verordening regelende de instelling, de bevoegdheid en de samenstelling van de commissie ter uitvoering van de rekenkamerfunctie 2005

Geldend van 01-12-2005 t/m heden

Raadsbesluit

De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede;

gelezen het voorstel van de rekenkamercommissie

d.d. 3 oktober 2005 nr. 63

gelet op artikel 81 letter o en de artikelen 182 en 185 van de Gemeentewet

besluit:

I.In te trekken de verordening regelende de instelling, de bevoegdheid en de samenstelling van de commissie ter uitvoering van de rekenkamerfunctie, vastgesteld op 25 maart 2003

II. Vast te stellen de verordening regelende de instelling, de bevoegdheid en de samenstelling van de commissie ter uitvoering van de rekenkamerfunctie 2005

III Kennis te nemen van het jarenverslag van de commissie: Rekenkamercommissie Wijk bij Duurstede uit de kinderschoenen

Artikel 1 Instelling en benaming

  • 1. Ingesteld wordt de commissie ter uitvoering van de rekenkamerfunctie

  • 2. De naam van de commissie luidt rekenkamercommissie

Artikel 2 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • A.

    Doelmatigheid of efficiency: het streven om met een zo beperkt mogelijke inzet van beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken

  • B.

    Doeltreffendheid of effectiviteit: de mate waarin een organisatie erin slaagt met de geleverde prestaties de doelen of de gewenste maatschappelijke effecten te bereiken.

  • C.

    Rechtmatigheid: het voldoen aan de wettelijke kaders en regelgeving. Het gaat hierbij om zowel de regelgeving van het rijk als de regelgeving van de gemeente zelf.

Artikel 3 Samenstelling

  • 1. De commissie bestaat uit zes leden.

  • 2. Van deze leden worden er vier door de fractievoorzitters ter benoeming voorgedragen.

  • 3. Voor een dergelijke voordracht komen in aanmerking een raadslid of een kandidaatsraadslid, voor zover zijn naam voorkomt op de kandidatenlijst voor de laatstgehouden verkiezingen van de gemeenteraad, mits hij/zij voldoet aan de vereisten voor het raadslidmaatschap en geen onverenigbare betrekkingen vervult.

  • 4. De voor te dragen leden dienen lid te zijn van verschillende in de raad vertegenwoordigde fracties.

  • 5. Het vijfde en zesde lid zijn extern deskundigen die door de commissie ter benoeming worden voorgedragen.

  • 6. De rekenkamercommissie kan bij bepaalde onderwerpen een adviseur vragen haar ter zijde te staan. De rekenkamercommissie bepaalt zelf wanneer ze dit nodig acht.

Artikel 4 Benoeming

De leden van de rekenkamercommissie worden door de raad benoemd, in principe bij het begin van elk nieuw aangevangen zittingsperiode van de raad. Dit geldt ook voor de externe leden.

Artikel 5 Voorzitterschap

De rekenkamercommissie kiest uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter en maakt hiervan melding aan de gemeenteraad.

Artikel 6 Secretariaat

De raadsgriffier staat de commissie procesmatig bij als secretaris en draagt zorg voor de voorbereiding en verslaglegging van de vergaderingen.

Artikel 7 Taak van de commissie

De rekenkamercommissie voert onderzoek uit naar de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijk beleid en naar de efficiency en de effectiviteit van het gemeentelijk beheer en van de gemeentelijke organisatie alsmede van instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd. Daarnaast onderzoekt zij de rechtmatigheid van het gemeentelijke beleid en beheer.

Artikel 8 Zittingsduur

  • 1. De zittingsduur van (de voorzitter en) de leden is gelijk aan die van de leden van de raad. Zij treden af op de dag van aftreding van de raadsleden.

  • 2. Bij tussentijds aftreden van commissieleden is artikel 9 van toepassing.

Artikel 9 Tussentijdse vacatures

1 De leden kunnen tussentijds ontslag nemen. Zij geven daarvan schriftelijk kennis aan de voorzitter van de commissie, die daarvan vervolgens melding maakt aan de raad.

2 In plaatsen die tussentijds openvallen, wordt voor zover het niet de externe leden betreft, voorzien binnen zes weken na de datum van openvallen, of, indien gelijktijdig een vacature in de raad is ontstaan, binnen zes weken nadat het voor de vervulling van deze vacature benoemd verklaarde lid zitting heeft genomen.

3.In vervanging van een extern lid wordt zo spoedig als mogelijk is voorzien.

Artikel 10 Vergaderfrequentie

  • 1. De commissie vergadert zo dikwijls de voorzitter dit nodig oordeelt, of het door minstens twee leden van de commissie schriftelijk en met opgaaf van redenen aan de voorzitter wordt gevraagd.

  • 2. De voorzitter bepaalt plaats, dag en uur van de vergadering.

  • 3. Spoedeisende gevallen uitgezonderd wordt tenminste een week voor de belegde vergadering schriftelijk aan de leden daarvan kennis gegeven, en dat onder opgaaf van te behandelen onderwerpen of voorstellen.

  • 4. De secretaris van de commissie draagt zorg voor het bijeenroepen van de vergadering nadat de voorzitter daartoe opdracht heeft gegeven.

Artikel 11 Openbare vergaderingen

1.De vergadering van de commissie wordt in het algemeen in het openbaar gehouden,

2 De openbaarheid van een commissievergadering kan zich ook tot een gedeelte van die vergadering uitstrekken.

3 De vergadering wordt door aankondiging in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huis-bladen, de website, alsmede op de voorafkondigingen in de gemeente gebruikelijke wijze ter openbare kennis gebracht.

4 De openbare kennisgeving vermeldt:

  • a.

    de datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering;

  • b.

    de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda

    en de daarbij behorende voorstellen kan inzien;

  • c.

    de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht.

Artikel 12 Spreekrecht

  • 1.

    Toehoorders/-sters bij een vergadering van een commissie krijgen per agendapunt de gelegenheid het woord te voeren over een aan de orde zijnde onderwerp of voorstel.

  • 2.

    De voorzitter vraagt aan het begin van de vergadering wie van de toehoorders/-sters gebruik wil maken van het spreekrecht en bij welk agendapunt men het woord wil voeren.

  • 3.

    De voorzitter kan het spreekrecht beperken tot 5 minuten per spreker.

  • 4.

    Van het spreekrecht wordt per onderwerp of voorstel gebruik gemaakt voordat de commissieleden aan het woord komen. De inspreker(s) wordt verzocht hun bijdrage eveneens op A4 aan te leveren zodat dit bij het verslag gevoegd kan worden.

  • 5.

    Indien de commissieleden daarmee instemmen kan een spreker deelnemen aan de beraadslagingen. De voorzitter nodig hem dan uit aan de vergadertafel plaats te nemen.

6.Toehoorders/-sters krijgen voorts de gelegenheid aan het begin van de commissievergadering kort en bondig een vraag te stellen over een willekeurig onderwerp, mits dat onderwerp de commissie aangaat. De voorzitter bepaalt of op de vraag direct kan worden geantwoord dan wel dat het antwoord op een andere wijze zal worden gegeven.

Artikel 13 Besluitvorming

De commissie kan niet beraadslagen of besluiten indien niet meer dan de helft van het aantal leden aanwezig is.

Artikel 14 Stemming

  • 1. De besluiten van de commissie worden bij meerderheid van stemmen genomen

  • 2. Bij staken van stemmen beslist de voorzitter

  • 3. De vaststelling van de verslagen geschiedt in het openbaar.

  • 4. Het verslag is geen woordelijk verslag, maar geeft de essentie van het besprokene weer.

Artikel 15 Werkwijze

  • 1. De rekenkamercommissiekiest zelf de onderwerpen voor haar onderzoek, formuleert de probleemstelling en onderzoeksvragen en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2. De onderwerpskeuze en probleem- en vraagstelling worden -nadat de rekenkamercommissie deze heeft geformuleerd- ter kennisname voorgelegd aan de gemeenteraad.

  • 3. Collegeleden, raadsleden en burgers/ maatschappelijke groeperingen hebben de mogelijkheid onderzoeksonderwerpen aan te dragen. De rekenkamercommissie weegt deze onderwerpen -aan de hand van een aantal vooraf vastgestelde criteria- af tegen de door leden van de rekenkamercommissie zelfaangedragen onderwerpen.

  • 4. De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 5. De rekenkamercommissie beoordeelt zelf of het wenselijk is de raad lopende het onderzoek tussentijds te informeren.

Artikel 16 Informatie vergaring

  • 1.

    De commissie is bevoegd inlichtingen te vragen aan de burgemeester, het college van burgemeester en wethouders, een lid van het college, een of meerdere ambtenaren in dienst van de gemeente (bij het raadplegen van ambtenaren lopen de verzoeken via de gemeentesecretaris) en door de gemeente gesubsidieerde externe partijen.

  • 2.

    Voor het verkrijgen van mondelinge inlichtingen kan de commissie de burgemeester, het college van burgemeester en wethouders, een lid van het college of een of meerdere ambtenaren in dienst van de gemeente daarvoor uitnodigen. In dit laatste geval verloopt dit via de gemeentesecretaris

  • 3.

    De commissie is voorts bevoegd tot het opvragen en het inzien van bescheiden, boekhoudingen, besluiten en notulen van vergaderingen, welke zij voor haar onderzoek nodig acht.

  • 5.

    De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamercommissie gestelde termijn te verstrekken.

Artikel 17 Rapportage

  • 1. Het onderzoek van de rekenkamercommissie mondt uit in een rapport met bevindingen en conclusies. Voor de feitelijke juistheid van de inhoud van het rapport zijn de onderzoekers verantwoordelijk. De onderzoekers kunnen leden van de rekenkamercommissie zijn, maar ook externe onderzoekers, die door de rekenkamercommissie zijn ingehuurd.

  • 2. Het rapport wordt voor wederhoor voorgelegd aan degenen die bestuurlijk en ambtelijk eindverantwoordelijk zijn voor het onderwerp. Hen wordt verzocht schriftelijk hun reactie te geven op de feiten en conclusies.

  • 3. De reacties vormen onderdeel van het rapport. Ook neemt de rekenkamercommissie in het rapport haar eigen visie, de bevindingen, conclusies en aanbevelingen op.

  • 4. Het eindrapport wordt via de agendacommissie ter behandeling aan de gemeenteraad voorgelegd.

  • 5. De gemeenteraad bepaalt (gehoord de rekenkamercommissie) of en zo ja welke politiek-bestuurlijke consequenties aan de uitkomsten van het onderzoek worden verbonden.

Artikel 18 Voortgangsbewaking

  • 1. De rekenkamercommissie bewaakt de eventuele opdrachten die de gemeenteraad op basis van de rapporten van de rekenkamercommissie aan het college heeft verstrekt.

  • 2. Zo nodig stelt ze een vervolgonderzoek in om vast te stellen of de opdrachten (genomen besluiten) zijn uitgevoerd.

Artikel 19 Budget

De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

Artikel 20 Vergoeding van leden van de rekenkamercommissie die geen raadslid zijn

De leden van de rekenkamercommissie die geen raadslid zijn ontvangen op basis van artikel 96 van de Gemeentewet en op basis van de Verordening Geldelijke voorziening raads- en commissieleden (d.d. 31-1-1995) een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie.

Artikel 21 Naam verordening

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening op de commissie ter uitoefening van de rekenkamerfunctie.

Artikel 22 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op die waarin publicatie heeft plaatsgevonden door vermelding in een dag-, nieuws- of huis-aan-huis-blad en op de website www.wijkbijduurstede.nl

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van 1 november 2005.

De raad voornoemd,

De griffier De voorzitter

Bijlage 1 bij verordening op de commissie

ter uitoefening van de rekenkamerfunctie.

Gedragscodes leden rekenkamercommissie

1Algemene Bepalingen

  • 1.1.

    Deze gedragscodes gelden voor de leden van de rekenkamercommissie.

  • 1.2.

    In gevallen waarin de codes niet voorzien of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in een vergadering van de rekenkamercommissie.

  • 1.3.

    De codes zijn openbaar en door derden te raadplegen.

  • 1.4.

    Leden van de rekenkamercommissie ontvangen in hun eerste vergadering van een nieuwe zittingsperiode van de secretaris een exemplaar van de codes.

    Belangenverstrengeling en aanbesteding

    • 2.1.

      Leden van een rekenkamercommissie onthouden zich buiten rekenkamerverband altijd, dus ook in hun hoedanigheid van raads- of commissielid, van uitspraken over het onderwerp van lopend rekenkameronderzoek.

    • 2.2.

      Raadsleden die deel uit maken van een fractie die minimaal twee leden kent, lid zijn van de rekenkamercommissie en zelf in hun fractie woordvoerder zijn voor het onderwerp van rekenkameronderzoek, dienen te kiezen tussen:

      tijdelijk terugtreden uit de rekenkamercommissie

      óf

    het woordvoerderschap overdragen aan een fractiegenoot vanaf het moment dat het onderwerp voor onderzoek door de rekenkamercommissie is voorgesteld/vastgesteld tot en met de raadsbehandeling van het rekenkamerrapport.

    2.3.Voor het raadslid dat een eenpersoonsfractie vormt en die lid is van de rekenkamercommissie geldt dat hij/zij per onderzoek kiest tussen:

    tijdelijk terugtreden uit de rekenkamer (en dus behoud van de mogelijkheid tot woordvoering over het onderwerp gedurende de looptijd van het onderzoek)

    óf

    het woordvoerderschap neerleggen voor de duur van het onderzoek en het pas weer uitoefenen na publicatie van het rapport

      • 2.4.

        Raadsleden van eenpersoonsfracties die tevens voorzitter zijn van een rekenkamercommissie en in die hoedanigheid tevens het rapport presenteren en verdedigen, maken aan hun gehoor helder wanneer zij die rol beëindigen en overgaan naar uitspraken met betrekking tot het (onderwerp van het) rekenkamerrapport in het kader van het woordvoerderschap als raadslid.

      • 2.5.

        Rekenkamercommissie-onderzoeken worden niet uitbesteed aan een bureau waarbij een lid van de commissie werkzaam is.

    • 3

      Informatie

      • 3.1.

        Een lid van de rekenkamercommissie gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn lidmaatschap beschikt. Hij verstrekt geen geheime informatie en informatie die vertrouwelijk is medegedeeld.

      • 3.2.

        Een lid van de rekenkamercommissie maakt niet ten eigen bate of van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het lidmaatschap verkregen informatie.

    • 4

      Bestuurlijke uitgaven

      4.1. Uitgaven, zoals die voor deelname aan een cursus, congres, seminar of een symposium, alsook uitgaven als bedoeld in de Verordening op de commissie met de rekenkamerfunctie, worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond, waarbij als criteria worden gehanteerd:

    • -

      met de uitgave is het belang van de rekenkamercommissie gediend;

    • -

      de uitgave vloeit voort uit de functie,

    dit ter beoordeling van de voorzitter van de commissie.

    • 4.2.Uitnodigingen tot deelname aan een cursus, seminar of een symposium, dan wel voor een (buitenlandse) reis, voor zover zij rechtstreeks aan een lid van de rekenkamercommissie zijn gezonden, worden, indien de betrokken bestuurder voornemens is op kosten van de gemeente van de uitnodiging gebruik te maken, ter verdere behandeling aan de secretaris ter hand gesteld.

    • 5

      Declaraties

      • 5.1.

        Een lid van de rekenkamercommissie declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed

      • 5.2.

        Een declaratie wordt ingediend door middel van een daartoe vastgesteld formulier.

    Bij het formulier wordt een betalingsbewijs gevoegd en op het formulier wordt de functionaliteit van de uitgave vermeld.

    5.3. Gemaakte kosten worden per omgaande gedeclareerd. Eventuele voorschotten worden voor zover mogelijk binnen een maand afgerekend.

    De secretaris is verantwoordelijk voor een deugdelijke afhandeling van declaraties van commissieleden. In geval van twijfel over een declaratie wordt deze ter besluitvorming aan de rekenkamercommissie voorgelegd.