Regeling vervallen per 01-01-2010

verordening op de heffing en invordering van de hondenbelasting 2009

Geldend van 01-01-2009 t/m 31-12-2009

Intitulé

verordening op de heffing en invordering van de hondenbelasting 2009

De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

d.d. 18 november 2008 nr.;

gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2009.

Raadsbesluit

Artikel 1

Belastbaar feit

Onder de naam "hondenbelasting" wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.

Artikel 2

Belastingplicht

1 Belastingplichtig is de houder van een hond.

2 Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.

3 Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.

Artikel 3

Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:

a die uitsluitend dienen om blinde personen te leiden;

b die door de "Stichting sociale honden voor gehandicapten Nederland" als gehandicaptenhond aan een gehandicapte ter beschikking zijn gesteld;

c waarvan de houder politie-ambtenaar is en in het bezit is van een geldend certificaat van de Koninklijke Nederlandse Politiehonden Vereniging;

d waarvan de houder in het bezit is van een geldend diploma van het hoofdcomite van het Nederlandse Rode Kruis of van de Nederlandse Vereniging van Rode Kruishonden;

e waarvan de houder geen ingezetene van de gemeente is en de hond niet langer dan 90 dagen in het belastingjaar in de gemeente verblijft;

f zonder vergoeding verzorgd in inrichtingen voor dierenzorg, uitgaande van verenigingen, welke zich de zorg van noodlijdende dieren ten doel stellen;

g die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij tezamen met de moederhond worden gehouden.

Artikel 4

Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.

Artikel 5

Artikel 5

Belastingtarief

1 De belasting bedraagt per belastingjaar:

a voor de eerste hond € 56,28;

b voor de tweede en volgende hond telkens € 91,68.

2 In afwijking in zoverre van de voorgaande leden bedraagt de belasting voor honden, gehouden in kennels die zijn geregistreerd bij de Raad van beheer op kynologisch gebied in Nederland € 249,-- per kennel.

Artikel 6

Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7

Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8

Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang.

1 De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

2 Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

3 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9

Termijnen van betaling

1 De aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

2 In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 45,--, doch minder is dan € 2.000,--, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

3 In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan meer is dan € 2.000,--, dat de aanslagen moeten worden betaald uiterlijk één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

Artikel 10

Artikel 10

Kwijtschelding

Een verzoek om kwijtschelding dient binnen zes weken na dagtekening van de aanslag te worden ingediend.

Artikel 11

Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en invordering van de hondenbelasting.

Artikel 12

Inwerkingtreding en citeertitel

1 De “Verordening hondenbelasting 2002” van 18 december 2001, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 19 februari 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2009.

4 Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening hondenbelasting 2009”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van 9 december 2008

De raad voornoemd,

De griffier, De voorzitter,