Regeling vervallen per 01-11-2012

Algemene subsidieverordening Wijdemeren

Geldend van 12-10-2007 t/m 31-10-2012 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2007

Intitulé

Algemene subsidieverordening

De gemeenteraad van de gemeente Wijdemeren;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.,

gelet op artikel 149 van de gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht:

BESLUIT

vast te stellen de volgende verordening:

Algemene subsidieverordening

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Reikwijdte

  • 1.

    De verordening is van toepassing op alle subsidieverstrekkingen.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kan het college bepalen dat de verordening niet geldt in de onder artikel 4:23, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht genoemde gevallen.

  • 3.

    Op alle subsidieverstrekkingen per boekjaar is afdeling 4.2.8. Algemene wet bestuurrecht van toepassing.

  • 4.

    De gemeenteraad kan ledensubsidie toekennen en hij bepaalt daarbij het volgende:

    • a.

      Ledensubsidie is van toepassing voor sportverenigingen, scoutingverenigingen, speeltuinverenigingen, muziek-/dans- en koorverenigingen en toneel-/theaterverenigingen; Voor iedere groep wordt een subsidieplafond aangegeven;

    • b.

      De hoogte van de ledensubsidie wordt gebaseerd op de hoogte van het geldende subsidieplafond gedeeld door het totaal aantal leden van de betreffende groep verenigingen;

    • c.

      De subsidie voor jeugdleden is 50% hoger dan de subsidie voor seniorleden met het doel de jeugd te stimuleren deel te nemen aan activiteiten.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt voor de begripsomschrijvingen verwezen naar de omschrijvingen in de Algemene wet bestuursrecht. Daarnaast wordt verstaan onder:

Jubileumsubsidie: een subsidie ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van een instelling of een veelvoud daarvan.

Ledensubsidie: een subsidie aan een lid van een vereniging die is ingeschreven op de ledenlijst en woonachtig is in Wijdemeren.

Jeugdlid: een lid van een vereniging jonger dan 18 jaar woonachtig in Wijdemeren.

Artikel 3 Wie beslist

Het college van burgemeester en wethouders is het bevoegde bestuursorgaan voor het nemen van besluiten in de hieronder genoemde gevallen;

  • a.

    Het nemen van een besluit om de aanvraag niet verder in behandeling te nemen;

  • b.

    Het nemen van een besluit over de afrekening van subsidies, ofwel het verzoek om vaststelling van de subsidie

  • c.

    Het nemen van een besluit over de aanvragen voor een incidentele subsidie die vallen onder het subsidieplafond incidentele subsidies.

  • d.

    Het nemen van een besluit over de verlening van uitstel voor het indienen van de aanvraag om subsidie;

Artikel 4 Voorwaarde subsidieverstrekking

Subsidiering van activiteiten vindt slechts plaats voor zover deze activiteiten:

  • 1.

    In voldoende mate in het algemeen belang voor de inwoners van de gemeente worden geacht;

  • 2.

    Uit bij de aanvraag overgelegde bescheiden blijkt dat de aanvrager niet zelf in de kosten daarvan kan voorzien, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden;

  • 3.

    De subsidiegelden besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie is aangevraagd;

  • 4.

    De activiteiten van of het lidmaatschap van een vereniging/stichting openstaat voor alle inwoners van de gemeente, uitgezonderd als de activiteiten bedoeld zijn voor speciale doelgroepen, die als zodanig door burgemeester en wethouders of door de gemeenteraad zijn erkend.

Artikel 5 Aan wie

Subsidies worden verstrekt aan privaatrechtelijke rechtspersonen. Het verstrekken van subsidie aan natuurlijke personen kan alleen geschieden, indien de doelmatigheid en doeltreffendheid van de verstrekking zich hiertegen niet verzetten.

Artikel 6 Termijnen

  • 1. In alle gevallen dient de instelling die voor haar activiteit (en) een gemeentelijke subsidie wenst, uiterlijk vóór 1 mei van het jaar dat voorafgaat aan het subsidiejaar een aanvraag in.

  • 2. Een aanvraag als bedoeld in het eerste lid geldt slechts als een aanvraag, indien deze aan alle wettelijke voorschriften voldoet en de informatieverstrekking volledig is.

  • 3. Voor incidentele subsidies geldt de termijn in lid 1 niet.

Hoofdstuk 2 Aanvullende bepalingen op titel 4.2. van de Algemene wet bestuursrecht

Artikel 7 Subsidieplafond en wijze van verdeling

De gemeenteraad stelt jaarlijks vóór het subsidiejaar één of meerdere subsidieplafonds vast welke in dat jaar ten hoogste beschikbaar is/zijn voor het verstrekken van subsidie ten behoeve van aangewezen (groepen van) activiteiten. Dit doet zij door middel van het vaststellen van een subsidieprogramma. Bij het vaststellen van het subsidieprogramma en het (de) subsidieplafond(s) stelt de gemeenteraad tevens de wijze van verdeling vast.

Artikel 8 Afzien van ealuatie subsidiëring

Voor de subsidiëring op grond van deze verordening geldt niet de verplichting als bedoeld in artikel 4:24 van de Awb tot het publiceren van een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de subsidie in de praktijk.

Artikel 9 Te overleggen bescheiden

Bij een aanvraag om een ledensubsidie worden overgelegd:

1. Een ledenlijst met de (jeugd)leden voorafgaand aan het subsidiejaar waarvoor subsidie wordt gevraagd. De aantallen van het boekjaar -1, zijn bepalend voor de subsidie van het subsidieboekjaar.

Artikel 10 Weigeringsgronden

1. De subsidieverlening kan naast de in artikel 4:25 en artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde gevallen in ieder geval worden geweigerd indien gegronde redenen bestaan aan te nemen dat:

  • a.

    De activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd niet gericht zijn op of niet aanwijsbaar ten goede komen aan ingezetenen van de gemeente.

  • b.

    Uit bij de aanvraag overgelegde bescheiden blijkt dat de aanvrager zelf in de kosten daarvan kan voorzien, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden.

  • c.

    de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie is aangevraagd;

  • d.

    de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

  • e.

    De activiteiten een partijpolitiek, godsdienstig of levensbeschouwelijkarakter hebben.

  • f.

    De activiteiten van of het lidmaatschap van een instelling niet openstaat voor alle inwoners van de gemeente, uitgezonderd als de activiteiten bedoeld zijn voor speciale doelgroepen, die als zodanig door burgemeester en wethouders of door de gemeenteraad zijn erkend.

  • g.

    subsidieverstrekking anderszins niet past binnen het beleid van de gemeente.

Artikel 11 Overige verplichtingen van de subsidie-ontvanger

1. De subsidieontvanger is verplicht mee te werken aan een onderzoek van de rekenkamercommissie als bedoeld in de Verordening op de rekenkamercommissie, indien deze commissie daarom verzoekt.

Artikel 12 Vergoeding Vermogenvorming

  • 1. Indien uit de bij een aanvraag tot vaststelling overlegde bescheiden blijkt, dat aan het eind van of na het subsidiejaar een instelling, met inbegrip van de resultaatbestemming, een hogere reserve of voorziening heeft dan naar het oordeel van burgemeester en wethouders noodzakelijk is , wordt de subsidie verminderd met het bedrag, dat de reserve of voorziening naar het oordeel van burgemeester en wethouders hoger dan noodzakelijk is.

  • 2 Naast de toegestane bestemmingsreserve wordt vrijgelaten: Een algemene reserve van maximaal 50% van het totaal van de omzet

  • 3. In afwijking van lid 2 kunnen burgemeester en wethouders in bijzondere gevallen voor een instelling een ander percentage of een andere berekeningswijze vaststellen.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en Slotbepalingen

Artikel 13 Verlening en vaststelling

Bij toegekende subsidies op basis van afdeling 4.2.8. Awb die lager zijn dan € 5.000,00 behoeft geen verzoek om verlening plaats te vinden. Eindcontrole op de bestedingen wordt, steekproefgewijs toegepast. Toekenning is dan tevens verlening en vaststelling van de subsidie.

Artikel 14 Vrijstelling accountantsonderzoek

Het college kan regels stellen over het door hem verlenen van vrijstelling van de verplichtingen als bedoeld in artikel 4:78, eerste tot en met vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht. In ieder geval zijn instelling die vallen onder artikel 13 vrijgesteld van deze verplichtingen.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met terugwerkende kracht op 1 januari 2007.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als de “ Subsidieverordening Wijdemeren 2007”

Ondertekening

Aldus besloten in openbare raadsvergadering van 20 september 2007
de griffier, J.van Ditmarsch
de voorzitter,  Mr. D. Bijl

Toelichting op de Algemene Subsidieverordening

1. ALGEMEEN

Deze verordening moet gezien worden als een aanvulling op van wat in de titels 4.2 (subsidies) en 4.3 (beleidsregels) van Algemene wet bestuursrecht (Awb) opgenomen is. In de verordening is niet opgenomen wat in de Awb als dwingend recht is beschreven. Als bijlage treft u de belangrijkste artikelen uit de Awb aan. De verordening is zo kort mogelijk gehouden.

Om de reikwijdte van een verordening te kunnen bepalen moeten de te subsidiëren activiteiten worden beschreven (Awb 4:23). Het is toegestaan om in de verordening te volstaan met een globale aanduiding van beleidsvelden mits de nadere uitwerking van criteria, waaraan moet worden voldaan om voor deze subsidie op deze beleidsterreinen in aanmerking te komen, is opgenomen beleidsregels.

De rode draad in de verordening is NIET de procedure die gevolgd moet worden: indiening, verlening en vaststelling. Deze onderdelen zijn in de Awb al uitgebreid beschreven. Dit is ook de reden dat de vorige verordening is ingetrokken. Deze bevatte veel procedureregels die in de Awb zijn benoemd. Wel zijn een aantal bevoegdheden met name de delegatie van bevoegdheden naar het college opgenomen.

In de Awb worden termijnen genoemd die bij het afhandelen van een subsidieaanvraag in acht genomen moeten worden. Een afwijkende termijn ten opzichte van de Awb voor het indienen van de subsidieaanvraag is in de verordening opgenomen zodat de cyclus van de gemeentebegroting gevolgd kan worden.

Was het in het verleden niet mogelijk een subsidie te weigeren op grond van het feit dat er geen geld meer beschikbaar was, de Awb maakt dat nu wel mogelijk door het instellen van een subsidieplafond door de gemeenteraad. Door het programma vast te stellen stelt de gemeenteraad tevens de maximaal beschikbare subsidie vast.

Aangezien de procedures omtrent bezwaar en beroep in Hoofdstuk 6 van de Awb geregeld zijn is in de verordening daaromtrent niets opgenomen. In deze toelichting worden naast een artikel gewijze toelichting in deel 3 de artikelen uit Awb weergegeven met een toelichting.

2. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1.3

In dit artikel wordt verwezen naar afdeling 4.2.8. Deze afdeling is speciaal bedoeld voor subsidies per boekjaar. Dit is een facultatieve regeling en de raad moet dit artikel expliciet bij verordening van toepassing verklaren.

Artikel 1.4

De toekenning van ledensubsidie vindt plaats op basis van een aparte systematiek. Daarom kan niet zonder verordening subsidie toegekend worden. De systematiek van toekenning van ledensubsidie dient in deze verordening te worden vastgelegd. Dit gebeurt in dit artikel. Tevens wordt de berekeningswijze aangegeven.

Artikel 2

In dit artikel worden slechts een beperkt aantal begrippen die in de verordening worden gehanteerd nader omschreven. De overige begrippen zijn in de Awb omschreven.

Artikel 3

In een aantal gevallen is de bevoegdheid voor het afhandelen van processen gedelegeerd aan het college. Dit zorgt er voor dat een aantal verzoeken sneller kan worden afgehandeld.

Artikel 4.

De raad legt in dit artikel vast dat hij alleen instellingen wenst te subsidiëren die in belang van de plaatselijke gemeenschap functioneren. Daarnaast worden een aantal algemene voorwaarden opgenomen.

Artikel 5.

In deze verordening wordt, analoog aan artikel 4:66 van de Awb, in principe subsidie verleend aan een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid. Er wordt de mogelijkheid geboden om in bijzondere gevallen ook aan natuurlijke personen subsidie te verlenen.

Artikel 6.

In dit artikel wordt de indieningstermijn van 1 mei geregeld voor het indien van aanvragen. Wettelijk is deze termijn 1 oktober van ieder jaar( 4:60 Awb). Bij verordening wijken we af om de begrotingscyclus beter te kunnen volgen.

Artikel 7

subsidieplafond

Bij de jaarlijkse vaststelling van de welzijnssubsidies (ook wel welzijnsprogramma genoemd) stelt de gemeenteraad de beleidsvoornemens en een overzicht van de activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen vast. Tevens geeft het subsidieprogramma het subsidieplafond aan zowel in totaliteit als per werkveld. Ook wordt in het subsidieprogramma de verdeling van de subsidies over de verschillende activiteiten per werkveld geregeld. In het programma wordt ook het plafond voor eenmalige subsidies geregeld.

Artikel 8

Dit artikel is opgenomen omdat het in onze gemeente niet gebruikelijk is met een zekere regelmaat een verslag te maken over de effectiviteit van de verleende subsidies.

Artikel 9

Omdat ledensubsidies op basis van bijzondere systematiek worden toegekend, wordt hier ook aandacht besteed aan de noodzakelijke documenten die nodig zijn voor het bepalen van de hoogte van deze subsidie.

Artikel 10

In de artikelen 4:25 en 4:35 van de Awb wordt al een aantal weigeringsgronden opgesomd. Daarnaast bevat artikel 10 van deze verordening nog enkele weigeringsgronden die aanvullend zijn op die in de Awb.

Artikel 11

Omdat in deze gemeente een rekenkamercommissie is ingesteld is dit artikel opgenomen.

Artikel 12

Er is een ruime regeling voor vermogensvorming opgenomen. Dit is met name voor de muziekverengingen vanwege het aanwezig instrumentarium/materiaal zo geformuleerd.

Artikel 13

Om de afronding van de subsidies te vereenvoudigen zijn voor subsidies vereenvoudigde regels opgenomen.

Artikel 14

De Awb legt iedere instelling de verplichting op een accountantverklaring in te leveren. Instellingen die onder de werking van artikel 13 vallen zijn vanwege de prijs van accountantsverklaring uitgezonderd van deze verplichting.

Artikel 15 en Artikel 16

Behoeven geen toelichting