Regeling vervallen per 26-02-2016

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Wijk bij Duurstede 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m 25-02-2016

Intitulé

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Wijk bij Duurstede 2015

gelet op de artikelen 2 t/m 7 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015 gemeente Wijk bij Duurstede;

besluit vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Wijk bij Duurstede 2015

Hoofdstuk 1. Prijspeil en eigen bijdrage maatwerkvoorzieningen of pgb

Artikel 1. Prijspeil maatwerkvoorzieningen en Pgb

Het prijspeil wordt enerzijds bepaald door gemeentelijke afspraken over de toe te passen indexering, bijvoorbeeld voor de vergoedingen voor vervoer en woningaanpassingen. Anderzijds zijn afspraken in de contracten met de leveranciers leidend zoals bij de hulp bij het huishouden en begeleiding. De genoemde bedragen kunnen dan ook jaarlijks worden aangepast.

Artikel 2. Eigen bijdrage voor maatwerkvoorzieningen of pgb’s

De bedragen per vier weken, de inkomensbedragen en de percentages die gelden voor de berekening van de eigen bijdrage zijn gelijk aan die genoemd in artikel 3.1, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015. In 2015 zal de gemeente een inkomenseffectanalyse laten uitvoeren. Uiterlijk 1-7-2015 wordt de eigen bijdrage regeling van de gemeente Wijk bij Duurstede op grond van deze analyse aangepast. Tot die tijd gelden de volgende eigen bijdragen:

  • -

    Maatwerkvoorziening Hulp bij het huishouden: de termijn conform de afschrijvingsperiode/leveringsduur. Per uur wordt maximaal de kostprijs in rekening gebracht. De eigen bijdrage mag niet hoger zijn dan de werkelijke kosten van de maatwerkvoorziening.

  • -

    Maatwerkvoorziening Begeleiding: de termijn conform de afschrijvingsperiode/leveringsduur met een maximum bedrag van 14,- per uur. De eigen bijdrage mag niet hoger zijn dan de werkelijke kosten van de maatwerkvoorziening.

  • -

    Maatwerkvoorziening individueel vervoer (o.a. scootmobielen, driewielfietsen, auto-aanpassingen): Er wordt maximaal 13 perioden van vier weken een eigen bijdrage in rekening gebracht. De eigen bijdrage mag niet hoger zijn dan de werkelijke kosten van de maatwerkvoorziening.

  • -

    Maatwerkvoorziening wonen: Er wordt maximaal 13 perioden van vier weken een eigen bijdrage in rekening gebracht. De eigen bijdrage mag niet hoger zijn dan de werkelijke kosten van de maatwerkvoorziening. Wanneer het gaat om een voorziening voor een thuiswonende minderjarige wordt de eigen bijdrage in rekening gebracht bij de ouders.

Hoofdstuk 2. Pgb

Artikel 3. Hoogte Pgb

De hoogte van het Pgb kan jaarlijks worden aangepast.

Artikel 3.1. Hoogte Pgb voor maatwerkvoorziening

  • · De hoogte van het bedrag voor een maatwerkvoorziening wordt bepaald op ten hoogste de kostprijs van de maatwerkvoorziening die de aanvrager op dat moment zou hebben ontvangen als de maatwerkvoorziening in natura zou zijn verstrekt.

  • · Als de naturaverstrekking een tweedehands voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte termijn waarop de zaak technisch is afgeschreven, rekening houdend met onderhoud en verzekering.

  • · Als de naturaverstrekking een nieuwe voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering.

Artikel 3.2. Hoogte Pgb voor hulp bij het huishouden

1.De hoogte van een persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden bedraagt:

  • a.

    voor hulp bij het huishouden 1 of 2 door een niet daartoe opgeleid persoon die niet werkzaam is voor een instelling (bijvoorbeeld familie/kennissen van de aanvrager): € 16,10 per uur;

  • b.

    voor hulp bij het huishouden 1 door een zelfstandige zonder personeel (ZZP-er) of gelijkwaardige functie: € 16,10

  • c.

    voor hulp bij het huishouden 2, waarvoor bijzondere deskundigheid is vereist door een zelfstandige zonder personeel (ZZP-er) of gelijkwaardige functie die daarvoor in het bijzonder is opgeleid: € 17,50

  • d.

    voor hulp bij het huishouden door een daartoe opgeleid persoon werkzaam in dienst van een instelling: € 23,- per uur;

  • e.

    voor hulp bij het huishouden 2, waarvoor bijzondere deskundigheid is vereist, door een persoon die daarvoor in het bijzonder is opgeleid, werkzaam in dienst van een instelling, € 25,- per uur.

Artikel 3.3. Hoogte Pgb voor individuele begeleiding

  • 1.

    De hoogte van een Pgb voor individuele begeleiding wordt als volgt vastgesteld:

    • a.

      voor individuele begeleiding door een niet daartoe opgeleid persoon die mantelzorger is of afkomstig is uit het sociale netwerk van de cliënt, het tarief per uur voor mantelzorgers in de Wet langdurige zorg (prijspeil 2015: 20,- per uur);

    • b.

      voor individuele begeleiding:

      • -

        door een daartoe opgeleid persoon; of

      • -

        waarvoor bijzondere deskundigheden zijn vereist;

wordt per uur of per resultaat voor individuele begeleiding de hoogte van het bedrag als volgt vastgesteld:

Klasse

Uren per week

Pgb per jaar

Pgb per week

Pgb per uur

1

0-1,9 uur

1.869

35,84

35,84

2

2-3,9 uur

5.608

107,55

3

4-6,9 uur

10.282

197,19

4

7-9,9 uur

15.891

304,76

5

10-12,9 uur

21.499

412,31

6

13-15,9 uur

27.107

519,86

7

16-19,9 uur

33.651

645,36

8

20-24,9 uur

42.063

806,69

Artikel 3.4. Hoogte van een Pgb voor dagbesteding of begeleiding groep

  • 1.

    De hoogte van een Pgb voor dagbesteding of begeleiding groep wordt als volgt vastgesteld:

    • a.

      voor dagbesteding door een niet daartoe opgeleid persoon die mantelzorger is of afkomstig is uit het sociale netwerk van de cliënt, het tarief per dagdeel voor mantelzorgers in de Wet langdurige zorg (prijspeil 2015: 20,- per dagdeel);

    • b.

      begeleiding groep of dagbesteding met laag intensieve ondersteuning uitgevoerd door vrijwilligers met ondersteuning van een beroepskracht wordt per dagdeel of per groep bepaald op basis van het laagste tarief per dagdeel of per groep voor dergelijke begeleiding in natura door een daartoe opgeleide beroepskracht werkzaam bij een door de gemeente gecontracteerde instelling;

    • c.

      gespecialiseerde dagbesteding met hoog intensieve ondersteuning uitgevoerd door daartoe opgeleide personen wordt per dagdeel of per groep bepaald op basis van het laagste tarief per dagdeel of per groep voor dergelijke begeleiding in natura door daartoe opgeleide beroepskrachten werkzaam bij een door de gemeente gecontracteerde instelling;

Voor 2015 zijn deze bedragen als volgt:

Begeleiding groep zonder vervoer

Klasse

Dagdelen per week

Pgb per jaar

Pgb per week

Pgb per dagdeel

1

1

2.310

44,30

44,30

2

2

4.622

88,64

3

3

6.932

132,94

4

4

9.244

177,28

5

5

11.555

221,60

6

6

13.865

265,90

7

7

16.177

265,90

8

8

18.487

310,24

9

9

20.798

398,87

Begeleiding groep met vervoer

Klasse

Dagdelen per week

Pgb per jaar

Pgb per week

Pgb per dagdeel

1

2.588

49,63

49,63

2

5.175

99,25

3

7.763

148,88

4

10.348

198,46

5

12.939

248,15

6

15.248

292,43

7

17.561

336,79

8

19.871

381,09

9

22.183

425,43

Artikel 3.5. Hoogte Pgb voor kortdurend verblijf- en respijtzorg

  • a.

    De hoogte van het Pgb voor kortdurend verblijf en respijtzorg door een:

    • -

      daartoe opgeleide persoon; of

    • -

      waarvoor bijzondere deskundigheden zijn vereist;

bedraagt maximaal 101,- per etmaal voor maximaal 3 etmalen per week.

b.Voor kortdurend verblijf en respijtzorg door een niet daartoe opgeleid persoon die mantelzorger is of afkomstig is uit het sociale netwerk van de cliënt, het tarief voor mantelzorgers zoals wordt gehanteerd onder de AWBZ/Wlz, namelijk 30,- per etmaal.

Artikel 3.6. Hoogte Pgb voor persoonlijke verzorging

  • 1.

    De hoogte van een Pgb voor persoonlijke verzorging wordt als volgt vastgesteld:

    • a.

      Voor persoonlijke verzorging door een niet daartoe opgeleid persoon die mantelzorger is of afkomstig is uit het sociale netwerk van de cliënt, het tarief per uur voor mantelzorgers in de Wet langdurige zorg (prijspeil 2015: 20,- per uur);

    • b.

      Voor persoonlijke verzorging:

      • -

        door een daartoe opgeleid persoon; of

      • -

        waarvoor bijzondere deskundigheden zijn vereist;

wordt per uur of per resultaat van persoonlijke verzorging de hoogte van het bedrag als volgt vastgesteld:

Klasse

Uren per week

Pgb per jaar

Pgb per week

Pgb per uur

1

0-1,9 uur

1.409

27,02

27,02

2

2-3,9 uur

4.226

81,05

3

4-6,9 uur

7.748

145,59

4

7-9,9 uur

11.975

229,56

5

10-12,9 uur

16.201

310,70

6

13-15,9 uur

20.248

391,77

7

16-19,9 uur

25.358

486,32

8

20-24,9 uur

31.698

607,91

Artikel 4. Bedragen vervoersvoorzieningen

  • 1. Er wordt geen inkomensgrens voor vervoersvoorzieningen gehanteerd. Wel wordt bepaald in hoeverre een persoon met beperkingen in zijn eigen vervoersbehoefte kan voorzien, bijvoorbeeld door het inzetten van het eigen netwerk en/of eigen mogelijkheden

  • 2. De bedragen voor een vervoersvoorziening zijn:

    • a.

      autokostenvergoeding € 800,- per jaar

    • b.

      taxikostenvergoeding € 800,- per jaar

    • c.

      rolstoeltaxikostenvergoeding € 800,- per jaar

Artikel 5. Vergoeding auto-aanpassingen en –rijlessen

Indien sprake is van een vergoeding voor autoaanpassingen dan geldt:

  • a.

    De kosten komen alleen in aanmerking voor vergoeding indien de aanpassing c.q. reparatie van de aanpassing, gelet op de nog te verwachten technische levensduur van de auto, verantwoord is.

  • b.

    De vergoeding voor het aantal rijlessen voor een gehandicapte of zijn huisgenoot, als een auto de enige vervoersmogelijkheid biedt en er ook sprake is van autoaanpassingen, is aan een maximum van 50 lessen gebonden. Indien blijkt, dat het aantal van 50 niet voldoende is om het rijbewijs te behalen kan van dit aantal in individuele situaties worden afgeweken tot maximaal 75.

  • c.

    De vergoeding van meerkosten van een aangepaste auto ten opzichte van de aanschaf van een gebruikelijke auto wordt individueel beoordeeld.

Artikel 6. Vergoeding bovenregionaal vervoer

In geval van bovenregionaal vervoer van en naar het ouderlijk huis voor AWBZ-bewoners wordt een financiële tegemoetkoming verstrekt, die is gebaseerd op maximaal 18 bezoeken per jaar, de enkele reisafstand maal 4 per bezoek en een kilometervergoeding van € 0,28 per kilometer.

Artikel 7. Kindervoorzieningen

Voor kindervoorzieningen geldt dat deze in bruikleen worden verstrekt. Indien een kindvoorziening niet in bruikleen kan worden verstrekt en de voorziening noodzakelijk is dan kan voor de meerkosten ten opzichte van de algemeen gebruikelijke voorzieningen een financiële tegemoetkoming worden verstrekt.

Artikel 8. Trapliften

  • 1. Trapliften worden in bruikleen verstrekt. De bruiklener dient hiervoor een bruikleenovereenkomst te tekenen.

  • 2. De gemeente Wijk bij Duurstede blijft eigenaar van de traplift. Zodra de traplift niet meer wordt gebruikt wordt deze teruggenomen door de leverancier van de traplift. Zodra dit mogelijk is wordt de traplift ingezet bij een andere belanghebbende.

  • 3. De gemeente is verantwoordelijk voor het afsluiten van een onderhoudscontract voor de traplift.

Artikel 9. Andere voorzieningen in bruikleen

Alle woonvoorzieningen van niet-woontechnische of niet-bouwkundige aard worden in bruikleen verstrekt als hergebruik tot de mogelijkheden behoort.

Artikel 10. Het anti-speculatiebeding

Bij verkoop van een woning die op grond van de Wvg of Wmo is aangepast dient de cliënt de aangetoonde meerwaarde van de verbouwing terug te betalen na verrekening van eventueel betaalde eigen bijdragen. De meerwaarde wordt bepaald door een taxatie van de woning uit te voeren voor en na verbouwing. Deze taxatie wordt uitgevoerd door een door het team WIJK aangewezen makelaar. Bij terugbetaling wordt de volgende afschrijvingstermijn gehanteerd:

  • ·

    Bij verkoop van de woning binnen een jaar na verbouwing moet 100% van de meerwaarde worden terugbetaald.

  • ·

    Bij verkoop van de woning tussen het tweede en twintigste jaar na verbouwing: voor elk jaar 5 % van de meerwaarde.

  • ·

    In alle gevallen minus het bedrag dat voor rekening van de eigenaar van de woonruimte is gekomen (bijvoorbeeld in de vorm van de betaalde eigen bijdragen).

Artikel 11. Verhuis- en herinrichtingskostenvergoeding

Het bedrag voor de verhuis- en herinrichtingskostenvergoeding bedraagt € 5.250,- mits het bestede bedrag kan worden verantwoord. Deze vergoeding is conform de verhuiskostenvergoeding bij renovatie van huurwoningen, zoals geregeld in het Burgerlijk Wetboek, artikel 220 en 275 van boek 7.

Artikel 12. Bezoekbaar maken van de woning

  • 1. Het bezoekbaar maken van een woning wordt bepaald op basis van:

    • -

      de omvang van de aanpassing;

    • -

      het programma van eisen voor de aanpassing;

    • -

      de keuze van de cliënt om al dan niet gebruik te maken van een erkende aannemer, en

    • -

      de laagste kostprijs voor het bezoekbaar maken van een woning opgenomen in het door de gemeente gesloten contract met een erkende aannemer

  • 2. Het bedrag dat als maximum verstrekt wordt bij het bezoekbaar maken van een woning bedraagt € 5.000,-.

Artikel 13. Woningsanering

Indien de voorziening als bedoeld in artikel 15 onder c van de verordening (niet-bouwkundige of woontechnische woonvoorziening) wordt aangewend in het kader van een sanering in verband met CARA geldt dat een financiële tegemoetkoming wordt verstrekt voor de aanschaf van:

  • -

    Zeil of linoleum: maximaal de vergoeding volgens de Nibud prijzengids inclusief egalisatiekosten

  • -

    Gordijnen: vergoeding maximaal de vergoeding volgens de Nibud prijzengids

Artikel 14. Sanering wegens andere medische of ergonomische beperkingen

Indien de voorziening als bedoeld in artikel 15 onder c van de Verordening (een niet bouwkundige of niet woontechnische woonvoorziening) wordt aangewend vanwege een sanering om andere medische en ergonomische redenen dan genoemd in artikel 14 (CARA) van dit Financieel besluit, bedraagt de vergoeding maximaal de vergoeding volgens de Nibud prijzengids inclusief egalisatiekosten, arbeid en BTW. Dit bedrag zal jaarlijks worden geïndexeerd.

Artikel 15. Afschrijvingstermijn woonvoorzieningen

  • 1. Een bedrag als bedoeld in artikel 13 en 14 van dit besluit wordt alleen verstrekt in die gevallen dat de betreffende stoffering die vervangen moet worden niet ouder is dan 8 jaar.

  • 2. Bij de berekening van de hoogte van de financiële tegemoetkoming voor een woonvoorziening kan als volgt rekening worden gehouden met de reeds verlopen afschrijvingsperiode. De vergoeding bedraagt dan een percentage van de kosten, afhankelijk van de afschrijvingsperiode:

    • -

      100% indien de te vervangen voorziening nieuwer is dan vijf jaar;

    • -

      75% indien de te vervangen voorziening tussen de vijf en tien jaar oud is;

    • -

      50% indien de te vervangen voorziening tussen de tien en vijftien jaar oud is;

    • -

      25% indien de te vervangen voorziening meer dan 15 jaar oud is maar niet ouder dan 25 jaar.

  • 3. Indien het artikel vijfentwintig jaar of ouder is kan worden besloten alleen een vergoeding te verstrekken voor de meerkosten in verband met de beperking

  • 4. In geval van verhuizing wordt ook geen tegemoetkoming toegekend, omdat bij verhuizing de woning opnieuw moet worden ingericht en dan rekening kan worden gehouden met de ondervonden klachten.

Artikel 16. Financiële tegemoetkoming voor de kosten van onderhoud, keuring en reparatie

De gemeente verstrekt een financiële tegemoetkoming van 100% van de gemaakte kosten van keuring, onderhoud en reparatie van de volgende woonvoorzieningen, mits zij door de gemeente verstrekt zijn en in de kosten voor onderhoud, keuring en reparatie niet al op een andere manier voorzien is:

  • a.

    Stoelliften;

  • b.

    Rolstoel- of sta-plateauliften;

  • c.

    Woonhuisliften;

  • d.

    Hefplateauliften;

  • e.

    Balansliften;

  • f.

    Plafondliften;

  • g.

    Tilliften;

  • h.

    Mechanische of elektrische inrichting voor het in hoogte verstellen van een keukenblok, bad of wastafel;

  • i.

    Elektromechanisch open- en sluitmechanisme van deuren;

  • j.

    Toiletten voorzien van onderspoel en föhninrichting;

Artikel 17. Financiële tegemoetkoming voor de kosten van tijdelijke huisvesting, huurderving en verwijdering van voorzieningen

De gemeente kan een financiële tegemoetkoming verstrekken in de kosten van tijdelijke huisvesting aan belanghebbende of in de kosten voor huurderving aan een verhuurder wanneer aanpassing van een woning op grond van de Wmo noodzakelijk is. Deze tegemoetkoming is als volgt bepaald:

  • 1.

    Voor tijdelijke huur: maximaal 100% van de kale huur van de tijdelijke woning waarbij huurtoeslag wordt verstrekt tot een maximum van 6 maanden;

  • 2.

    De werkelijke kosten met een maximum ter hoogte van de netto huurprijs voor een sociale huurwoning per maand als tegemoetkoming in de kosten van het tijdelijk betrekken van zelfstandige woonruimte en het langer moeten aanhouden van de te verlaten woonruimte;

  • 3.

    De werkelijke kosten voor huurderving worden verstrekt aan de verhuurder, met een maximum ter hoogte van de netto huurprijs voor een sociale huurwoning per maand, en kan voor maximaal 6 maanden worden verstrekt.

  • 4.

    Deze tegemoetkomingen worden alleen toegekend in gevallen waarin de woonruimte voor meer dan € 10.000,- wordt aangepast.

Artikel 18. Rolstoel in bruikleen

Rolstoelen in natura worden in bruikleen verstrekt en zijn eigendom van de gemeente.

Artikel 19. Pgb sportvoorzieningen

Het bedrag voor de aanschaf en het onderhoud van een sportvoorziening wordt bepaald op basis van het laagste tarief voor een sportvoorziening in natura opgenomen in het door de gemeente gesloten contract met een leverancier van hulpmiddelen en bedraagt maximaal € 2.850,- per drie jaar. Voor een andere voorziening dan een sportrolstoel worden alleen de meerkosten in verband met de handicap verstrekt met een maximum van € 2.850,- per drie jaar.

Artikel 20. Vergoeding kinderrolstoelen

Voor kinderrolstoelen gelden de volgende specifieke vergoedingen:

  • ·

    Orthese-jas

  • ·

    Oplaadkosten, wanneer er in een leefeenheid meer dan een elektrische rolstoelvoorziening gebruikt wordt. De vergoeding bedraagt in die gevallen maximaal € 50,- per jaar en moet zelf door de gebruiker worden aangevraagd.

Artikel 21. Bijdrage voor algemene voorzieningen

  • 1. Voor de volgende algemene voorzieningen kan de cliënt een bijdrage in de kosten verschuldigd zijn:

    • a.

      collectief vervoer;

    • b.

      huishoudelijke hulp;

    • d.

      maaltijdvoorziening;

    • e.

      kortdurend verblijf- of respijtzorg met laag intensieve ondersteuning;

    • f.

      was- en strijkservice;

    • g.

      klussendienst

  • 2. De bijdrage in de kosten van:

    • a.

      het collectief vervoer bedraagt € 0,60 per zone;

    • b.

      huishoudelijke hulp bedraagt € 16,10 (bedrag per uur ZZP-pool)

    • f.

      de was- en strijkservice bedraagt: € 7,50 per gewassen en gestreken was;

Artikel 22. Meldingsregeling calamiteiten en geweld

Voor loket WIJK en de gemeente is een protocol ‘agressie en geweld’ van kracht. Incidenten met agressie en geweld gericht tegen medewerkers van de gemeente, stichting Binding of loket WIJK moeten via een meldingsformulier worden gemeld bij de toezichthoudend ambtenaar van de gemeente. De toezichthoudend ambtenaar houdt controle op de naleving van het protocol en draagt zorg voor de nodige veiligheidsmaatregelen en preventie om agressie en geweld tegen medewerkers te voorkomen.

Artikel 23. Waardering mantelzorgers

De waardering voor mantelzorgers van cliënten in de gemeente kan bestaan uit:

  • a.

    een uitnodiging voor de dag van de mantelzorg

  • b.

    een geldbedrag of tegoedbon. Wanneer dit bedrag lager is dan € 25,- per mantelzorger zal voor een andere invulling van de waardering worden gekozen.

Artikel 24. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op 1-1-2015.

  • 2.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Wijk bij Duurstede 2015.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Wijk bij Duurstede in de vergadering van 16 december 2014.

Burgemeester en wethouders voornoemd,

Dhr. T.R. Poppens Mw. W. van de Werken

burgemeester secretaris