Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2013

Geldend van 21-12-2012 t/m 31-12-2013

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2013

De raad der gemeente Wijdemeren;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2012;

Gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

B E S L U I T

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2013

(Verordening afvalstoffenheffing 2013)

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder "gebruik maken": gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer .

  • 2. 2e woning/vakantiewoning: woning zoals bedoeld in de Verordening op de heffing en invordering forensenbelasting. e woning/vakantiewoning: woning zoals bedoeld in de Verordening op de heffing en invordering forensenbelasting.

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht ge-bruikmaakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De belasting bedraagt per belastingjaar € 266,28 per perceel.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel, onverminderd het bepaalde in lid 4 van dit artikel, bedraagt de belasting per belastingjaar € 193,32 per perceel, in-dien van het perceel door slechts één persoon gebruik wordt gemaakt.

  • 3. Voor de toepassing van het eerste en tweede lid van dit artikel is de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens bepalend, tenzij blijkt dat de situatie anders is.

  • 4. De belasting bedraagt per belastingjaar € 221,04 per perceel indien het perceel een re-creatieperceel betreft gelegen in het in de Gewestelijke afvalstoffenverordening om-schreven Loosdrechtse Plassengebied.

  • 5. In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid bedraagt de belasting per belastingjaar € 193,32 per perceel indien het perceel een 2e woning/vakantiewoning betreft.

Artikel 5 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, als dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.

  • 4 Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

  • 5. Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet geheven.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede drie maanden later.

  • 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 en in afwijking van het eerste lid van dit artikel geld dat, zolang de aanslagen door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, deze aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elke van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3 De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid gestelde termijnen.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De Verordening afvalstoffenheffing 2012, vastgesteld bij raadsbesluit van 15 december 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening afvalstoffenheffing 2013.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 20 december 2012.
De raad voornoemd,
de griffier, J.van Ditmarsch
de voorzitter, drs. M.E. Smit