Archeologiebeleid 2007

Geldend van 01-03-2007 t/m heden

Intitulé

Archeologiebeleid 2007

Archeologiebeleid

Brief van het college

Wijchen, 6 maart 2007

Geachte leden van de raad,

De gemeente Wijchen is rijk aan archeologie. Op basis van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg moet er op veel locaties in onze gemeente archeologisch (voor)onderzoek worden uitgevoerd, voordat een bouwplan mag worden uitgevoerd of voordat er mag worden gegraven.

Verplichting

Als er bij de gemeente onvoldoende informatie aanwezig is over de archeologische waarde van een terrein, kan van de aanvrager van een vergunning worden verlangd dat deze een archeologisch vooronderzoek laat uitvoeren. Dit kan alleen voor de plannen, waarbij volgens de wet op grond van het bestemmingsplan of de vrijstellingsprocedure een archeologisch voorschrift kan worden verbonden aan de vergunning of aan het vrijstellingsbesluit (er is dan sprake van een onderzoeksplicht). Vergelijkbaar met milieu-onderzoek geldt in deze gevallen ook bij archeologisch onderzoek het principe dat de veroorzaker of de verstoorder de kosten betaalt (dit is meestal degene die wil bouwen en een vergunning aanvraagt).

In de situaties waar de gemeente geen voorschriften kan verbinden aan de vergunning of aan het besluit en er toch een archeologisch belang in het geding is, zijn eventuele onderzoekskosten voor rekening van de gemeente.

Verstoorder betaalt

Tot nu toe hanteerden wij voor natuurlijke personen die voor eigen gebruik bouwen een uitzondering op het ‘veroorzakersprincipe’. Voor deze particuliere eigenaren betaalde de gemeente het grootste deel van de onderzoekskosten en de veroorzaker zelf niet meer dan 1% van de bouwkosten. De beleidsregel was een bevoegdheid van ons college.

Wij hebben om verschillende redenen besloten dit bijzondere tegemoetkomingsbeleid in te trekken. Er is sprake van een toename van bouwplannen die voor deze ‘tegemoetkoming’ in aanmerking kunnen komen, waardoor de uitgaven onbeheersbaar worden. De burger heeft er met deze tegemoetkoming weinig belang bij om de schade (in financieel opzicht en voor het bodemarchief) te beperken, bijvoorbeeld door aanpassing van het bouwplan. Er zijn geen gemeenten bekend met een vergelijkbare vergaande tegemoetkoming. Ook de regio-gemeen-ten hanteren voor particulieren geen uitzondering. Alleen de gemeente Nijmegen heeft extra geld op de begroting om onderzoek te kunnen doen bij particulieren met eigen woning.

Gevolg van de beleidsherziening is, dat voor alle bouwaanvragen die na 20 februari 2007 worden ingediend weer het algemene uitgangspunt ‘de veroorzaker betaalt’ van kracht is. Alleen in uitzonderlijke gevallen - waarbij de onderzoekskosten niet in redelijke verhouding staan tot de bouwkosten (dus excessief zijn) - kan een beroep worden gedaan op de hardheidsclausule en een verzoek worden ingediend om onredelijk hoge kosten te compenseren. Wij zullen dan per geval hierover een beslissing nemen.

Ondergrens

Om te voorkomen dat de archeologiepraktijk voor burger en gemeente onbeheersbaar wordt, hebben wij tevens besloten ondergrenzen te hanteren voor het opleggen van een onderzoeksplicht. Bodemverstoringen die onder een bepaalde oppervlakte blijven (zgn. postzegelplannetjes), worden daarvan vrijgesteld (reeds onderzochte gebieden vallen daar natuurlijk ook buiten). Als uitgangspunt hebben wij de algemene norm van 100 m2 genomen in de nieuwe wet. Deze hebben wij aan de ene kant naar onder bijgesteld tot 30 m2 (bebouwde kom) als er sterke aanwijzingen zijn over de aanwezigheid van archeologische waarden en aan de andere kant verhoogd tot 2000 m2 bij lage verwachtingen in het buitengebied (zie verder de bijlage). Wij beschouwen de begrenzing (die in overleg met archeologisch deskundigen zijn bepaald) als een acceptabele middenweg. De ondergrenzen worden opgenomen in de nieuwe bestemmingsplannen.

Doel

Het doel van deze beleidsaanpassing is om de archeologische waarden zo goed mogelijk te beschermen en de eerste verantwoordelijkheid voor de bodemverstoring en de consequenties daarvan bij de initiatiefnemer te laten. Alleen dan heeft deze er alle belang bij om de schade aan het archeologisch erfgoed zo beperkt mogelijk te houden.

Ondertekening

Burgemeester en wethouders van Wijchen,
De secretaris, De burgemeester,

Normering voor vrijstelling van archeologisch onderzoek: ondergrenzen

Uitgangspunten

Streven is het bodemarchief te behouden en te beschermen. Naarmate het oppervlak van de bodemingreep kleiner is en de diepte van de ingreep geringer, wordt er minder van het bodemarchief verstoord.

Het vaststellen van een ondergrens (evenwicht tussen maatschappelijk verantwoord beleid en kans op vernietiging van waarden) moet niet leiden tot een geleidelijke erosie en teloorgang van het bodemarchief (door een optelsom van meerdere kleine ingrepen).

De ondergrenzen worden in het bestemmingsplan opgenomen onder de voorschriften van bouw- en aanlegvergunningen.

In 2006 heeft de Tweede Kamer een amendement aanvaard op de Wijziging van de Monumentenwet 1988, waarbij voor het eerst op rijksniveau een oppervlakte van 100 m2 is genoemd als minimale oppervlakte waaronder geen archeologisch onderzoek hoeft te worden uitgevoerd. De gemeenten zijn vrij om hiervan af te wijken en een lagere grens te hanteren. De provincie Gelderland hanteert geen ondergrenzen.

Begripsbepaling voor oppervlakte van een bodemingreep

Onder de oppervlakte van een bodemingreep wordt verstaan het bebouwde oppervlak (bruto-oppervlak) als het gaat om bovengrondse ontwikkelingen en het oppervlak van een bodemingreep vanaf maaiveld als het gaat om bodemingrepen in het kader van een aanlegprocedure.

Maximale oppervlakken vrijstelling archeologisch onderzoek gemeente wijchen

De oppervlakte waaronder geen archeologisch onderzoek hoeft plaats te vinden wordt afhankelijk gesteld van de kans op het voorkomen van archeologische resten. De archeologische beleidsadvieskaart en de landelijke databank Archis zijn hiervoor bepalend. Er wordt gedifferentieerd naar ‘archeologische waardegebieden’ (= ‘gekende’ waarden) en ‘archeologische verwachtingsgebieden’ (= niet bekend) en naar ‘bebouwde kom’ en ‘buitengebied’.

Waardegebieden: terreinen met status (monument), terreinen zonder status (vindplaatsen vanuit puntlocatie met zone van 50 meter rondom), oude woongronden en aangewezen archeologische zones.

Verwachting: hoog, middelmatig, laag. De categorieën Hoog en Middelmatig worden hier als één geheel behandeld, omdat het verschil minder met potentie te maken heeft dan met de verwachte dichtheid van mogelijke waarden. Ook de provincie Gelderland neemt de twee samen.

 

 

 

Bebouwde kom

Waardegebied

Verwachtingsgebied

Hoog + Middelmatig

30 m2

60 m2

Laag

30 m2

500 m2

 

 

 

Buitengebied

Waardegebied

Verwachtingsgebied

Hoog + Middelmatig

100 m2

100 m2

Laag

100 m2

2000 m2

Uitzonderingen gemeente Wijchen

  • vervangen van rioleringen in reeds verstoorde tracé’s; graven in bestaande leidingsleuven;

  • vervangen van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid en de bestaande fundering wordt benut, met uitzondering van nieuwe kelders;

  • uitbreiden van bestaande bebouwing tot maximaal 2,5 meter uit een bestaande fundering;

grondwerkzaamheden in de bovenste 30 cm vanaf maaiveld worden niet als verstorend opgevat.