Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR34809
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR34809/1
Regeling vervallen per 04-04-2024
Verordening Gemeentelijke Ombudscommissie Wijdemeren
Geldend van 23-03-2006 t/m 03-04-2024 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2006
Intitulé
Verordening Gemeentelijke Ombudscommissie WijdemerenDe raad van de gemeente Wijdemeren;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 januari 2006
Gelet op hoofdstuk IVc en artikel 149 van de Gemeentewet en titel 9.2 van de Algemene wet bestuursrecht;
BESLUIT
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening Gemeentelijke Ombudscommissie Wijdemeren
Artikel 1 Definities
De verordening verstaat onder:
- 1.
Ombudscommissie: de commissie bedoeld in artikel 2.
- 2.
Bestuursorgaan: de bestuursorganen van de Gemeente Wijdemeren.
- 3.
Verzoekschrift: een schriftelijk verzoek gericht aan de ombudscommissie om een onderzoek in te stellen naar de wijze waarop een bestuursorgaan zich in een bepaalde aangelegenheid jegens hem of een ander heeft gedragen.
Artikel 2 Instelling gemeentelijke ombudscommissie
-
1. Er is een gemeentelijke ombudscommissie.
-
2. In de gemeentelijke ombudscommissie hebben twee leden zitting, waarvan een als voorzitter en een als plaatsvervangend voorzitter/ secretaris.
Artikel 3 Zittingsduur
-
1. De leden van de gemeentelijke ombudscommissie worden benoemd voor de duur van zes jaar.
-
2. De leden van de gemeentelijke ombudscommissie kunnen eenmaal worden herbenoemd.
Artikel 4 Financiële middelen
-
1. Het lid van de gemeentelijke ombudscommissie dat de functie van voorzitter uitoefent ontvangt € 200,-- per dagdeel.
-
2. Het lid van de gemeentelijke ombudscommissie dat de functie van secretaris uitoefent ontvangt € 350,-- per dagdeel.
-
3. De vergoedingen kunnen tussentijds worden aangepast.
Artikel 5 Bemiddeling
-
1. De gemeentelijke ombudscommissie kan gedurende een onderzoek de verzoeker en het bestuursorgaan voorstellen doen teneinde onderling tot een oplossing van de klacht te komen.
-
2. De gemeentelijke ombudscommissie brengt ook na een geslaagde bemiddeling een verslag uit.
Artikel 6 Werkinstructie
Voor zover de gemeentelijke ombudscommissie dit nodig acht, maakt zij een werkinstructie voor haar werkzaamheden.
Artikel 7 Ontvangstbevestiging en toezending verzoekschrift
-
1. De gemeentelijke ombudscommissie bevestigt de ontvangst van het verzoekschrift schriftelijk aan de verzoeker.
-
2. Indien de gemeentelijke ombudscommissie een onderzoek als bedoeld in artikel 9:18 van de Algemene wet bestuursrecht instelt, zendt zij tevens een afschrift van het verzoekschrift aan het bestuursorgaan en aan degene over wiens gedragingen wordt geklaagd.
Artikel 8 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2006.
Artikel 9 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening gemeentelijke ombudscommissie Wijdemeren 2006.
Ondertekening
Toelichting op Verordening gemeentelijke ombudscommissie Wijdemeren 2006
Algemeen
Extern klachtrecht is een regeling voor de behandeling van klachten tegen de overheid door een onafhankelijk extern orgaan dat ombudsman of ombudscommissie wordt genoemd. Bij de ombudsman of ombudscommissie kan men klagen over gedragingen van de overheid.
Het extern klachtrecht is een zogenaamde tweedelijnsvoorziening. Het is pas mogelijk om een klacht in te dienen als de interne klachtvoorziening (eerstelijnsvoorziening), waarbij het bestuursorgaan eerst zelf probeert de klacht op te lossen, niet tot het gewenste resultaat heeft geleid. Een klachtprocedure is gericht op het verkrijgen van een rechtens niet-bindend oordeel over het overheidshandelen. Bij een klachtbehandeling wordt, ruimer dan bijvoorbeeld bij de rechtens bindende bezwaarschriftprocedure, bekeken of het betreffende bestuursorgaan zich correct heeft gedragen tegenover de klager.
De Wet extern klachtrecht (Stb. 2005, 71) bevat een aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) met een regeling over de behandeling van klachten over bestuursorganen door een ombudsman (titel 9.2 Awb) en daarmee samenhangende wijzigingen van de Wet Nationale ombudsman, de Gemeentewet, de Provinciewet, de Waterschapswet en de Wet gemeenschappelijke regelingen. In de Gemeentewet is een nieuw hoofdstuk Ivc opgenomen, handelend over de gemeentelijke ombudsman. Gemeenten die kiezen voor de instelling van een eigen ombudsvoorziening, moeten een verordening vaststellen waarin dit wordt geregeld. Hierbij gelden titel Ivc van de Gemeentewet en titel 9.2 van de Awb als uitgangspunt, zodat de verordening niet los van deze wetten kan worden gelezen. Voor de Verordening gemeentelijke ombudscommissie Wijdemeren 2006 is gebruik gemaakt van de modelverordening van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, met enkele aanvullingen.
In het geval er een klacht wordt ingediend over de bezwaarschriftencommissie zal die klacht niet door de gemeentelijke ombudscommissie worden behandeld. In een voorkomend geval zal er een andere voorziening worden getroffen.
De werkwijze van de gemeentelijke ombudscommissie zal over 2 jaar zal worden geëvalueerd. Indien op dat moment wordt besloten over te stappen op een andere externe klachtvoorziening, zal de Verordening worden ingetrokken. Hiervan zijn de leden van de gemeentelijke ombudscommissie op de hoogte gesteld.
Artikelsgewijs
Artikel 1 Definities
Hoewel de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet ook voorzien in begripsomschrijvingen, zijn voor de duidelijkheid in dit artikel toch een aantal definities opgenomen.
De Awb kent geen definitie van het begrip klacht. De wetgever acht dit onwenselijk omdat een omschrijving ook een beperking kan inhouden. Om die reden is ook in deze verordening geen definitie van het begrip klacht opgenomen.
Artikel 2 Instelling gemeentelijke ombudscommissie
Het is een wettelijke verplichting om naast een voorzitter tevens een plaatsvervangend voorzitter aan te wijzen (zie het nieuwe artikel 81w, derde lid, van de Gemeentewet). Om die reden wordt de secretaris tevens aangewezen als plaatsvervangend voorzitter van de gemeentelijke ombudscommissie.
Artikel 3 Zittingsduur
Het staat de gemeente vrij om te bepalen dat een lid van de gemeentelijke ombudscommissie vaker mag worden herbenoemd. Er is gekozen voor de mogelijkheid van één herbenoeming. Nu de zittingsduur wettelijk is bepaald op 6 jaar, zie artikel 81w van de Gemeentewet, kan een lid van de gemeentelijke ombudscommissie dus in totaal voor ten hoogste 12 jaar deze functie uitoefenen.
Artikel 4 Financiële middelen
Deze bepaling is een uitwerking van artikel 81v van de Gemeentewet waarin is bepaald dat de leden van de gemeentelijke ombudscommissie een bij verordening van de raad vastgestelde vergoeding ontvangt voor zijn werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten.
De verklaring voor het verschil tussen de vergoeding voor de werkzaamheden van het lid van de gemeentelijke ombudscommissie dat de functie van voorzitter uitoefent en het lid dat de functie van secretaris uitoefent is gelegen in de hoeveelheid werk die beide functies met zich brengen. De secretaris krijgt een hogere vergoeding omdat deze ook de verslaglegging verzorgt.
Artikel 5 Bemiddeling
Eerste lid
Tijdens het onderzoek kan de gemeentelijke ombudscommissie een poging doen om via bemiddeling tot een bevredigende oplossing voor de verzoeker te komen. Deze bemiddeling kan een meer of minder zware vorm aannemen. Dit kan worden geregeld in de werkinstructie. De gemeentelijke ombudscommissie neemt in haar jaarverslag een overzicht van bemiddelingen op. Aldus ontstaat er inzicht in de verhouding tussen het aantal bemiddelingen en het aantal onderzoeken en de aard van de bemiddelingen. De gemeentelijke ombudscommissie kan uitsluitend tot interventie overgaan indien zij bevoegd is om de gedraging te onderzoeken.
Tweede lid
Het oordeel over het handelen en de hieruit voortvloeiende aanbevelingen voor de organisatie legt de gemeentelijke ombudscommissie neer in een rapport (nieuwe artikel 9:36 Awb) indien zij haar onderzoek voltooit. In het geval van een geslaagde bemiddeling zal de gemeentelijke ombudscommissie doorgaans reden hebben om het onderzoek niet voort te zetten en komt zij aan het uitbrengen van een rapport en het geven van een oordeel niet toe. Het is echter wel gewenst dat de gemeentelijke ombudscommissie ook in geval van een geslaagde bemiddeling zijn bemoeienis afsluit met een schriftelijk stuk waarin zij verslag doet van het onderzoek en de bevindingen en van de het resultaat van de bemiddeling.
Artikel 6 Werkinstructie
De gemeentelijke ombudscommissie kan de wijze waarop zij haar werkzaamheden vorm wenst te geven vastleggen in een werkinstructie. De inhoudelijke bepalingen omtrent het verrichten van het onderzoek door de gemeentelijke ombudscommissie zijn opgenomen in de Awb.
Artikel 7 Ontvangstbevestiging
Eerste lid
De ontvangstbevestiging is overeenkomstig hetgeen artikel 9:6 van de Awb voor het intern klachtrecht bepaalt: het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van het klaagschrift schriftelijk.
Tweede lid
Analoog aan hetgeen artikel 9:9 van de Awb voor het intern klachtrecht regelt, is bepaald dat aan het bestuursorgaan en aan degenen op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, een afschrift van het verzoekschrift wordt toegezonden. Indien de gemeentelijke ombudscommissie het verzoekschrift niet in behandeling neemt, heeft toezending van een kopie van het verzoekschrift aan het bestuursorgaan geen wezenlijke functie en zou het onder omstandigheden zelfs een schending van vertrouwelijkheid kunnen betekenen (vergelijk art. 2:5 Awb dat op de gemeentelijke ombudscommissie van overeenkomstige toepassing is). Komt het wel tot een onderzoek van de gemeentelijke ombudscommissie, dan heeft niet alleen het bestuursorgaan, maar ook de betrokken ambtenaar recht op een kopie van het verzoekschrift (vergelijk artikel 9:30, eerste lid, Awb). Overigens valt niet in alle gevallen de gedraging waarover geklaagd wordt toe te schrijven aan een bepaalde persoon; als dat zich voordoet, kan uiteraard worden volstaan met het toesturen van een afschrift van het verzoekschrift aan alleen het bestuursorgaan.
Artikel 8 Inwerkingtreding
Gemeenten zijn per 1 januari 2006 verplicht een externe klachtinstantie aan te wijzen. Deze verordening treedt daarom met terugwerkende kracht in werking.
Artikel 9 Citeertitel
Dit artikel spreekt voor zich.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl