Regeling vervallen per 22-01-2015

Uitvoeringsnotitie Geldterugregeling 2004

Geldend van 13-07-2004 t/m 21-01-2015

Intitulé

Uitvoeringsnotitie Geldterugregeling 2004

Inleiding

Sinds 1999 beschikt de gemeente Wijchen in het kader van haar minimabeleid over een Geldterugregeling. De Raad heeft op 29 april 2004, op basis van de aangeboden “Kadernotitie minimabeleid gemeente Wijchen 2004”, besloten om ook voor 2004 de Geldterugregeling voort te zetten. Dit met een aantal wijzigingen.

Sinds 1 januari 2004 is de Wet werk en bijstand van kracht. Met de invoering van deze wet is de nadruk komen te liggen op de eigen verantwoordelijkheid van cliënten om zelf te voorzien in de kosten van het bestaan. In aansluiting hierop is er door de gemeente Wijchen voor gekozen om binnen het bijzondere bijstandsbeleid een onderscheid te maken tussen minima met en minima zonder arbeidsperspectief. Voor minima met een arbeidsperspectief vormt een sober minimabeleid het uitgangspunt. Bij uitvoering van de Geldterugregeling wordt daarom uitgegaan van langdurige minima. Bij deze groep personen kan ervan uitgegaan worden dat er sprake is van een beperkt arbeidsperspectief.

Op grond van de WWB is het daarnaast niet langer mogelijk om categoriale bijstand te verstrekken aan personen jonger dan 65 jaar. Op grond hiervan is er binnen de regeling een onderscheid gemaakt tussen personen jonger dan 65 jaar en personen van 65 jaar en ouder.

Doel van de regeling

Achtergrond van de regeling vormt het bieden van extra financiële ruimte aan langdurige minima en ouderen om te voorkomen dat deze groep in een maatschappelijk isolement komt als gevolg van een lager besteedbaar inkomen en de deelname aan sport, cultuur, recreatie, onderwijs en andere voorzieningen verder te stimuleren.

Uitvoering van de Geldterugregeling

Wie komen er in aanmerking voor een bijdrage op grond van de Geldterugregeling?

Aan het recht op een bijdrage op grond van de Geldterugregeling worden een aantal algemene voorwaarden verbonden:

  • -

    Iemand dient inwoner van de gemeente Wijchen te zijn;

  • -

    Iemand dient over de Nederlandse nationaliteit te beschikken of toegelaten te zijn als asielzoeker en een inburgeringscontract ondertekend te hebben;

  • -

    Er wordt geen opleiding of scholing gevolgd die valt onder WSF of WTOS;

  • -

    Het totale vermogen bedraagt niet meer dan de vermogensgrenzen zoals genoemd in artikel 34 WWB.

  • -

    Er kan het hele kalenderjaar een aanvraag voor een bijdrage op grond van de Geldterugregeling worden ingediend. Een recht op een bijdrage wordt echter slechts eenmaal per kalenderjaar vastgesteld. Ook indien een wijziging in de situatie later mogelijk tot een ander recht leidt (bijvoorbeeld in geval van geboorte of een wijziging in het inkomen). Blijkt echter achteraf dat een eerdere aanspraak op de Geldterugregeling gebaseerd was op onjuist verstrekte informatie door de aanvrager, dan wordt wel bezien of een terugvordering aan de orde is.

Tot de doelgroep van de Geldterugregeling behoren in elk geval niet:

  • 1.

    Studenten: gesteld kan worden dat deze categorie personen in het algemeen niet sociaal geïsoleerd leeft . Als gevolg van de gevolgde studie hebben studenten ook een zodanig toekomstperspectief dat de doelstelling van de Geldterugregeling, te weten het bevorderen van de maatschappelijke participatie, ten aanzien van hen niet bereikt hoeft te worden.

  • 2.

    Schoolverlaters, gedurende de periode dat een schoolverlaterskorting wordt toegepast: dezelfde redenering als onder 1 geldt voor personen die kort geleden hun studie hebben afgerond.

  • 3.

    Asielzoekers die nog in afwachting zijn van een beslissing over hun status en met wie nog geen inburgeringscontract is gesloten.

Welke specifieke voorwaarden gelden er voor personen tot 65 jaar

  • Het gemiddelde inkomen bedraagt over de 36 kalendermaanden, liggend voor de maand waarin de aanvraag wordt ingediend, maximaal 115% van de toepasselijke bijstandsnorm. Uitgangspunt vormt de netto bijstandsnorm exclusief vakantietoeslag.

Welke specifieke voorwaarden gelden er voor personen vanaf 65 jaar

Het inkomen bedraagt op het moment van aanvragen niet meer van 115% van de toepasselijke bijstandsnorm. Uitgangspunt vormt de bijstandsnorm exclusief vakantietoeslag.

Hoe hoog is de bijdrage?

De maximale bijdrage is vastgesteld op € 100,00. Hierop bestaat recht indien het (gemiddelde) inkomen maximaal 110% van de toepasselijke bijstandsnorm bedraagt. Bij een (gemiddeld) inkomen vanaf 110% tot maximaal 115% van de toepasselijke bijstandsnorm bestaat er nog recht op een halve vergoeding ter hoogte van € 50,00.

Elk gezinslid heeft recht op de bijdrage.

Welke bewijsstukken moeten er overgelegd worden?

Personen jonger dan 65 jaar

  • Bij het vaststellen van het recht op de vergoeding worden, naast bewijsstukken met betrekking de genoten inkomsten in de voorliggende 36 maanden, ook de actuele afschriften van de betaal- en spaarrekeningen van alle gezinsleden opgevraagd. Hierop wordt echter een uitzondering gemaakt in die gevallen waarbij de cliënt in de voorliggende periode bepaalde bewijsstukken al heeft overgelegd op grond waarvan het recht op een bijdrage beoordeeld kan worden.

    • -

      Heeft iemand in de voorliggende 36 maanden een periodieke bijstandsuitkering ontvangen, dan wordt de inkomens- en vermogenssituatie bekend geacht. Specificaties of bankafschrif- ten hoeven dus verder niet overgelegd te worden. De bijdrage wordt ambtshalve toegekend.

    • -

      Heeft iemand in de twee voorliggende jaren ook een vergoeding ontvangen op grond van de GTR, dan hoeft alleen de meest actuele inkomensspecificatie overgelegd te worden. Hetzelf- de geldt voor de bankafschriften. Heeft iemand in de voorliggende periode van 6 maanden deze gegevens nog overgelegd, bijvoorbeeld in verband met een aanvraag bijzondere bijstand of langdurigheidstoeslag, dan hoeft er verder geen enkel bewijsstuk te worden overgelegd ten aanzien van de inkomens- of vermogenssituatie. Dit is slechts anders indien de cliënt aangeeft dat er een wijziging in zijn situatie heeft plaatsgevonden.

    • -

      bij een eerste aanvraag: de meest actuele afschriften van alle bankrekeningen dienen over-gelegd te worden. Daarnaast inkomensspecificaties over de drie voorgaande jaren. Daarbij wordt uitgegaan van de meest actuele loonstrook en de loonstroken over elke 12 voorliggen de maanden indien de cliënt aangeeft dat zijn inkomsten ongewijzigd zijn gebleven.

  • Er kan niet langer categoriale bijstand verstrekt worden aan personen jonger dan 65 jaar. Gevolg hiervan is dat er een individuele beoordeling gemaakt moet worden van de noodzaak van de kosten. Deze beoordeling vindt zoveel mogelijk plaats aan de hand van een gemaakte selectie. Daarnaast dient er een bestedingscontrole uitgevoerd te worden.

  • Uitgangspunt vormt een pragmatische uitvoering van de regeling. Er wordt daarom gekozen voor een beperkte bestedingscontrole. Worden er per gezinslid bonnen of betalingsbewijzen overgelegd ter hoogte van € 25,00, dan wordt de volledig toegekende bijdrage ineens uitbetaald.

Personen van 65 jaar en ouder

  • Er dient een actuele inkomensspecificatie overgelegd te worden, alsmede een kopie van het meeste actuele bankafschrift van betaal- en spaarrekeningen.

    • -

      Ten aanzien van de inkomensgegevens wordt een uitzondering gemaakt indien gegevens reeds eerder zijn overlegd, bijvoorbeeld in verband met een eerdere aanvraag GTR, bijzonde- re bijstand of landurigheidstoeslag en iemand aangeeft dat de inkomsten ongewijzigd zijn ge- bleven.

    • De inkomsten worden wel gecontroleerd in het SUWI-net.

Let op: er geldt bij personen van 65 jaar en ouder geen bestedingscontrole. Er hoeven dus geen bonnen of betalingsbewijzen overgelegd te worden!

Één van beide partners is 65 jaar of ouder

Er wordt gehandeld gelijk aan de situatie waarbij beide partners 65 jaar of ouder zijn. Er vindt dus een beperkte inkomenscontrole plaats. Daarnaast wordt er geen bestedingscontrole uitgevoerd.

Concrete uitvoering van de regeling

Onderstaand volgt een opsomming van de categorieën die tot de doelgroep behoren en de wijze waarop de gemeente voornemens is om deze categorieën te benaderen.

  • 1.

    Bijstandsgerechtigden

  • Ten aanzien van deze minima kan een onderscheid gemaakt worden tussen:

    • a.

      personen jonger dan 65 jaar die op de peildatum (medio juli 2004) reeds 36 maanden of langer een uitkering ontvangen. Die personen krijgen ambthalve een bijdrage toegekend. Ambtshalve uitbetaling is voor deze groep niet langer mogelijk vanwege de ingevoerde bestedingscontrole. Op het moment dat er bonnen ingeleverd worden ter hoogte van € 25,00 kan de bijdrage uitbetaald worden. Personen die op de peildatum 31 maanden of langer een uitkering ontvangen wordt ambtshalve een aanvraagformulier toegezonden. Het behoort tot de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt om aan te vragen op het moment dat hij/zij 36 maanden een uitkering ontvangt. Het is mogelijk dat iemand een aanvraag indient zonder dat er reeds kosten zijn gemaakt. In dat geval dient er beslist te worden op de aanvraag. Uitbetaling kan plaatsvinden na overlegging van de bonnen.

    • b.

      personen jonger dan 65 jaar die na de peildatum instromen in de bijstand: bij de beoordeling van het recht op bijstand wordt de cliënt voorgelicht over de Geldterugregeling. Afhankelijk van de situatie wordt een aanvraagformulier meegegeven. Op het moment dat de cliënt de aanvraag indient kan tot toekenning/ afwijzing overgegaan worden en bij overlegging van de bonnen tot uitbetaling.

    • c.

      personen van 65 jaar of ouder: aan personen van 65 jaar of ouder die op de peildatum bijstand ontvangen wordt ambthalve een vergoeding toegekend. Hetzelfde geldt voor die personen die dit jaar kwijtschelding hebben ontvangen van de gemeentelijke belastingen. Personen die vorig jaar een vergoeding op grond van de GTR hebben ontvangen wordt ambthalve een aanvraagformulier toegestuurd.

  • 2.

    Ioaw-ers en Ioaz-ers

  • Deze personen hebben op zich een inkomen ter hoogte van het sociale minimum. Bij de toekenning van een Ioaw- of Ioaz-uitkering vindt echter geen vermogenstoets plaats. Om voor de GTR in aanmerking te komen zal alsnog beoordeeld dienen te worden of het aanwezige vermogen lager is dan het bescheiden vrij te laten vermogen op grond van de Wet werk en bijstand. Ook zal voor het bepalen van de toepasselijke bijstandsnorm beoordeeld worden of er aanleiding is het toeslagen- of verlagingenbeleid toe te passen.

  • Gelet op deze toetsen is het niet mogelijk om personen met een Ioaw- of Ioaz-uitkering rechtstreeks de vergoeding te verstrekken. De Ioaw- en Ioaz-gerechtigden die op de peildatum 30 maanden of langer een uitkering ontvangen krijgen automatisch het aanvraagformulier toegezonden. Hetzelfde geldt voor die personen die korter bijstand ontvangen, maar in 2002 en 2003 GTR hebben ontvangen. De personen die later instromen worden, net als de bijstandsgerechtigde, over de Geldterugregeling voorgelicht en een aanvraagformulier wordt meegegeven.

  • 3.

    Personen die eerder een vergoeding op grond van de Geldterugregeling hebben aangevraagd. Aan de personen opgenomen in het eerder opgezette GTR-bestand kan, na de nodige opschoning, opnieuw automatisch een aanvraagformulier worden toegezonden. Dit los van de vraag of hun eerdere aanvraag is toegekend of afgewezen.

  • 4.

    Personen jonger dan 65 jaar die in 2002 en 2003 kwijtschelding hebben ontvangen krijgen ambtshalve een aanvraagformulier toegestuurd.

  • 5.

    Wvg-gerechtigden met een lopende voorziening die vorig jaar recht op de Geldterugregeling hadden wordt nu automatisch een aanvraagformulier toegestuurd.

  • Om te voorkomen dat personen meerdere aanvraagformulieren krijgen, of naast een ambtshalve toekenning eveneens één of meerdere aanvraagformulieren krijgen toegestuurd, dienen de verschillende bestanden met elkaar vergeleken te worden.

Norminkomen:

Personen met een inkomen tot en met 115% van de toepasselijke bijstandsnorm kunnen een beroep doen op de regeling. Bij de vaststelling van het inkomen wordt uitgegaan van de regelgeving op dit punt in de Wet werk en bijstand.

Er wordt uitgegaan van de toepasselijke bijstandsnormen exclusief vakantiegeld.

Bij het vaststellen van het totale inkomen wordt daarnaast rekening gehouden met o.a. het recht op heffingskortingen. Dit met uitzondering van de kinderkorting, aanvullende kinderkorting en de jonggehandicaptenkorting. Voor alleenstaande ouders met één of meerdere kinderen onder de 5 jaar worden eveneens buiten beschouwing gelaten de aanvullende alleenstaande ouderkorting, combinatiekorting en de aanvullende combinatiekorting.

Bij personen jonger dan 65 jaar wordt het daadwerkelijke gemiddelde maandinkomen van de aanvrager over de 36 maanden direct voorafgaand aan de maand waarin de aanvraag wordt gedaan, afgezet tegen de toepasselijke GTR-norm. Is het inkomen lager of gelijk aan de GTR-norm, dan kan er (als het aanwezige vermogen de toegestane grens niet overschrijdt) aanspraak gemaakt worden op een vergoeding op grond van de Geldterugregeling. Een hele vergoeding indien het een gemiddeld inkomen betreft tot en met 110% van de toepasselijke bijstandsnorm. En een halve vergoeding bij een gemiddeld inkomen tot en met 115% van de toepasselijke bijstandsnorm. Er wordt geen rekening gehouden met kosten die de draagkracht van de aanvrager beperken.

Het inkomen wordt geverifieerd aan de hand van loon- of inkomensspecificaties over de 36 maanden liggend voor de maand waarin de aanvraag wordt gedaan.

Het toeslagen- en verlagingenbeleid is van toepassing om de toepasselijke bijstandsnorm vast te stellen.

Voor personen die 65 jaar of ouder dient rekening gehouden te worden met een vast bedrag dat vrijgelaten wordt in verband met een particuliere oudedagsvoorziening.

Kosten die op grond van de Geldterugregeling vergoed worden:

Met de Geldterugregeling kan de maatschappelijke participatie van minima in Wijchen behouden en bevorderd worden. Gezien het doel van de vergoeding wordt daarbij gedacht aan de volgende kosten.

 

Kosten maatschappelijke activiteit

Sport en recreatie

Zwemles en meerbadenkaarten voor zwembad de Meerval te Wijchen niet: losse zwemkaartjes

Contributie van sport- en recreatieverenigingen

Seizoenkaart of clubkaart van sportvereniging

Entreebewijs van (grootschalig) evenement op het gebied van sport, cultuur en recreatie; bijvoorbeeld optredens in Gelredome, de Vereniging of Goffertpark

Entreebewijs van pretpark, dierentuin e.d.

Kindervakantiewerk

Lidmaatschap Volkstuindersvereniging

Lidmaatschap scouting

Lidmaatschap voor vereniging voor amateurkunst (o.a. toneelvereniging, muziekkorps, zangkoor, volksdansgroep)

Activiteiten voor ouderen o.a. door Huttenkamp

Lidmaatschap van Katholieke Bond van Ouderen in Wijchen

Cultuur

Bezoek van theater, schouwburg; of abonnement voor schouwburg

Lidmaatschap bibliotheek

Bezoek museum

Bezoek bioscoop

Onderwijs en Volwasseneneducatie

Bijkomende kosten basisonderwijs o.a. schoolreisjes, excursies e.d. (geen lesgeld, schoolgeld of boeken)

Muziekonderwijs aan muziekschool of particulier muziekonderwijs

Cursussen aan de Volksuniversiteit

Cursussen aan het Educatief Centrum Het Molenhuis

Overige cursussen in verband met ontwikkeling, ontspanning of hobby

Overigen

Abonnement op dagblad/krant