken

  • 1.

    De themabijeenkomst is bedoeld voor het uitwisselen van informatie en discussie tussen fracties, burgers, bestuurders, ambtenaren en deskundigen over een specifiek thema.

  • 2.

    De themabijeenkomsten zijn in de regel openbaar.

Artikel 36 Samenstelling

Alle raads- en commissieleden kunnen deelnemen aan een themabijeenkomst.

Artikel 37 Voorzitter

  • 1.

    De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door de raad benoemd en ontslagen.

  • 2.

    De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 38 Vergaderfrequentie

  • 1.

    In de regel kunnen themabijeenkomsten twee keer in de zes weken op donderdagavond plaatsvinden.

  • 2.

    De themabijeenkomsten beginnen in de regel om 19.30 uur en worden in de regel gehouden in het kasteel-raadhuis.

  • 3.

    Het presidium en de voorzitter kunnen een andere dag, aanvangsuur bepalen, andere vergaderplaats aanwijzen of een extra themabijeenkomst uitroepen. Indien de voorzitter het initiatief hiertoe neemt, overlegt hij met het presidium.

Artikel 39 De agenda en verslaglegging

  • 1.

    Het presidium stelt de agenda van de themabijeenkomst vast.

  • 2.

    Bij de vaststelling van de agenda bepaalt het presidium of van de betreffende themabijeenkomst een verslag wordt opgesteld.

  • 3.

    In het geval een verslag van een themabijeenkomst wordt opgesteld, is artikel 27 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

Artikel 40 Spreekrecht burgers

  • 1.

    Tijdens een themabijeenkomst vindt geen inspraak plaats.

  • 2.

    Tijdens themabijeenkomsten mogen alle aanwezigen aan de informatieve gedachtewisseling deelnemen.

  • 3.

    Degene die een onderwerp wil aandragen ter agendering voor de themabijeenkomst, meldt dit op de datum als bedoeld in artikel 8, tweede lid, van deze verordening aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het thema dat hij aan de orde wil stellen.

  • 4.

    Degene die een onderwerp aandraagt, mag dit onderwerp tijdens de vergadering binnen de op de agenda aangegeven beschikbare tijd toelichten. Vervolgens kan hij aan de gedachtewisseling erover deelnemen.

Artikel 41 Aanwezigheid college en burgemeester

De burgemeester en één of meer wethouders zijn in de vergadering aanwezig indien een onderwerp behorende tot hun portefeuille geagendeerd is.

Artikel 42 Aanwezigheid ambtelijke organisatie

In de themabijeenkomst kunnen vanuit de ambtelijke organisatie deskundigen betreffende het geagendeerde onderwerp aanwezig zijn.

Artikel 43 Presentielijst

Ieder aanwezig raads- en commissielid ondertekent de presentielijst. Aan het einde van de bijeenkomst wordt de presentielijst door de (commissie)griffier vastgesteld door deze te ondertekenen.

Artikel 44 Openbare kennisgeving

  • 1.

    De vergadering wordt door aankondiging op de voor de gemeente gebruikelijke wijze en door plaatsing op de gemeentelijke website openbaar gemaakt.

  • 2.

    De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats, alsmede de agenda van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien.

  • 3.

    Daarnaast worden de bij de agenda behorende stukken, indien digitaal beschikbaar, op de website van de gemeente geplaatst.

Hoofdstuk 5 Besloten vergadering raadscommissies en andere bijeenkomsten

Artikel 45 Algemeen

Op een besloten vergadering van een raadscommissie zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 46 Verslag

  • 1.

    Het verslag van een besloten vergadering wordt niet rondgedeeld, maar ligt uitsluitend voor de leden ter inzage bij de griffier.

  • 2.

    Dit verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van dit verslag.

Artikel 47 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 48 Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Artikel 49 Besloten vergadering van de informatie- en themabijeenkomsten

Indien een vergadering van een informatie- of themabijeenkomst plaatsvindt, zijn de regels van de artikelen 43 tot en met 46 zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 6 Toehoorders en pers

Artikel 50 Toehoorders en pers

  • 1.

    De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2.

    Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3.

    De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 51 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 52 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie of in voorkomende gevallen de raadsleden en commissieleden (niet raadsleden) tijdens informatie- en themabijeenkomsten op voorstel van de voorzitter van de betreffende vergadering.

Artikel 53 Citeerregel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening informatiebijeenkomsten, raadscommissies en themabijeenkomsten.

Artikel 54 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 9 juli 2010.

  • 2.

    Op dat tijdstip vervalt de Verordening op de raadscommissies van de raad van de gemeente Wijchen vastgesteld bij raadsbesluit van in zijn openbare vergadering van 27 november 2008.

Toelichting op de Verordening op de Informatiebijeenkomsten, raadscommissies en themabijeenkomsten

In de Gemeentewet wordt onderscheid gemaakt tussen raadscommissies, bestuurscommissies en andere commissies (resp. de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet). Raadscommissies bereiden de besluitvorming in de raad voor en voeren overleg met het college en de burgemeester. Bestuurscommissies zijn commissies waaraan bevoegdheden van de raad, het college of de burgemeester worden overgedragen. Andere commissies kunnen alle mogelijke denkbare taken hebben. Er kan gedacht worden aan adviescommissies, ad hoc commissies en wijkraden.

Op grond van artikel 82, eerste lid, kan de raad zoveel raadscommissies instellen als hij wenselijk acht. De raad regelt de taken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de raadscommissies en de wijze waarop de leden van een raadscommissie inzage hebben in stukken ten aanzien waarvan geheimhouding geldt. De Gemeentewet verplicht overigens niet tot het instellen van raadscommissies. Om te bevorderen dat de discussie in de raad plaatsvindt, zijn er gemeenten die ervoor kiezen om geen raadscommissie(s) in te stellen. De instelling van raadscommissies geschiedt veelal bij verordening, waarin de taken bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de raadscommissies worden vastgelegd.

De in de verordening bedoelde informatie- en themabijeenkomsten zijn commissies als bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet.

Artikelgewijze toelichting

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Om te voorkomen dat de omschrijving van terugkerende begrippen in de verordening moeten worden herhaald, is in deze bepaling een aantal begrippen eenmalig gedefinieerd. Voor de goede orde zij nog vermeld dat raadscommissies commissies zijn op grond van artikel 82 van de Gemeentewet; informatie- en themabijeenkomsten zijn commissies op grond van artikel 84 van de Gemeentewet.

Hoofdstuk 2 Instelling informatiebijeenkomsten, raadscommissies en themabijeenkomsten

Artikel 2 Instelling informatiebijeenkomsten, raadscommissies en themabijeenkomsten

De vergadercyclus bestaat uit drie fasen: beeldvorming, meningvorming en besluitvorming. Elke fase heeft binnen het vergadermodel een eigen avond. Tijdens de informatiebijeenkomst staat de beeldvorming centraal. Dit wil zeggen dat er informatie over de geagendeerde onderwerpen wordt gegeven door het college, ambtelijke organisatie, burgers of instellingen/organisaties. Er vindt geen politieke discussie plaats tijdens informatiebijeenkomsten. De meningsvorming vindt plaats in de commissies en de besluitvorming in de raad. Daarnaast zijn er ook themabijeenkomsten, deze zijn bedoeld om de raads- en commissieleden meer mogelijkheden te bieden om diep(er) in te gaan op een thema, zonder dat daar direct een stuk ter besluitvorming voorligt.

Hoofdstuk 3 Informatiebijeenkomsten

Artikel 3 Taken

Het doel van informatiebijeenkomsten is dat de raad alle informatie krijgt die hij nodig heeft om zijn taken goed te kunnen uitvoeren. Het gaat om informatie vanuit het college, maar ook burgers, instellingen en organisaties kunnen de raad tijdens deze bijeenkomsten informeren. De onderwerpen kunnen geagendeerd worden op verzoek van de raad zelf, maar ook het college, burgers en instellingen kunnen onderwerpen aandragen. Op deze bijeenkomsten gaat het om informatie-uitwisseling tussen de deelnemers in een informele setting. Er vindt dan geen politieke discussie plaats. De informatie-uitwisseling heeft als doel om aan de beeldvorming over een bepaald thema of onderwerp bij te dragen.

Artikel 4 Samenstelling

Alle raads- en commissieleden kunnen deelnemen aan de informatiebijeenkomsten. Tijdens deze bijeenkomsten zijn burgers en instellingen ook welkom om volwaardig deel te nemen. Dit betekent dat zij dezelfde mogelijkheden hebben als raads- en commissieleden om vragen te stellen.

Artikel 5 Voorzitter van de informatiebijeenkomst

Zowel raadsleden als commissieleden kunnen benoemd worden tot voorzitter van informatiebijeenkomsten. Ook kan er gekozen worden voor een externe voorzitter.

Artikel 6 Vergaderfrequentie

Er kunnen extra informatiebijeenkomsten plaatsvinden als het presidium het nodig oordeelt. Indien fracties het nodig vinden, geven zij dit gemotiveerd aan bij het presidium.

Artikel 7 De agenda

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Per informatiebijeenkomst wordt bepaald of er een verslag gemaakt moet worden.

Artikel 8 Spreekrecht burgers

Tijdens de informatiebijeenkomsten kunnen burgers volwaardig deelnemen aan de bijeenkomst. Zij kunnen, net als de raads- en commissieleden, bijvoorbeeld toelichtende vragen stellen, of anderszins aan de informatie-uitwisseling deelnemen. Tevens hebben zij hier de mogelijkheid om zelf een onderwerp aan te dragen. De onderwerpen worden aangemeld bij de griffie. De griffie zorgt ervoor dat deze worden besproken in het presidium. Het presidium bepaalt uiteindelijk welke onderwerpen geagendeerd worden.

Een andere mogelijkheid die burgers hebben is het inspreken over een onderwerp dat niet op de agenda staat. Hiervoor wordt aan het begin van de informatiebijeenkomst maximaal 5 minuten per spreker gereserveerd. Aanmelding moet bij de griffie tot uiterlijk 12.00 uur op de dag van de bijeenkomst. De griffie inventariseert bij de insprekers het onderwerp. De volgorde van insprekers wordt bepaald aan de hand van de aanmelding. De griffie overhandigt aan de voorzitter van de bijeenkomst een lijst met namen en onderwerpen van de insprekers. De voorzitter bewaakt de tijd.

Artikel 9 Aanwezigheid college en burgemeester

Om te komen tot een praktische regeling is er in deze bepaling voor gekozen om het college standaard voor alle informatiebijeenkomsten uit te nodigen. Het college bepaalt zelf wie aanwezig is, dit is afhankelijk van de portefeuille.

Artikel 10 Aanwezigheid ambtelijke organisatie

Door de griffie worden de betrokkenen uit de ambtelijke organisatie uitgenodigd (opsteller van het stuk en de manager). De ambtelijke organisatie beantwoordt bijvoorbeeld de informatieve en technische vragen. De wethouder en ambtelijke organisatie stemmen onderling af wie welke bijdrage levert.

Artikel 11 Presentielijst

De presentielijst is van belang om de vergoedingen voor de commissieleden te kunnen vaststellen.

Artikel 12 Openbare kennisgeving

Er is voor gekozen om voor informatiebijeenkomsten dezelfde regels aan te houden als voor de raadscommissies. Zie hiervoor de toelichting bij artikel 23.

Hoofdstuk 4 Raadscommissies

Paragraaf 1 Taak, bevoegdheid en samenstelling

Artikel 13 Taken

De taken van de raadscommissies zijn vastgelegd in artikel 82, eerste lid, van de Gemeentewet. De raadscommissies bereiden de besluitvorming van de raad voor en overleggen met het college of de burgemeester. De taak om de besluitvorming van de raad voor te bereiden komt tot uitdrukking in de taak advies uit te brengen over een voorstel of onderwerp. De raadscommissie kan ook uit eigen beweging advies aan de raad uitbrengen. Dit advies kan aanleiding zijn voor besluitvorming in de raad. De taken van de raadscommissie zijn in essentie dezelfde als die van de raad, die van kaderstellend, controlerend en volksvertegenwoordigend orgaan.

Artikel 14 Samenstelling

De raad bepaalt de samenstelling van de raadscommissies. Wel schrijft artikel 82, derde lid, van de Gemeentewet voor dat de raad moet zorgen voor een evenwichtige vertegenwoordiging van de in de raad vertegenwoordigde politieke groeperingen.

Zoals ook uit het tweede en derde lid blijkt, hoeven de leden van een raadscommissie geen raadslid te zijn. Wel is er in het derde lid vanuit gegaan dat de politieke groeperingen (fracties) de in het tweede lid bedoelde leden voordragen.

Op grond van het derde lid moeten leden, evenals raadsleden, voldoen aan hetgeen is bepaald in de artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet. Dit betekent onder andere dat zij achttien jaar moeten zijn, over een geldige verblijfstitel moeten beschikken, hun nevenfuncties openbaar moeten maken, geen functie als bedoeld in artikel 13 van de Gemeentewet mogen vervullen en niet in strijd mogen handelen met artikel 15 van de Gemeentewet.

Om ervoor te zorgen dat de grootte van de fracties elkaar niet erg ontlopen, is bepaald dat het aantal commissieleden per fractie afhankelijk is van het aantal zetels in de gemeente raad (t/m 6 zetels in de gemeenteraad: max. 3 commissieleden, 7 zetels of meer in de gemeenteraad: max. 2 commissieleden).

Artikel 15 Voorzitter

Artikel 82, vierde lid, van de Gemeentewet schrijft voor dat de voorzitter van een raadscommissie raadslid moet zijn. Om die reden bepaalt artikel 15, eerste lid, dat de raad de voorzitters en hun plaatsvervangers "uit zijn midden" benoemt. In deze bepaling is er voor gekozen om de voorzitters van de raadscommissies door de raad te laten benoemen.

Het staat de raad echter vrij om te bepalen dat een raadscommissie de (plaatsvervangende) voorzitter benoemt. Gelet op de belangrijke functie die de raadscommissies ten opzichte van de raad vervult, ligt het wel in de rede dat de raad de (plaatsvervangende) voorzitters benoemt. Ook kan er voor gekozen worden om de voorzitters te laten benoemen door de raad en de plaatsvervangend voorzitters door de raadscommissies.

Op basis van het tweede lid, is de voorzitter geen lid van de raadscommissie waar hij voorzitter van is. Dit is een bewuste keuze. Op deze wijze kan de voorzitter zich concentreren op zijn taak als (technisch) voorzitter en zijn tijd en energie aanwenden voor het bewaken van de positie van de raadscommissie. Hij hoeft zich niet te bekommeren om de inbreng van zijn fractie in de raadscommissie.

Het ligt voor de hand dat de (plaatsvervangend) voorzitters, evenals de leden, van de raadscommissies in de eerste vergadering van de raad in nieuwe samenstelling worden benoemd, aangezien de zittingsperiode van de voorzitters en de leden aan het einde van de zittingsperiode van de raad eindigt (artikel 16, eerste lid). Aangezien het echter niet altijd mogelijk zal zijn om de voorzitters direct na de verkiezingen te benoemen, is er voor gekozen om geen termijn in artikel 14, eerste lid, op te nemen.

Artikel 16 Zittingsduur en vacatures

De zittingsperiode van de leden, de eventuele buitengewone leden, de voorzitters en hun plaatsvervangers is even lang als de zittingsperiode van de raadsleden, in principe dus vier jaar. De benoeming eindigt derhalve van rechtswege, de raad hoeft hen niet te ontslaan.

De raad kan een lid van een raadscommissie op voorstel van de fractie die het lid heeft voorgedragen, ontslaan. Deze situatie kan zich voordoen in geval van een splitsing van een fractie. De ontstane nieuwe fractie heeft dan overigens op grond van artikel 14, derde lid, recht op het aantal commissieleden zoals vermeld staat in artikel 14.

Artikel 17 Griffier en commissiegriffier

Iedere raadscommissie wordt ondersteund door een commissiegriffier. De commissiegriffier is altijd bij de vergaderingen van de raadscommissie aanwezig. In principe neemt hij geen deel aan de beraadslagingen, zij het dat de raadscommissie op grond van artikel 33 van deze verordening altijd de mogelijkheid heeft om anderen aan de beraadslagingen deel te laten nemen.

Artikel 18 Aanwezigheid college en burgemeester

In de regel zal de portefeuillehouder veelal aanwezig zijn ten behoeve van het voeren van overleg en het uitoefenen van controle door de raadscommissie.

Om te komen tot een praktische regeling is er in deze bepaling voor gekozen om de aanwezigheid van de burgemeester of wethouders standaard op te nemen voor alle raadscommissies evenals de deelname aan de beraadslagingen.

Tijdens de meningsvormende ronde kunnen de burgemeester en wethouders zich laten bijstaan door de ambtelijke organisatie. De portefeuillehouders kunnen via de voorzitter de ambtelijke medewerkers vragen aan tafel plaats te nemen om eventuele informatieve en technische vragen te beantwoorden.

Paragraaf 2 Tijdstip van vergaderen en voorbereiding

Artikel 19 Vergaderfrequentie

Veelal zullen de vergaderingen van de raadscommissies plaatsvinden op een vaste dag en plaats voorafgaand aan de vergaderingen van de raad. Een raadscommissie vergadert vaker indien het presidium het nodig oordeelt of als twee fracties hiertoe een verzoek indienen. Dit verzoek moet schriftelijk ingediend worden bij de voorzitter van het presidium. Indien een raadscommissie bijvoorbeeld een hoorzitting zal willen houden of op locatie wil vergaderen, kan de voorzitter in overleg met het presidium gebruik maken van het derde lid en een andere dag, aanvangsuur of plaats bepalen.

Over de openbaarheid van de vergaderingen bevat deze verordening geen bepaling, aangezien artikel 82, vijfde lid, van de Gemeentewet hierin voorziet. In deze bepaling wordt artikel 23 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing verklaard op raadscommissies. Dit betekent dat de vergaderingen van de raadscommissies in de regel in het openbaar plaatsvinden. Op verzoek van een vijfde van het aantal leden van een raadscommissie of de voorzitter kan de raadscommissie beslissen om achter gesloten deuren te vergaderen. Van een besloten vergadering wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt, dat niet openbaar is tenzij de raadscommissie anders beslist.

Artikel 20 Oproep

De leden van een raadscommissie ontvangen een oproep inclusief de agenda voor een vergadering en de stukken tenminste een week voor de vergadering. Indien in spoedeisende gevallen een aanvullende agenda wordt vastgesteld bedraagt deze termijn minimaal 48 uur voor een vergadering. De stukken ten aanzien waarvan geheimhouding is opgelegd worden niet toegezonden, maar kunnen bij de griffier worden ingezien (artikel 22, derde lid).

Artikel 21 De agenda

De concept-agenda wordt door de griffie opgesteld op aangeven van de fractievoorzitters. Voordat de oproep wordt verzonden, stelt het presidium de agenda vast. Het versturen van de agenda is geregeld in artikel 20.

In dit artikel is een procedure voor spoedeisende zaken geregeld.

Een raadscommissie kan bepalen dat een onderwerp of voorstel onvoldoende voorbereid en voor inlichtingen of advies aan het college wordt gezonden. Een raadscommissie bepaalt vervolgens in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt en niet het college. Uiteraard zal hierover wel overleg gevoerd moeten worden met het college.

Artikel 22 Ter inzage leggen van stukken

Naast de agenda en de daarbij behorende stukken, worden stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen op een vaste plaats voor een ieder ter inzage gelegd. Originele stukken moeten uiteraard bij de gemeente blijven berusten. Stukken ten aanzien waarvan geheimhouding wordt opgelegd kunnen leden van raadscommissies bij de griffie inzien. De geagendeerde stukken zijn tevens te raadplegen via de website.

Artikel 23 Openbare kennisgeving

Op grond van artikel 82, vijfde lid, van de Gemeentewet moet de voorzitter van een raadscommissie tegelijkertijd met de schriftelijke oproep de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering ter openbare kennis brengen. De agenda en de daarbij behorende stukken worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep en op een bij openbare kennisgeving aan te geven plaats ter inzage gelegd. Deze bepaling geeft hier een regeling voor. Tevens is de verplichting opgenomen op de agenda en stukken ook op internet te plaatsen. Dit is echter niet verplicht op grond van de Gemeentewet.

Paragraaf 3 Orde der vergadering

Artikel 24 Presentielijst

De presentielijst is van belang om de vergoedingen voor de leden van een raadscommissie te kunnen vaststellen.

Artikel 25 Opening der vergadering en quorum

Artikel 20 van de Gemeentewet regelt het vergaderquorum van de raad. Voor de raadscommissies ontbreekt een dergelijke bepaling in de Gemeentewet. Artikel 25 van de verordening voorziet hierin. Het derde lid voorziet in een regeling voor een nieuwe vergadering indien het quorum niet aanwezig is, anders zou de afwezigheid van leden van een raadscommissie de voortgang van werkzaamheden kunnen belemmeren. Uiteraard staat op het moment dat de voorzitter bepaalt op welke datum en tijdstip, nog niet vast op welk moment de schriftelijke oproep uitgaat. Indien er enkele dagen tussen de twee vergaderingen zit, mag er vanuit worden gegaan dat het mogelijk is om 24 uur van tevoren een schriftelijke oproep te versturen. Overigens ligt het in de rede dat de voorzitter overlegt met de raadscommissie over de datum van een nieuwe vergadering.

Artikel 26 Spreekrecht burgers

Tijdens de commissievergaderingen zijn er mogelijkheden voor de inspreker om van gedachten te wisselen over geagendeerde onderwerpen met de commissieleden en zo bij te dragen aan de besluitvorming. Het spreekrecht van burgers kan bijdragen aan het vergroten van de betrokkenheid van de burgers bij het lokaal bestuur, één van doelstellingen van de vernieuwing van het lokaal bestuur.

In het tweede lid zijn drie onderwerpen opgenomen, waar het spreekrecht niet voor geldt. Als een besluit van de raad of het college vatbaar is voor bezwaar en de burger belanghebbende is, kan de burger een bezwaarschrift indienen. Ook kan een burger beroep instellen bij de rechtbank. Verder zijn de benoemingen, keuzen, voordrachten en aanbevelingen van personen uitgesloten van het spreekrecht van burgers. Omdat inspraak over de benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen - de belangen van - kandidaten al dan niet in de uitoefening van hun ambt of functie kan schaden, kunnen burgers hierover geen uitlatingen doen. Als laatste kunnen burgers zich ook niet uitlaten over onderwerpen, waar zij op grond van artikel 9:2 Algemene wet bestuursrecht een klacht over kunnen indienen. Deze procedure gaat voor het spreekrecht van burgers.

De burgers die wensen in te spreken moeten zich uiterlijk om 12.00 uur op de dag van de vergadering melden bij de griffie

In artikel 16, 7e lid van het reglement van orde van de gemeenteraad is bepaald dat insprekers slechts één keer over een onderwerp kunnen inspreken. Het is niet mogelijk dat dezelfde inspreker inspreekt tijdens de raadsvergadering.

Artikel 27 Verslag

Het conceptverslag wordt aan de leden toegezonden en overige personen die het woord gevoerd hebben toegezonden, op zijn laatst tegelijkertijd met de schriftelijk oproep. De voorzitter, de leden, de commissiegriffier, de collegeleden hebben het recht een voorstel tot wijziging te doen. Een voorstel tot wijziging wordt voorafgaand aan de vergadering schriftelijk bij de griffie ingediend. Het recht om aanpassing voor te stellen (derde lid) komt ook toe aan de voorzitter, een lid en een collegelid, dat bij de desbetreffende vergadering niet aanwezig was. Het is aan de raadscommissie om te beslissen of een voorgestelde wijziging of aanvulling geaccepteerd wordt, aangezien de raadscommissie het verslag vaststelt. Een afwijzing van een dergelijk voorstel is niet vatbaar voor beroep (aldus de Afdeling Rechtspraak van de Raad van State). Het is aan te bevelen uitsluitend een zakelijke samenvatting van hetgeen besproken is, te geven. De verantwoordelijkheid voor het opstellen van het verslag ligt bij de griffier op grond van het vijfde lid.

Artikel 28 Aantal spreektermijnen

Het stellen van vragen dient ook als een spreektermijn beschouwd te worden. Een spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten. Dit hoeft overigens niets te veranderen aan de praktijk dat een portefeuillehouder antwoordt na de inbreng van de raadsleden in de eerste en tweede termijn. Een verzoek van een raadslid na afloop van de tweede termijn om nog een korte reactie te geven, dient de voorzitter niet te honoreren. Indien de raad of commissie van mening is, dat na de tweede termijn verdere beraadslaging nodig is, kan hij daartoe uitdrukkelijk besluiten.

Er wordt gewerkt met één woordvoeder per fractie per onderwerp. Het is aan de voorzitter in voorkomende gevallen te beoordelen of van deze regel afgeweken mag worden.

Artikel 29 Spreektijd

Het presidium kan een voorstel doen voor spreektijden. Deze spreektijden worden tegelijkertijd met de agenda vastgesteld. Dit artikel strekt ertoe te benadrukken dat een raadscommissie regels kan stellen over de spreektijd van de leden. Hetzelfde geldt voor de spreektijd van overige sprekers. De voorzitter hoeft dit niet voor te stellen. De voorzitter kan in het kader van zijn taak om de orde tijdens de vergadering te handhaven wel voorstellen de spreektijd te beperken.

Artikel 30 Voorstellen van orde

Ieder lid heeft te allen tijde het recht een voorstel van orde te doen. De beslissing of er inderdaad sprake is van een voorstel van orde is aan de betreffende raadscommissie. Over een voorstel van orde wordt direct, zonder beraadslaging, besloten door een raadscommissie. Bij staken van stemmen is het voorstel niet aangenomen (artikel 32, vierde lid Gemeentewet is hierop niet van toepassing). Een voorstel van orde betreft bijvoorbeeld het schorsen van de vergadering voor een (overleg) pauze.

Artikel 31 Handhaving orde; schorsing

Zowel in de eerste als tweede termijn is het toegestaan te interrumperen. De voorzitter kan echter bij een overvloed aan interrupties of in het belang van de voortgang van de beraadslagingen bepalen dat een spreker zijn betoog zonder verdere interrupties afrondt. Om te bevorderen dat leden van raadscommissies zich niet belemmerd voelen om hun mening te uiten bepaalt artikel 82, vijfde lid, van de Gemeentewet bovendien dat artikel 22 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing is op leden van raadscommissies. Hierdoor zijn leden van raadscommissies niet in rechte te vervolgen, aan te spreken of verplicht getuigenis af te leggen over hetgeen zij in de vergadering zeggen of schriftelijk overleggen. Dit geldt voor zowel raadsleden als niet-raadsleden.

Op basis van het tweede lid kunnen alle sprekers in bepaalde gevallen door de voorzitter tot de orde worden geroepen en kan hen zo nodig over het aanhangige onderwerp het woord ontzegd worden. Ook kan de voorzitter de vergadering schorsen en bij herhaling van de verstoring van de orde, kan hij de vergadering sluiten. In het uiterste geval kan hij een lid het verdere verblijf ontzeggen en hem uit de vergadering doen verwijderen. Indien een lid blijft volharden in zijn gedrag kan hem de toegang tot de vergadering voor ten hoogste drie maanden worden ontzegd. Het vierde lid sluit aan bij artikel 26, derde lid, van de Gemeentewet, die een dergelijke regeling geeft ten aanzien van raadsleden.

Onder interruptie is overigens niet te verstaan het geven van tekenen van goed- of afkeuring; deze uitingen worden beschouwd als verstoringen van de orde. Voor wat betreft de handhaving van de orde op de publieke tribune wordt verwezen naar artikel 50 van deze verordening.

Artikel 32 Beraadslaging

Om de duur van vergaderingen niet te beperken wordt over een voorstel dat in onderdelen of artikelen is verdeeld, in principe in zijn geheel beraadslaagd. In het eerste lid is een uitzonderingsmogelijkheid opgenomen. Zowel de voorzitter als de leden hebben het recht om voor te stellen een voorstel gesplitst te behandelen. Het eerste lid brengt daarmee tot uitdrukking dat een raadscommissie zijn eigen werkwijze bepaalt. Het recht wordt aan ieder individueel raadslid toegekend. Dit past in het streven naar dualisering, aangezien dualisering versterking van de vertegenwoordigende en daarmee agenderende rol van een raadscommissie veronderstelt. Hiertoe dienen ook individuele raadsleden en kleine fracties over adequate instrumenten te beschikken.

Indien de schorsing als bedoeld in het tweede lid aan het einde van de tweede termijn plaatsvindt, zijn er vervolgens twee mogelijkheden: de voorzitter vat samen en concludeert af of aan de beraadslagingen wordt een derde termijn toegevoegd (zie artikel 28).

Artikel 33 Deelname aan beraadslaging door anderen

Deze bepaling is noodzakelijk in verband met het in artikel 22 van de Gemeentewet geregelde verschoningsrecht, dat in artikel 82, vijfde lid, van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing wordt verklaard op leden van raadscommissies en andere personen die aan de beraadslagingen deelnemen. Het is uiteraard ook mogelijk dat een raadscommissie bepaalt dat een bepaalde functionaris in bepaalde gevallen altijd aan de beraadslaging mag deelnemen. Het gaat in deze bepaling om anderen dan de leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders. Deze hebben op grond van de artikel 18 van deze verordening reeds het recht om aan de beraadslagingen deel te nemen. Uiteraard hebben deze andere sprekers niet dezelfde rechten als de leden. Een andere spreker heeft onder meer geen recht om een voorstel te doen tot wijziging van het verslag, een voorstel over de spreektijd of over de orde van de vergadering.

Artikel 34 Advies

De voorzitter kan de beraadslaging sluiten, als hij vaststelt dat een onderwerp voldoende is toegelicht, tenzij een raadscommissie anders beslist. Een raadscommissie neemt geen beslissingen, maar bereidt de besluitvorming in de raad voor en overlegt met het college en de burgemeester. Wel kan een raadscommissie gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen aan de raad. De leden beslissen over het advies. Ten behoeve van het debat in de raad en om recht te doen aan de mening van alle fracties, inclusief minderheidsstandpunten, wordt de standpunten van alle fracties opgenomen. Het ligt voor de hand dat indien een lid het niet eens is met het fractiestandpunt, dat hier afzonderlijk melding van wordt gemaakt in het advies aan de raad.

Hoofdstuk 4 Themabijeenkomsten

Artikel 35 Taken

Het doel van themabijeenkomsten is dat de raad de ruimte heeft onderwerp goed voor te kunnen bereiden voordat er besluitvorming plaatsvindt. Tijdens een themabijeenkomst wordt informatie uitgewisseld, maar is er ook ruimte voor discussie. De onderwerpen kunnen geagendeerd worden op verzoek van de raad zelf, maar ook het college, burgers en instellingen kunnen onderwerpen aandragen.

Artikel 36 Samenstelling

Alle raads- en commissieleden kunnen deelnemen aan de themabijeenkomsten.

Artikel 37 Voorzitter van de themabijeenkomst

Zowel raadsleden als commissieleden kunnen benoemd worden tot voorzitter van themabijeenkomsten.

Ook kan er gekozen worden voor een externe voorzitter.

Artikel 38 Vergaderfrequentie

Er kunnen extra themabijeenkomsten plaatsvinden als het presidium het nodig oordeelt. Indien fracties het nodig vinden geven zij dit gemotiveerd aan bij het presidium.

Artikel 39 De agenda en verslaglegging

In dit verband kan voor wat betreft de verslaglegging van de vergadering worden opgemerkt, dat per themabijeenkomst wordt afgewogen of een verslag van een bepaalde themabijeenkomst moet worden gemaakt. Bij de vaststelling van de agenda bepaalt het presidium of van de betreffende themabijeenkomst een verslag wordt opgesteld. Wanneer een verslag wordt opgesteld, is artikel 27 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

Artikel 40 Spreekrecht burgers

Tijdens een themabijeenkomst is er geen mogelijkheid tot inspraak. Hier is voor gekozen omdat het bij themabijeenkomsten veelal gaat om brede onderwerpen. Daarnaast vallen ook werkbezoeken onder deze noemer. Aangezien er dan vaak bij externen een bezoek gebracht wordt, is de mogelijkheid voor inspraak niet aanwezig. Wel worden er afhankelijk van het thema burgers en/of instellingen/organisaties uitgenodigd om aanwezig te zijn tijdens een themabijeenkomst. Diegene, die uitgenodigd worden, mogen deelnemen aan de gedachtewisseling over de betreffende onderwerpen. Overigens mogen burgers zelf ook onderwerpen aandragen voor een themabijeenkomst. Daarvoor is de regeling in het derde en vierde lid van het artikel 40 opgenomen.

Artikel 41 Aanwezigheid college en burgemeester

Om te komen tot een praktische regeling is er in deze bepaling voor gekozen om de aanwezigheid van de burgemeester of een wethouder standaard op te nemen voor alle themabijeenkomsten. De burgemeester en wethouders kunnen dan ook aan de gedachtewisseling over de geagendeerde onderwerpen deelnemen. De griffie nodigt het college uit voor de themabijeenkomsten, het college bepaalt zelf wie van het college bij een themabijeenkomst aanwezig is.

Artikel 42 Aanwezigheid ambtelijke organisatie

Themabijeenkomsten kunnen op verschillende manieren worden ingevuld. Afhankelijk van het onderwerp en de invulling van de vergadering kan het wenselijk zijn dat de ambtelijke organisatie aanwezig is bij de bijeenkomst. Haar rol zal vooral zijn het geven van een toelichting en het beantwoorden van vragen. De griffie nodigt de betrokken ambtenaren uit voor de themabijeenkomsten.

Artikel 43 Presentielijst

De presentielijst is van belang om de vergoedingen voor de commissieleden te kunnen vaststellen.

Artikel 44 Openbare kennisgeving

Er is voor gekozen om voor themabijeenkomsten dezelfde regels aan te houden als voor de raadscommissies. Zie hiervoor de toelichting bij artikel 23 van deze verordening.

Hoofdstuk 5 Besloten vergadering raadscommissies en andere bijeenkomsten

Artikel 45 Algemeen

Bij bepalingen die van overeenkomstige toepassing zijn, kan onder meer gedacht worden aan de bepalingen omtrent het tijdig verzenden van stukken, het vergaderquorum en voorstellen van orde. De bepalingen van deze verordening zijn echter niet van toepassing, voor zover de toepassing van die bepalingen strijdig is met het besloten karakter van de vergadering. Zo zullen er bijvoorbeeld geen beeld- en geluidsregistraties voor openbaar gebruik gemaakt kunnen worden. Ten aanzien van de stukken die betrekking hebben op een besloten vergadering en het behandelde zal een raadscommissie moeten besluiten of geheimhouding als bedoeld in artikel 86 van de Gemeentewet wordt gehandhaafd dan wel opgeheven.

Artikel 46 Verslag

Op grond van artikel 82, vijfde lid, van de Gemeentewet is artikel 23 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing. Het vierde lid van artikel 23 van de Gemeentewet schrijft voor dat van een besloten vergadering een afzonderlijk verslag wordt opgemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt tenzij de raad en in casu dus een raadscommissie anders beslist. In aanvulling hierop bepaalt het tweede lid van deze bepaling dat het verslag van een besloten vergadering ter inzage liggen bij de griffie. De raadscommissie beslist over het openbaar maken van dit verslag.

Artikel 47 Geheimhouding

Hetgeen besproken wordt in een besloten vergadering, valt niet van rechtswege onder de geheimhoudingsplicht. Daarvoor is toepassing van de procedure volgens artikel 86 van de Gemeentewet nodig. Niet alleen een raadscommissie kan geheimhouding opleggen, ook de voorzitter van een raadscommissie, het college en de burgemeester kunnen geheimhouding aan een raadscommissie opleggen. Overigens kan een raadscommissie ook geheimhouding opleggen aan de raad of het college ten aanzien van stukken die zij aan de raad of het college overlegt (artikel 25, tweede lid, en artikel 55, tweede lid, van de Gemeentewet). De geheimhouding geldt ten aanzien van een ieder die aanwezig is bij een besloten vergadering of die kennis draagt van stukken ten aanzien waarvan geheimhouding geldt. De geheimhouding geldt totdat het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd of de raad, haar opheft.

Artikel 48 Opheffing geheimhouding

Zoals uit de toelichting op artikel 47 blijkt kan de raad de geheimhouding die een raadscommissie aan de raad oplegt, opheffen. In deze bepaling is een overlegverplichting opgenomen waardoor recht wordt gedaan aan het principe van hoor en wederhoor.

Artikel 49 Besloten vergadering van de informatie- en themabijeenkomsten

Indien een vergadering van een informatie- of themabijeenkomst plaatsvindt, zijn de regels van de artikelen 45 tot en met 48 zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing. “Zoveel mogelijk” omdat de informatie- en themabijeenkomsten op bepaalde onderdelen afwijken van de raadscommissies.

Hoofdstuk 6 Toehoorders en pers

Artikel 50 Toehoorders en pers

Artikel 26, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet regelen dat de voorzitter van de raad toehoorders die de orde verstoren, kan doen vertrekken en bij volharding in hun gedrag de toezegging kan ontzeggen. Voor raadscommissies ontbreekt een dergelijke bepaling in de Gemeentewet, het derde lid voorziet hierin.

Artikel 51 Geluid- en beeldregistraties

Aangezien de vergaderingen van een raadscommissie in principe openbaar zijn, kunnen radio- en tv-stations geluid- en beeldregistraties maken. Hiertoe moet bij aanvang van de vergadering met de voorzitter contact opgenomen worden, de voorzitter zal dan aanwijzingen geven die opgevolgd moeten worden. Dit is uiteraard niet het geval als het een besloten vergadering betreft.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 52 Uitleg verordening

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 53 Citeerregel

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 54 Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen toelichting.