Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening op de heffing en de invordering van forensenbelasting 2011

Geldend van 23-12-2010 t/m 31-12-2011

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van forensenbelasting 2011

De raad van de gemeente Wijdemeren;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 9 november 2010;

gelet op artikel 223 van de Gemeentewet;

B E S L U I T

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van forensenbelasting 2011

(Verordening forensenbelasting 2011)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

-woning: een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. Onder de naam ‘forensenbelasting’ wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een woning binnen de gemeente beschikbaar houden.

  • 2. Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

  • 3. Indien er samenloop is tussen de belastingplicht van de forensenbelasting en die van de toeristenbelasting of de watertoeristenbelasting, wordt er uitsluitend forensenbelasting geheven.

Artikel 3 Vrijstellingen

Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een algemeen vertegenwoordigend lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    • Indien de woning deel uitmaakt van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16 van de Wet WOZ en waarvoor op grond van hoofdstuk IV van die Wet voor die onroerende zaak een waarde is vastgesteld, wordt de belasting geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerende zaakbelastingen, zoals die voor het belastingobject geldt voor het tijdvak waarover de forensenbelasting wordt geheven.

  • 2. De belasting als bedoeld in het eerste lid bedraagt, indien de waarde in het economische verkeer:

    a.

    niet meer is dan € 150.000,

    238,50

    b.

    Meer is dan € 150.000, doch niet meer is dan € 300.000,

    359,00

    c.

    Meer is dan € 300.000,

    479,00

  • 3. In afwijking van het eerste lid wordt de belasting geheven naar een vast bedrag per woning, indien:

    • a.

      de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld onder toepassing van artikel 16, onderdeel e, van de Wet WOZ;

    • b.

      de woning geen deel uitmaakt van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16 van de Wet WOZ;

    • c.

      geen heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen is of wordt vastgesteld.

  • 4. Het vaste bedrag als bedoeld in het derde lid bedraagt € 238,50.

Artikel 5 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.

  • 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 en in afwijking van het eerste lid van dit artikel geldt dat, zolang de aanslagen door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, deze aanslagen moeten worden betaald in vier gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elke van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid gestelde termijn.

Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de forensenbelasting.

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De Verordening forensenbelasting 2010, vastgesteld bij raadsbesluit van 17 december 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid van dit artikel genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening forensenbelasting 2011.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 15 december 2010.
De raad voornoemd,
de griffier, J. van Ditmarsch
de voorzitter,  drs. M.E. Smit