Regeling vervallen per 01-01-2020

Verlof, vakantie- en compensatieverlof

Geldend van 01-01-2016 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verlof, vakantie- en compensatieverlof

Verlof, vakantie- en compensatieverlof

Regeling verlof, vakantie- en compensatieverlof

Inhoudsopgave

  • Artikel 1

  • Artikel 2

  • Artikel 3

  • Artikel 4

  • Artikel 5

  • Artikel 6

  • Artikel 7

  • Artikel 8

  • Artikel 9

  • Artikel 10

  • Artikel 11 Verlof op officiële feestdagen en bijzondere dagen

  • Artikel 12 Deeltijd

  • Artikel 13

  • Artikel 14

  • Artikel 15

  • Artikel 16

  • Artikel 17

  • Artikel 18

  • Artikel 19 Het recht op verlof

  • Artikel 20 Tekort aan verlof aan het einde van het kalenderjaar

  • Artikel 21 Inwerkingtreding

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a

    ambtenaar:de ambtenaar in de zin van de arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Wijdemeren (CAR/UWO), dan wel de werknemer ingevolge artikel 2:5 van de arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Wijdemeren (CAR/UWO);

  • b

    leidinggevende: de gemeentesecretaris of een door hem gemandateerd afdelingshoofd;

  • c

    dienstbelang: de naar het oordeel van de leidinggevende organisatorische, financiële of technische overwegingen die doorslaggevend zijn bij de concrete invulling van de werktijden;

  • d

    compensatieverlofuren: het verschil tussen de feitelijke werktijd van de ambtenaar en de aanstellingsomvang uitgedrukt in uren.

Artikel 2

De duur van het jaarlijks vakantieverlof voor ambtenaren met een volledige dienstverband wordt gesteld op het minimum bepaalde in artikel 6:2 lid 1 van de gemeentelijke arbeidsvoorwaardenregeling. Ambtenaren die al voor 1 september 2007 zijn aangesteld hebben recht op een verhoging van drie maal 7,2 verlofuren per kalenderjaar.

Artikel 3

Lid 1

Op grond van artikel 6:2:1 lid 3 van de gemeentelijke arbeidsvoorwaardenregeling wordt voorzien in een vermeerdering van het -in artikel 2 bepaalde- vakantieverlof op grond van volbrachte diensttijd of bereikte leeftijd in het kalenderjaar waarin de ambtenaar de genoemde diensttijd of leeftijd heeft bereikt, overeenkomstig het hierna volgende overzicht:

  • -

    Diensttijd 20 jaar of leeftijd 40 - 44 jaar = 7,2 uur extra verlof

  • -

    Diensttijd 25 jaar of leeftijd 45 - 49 jaar = 14,4 uur extra verlof

  • -

    Diensttijd 30 jaar of leeftijd 50 - 54 jaar = 21,6 uur extra verlof

  • -

    Diensttijd 35 jaar of leeftijd 55 - 59 jaar = 28,8 uur extra verlof

  • -

    Diensttijd 40 jaar of leeftijd 60 - 65 jaar = 36 uur extra verlof

Lid 2

Onder diensttijd wordt verstaan de in overheidsdienst doorgebrachte tijd in tijdelijke of vaste dienst of op basis van een arbeidsovereenkomst.

Lid 3

Het basisverlof wordt verhoogd met 14,4 uren indien de ambtenaar is belast met onregelmatige diensten, zoals bedoeld in artikel 3:11 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling. Indien de ambtenaar een gedeelte van het jaar onregelmatige diensten verricht dan wordt het basisverlof naar evenredigheid verhoogd.

Artikel 4

De ambtenaar is verplicht per kalenderjaar ten minste twee aaneengesloten weken of tweemaal een week op te nemen. Hiervan kan ten gunste van de ambtenaar worden afgeweken.

Artikel 5

Conform artikel 6:2:6 lid 3 van de arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Wijdemeren (CAR/UWO) kan een ambtenaar in enig kalenderjaar nooit meer vakantie uren opnemen dan anderhalf maal het bij artikel 2 van deze vakantieregeling toekomende aantal uren, tenzij op een desbetreffend verzoek van de ambtenaar uitdrukkelijk anders is beslist. Een verzoek hiertoe dient te worden ingediend bij het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 6

Het maximaal aantal aaneengesloten vakantieweken die opgenomen kunnen worden is vier weken. Voor vakantie langer dan vier aaneengesloten weken dient een verzoek te worden ingediend bij het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 7

Indien na afloop van een kalenderjaar nog verlofuren resteren -anders dan als gevolg van afwezigheid wegens ziekte, en of verblijf in militaire dienst- worden de uren overgeboekt naar het voor het volgend kalenderjaar geldende reguliere verlof, zonder dat voorafgaande toestemming van burgemeester en wethouders behoeft plaats te vinden (artikel 6:2:6 lid 1 CAR/UWO). Voor deeltijders geldt naar rato.

Artikel 8

De ambtenaar kan een verzoek indienen om jaarlijks maximaal de helft van het bij artikel 2 van deze vakantieregeling toekomende aantal (vakantie)verlofuren te sparen met als doel om in enig toekomstig kalenderjaar meer (vakantie)verlofuren aaneensluitend op te nemen, bijvoorbeeld in het kader van een sabbatical leave. De ambtenaar dient hiertoe een verzoek in bij het college van burgemeester en wethouders. Tussen de ambtenaar en de werkgever worden -met inachtneming van wettelijke regels en het bepaalde in de gemeentelijke arbeidsvoorwaardenregeling (CAR/UWO)- nadere afspraken gemaakt. De gemaakte afspraken worden in een schriftelijke overeenkomst vastgelegd.

Artikel 9

De wegens ziekte tijdens vakantie niet genoten vakantiedagen worden als niet verleend beschouwd, indien de betrokkene:

  • 1

    zich ziek heeft gemeld bij het hoofd van de afdeling en personeelszaken;

  • 2

    aannemelijk kan maken door een verklaring van een arts ter plaatse, dat hij ware hem geen vakantie verleend, op die dag verhinderd zou zijn geweest zijn functie te vervullen.

Artikel 10

Bij een verzoek om vakantie tijdens ziekte dient een geneeskundige verklaring van de bedrijfsarts te worden overlegd waaruit blijkt dat de vakantie in het belang van het herstel is dan wel het herstel niet in de weg staat. Indien een dergelijke verklaring niet wordt overlegd, wordt geen toestemming verleend.

Artikel 11 Verlof op officiële feestdagen en bijzondere dagen

Verlof met behoud van salaris wordt verleend op de volgende officiële feestdagen: nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, beide Kerstdagen en de dag waarop de verjaardag van de Koning wordt gevierd. Goede Vrijdag en 5 mei worden aangemerkt als bijzondere dagen waarop verlof met behoud van het salaris wordt verleend. De uitgaansdag wordt gezien als een bijzondere werkdag met behoud van salaris. De uitgaansdag wordt gezien als een werkdag en de medewerker mag hiervoor tot maximaal 8 uur aanvullen. Neemt de medewerker geen deel aan de uitgaansdag dan neemt de medewerker verlofuren op.

Artikel 12 Deeltijd

Voor de ambtenaar, die geen volledig dienstverband bekleedt wordt het vakantieverlof als bedoeld in de voorgaande artikelen naar evenredigheid van het aantal deeltijduren berekend.

Artikel 13

Verlof wordt verleend door de leidinggevende op verzoek van de medewerker. Bij de toekenning wordt voor zover de belangen van de dienst en die van de andere medewerkers dit toelaten, zoveel mogelijk rekening gehouden met de wensen van de medewerker. De werkgever vindt het belangrijk dat de werknemer de toegekende vakantieverlofdagen zoveel mogelijk binnen hetzelfde kalenderjaar opneemt om een goede balans tussen werk en privé te waarborgen. Hierbij wordt een beroep gedaan op het verantwoordelijkheidsgevoel van de werkgever en de medewerker.

Artikel 14

Lid 1

Per kalenderjaar kunnen er maximaal 2 werkdagen / 14,4 uren door de werkgever aangewezen worden waarvoor vakantie-uren en/of compensatie-uren moeten worden opgenomen.

Lid 2

Voor het aanwijzen komen uitsluitend werkdagen in aanmerking die ingesloten zitten tussen een of meerdere vrije dagen.

Lid 3

Over het aanwijzen van de dagen, zoals bedoeld in lid 1, dient met de Ondernemingsraad uiterlijk in het laatste kwartaal van enig kalenderjaar overeenstemming bereikt te worden.

Lid 4

Dit artikel is niet van toepassing op ambtenaren waarvoor werktijden zijn vastgesteld als bedoeld in artikel 3:11 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling.

Artikel 15

Compensatie-uren dienen jaarlijks volledig opgenomen te worden en kunnen niet meegenomen worden naar een nieuw kalenderjaar.

Artikel 16

Tenzij het dienstbelang dit vereist kan, na overleg met de Ondernemingsraad, voor bepaalde groepen medewerkers een afwijkende regeling worden getroffen.

Artikel 17

In de gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 18

De gemeentesecretaris is bevoegd namens burgemeester en wethouders nadere aanwijzingen te geven voor een goede uitvoering en een goede controle op de uitvoering van de regeling.

Artikel 19 Het recht op verlof

Aan het begin van een kalenderjaar wordt het totale recht op verlof voor het gehele kalenderjaar berekend en toegekend. De ambtenaar die in de loop van het kalenderjaar wordt aangesteld of ontslagen heeft recht op zoveel maal 1/12 gedeelte van het verlof als er volle maanden zijn in dat kalenderjaar gedurende welke hij zijn functie vervult. Het recht op verlof van een ambtenaar die is aangesteld voor een formele arbeidsduur van minder dan 36 uur per week, wordt naar evenredigheid verminderd.

Artikel 20 Tekort aan verlof aan het einde van het kalenderjaar

Het is de verantwoordelijkheid van de medewerker om bij het opnemen van het verlof na te gaan of er nog voldoende verlofsaldo is. Behoudens onvoorziene omstandigheden is het de medewerker niet toegestaan om per kalenderjaar ongevraagd meer verlofdagen op te nemen dan is toegekend. Indien blijkt dat een medewerker aan het einde van het kalenderjaar toch een negatief verlofsaldo heeft, zal dit bij het toekennen van de verlofrechten aan het begin van het nieuwe kalenderjaar in mindering worden gebracht. Hiervan zal melding worden gemaakt aan de leidinggevende.

Artikel 21 Inwerkingtreding

De regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2002 met daarna eventuele wijzigingen en is opnieuw vastgesteld per 1 januari 2016.