Regeling vervallen per 01-01-2016

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2015

Geldend van 30-12-2014 t/m 31-12-2015

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2015

De raad van de gemeente Wijdemeren;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 november 2014;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

BESLUIT

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2015

(Verordening toeristenbelasting 2015)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vakantieonderkomens: woningen en andere verblijven, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor dan wel gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

  • b.

    mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans, en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

  • c.

    niet beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd, dan wel te huur aangeboden;

  • d.

    vaste standplaats: een gehuurd terrein of terreingedeelte, gelegen op een kampeerterrein, dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar hebben van een zelfde mobiel kampeeronderkomen, stacaravan of vakantieonderkomen;

  • e.

    kampeerterrein: een terrein dat bestemd is om te worden gebruikt voor verblijfsrecreatie.

Artikel 2 Belastbaar feit

Ter zake van het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn opgenomen, wordt onder de naam „toeristenbelasting‟ een directe belasting geheven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

  • 3. Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

  • 1.

    van degene, die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

  • 2.

    van degene, die verblijf houdt in een gemeubileerde woning indien hij ter zake van het ter beschikking houden van die woning forensenbelasting is verschuldigd en betaalt;

  • 3.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van deze verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen.

Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

Het aantal overnachtingen als bedoeld in artikel 5 wordt forfaitair bepaald, waarbij:

  • 1.

    het aantal personen dat heeft overnacht met betrekking tot:

    • a.

      vakantieonderkomens en niet-beroepsmatig verhuurde ruimten wordt bepaald op 1 persoon per slaapplaats;

    • b.

      mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen wordt bepaald op het aantal kampeeronderkomens vermenigvuldigd met drie personen;

    • c.

      mobiele kampeeronderkomens op niet-vaste standplaatsen wordt bepaald op het aantal kampeeronderkomens vermenigvuldigd met drie personen;

    • d.

      hotels en pensions wordt bepaald op 1 persoon per slaapplaats.

  • 2.

    het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde aantal personen is overnacht:

    • a.

      ingeval verblijf wordt gehouden in vakantieonderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten dan wel op vaste standplaatsen, wordt bepaald op 75;

    • b.

      ingeval verblijf wordt gehouden in mobiele kampeeronderkomens op niet-vaste standplaatsen, bepaald wordt op 75.

    • c.

      in geval verblijf wordt gehouden in hotels en pensions wordt bepaald op 150.

Artikel 7 (Opteren voor) niet-forfaitaire maatstaf van heffing

In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijk aantal overnachtingen.

Artikel 8 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per persoon per overnachting € 1,14.

Artikel 9 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 10 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 11 Aanslaggrens

Belastingaanslagen van minder dan € 10,00 worden niet opgelegd.

Artikel 12 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in één termijn die vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande lid gestelde termijn.

Artikel 13 Kwijtschelding

Bij invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 14 Aanmeldingsplicht

  • 1. De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

  • 2. De verplichting als bedoeld in het voorgaande lid geldt niet voor de belastingplichtige die met betrekking tot het jaar voorafgaand aan het belastingjaar in de heffing van de toeristenbelasting betrokken is.

Artikel 15 Registratieplicht

  • 1. De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden degenen die verblijf houden te registreren in een daarvoor bestemd nachtverblijfregister.

  • 2. Het college van burgemeesters en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de inrichting en het gebruik van van het nachtverblijfregister.

  • 3. De verplichting als bedoeld in de voorgaande leden geldt niet voor zover de belastingplichtige gebruik maakt van de forfaitaire berekeningswijze van de heffingsmaatstaf als bedoeld in artikel 6.

Artikel 16 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 17 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De Verordening landtoeristenbelasting 2014, vastgesteld bij raadsbesluit van 19 december 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.

  • 4. De verordening wordt aangehaald als: Verordening toeristenbelasting 2015.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 18 december 2014.
De raad voornoemd,
de griffier, G.J. Schutte-van der Schans
de voorzitter, drs. M.E. Smit