Regeling vervallen per 01-01-2020

Verlof, vakantie- en compensatieverlofregeling

Geldend van 23-09-2014 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2014

Intitulé

Verlof, vakantie- en compensatieverlofregeling

Verlof, vakantie- en compensatieverlofregeling

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a

    ambtenaar:de ambtenaar in de zin van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Wijdemeren (CAR/UWO), dan wel de werknemer ingevolge artikel 2:5 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Wijdemeren (CAR/UWO);

  • b

    leidinggevende: de gemeentesecretaris of een door hem gemandateerd afdelingshoofd;

  • c

    dienstbelang: de naar het oordeel van de leidinggevende organisatorische, financiële of technische overwegingen die doorslaggevend zijn bij de concrete invulling van de werktijden;

  • d

    compensatieverlofuren: het verschil tussen de feitelijke werktijd van de ambtenaar en de aanstellingsomvang uitgedrukt in uren.

Artikel 2 Basisverlof

De duur van het jaarlijks vakantieverlof voor ambtenaren met een volledige dienstbetrekking wordt gesteld op het minimum bepaalde in artikel 6:2 lid 1 van de gemeentelijke arbeidsvoorwaardenregeling. Ambtenaren die al voor 1 september 2007 zijn aangesteld hebben recht op een verhoging van drie maal 7,2 verlofuren per kalenderjaar.

Artikel 3 Ophoging verlof

Lid 1

Op grond van artikel 6:2:1 lid 3 van de gemeentelijke arbeidsvoorwaardenregeling wordt voorzien in een vermeerdering van het -in artikel 2 bepaalde- vakantieverlof op grond van volbrachte diensttijd of bereikte leeftijd in het kalenderjaar waarin de ambtenaar de genoemde diensttijd of leeftijd heeft bereikt, overeenkomstig het hierna volgende overzicht:

  • -

    Diensttijd 20 jaar of leeftijd 40 - 44 jaar = 7,2 uur extra verlof

  • -

    Diensttijd 25 jaar of leeftijd 45 - 49 jaar = 14,4 uur extra verlof

  • -

    Diensttijd 30 jaar of leeftijd 50 - 54 jaar = 21,6 uur extra verlof

  • -

    Diensttijd 35 jaar of leeftijd 55 - 59 jaar = 28,8 uur extra verlof

  • -

    Diensttijd 40 jaar of leeftijd 60 - 65 jaar = 36 uur extra verlof

Lid 2

Onder diensttijd wordt verstaan de in overheidsdienst doorgebrachte tijd in tijdelijke of vaste dienst of op basis van een arbeidsovereenkomst.

Lid 3

Het basisverlof wordt verhoogd met 14,4 uren indien de ambtenaar is belast met onregelmatige diensten, zoals bedoeld in artikel 3:3 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling. Indien de ambtenaar een gedeelte van het jaar onregelmatige diensten verricht dan wordt het basisverlof naar evenredigheid verhoogd.

Artikel 4 Opname verlof

Conform artikel 6:2:6 lid 3 van de arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Wijdemeren (CAR/UWO) kan een ambtenaar in enig kalenderjaar nimmer meer vakantieuren opnemen dan anderhalf maal het bij artikel 2 van deze vakantieregeling toekomende aantal uren, tenzij op een desbetreffend verzoek van de ambtenaar uitdrukkelijk anders is beslist. Een verzoek hiertoe dient te worden ingediend bij het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 5 Maximaal opname verlof

Het maximaal aantal aaneengesloten vakantieweken die opgenomen kunnen worden is vier weken. Voor vakantie langer dan vier aaneengesloten weken dient een verzoek te worden ingediend bij het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 6 Meenemen restant verlof

Indien na afloop van een kalenderjaar nog verlofuren resteren - anders dan als gevolg van afwezigheid wegens ziekte en of verblijf in militaire dienst – worden ten hoogste 72 uur overgeboekt naar het voor het volgend kalenderjaar geldende reguliere verlof, zonder dat voorafgaande toestemming van burgemeester en wethouders behoeft plaats te vinden (artikel 6:2:6 lid 1 CAR/UWO). Voor deeltijders geldt naar rato. Het restant verlofuren uit een voorgaand kalenderjaar die zonder verzoek worden meegenomen, dienen voor 1 juni van het volgend kalenderjaar te zijn opgenomen.

Artikel 7 Nadere afspraken

De ambtenaar kan een verzoek indienen om jaarlijks maximaal de helft van het bij artikel 2 van deze vakantieregeling toekomende aantal (vakantie)verlofuren te sparen met als doel om in enig toekomstig kalenderjaar meer (vakantie)verlofuren aaneensluitend op te nemen, bijvoorbeeld in het kader van een sabbatical leave. De ambtenaar dient hiertoe een verzoek in bij het college van burgemeester en wethouders. Tussen de ambtenaar en de werkgever worden -met inachtneming van wettelijke regels en het bepaalde in de gemeentelijke arbeidsvoorwaardenregeling (CAR/UWO)- nadere afspraken gemaakt. De gemaakte afspraken worden in een schriftelijke overeenkomst vastgelegd.

Artikel 8 Ziekte

De wegens ziekte tijdens vakantie niet genoten vakantiedagen worden als niet verleend beschouwd, indien de betrokkene:

  • a

    zich ziek heeft gemeld bij personeelszaken en

  • b

    aannemelijk kan maken middels een verklaring van een arts ter plaatse, dat hij ware hem geen vakantie verleend, op die dag verhinderd zou zijn geweest zijn betrekking te vervullen.

Artikel 9 Overleggen geneeskundige verklaring

Bij een verzoek om vakantie tijdens ziekte dient een geneeskundige verklaring van de bedrijfsarts te worden overlegd waaruit blijkt dat de vakantie in het belang van het herstel is dan wel het herstel niet in de weg staat. Indien een dergelijke verklaring niet wordt overlegd, wordt geen toestemming verleend. Bij vakantie tijdens ziekte vindt geen inlevering van vakantiedagen plaats.

Artikel 10 Verlof op officiële feestdagen en bijzondere dagen

Verlof met behoud van bezoldiging wordt verleend op de volgende officiële feestdagen: nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, de beide Kerstdagen en de dag waarop de verjaardag van de Koning wordt gevierd. Goede Vrijdag en 5 mei worden aangemerkt als bijzondere dagen waarop verlof met behoud van bezoldiging wordt verleend. De uitgaansdag wordt gezien als een bijzondere werkdag met behoud van bezoldiging.

Artikel 11 Deeltijd

Voor de ambtenaar, die geen volledige betrekking bekleedt wordt het vakantieverlof als bedoeld in de voorgaande artikelen naar evenredigheid van het aantal deeltijduren berekend.

Artikel 12 Toekenning verlof

Verlof wordt verleend door de leidinggevende op verzoek van de medewerker. Bij de toekenning wordt voor zover de belangen van de dienst en die van de andere medewerkers dit toelaten, zoveel mogelijk rekening gehouden met de wensen van de medewerker. De werkgever vindt het belangrijk dat de werknemer de toegekende vakantieverlofdagen zoveel mogelijk binnen hetzelfde kalenderjaar opneemt om een goede balans tussen werk en privé te waarborgen. Hierbij wordt een beroep gedaan op het verantwoordelijkheidsgevoel van de werkgever en de medewerker.

Artikel 13 Brugdagen

Lid 1

Per kalenderjaar kunnen er maximaal 2 werkdagen / 14,4 uren door de werkgever aangewezen worden waarvoor vakantie-uren en/of compensatie-uren moeten worden opgenomen.

Lid 2

Voor het aanwijzen komen uitsluitend werkdagen in aanmerking die ingesloten zitten tussen een of meerdere vrije dagen.

Lid 3

Over het aanwijzen van de dagen, zoals bedoeld in lid 1, dient met de Ondernemingsraad uiterlijk in het laatste kwartaal van enig kalenderjaar overeenstemming bereikt te worden.

Lid 4

Dit artikel is niet van toepassing op ambtenaren waarvoor werktijden zijn vastgesteld als bedoeld in artikel 3:3 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling.

Artikel 14 Compensatieuren

Compensatie-uren dienen jaarlijks volledig opgenomen te worden en kunnen niet meegenomen worden naar een nieuw kalenderjaar.

Artikel 15 Afwijkende regeling bij dienstbelang

Tenzij het dienstbelang dit vereist kan, na overleg met de Ondernemingsraad, voor bepaalde groepen medewerkers een afwijkende regeling worden getroffen.

Artikel 16 Onvoorziene gevallen

In de gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 17 Nadere aanwijzingen

De gemeentesecretaris is bevoegd namens burgemeester en wethouders nadere aanwijzingen te geven voor een goede uitvoering en een goede controle op de uitvoering van de regeling.

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt (met terugwerkende kracht) in werking met ingang van 1 januari 2002.

De 2e wijziging op de regeling is vastgesteld op 16 oktober 2013 en treedt in werking op 1 januari 2014. De 3 wijziging op de regeling is vastgesteld op 1 juli 2014 en treedt in werking op 1 januari 2014.

Artikel 19 Grondslag in de CAR/UWO

De grondslag voor deze regeling ligt in artikel 6:2:1 UWO.

Verlofberekening

Het recht op verlof

Aan het begin van een kalenderjaar wordt het totale recht op verlof voor het gehele kalenderjaar berekend en toegekend. De ambtenaar die in de loop van het kalenderjaar wordt aangesteld of ontslagen heeft recht op zoveel maal 1/12 gedeelte van het verlof als er volle maanden zijn in dat kalenderjaar gedurende welke hij zijn betrekking vervult. Het recht op verlof van een ambtenaar die is aangesteld voor een formele arbeidsduur van minder dan 36 uur per week, wordt naar evenredigheid verminderd.

Het recht op verlof wordt berekend en weergegeven in uren en minuten. Het recht op verlof wordt jaarlijks ingevoerd in het personeelsadministratiesysteem. Bij een wijziging van de arbeidsduur, bij aanstelling of uitdiensttreding of bij andere maatregelen worden de verlofrechten dienovereenkomstig aangepast. Het ‘Totaal Verlofrecht Kalenderjaar’ wordt tevens jaarlijks in het geautomatiseerde tijdregistratiesysteem ingevoerd. Bij een wijziging van de arbeidsduur, bij aanstelling of uitdiensttreding of bij andere maatregelen worden de verlofrechten dienovereenkomstig aangepast.

Aanvragen c.q. plannen van (vakantie)verlof

Verlof wordt verleend na overleg met tussen de leidinggevende en de betrokken medewerker. De medewerker dient een schriftelijk verzoek in voor het opnemen van (vakantie)verlof. De leidinggevende parafeert het schriftelijk verzoek voor akkoord. Het indienen van verzoek tot verlof kan ook per separate email plaatsvinden, de leidinggevende kan eveneens per email het verzoek tot verlof accorderen. Het is de verantwoordelijkheid van de leidinggevende om zorg te dragen voor een bezetting op de afdeling. Het is de verantwoordelijkheid van de medewerker om bij het opnemen van het verlof na te gaan of er nog voldoende verlofsaldo is.

Registratie van opgenomen (vakantie)verlof

Het opnemen van verlof vindt over het algemeen plaats voor halve of hele dagen, doch kan tevens per uur plaatsvinden Vaak kiest een medewerker er voor om enkele uren ‘afwezigheid’ te compenseren door van het compensatieverlof af te boeken.

Bij het opnemen van (vakantie)verlof wordt het aantal opgenomen verlofuren van het totaalsaldo in het tijdregistratiesysteem afgeboekt. Het saldo vakantieverlof in het tijdregistratiesysteem is geldend.

Werkwijze: De medewerker heeft gedurende zijn/haar afwezigheid wegens verlof niet ingeklokt of uitgeklokt in het tijdregistratiesysteem. Deze afwezigheidsuren moeten worden verantwoord. De medewerker geeft bij de correctie/verantwoording van de tijdregistratie aan hoeveel uren van het vakantieverlof (danwel compensatieverlof) dienen te worden afgeboekt.

Indien de medewerker dit wenst kan hij/zij voor de registratie van opgenomen (vakantie)verlof gebruik maken van een verlofkaart. Een blanco verlofkaart wordt ter beschikking gesteld door P&O. Aan deze verlofkaart kunnen echter geen rechten worden ontleend, en dient slecht als administratief hulpmiddel voor de medewerker. De leidinggevende behoeft geen verlofkaarten meer te paraferen.

Bovenstaande is niet van toepassing voor de medewerkers van de buitendienst (die geen gebruik maken van het geautomatiseerde tijdregistratiesysteem). Voor hen is de verlofkaart geldend (inclusief paraferen door de leidinggevende). De verlofsaldi worden op de verlofkaart bijgewerkt.

Registratie van overige verlofrechten en opname van overig verlof

De wijze van het registreren van de overige verlofrechten alsmede het registreren van de opname van de verlofuren, zoals bijvoorbeeld ouderschapsverlof, buitengewoon verlof, kortdurend zorgverlof, studieverlof of adoptieverlof zal nog nader bepaald worden. Dit is afhankelijk van de keuze van het tijdregistratiesysteem. Het formeel toekennen van het recht op bovengenoemde soorten verlof en de gemaakte afspraken met betrekking tot de opname van deze verlofrechten dient in ieder geval conform de daartoe gestelde regels plaats te vinden.

Tekort aan verlof aan het einde van het kalenderjaar

Het is de verantwoordelijkheid van de medewerker om bij het opnemen van het verlof na te gaan of er nog voldoende verlofsaldo is. Behoudens onvoorziene omstandigheden is het de medewerker niet toegestaan om per kalenderjaar ongevraagd meer verlofdagen op te nemen dan is toegekend. Indien blijkt dat een medewerker aan het einde van het kalenderjaar toch een negatief verlofsaldo heeft, zal dit bij het toekennen van de verlofrechten aan het begin van het nieuwe kalenderjaar in mindering worden gebracht. Hiervan zal melding worden gemaakt aan de leidinggevende.