Besluit van de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijk bij Duurstede houdende regels omtrent het Beheerkwaliteitsplan 2020-2025 Gemeente Wijk bij Duurstede

Geldend van 10-11-2020 t/m heden

Intitulé

Besluit van de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijk bij Duurstede houdende regels omtrent het Beheerkwaliteitsplan 2020-2025 Gemeente Wijk bij Duurstede

Inleiding

Aanleiding en doel

In 2011 zijn we als gemeente gestart met Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR) fase 1 om integraal werken te bevorderen. De noodzaak van lange termijn investeringen was toen al bekend. Vanwege de toenmalige financiële situatie is er voor gekozen alleen de geplande investeringen gedurende de looptijd van het IBOR op te nemen. Het IBOR-beleidsplan is niet vastgesteld door het college, waardoor er geen keuze voor een bepaald ambitieniveau/beeldkwaliteit is gemaakt. In 2015 is IBOR fase 2 gestart. De betrokken beheeronderdelen zijn uitgebreid met civiel technische kunstwerken (duikers, beschoeiingen, stuwen). Ook aan IBOR 2 ligt geen vastgesteld beleid ten grondslag. Met de inrichting van het nieuwe team Beheer Openbare Ruimte (BOR) starten we met lange termijnplanning. Ook de basis van assetmanagement. Samen met het nieuwe beheersysteem brengen we hiermee de basis op orde en biedt dit de basis van onze nieuwe manier van werken.

Als college en raad wilt u keuzes maken in de kwaliteit en de kosten van beheer en onderhoud van de openbare ruimte. U wilt hierbij alle keuzes tegen elkaar af kunnen wegen. Dit beheerkwaliteitsplan biedt u deze mogelijkheid.

Door het opstellen van dit Beheerkwaliteitsplan (BKP) krijgen we als organisatie inzicht. Inzicht in de huidige en de gewenste (beeld)kwaliteit van het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Inclusief het benodigde budget.

Beeldkwaliteit is een methode om op een heldere en begrijpelijke wijze de beheerkwaliteit voor inwoners, bestuur en de eigen organisatie duidelijk en bespreekbaar te maken.

Daarnaast bevordert het BKP het beeldgericht werken, gericht op een duidelijk eindbeeld. Het legt een verband tussen de beschikbare middelen (financiën) en de te leveren kwaliteit. Het BKP bestaat uit de vakdisciplines groen, spelen, wegen, verkeersmeubilair, bruggen, water en reiniging. Het onderdeel riolering is niet meegenomen.

Het BKP bestaat uit drie onderdelen die een sterke onderlinge samenhang hebben:

  • 1.

    Doel en uitgangspunten: wat willen we?

    Dit is het beleidsdeel waarin de doelstellingen met daarbij behorende, samenhangende kwaliteitsbeelden voor het beheer van de openbare ruimte zijn vastgelegd. Hierbij is gebruik gemaakt van ambitiekaarten. Daarop staat per ambitieniveau de na te streven (beeld)kwaliteit omschreven in beelden en woorden. De eerste stap om tot beleid te komen is ervoor zorgen dat iedereen het over hetzelfde heeft. En dat de te maken keuzes begrijpelijk en zichtbaar zijn.

  • 2.

    Huidige kwaliteit: wat hebben we?

    De huidige beeldkwaliteit is bepalend bij het toetsen van de gestelde kaders. Daarom wordt de gemiddelde kwaliteit buiten in beeld gebracht door middel van een quickscan.

  • 3.

    Financieel kader: wat kost het?

De noodzakelijke financiële middelen worden in dit deel zichtbaar gemaakt middels normen en benchmarkgegevens vanuit het kostenmodel Impact© online van adviesbureau Cyber. Om de resultaten en de consequenties van beheerkeuzes overzichtelijk te visualiseren wordt hiervoor een scenariomodel gebruikt. Hierbij wordt een vergelijking gemaakt tussen de noodzakelijk geachte financiële middelen en het beschikbare budget vanuit de gemeentelijke begroting.

Alle hierboven genoemde onderdelen vormen het BKP. Na vaststelling vindt de praktische uitwerking plaats in een integraal uitvoeringsplan. Dit plan kent een jaarlijkse update via jaarplannen.   

 

Leeswijzer

Onderdeel

Toelichting

Doel en uitgangspunten

Na de inleiding beschrijft hoofdstuk 1 wat het doel en de functie van dit BKP is. Hier wordt tevens ingegaan op de doelstelling, de afbakening van het BKP.

Kwaliteitskader

Hoofdstuk 2 werkt de gebiedsindeling van de gemeente en de te hanteren ambities verder uit.

Huidige kwaliteit

Hoofdstuk 3 brengt de huidige situatie in beeld aan de hand van de quickscan en interviews met de beheerders.

Financieel kader

Hoofdstuk 4 beschrijft welke kosten aan de huidige kwaliteit zijn verbonden en welke kwaliteit realiseerbaar is met het huidige budget.

Scenario’s

Hoofdstuk 5 gaat in op de verschillende scenario’s.

Conclusies en aanbevelingen

In hoofdstuk 6 worden naast de conclusies aanbevelingen gedaan.

Implementatie

Het afsluitende hoofdstuk 7 beschrijft de acties die nodig zijn om het plan te implementeren na vaststelling.

1. Doel en uitgangspunten

1.1 Doelstelling

Het doel van het BKP is om het college en de raad in staat te stellen om objectieve keuzes te maken met betrekking tot beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Het BKP is een hulpmiddel bij het verkrijgen van inzicht in de gevolgen van de budgettaire keuzes en de te verwachten beeldkwaliteit. Dit inzicht geeft het college en de raad de mogelijkheid om effectief te sturen op het beheer van de openbare ruimte.

Vervolgens is het BKP richtinggevend voor het team BOR en vormt het de basis voor het opstellen van het integrale uitvoeringsplan, werkprocessen, de uitvoeringsovereenkomsten met aannemers en het monitoren van de gekozen beeldkwaliteit (of anders gezegd “ambitieniveau”).

Het BKP biedt inzicht in de kosten van de ambitieniveaus voor het beheer van de openbare ruimte en om dit voor de gehele gemeente vast te leggen. Hiermee kan team BOR het beheer van de openbare ruimte zo efficiënt mogelijk organiseren, omdat zij kaders hebben ten aanzien van eisen en middelen.

1.2 Afbakening

Het BKP omvat de planmatige onderdelen van het onderhoud van de openbare ruimte die gerelateerd zijn aan het in stand houden van de beeldkwaliteit.

Hierbij zijn de volgende onderdelen meegenomen:

  • Groen: Onderhoud van bomen, beplanting, gras en speelvoorzieningen.

  • Meubilair: Onderhoud van afvalbakken, palen, verkeers- en straatnaamborden, banken, picknicksets en openbare verlichting.

  • Reiniging: Dit onderdeel omvat het verwijderen van zwerfvuil in beplanting en op verharding, het legen van de afvalbakken, onkruidbestrijding op de verharding, vegen van de verharding en het bladruimen.

  • Verharding: Het beheer van asfaltverharding, open verharding, half verharding ongebonden verharding, bermverharding en de markeringen.

  • Civiele kunstwerken: Het onderhoud van bruggen en waterbouwkundige kunstwerken (duikers, beschoeiing)

  • Water: Het onderhoud van oevers, watergangen en vijvers

In dit plan zijn dagelijks onderhoud, groot onderhoud en vervangingsonderhoud meegenomen.

Dagelijks onderhoud

  • Alle maatregelen die binnen de cycli van een jaar worden uitgevoerd aan voorzieningen, die voornamelijk betrekking hebben op netheid van de omgeving (reiniging, onkruidbeheersing, maaien e.d.) en het in stand houden van het areaal.

  • Alle maatregelen aan voorzieningen en acties ten behoeve van calamiteiten in het kader van veilig en heel.

Groot onderhoud

Onderhoudsactiviteiten die meerjaarlijks en planmatig uitgevoerd worden aan voorzieningen.

Vervanging

Het vervangen van de voorzieningen van de openbare ruimte. Hierbij kan worden gedacht aan het vervangen van een boom of een prullenbak.

In dit plan zijn de volgende onderdelen niet opgenomen:

  • Riolering: Deze werkzaamheden worden voor 100 procent gedekt vanuit de rioolheffing.

  • Afvalinzameling: Deze werkzaamheden vinden niet op beeld plaats en worden volledig gedekt vanuit de afvalstoffenheffing.

afbeelding binnen de regeling

2. Kwaliteitskader

2.1 Beleving van de openbare ruimte

Verschillende zaken beïnvloeden het beeld van de openbare ruimte. Naast beheer hebben inrichting en gebruik een belangrijke invloed op het beeld buiten. Een goede afstemming is belangrijk om er voor te zorgen dat de kwaliteit van de openbare ruimte tijdens de gebruiksduur hetzelfde blijft. Het Beheerkwaliteitsplan concentreert zich op het beheer van de openbare ruimte, waarbij inrichting en gebruik een vast gegeven zijn.

Inrichting

De inrichting van de openbare ruimte geeft een beeld dat bijdraagt aan de beleving van de openbare ruimte. Een duidelijke inrichting, een kenmerkend karakter en beeldbepalende of opvallende elementen zijn van invloed voor de beleving en het gebruik van de openbare ruimte.

Gebruik

Inwoners, bedrijven en bezoekers maken gebruik van de openbare ruimte. Het gebruik van de openbare ruimte staat in verbinding met de inrichting en het beheer. Wanneer bijvoorbeeld hangjongeren gebruik maken van een locatie kan dit invloed hebben op de beleving van andere gebruikers. Andersom kan het aanpassen van de inrichting en het beheer effect hebben op het gebruik.

Beheer

Het beheer en onderhoud van de openbare ruimte heeft als doel het schoon, heel en veilig houden van de verschillende voorzieningen. Het onderhoud wordt op verschillende niveaus uitgevoerd en sluit zoveel mogelijk aan op de inrichting en het gebruik. Een hoogwaardige inrichting met een hoge gebruikersdruk vraagt om meer onderhoud en vice versa.

afbeelding binnen de regeling

2.2 Gebiedstypen

Binnen de gemeente zijn verschillende herkenbare gebiedstypen met een eigen karakter en functie.

Een centrumgebied wordt bijvoorbeeld intensiever gebruikt en is daarmee belangrijk voor een gemeente als het gaat om beleving van de openbare ruimte.

Binnen de gemeente zijn de volgende functionele gebieden te onderscheiden met een verschillende typering, te weten:

  • Parken

  • Hoofdinfrastructuur (hoofdwegen kernen) inclusief wijkingangen

  • Industrieterrein

  • Begraafplaatsen

  • Centra

  • Woonwijken

  • Sportparken

  • Buiten de bebouwde kom

In bijlage 1 is een grotere afbeelding van de gebiedstypenkaart opgenomen. 

afbeelding binnen de regeling

2.3 Burgerpeiling en coalitieakkoord

Uit burgerpeiling in 2017 werd opgemaakt dat het onderhoud aan de openbare ruimte, en dan vooral groen, als zeer matig werd ervaren. Als reactie hierop is in het coalitieakkoord 2018-2022 het onderdeel “mooier groen” opgenomen.

afbeelding binnen de regeling

2.4 Beeldkwaliteit

De beleving van de kwaliteit van de openbare ruimte is subjectief. Een ecoloog kan enthousiast zijn over de ruwe bermen langs hoofdwegen, omdat de kruiden er divers zijn. Terwijl een bewoner zich ergert aan het ‘slordige’ beeld. Daarom is er een landelijke standaard systeem ontwikkeld door CROW 1 om het beeld van de openbare ruimte objectief te kunnen meten.

Wij hebben gekozen voor het hanteren van de CROW-normering1. De CROW maakt voor de kwaliteit van beheer en onderhoud onderscheid in vijf niveaus: A+ tot en met D.

In beheer en onderhoud kan de gemeente kiezen tussen de niveaus A, B en C. A+ en D zijn de referentieniveaus die de uitersten omschrijven. Een A+ kwaliteit is een opleverkwaliteit en geen kwaliteit die voor langere tijd kan worden gewaarborgd. In het voorbeeld van reiniging betekent dit dat zodra iemand iets laat vallen er een onderhoudsmedewerker klaar moet staan om het op te ruimen. Een D-kwaliteit kan ook niet worden gekozen als ambitie of prestatie-eis, omdat voor dit niveau geen onderhoud nodig is. Met als gevolg kapitaalsvernietiging en onveilige situaties.

Om zowel de gemeente als inwoners een duidelijk beeld te geven van een niveau zijn voor niveau A, B en C ambitiekaarten gemaakt, zie de afbeeldingen op de volgende pagina.

CROW beheerniveaus

afbeelding binnen de regeling

Afbeelding 2.2 Ambitiekaarten   

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Artikel 3. Huidige beeldkwaliteit

Dit hoofdstuk vat de huidige beheerkwaliteit van de gemeente Wijk bij Duurstede samen. Om de beheerkwaliteit van de openbare ruimte in beeld te krijgen, hebben we in het najaar van 2018 een quickscan uitgevoerd. Er zijn interviews gehouden en onderhoudscontracten zijn doorgenomen.

De quickscan geeft inzicht in de gemiddelde kwaliteit van de openbare ruimte. De informatie is ook gebruikt voor de financiële analyse (hoofdstuk 4). In bijlage 2 is meer informatie terug te vinden over de meetmethode en de meetresultaten per onderdeel.

De quickscan is een momentopname, de beeldkwaliteit kan namelijk continu veranderen door verschillende invloeden. Denk hierbij aan een toename van het zwerfvuil bij bijvoorbeeld evenementen.

3.1 Resultaten quickscan

De volgende resultaten in beeld zijn uit de quickscan gekomen:

afbeelding binnen de regeling

3.2 Gemiddelde beheerkwaliteit

Alle metingen samen geeft het volgende resultaat:

afbeelding binnen de regeling

De donkere kleur geeft de gemiddelde beheerkwaliteit weer en de lichtere kleur geeft aan dat er enkele plekken zijn die duidelijk een andere kwaliteit vertonen.

Uit de resultaten van de quickscan is te zien dat de gemiddelde kwaliteit een A/B-kwaliteit is.

Er is ook te zien dat er veel variatie is binnen de beeldmeetlatten. Dit betekent dat er geen eenduidige kwaliteit binnen de gehele gemeente is waargenomen.

3.3 Vertaling naar huidige beeldkwaliteit

De quickscan weerspiegelt de gemiddelde kwaliteit van het beheer en onderhoud van de openbare buitenruimte in de gemeente.

De huidige beeldkwaliteit (beheerbeeld) van de openbare ruimte wordt gevormd door:

  • °

    De resultaten van de quickscan

  • °

    De eerder gehouden beleidsmeting

  • °

    De uitkomsten van de interviews met de beheerders

De huidige beeldkwaliteit is gebruikt om de financiële toets uit te voeren. En om het te gebruiken financiële model te optimaliseren naar de situatie in onze gemeente.

Het onderstaande figuur geeft aan welke beeldkwaliteit we per gebiedstype en per sub-beheeronderdeel als uitgangspunt nemen voor de financiële toets van het dagelijks- en groot onderhoud.

afbeelding binnen de regeling

4. Financiële analyse

4.1 Dagelijks en groot onderhoud

De financiële doorrekening geeft inzicht in het beschikbare budget in vergelijking tot de kosten voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte in de huidige situatie.

De quickscan biedt hierbij een belangrijk uitgangspunt voor de huidige beeldkwaliteit. Met deze gegevens is er een doorrekening gemaakt in het programma Impact© Online. Het doel van de financiële analyse is om een beeld te krijgen welke beeldkwaliteit mogelijk is met het beschikbare budget.

De benodigde kosten voor dagelijks en groot onderhoud voor het in standhouden van de huidige beeldkwaliteit zijn in balans met het beschikbare budget. De huidige beeldkwaliteit van de openbare ruimte ligt hoger dan de kwaliteit die in beheerplannen is vastgesteld.

Beschikbaar voor onderhoud

€ 2.373.108

Benodigd voor onderhoud

€ 2.329.000

Verschil [€]

€ 44.108

Verschil [%]

~2%

Kanttekeningen

  • Deze balans kan alleen standhouden als ook de vervangingsbudgetten beschikbaar zijn en blijven. Deze zijn in deze berekening niet meegenomen.

  • Er is gerekend met de netto uren van de buitendienst die gemoeid zijn met het beheer van de openbare ruimte. Het organisatieverlies van de buitendienst door aan/afreistijden is niet meegerekend in de vergelijking.

4.2 Vervangingen

Om een volledig beeld te krijgen van het benodigde budget hebben we ook de benodigde vervangingsinvesteringen voor de komende jaren (lange termijn) berekend.

Theoretische vervanging bepaal je op basis van de afschrijvingstermijn en het budget dat nodig is om het areaal te vervangen. Bij een homogene leeftijdsopbouw van je areaal heb je dan ieder jaar dezelfde vervangingskosten.

De praktijk in de gemeente Wijk bij Duurstede is dat er geen sprake is van een homogene leeftijdsopbouw van het areaal. En er zijn in de afgelopen jaren achterstanden ontstaan omdat er minder is geïnvesteerd in vervangingen dan nodig was.

Dat betekent dat wij een vervangingsvraagstuk hebben voor de komende jaren. Alle voorzieningen hebben een eind van de levensduur. Afhankelijk van de voorzieningen is dit na 40-50 jaar op een hoogtepunt. Voor de wijken van de jaren 70-80 van de vorige eeuw komen deze er in de jaren 20-30 aan.

Benodigde theoretische vervangingskosten

Vanuit de arealen is per wijk, hoofdwegen of buitengebied gekeken naar de leeftijd en de laatste vervanging/renovatie. Dit geeft een beeld van de leeftijd van de voorzieningen.

Hiervoor zijn de afschrijvingstermijnen opgenomen in bijlage 3.

Deze “theoretische” afschrijvingstermijnen houden rekening met de lokale omstandigheden en de ervaring in onze gemeente. Het jaar van aanleg en de vervangingscyclus zijn belangrijke basisgegevens om een eerste indicatie te maken voor een praktijkgerichte benadering van het vervangingsbudget voor de lange termijn.

Technische inspecties geven vervolgens inzicht in de daadwerkelijke noodzakelijke vervanging voor de kortere termijn.

In de onderstaande tabel staan de benodigde vervangingsinvesteringen aangegeven per vervangingsperiode:

afbeelding binnen de regeling

De tabel begint met een vervangingsperiode van 6 jaar, daarna volgt een periode van 5 jaar.

Vanaf 2031 beslaan de periodes 10 jaar.

In de middelste kolom staat het benodigde vervangingsbudget voor de betreffende periode weergegeven. Onderaan deze kolom staat het totaal.

Dit totaalbedrag komt aardig in de buurt van de totale kapitaalswaarde van ons huidige areaal (onze assets). Dit bedraagt circa 94 miljoen Euro.

In de laatste kolom staan de vervangingsbudgetten die gemiddeld per jaar nodig zijn per periode. Over de totale periode is dit gemiddeld ruim 1,5 miljoen Euro per jaar.

De bedragen zijn exclusief voorbereidings- en organisatiekosten. Als de interne organisatiekosten niet worden meegenomen, dan is het aandeel circa 15%. Dit houdt in dat het totaalbedrag kan oplopen naar ruim € 90 miljoen (€ 1.735.000 per jaar).

4.3 Relatie dagelijks, groot en vervangings onderhoud

De wijze waarop het dagelijks en groot onderhoud zijn geregeld heeft invloed op het vervangingsmoment. Bij uitstel van vervanging zal langer dagelijks onderhoud en groot onderhoud nodig zijn om de kwaliteit enigszins op peil te houden. Andersom zal bij het achterblijven van dagelijks en groot onderhoud eerder vervanging nodig zijn. Er is daarom een duidelijke relatie aanwezig tussen dagelijks onderhoud, groot onderhoud en vervanging.

5. Scenario’s raadsfracties

Met alle basisgegevens in beeld kunnen we “aan de knoppen draaien” van Impact online© en een voorkeursscenario bepalen voor de beeldkwaliteit van het dagelijks en groot onderhoud. We hebben dit vooraf besproken met de gemeenteraad.

Tijdens de eerste themasessie hebben de raadsleden zelf aan de knoppen kunnen draaien om scenario’s uit te proberen. Eén sessie bleek te weinig om inzicht te krijgen in het systeem en in wat het met de kosten doet als je de beeldkwaliteit verandert van een bepaalde beheergroep of een gebiedstype. En om daarnaast ook nog adviezen mee te geven.

Daarnaast wilden de diverse raadsleden nog graag met hun eigen fractie aan de knoppen draaien en in alle rust hun voorkeursscenario beargumenteren. Met de opdracht om beargumenteerd een eigen voorkeursscenario te bepalen zijn de verschillende raadsfracties aan de slag gegaan. Tijdens de tweede themasessie hebben we de voorkeursscenario’s besproken inclusief de overeenkomsten en verschillen.

5.1 Analyse voorkeursscenario’s

Overeenkomst tussen de voorkeursscenario’s is het ambitieniveau B dat bij alle raadsfracties voor veel beheercategorieën en gebiedstypen op dit moment als voorkeur/meest haalbare wordt gezien.

In de voorkeursscenario’s van de raadsfracties zitten een aantal verschillen. Voorbeelden die naar voren komen zijn:

  • Het centrum op een hoger niveau beheren.

  • Mooier groen in woonwijken

  • De verharding op hoofdwegen op een hoger niveau

  • De straat- en parkbomen op een hoger niveau.

Ter compensatie van de hogere kosten die daarmee gemoeid zijn, hebben een aantal fracties het gewenste ambitieniveau verlaagd. Vooral bij Sportparken en Industrieterreinen.

Veiligheid en biodiversiteit zijn voor verschillende raadsfracties argumenten om een bepaald gebiedstype op een hoger of lager niveau te willen beheren. De wensen voor meer veiligheid en meer biodiversiteit zijn echter maar zeer beperkt afhankelijk van het te kiezen ambitieniveau.

Veiligheid staat voorop bij alle te kiezen ambitieniveaus. En hogere biodiversiteit bereiken we niet door slechts minder maaien en daarmee de keuze voor een C-kwaliteit of lager. Kiezen voor meer biodiversiteit levert geen bezuiniging op.

6. Conclusie en aanbevelingen

6.1 Conclusie

De resultaten van de quickscan geven aan dat de gemiddelde kwaliteit van de openbare ruimte van gemeente Wijk bij Duurstede een A/B-kwaliteit is. Maar er is ook te zien dat er veel variatie is binnen de beeldmeetlatten. Dit betekent dat er geen eenduidige kwaliteit binnen de gehele gemeente is waargenomen.

Het beschikbare budget voor het dagelijks en groot onderhoud van de openbare ruimte is voldoende om de huidige beheerkwaliteit in stand te houden. Mits er een structurele financiering is voor de vervanging van kapitaalgoederen. De benodigde vervangingsinvesteringen voor de komende jaren zijn hoger dan de investeringen die de gemeente de afgelopen jaren heeft gedaan.

6.2 Aanbevelingen

Goed rentmeesterschap, basis op orde

Het beheer van de openbare ruimte is in ontwikkeling. Onderwerpen als leefbaarheid, inwoner-participatie, wijkgericht werken, klimaatadaptatie en de omgevingswet hebben allemaal invloed op het beheer van de openbare ruimte. Belangrijke onderwerpen waar we mee bezig zijn. Ze zijn nu nog niet meegenomen in dit beheerkwaliteitsplan. Om voorbereid te zijn op deze en andere nieuwe ontwikkelingen is het belangrijk om allereerst de basis op orde te hebben. Weten wat je nu hebt aan areaal in de openbare ruimte en wat het kost om het huidige areaal nu en in de toekomst als goed rentmeester te kunnen beheren. In dit beheerkwaliteitsplan gaan we daarom uit van deze basis.

Kiezen voor voorkeursscenario projectgroep: huidige beeldkwaliteit

Overeenkomst tussen de voorkeursscenario’s van de verschillende raadsfractie is het ambitieniveau B dat bij de raadsfracties voor veel beheercategorieën en gebiedstypen op dit moment als voorkeur/meest haalbare wordt gezien. Uitgaande van het huidige budget voor dagelijks- en groot onderhoud is dit haalbaar, op het beheeronderdeel verharding in enkele gebiedstypen na.

Ook vanuit team BOR is dit het voorkeursscenario vanwege de volgende redenen:

  • De grote vervangingsopgave die we hebben en het extra budget dat dit vraagt maakt ons terughoudend in het aanvragen van extra budget voor het dagelijks- en groot onderhoud.

  • De reeds ingezette verbeteringen moeten deels nog zichtbaar worden in de openbare ruimte. Kortom ook zonder extra budget zal het beeld de komende tijd naar verwachting nog verbeteren.

  • Dit scenario wijkt slechts op enkele onderdelen af van de huidige kwaliteit. De huidige kwaliteit buiten is op onderdelen wat versnipperd en dat hebben we in het voorkeursscenario van de projectgroep afgevlakt.

afbeelding binnen de regeling

Sparen voor vervangingen

Binnen de gemeente bestaat al langer de wens om te sparen voor vervangingen. In dit BKP is uitgerekend welk budget de komende jaren nodig is om de benodigde vervangingen uit te voeren en de eerder opgelopen achterstanden in te lopen.

Voor de eerste jaren is een benodigd budget geraamd van bijna 3 miljoen per jaar. Met een bedrag van 1,5 miljoen per jaar aan investeringsbudget verwachten we de uitdagingen voor de lange termijn aan te kunnen. Hiervoor is het nodig dat we de komende 4 tot 5 jaar (korte termijn) een extra budget van 5 ton per jaar beschikbaar hebben. Voor investeringen die de afgelopen jaren gedaan hadden moeten worden. Dit is realistisch uitvoerbaar binnen team BOR en zorgt voor een mooiere openbare ruimte. Wij gaan er vanuit dat we niet de som van de losse onderdelen nodig hebben; door integraal te werken en zoveel mogelijk te combineren met regulier onderhoud kunnen we besparen.

Het structurele bedrag van 1,5 miljoen is inclusief het huidige vervangingsbudget van 6,2 ton. Het gaat dus om een stijging van 8,8 ton (1,5 miljoen – 6,2 ton). De kapitaallasten van deze investeringen worden opgenomen in de begroting en zijn opgenomen in de kadernota 2020.

Tot nu toe is de praktijk in Wijk bij Duurstede dat voor investeringen de kapitaallasten (rente en afschrijving) in de meerjarenbegroting worden aangevraagd en na het vaststellen van de begroting beschikbaar worden gesteld. Deze methode is in de Kadernota 2020 ook gevolgd.

Beheerplannen bieden andere oplossingen. Een beheerplan hoort feitelijk opgebouwd te worden uit 2 soorten kosten:

  • 1.

    Jaarlijks onderhoud van kapitaalwerken (in elk geval: wegen, riolering, water, groen, gebouwen, maar kan worden uitgebreid met bijvoorbeeld speeltoestellen enz.). Deze kosten worden jaarlijks direct als budget in de exploitatie (in de begroting dus) opgenomen.

  • 2.

    Groot onderhoud van kapitaalwerken. Dit zijn in feite de vervangingsinvesteringen. Hierbij is de keuze:

    • °

      De kapitaallasten in een meerjarenoverzicht van vervangingsinvesteringen op- nemen. Hierbij komen de kosten in de begroting terecht na het doen van de investering. Het geeft “schoksgewijs” hogere lasten in de begroting.

    • °

      Sparen door jaarlijks een vast bedrag in een voorziening te storten. Zo worden de vervangingsinvesteringen in 1 keer betaald uit de voorziening. In dit geval krijg je een stabiel beeld in de begroting (de jaarlijks vaste storting) in plaats van de “schoksgewijze” effecten van de kapitaallasten.

Geadviseerd wordt om voor dit nieuwe beheerkwaliteitsplan in nauwe samenwerking met Financiën, te bekijken wat voor Wijk bij Duurstede de meest gewenste financiële methodiek is.

Flexibel budget openbare ruimte

Vanuit het bestuur en de samenleving komen regelmatig verzoeken voor “extra’s” in de openbare ruimte. Dit kan gaan om extra onderhoud of aanpassingen in de openbare ruimte, bijvoorbeeld in het kader van zelfbeheer. Maatregelen die wenselijk zijn, maar niet noodzakelijk voor het beheer en onderhoud op het afgesproken ambitieniveau.

Kortom, het maatwerk dat we willen leveren, maar dat budgettair steeds lastiger wordt omdat de onderhoudsgelden steeds vaker vastzitten in contractafspraken met aannemers. Daarbij is het vastgestelde onderhoudsgeld bedoeld voor de veiligheid en het onderhoud van de openbare ruimte.

Door het inzetten van een flexibel budget openbare ruimte hebben we de ruimte om te voldoen aan de extra wensen zonder dat dit ten koste gaat van het onderhoud en de veiligheid van de openbare ruimte. De besteding van dit budget kan jaarlijks bepaald worden door de Raad. In de kadernota 2020 is hiervoor een bedrag van €50.000 aangevraagd.

Totaal aangevraagd budget

In de volgende tabel staan de benodigde budgetten samengevat op basis van de aanbevelingen.

Onderdeel

Benodigd budget

Dagelijks en groot onderhoud

Huidige budget voldoet

Regulier vervangingsbudget

1,5 miljoen per jaar (8,8 ton extra t.o.v. 2019)

Extra vervangingsbudget tbv wegwerken achterstanden

5 ton voor de komende 4 tot 5 jaar

Flexibel budget openbare ruimte

€50.000 per jaar

Personeel BOR

Huidige bezetting

 
 

Nadere uitwerking

Voor de nadere uitwerking van dit beheerkwaliteitsplan stellen we een integraal uitvoeringsplan op. In dit plan staat op hoofdlijnen uitgewerkt hoe we het dagelijks- en groot onderhoud organiseren en welke vervangingsprojecten wanneer op de planning staan.

Door middel van een jaarlijkse update (jaarplan) houden we het uitvoeringsplan up to date en kunnen we inspelen op nieuw vastgesteld beleid zoals het Water en rioleringsplan (WRP) en het gemeentelijk verkeers- en vervoersplan (GVVP).

In hoofdstuk 7 gaan we verder in op de implementatie van dit beheerkwaliteitsplan.

7. Uitvoering

Het slagen van dit plan staat of valt met de uitvoering ervan. Het BKP wordt gebruikt als input voor de bedrijfsvoering en professionalisering. Het plan geeft de kaders weer op basis waarvan het beheer en onderhoud georganiseerd kan worden. Dit betekent een goed uitvoeringsplan maar ook opleiden waar dit nodig is. Om het BKP een succes te laten worden is het raadzaam een implementatietraject op te zetten. De volgende paragrafen geven de belangrijkste onderdelen van de implementatie aan.

7.1 Plan-Do-Check-Act

Professioneel beheren bestaat uit een aantal bouwstenen. Het vaststellen van het ambitieniveau met bijbehorende budgetten is daarbij het startpunt. De volgende stap is het vertalen daarvan in een of meerdere uitvoeringsplannen (beheren en programmeren). Tijdens plannen en voorbereiden zetten we de projecten uit het uitvoeringsplan om in opdrachten voor de eigen dienst of derden (plannen en voorbereiden). De vierde stap is het daadwerkelijk uitvoeren van het beheer van de openbare ruimte. Deze stap bevat zowel dagelijks- en groot onderhoud als ook vervanging.

Het volgen en analyseren (monitoren) van de gestelde doelen is minstens zo belangrijk. Het volgen en analyseren levert informatie voor evalueren en (bij)sturen en geeft transparantie en inzicht. Daarnaast kan de informatie gebruikt worden voor het informeren van raad en inwoners.

afbeelding binnen de regeling

Beleid en strategie

Dit BKP vormt samen met het Water Rioleringsplan (WRP) en overkoepelende beleidsplannen als het Groenstructuurplan en het Verkeers- en Vervoerplan de invulling van de bouwsteen beleid en strategie.

Daarnaast valt onder deze bouwsteen het op orde krijgen en houden van de basisgegevens:

  • Areaalgegevens in het nieuwe beheersysteem;

  • Begrotingsindeling op basis van de BBV en de nieuwe indeling van team BOR. Afstemmen op werkzaamheden zodat er goed gestuurd kan worden

Beheren en programmeren

De uitwerking van het beleid vindt plaats in het integrale uitvoeringsplan, zoals aangegeven in het vorige hoofdstuk. In dit plan staat op hoofdlijnen hoe het dagelijks en groot onderhoud voor de verschillende beheeronderdelen is georganiseerd. Daarnaast bevat dit plan een overzicht van de geplande integrale vervangingsprojecten voor de komende 10 jaar. Het integrale uitvoeringsplan is een werkdocument dat jaarlijks aangepast wordt. Nieuwe ontwikkelingen vanuit de bouwsteen

beleid en strategie en monitoringsgegevens vanuit de bouwstenen monitoren en analyseren en evalueren en bijsturen vormen hiervoor de basis

Plannen en voorbereiden

Op het moment dat alle uitvoeringswensen bekend zijn bereiden we de werkzaamheden voor in de bouwsteen plannen en voorbereiden. Hieronder valt onder andere het opstellen en aanbesteden van bestekken en werkvoorbereiding voor (integrale) projecten. Het verdient aanbeveling om met een inkoopspecialist de inkoopprocedures vorm te geven en daar waar mogelijk te standaardiseren.

Bouwen en onderhouden

In de bouwsteen bouwen en onderhouden vindt de uitvoering van de onderhouds- en vervangingswerkzaamheden plaats.

Monitoren en analyseren

Om deze bouwsteen goed vorm te geven is het van belang eerst te kijken naar de informatie die nodig is voor de bouwsteen evalueren en bijsturen. Op welk niveau en met welke informatie wil de raad, het college en de directie geïnformeerd worden? Welke informatie heeft team BOR nodig om haar opdrachtnemers goed aan te sturen. En welke informatie heeft de teamleider nodig om op de hoogte te blijven van de geleverde kwaliteit buiten? Om dit proces vorm te geven stellen we als team een gezamenlijk monitoringsplan op.

Evalueren en bijsturen

De resultaten van de monitoring gebruiken we om de beheercyclus te evalueren en waar nodig bij te stellen. De uitwerking en planning hiervan vindt plaats in het monitoringsplan

7.2 Communicatie

Nadat het Beheerkwaliteitsplan is vastgesteld is het van belang de inwoners en andere betrokkenen, zoals verenigingen en wooncorporaties, te informeren over de vastgestelde ambitieniveaus en de vervangingsplanning. Ook verdient de interne communicatie aandacht.

We stellen hiervoor een communicatieplan op.

7.3 Opleiding en training

Inspecties uitvoeren met het nieuwe beheersysteem, werken volgens de vastgestelde beeldkwaliteiten, monitoren zodat iedereen de informatie krijgt die nodig is. Allemaal onderwerpen waarvoor wellicht extra training en opleiding gewenst is. Tijdens het implementatietraject vullen we dit verder in.

7.4 Planning

Uit dit hoofdstuk wordt duidelijk dat we er niet zijn met alleen een vastgesteld beheerkwaliteitsplan. In de volgende tabel staan de belangrijkste implementatie acties uitgezet in de tijd. Daarnaast staat bij iedere actie wie hierover beslist.

Actie

Planning

Vaststelling

Integraal uitvoeringsplan 2020-2025 inclusief jaarplan 2020

Mei 2019-november 2019

College

Jaarplan integraal uitvoeringsplan

Jaarlijks voor december

College

Areaalgegevens op orde

90% december 2020

geen

Nieuwe begrotingsindeling

Oktober 2019

College

Standaardiseren inkoopprocedure BOR

oktober 2019-februari 2020

 

Monitoringsplan

januari 2020-mei 2020

College

Communicatieplanning

December 2019

Ter informatie naar College

Opleidings- en trainingsplan (in teamplan 2020)

September 2019-december 2019

 

Bijlage 1 Gebiedstypenkaart

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2 Resultaten quickscan openbare ruimte

Quickscan

Op basis van 26 meetlatten is op 29 oktober 2018 de beheerkwaliteit in de gemeente beoordeeld. Door middel van de quickscan is op een snelle wijze een goed beeld van de gemiddelde kwaliteit van de openbare ruimte verkregen.

In één dag is door de hele gemeente rondgereden en rondgelopen en is van verschillende gebieden de beeldkwaliteit beoordeeld. Tijdens de quickscan zijn 16 gebieden beoordeeld. Het is met de quickscan niet mogelijk om de gehele openbare ruimte te meten.

In deze beoordeling zijn incidenten genoteerd. Bij een incident kan gedacht worden aan omver gereden paaltjes of zeer slecht wegdek op één specifieke plek. Doordat bij een quickscan het gemiddelde van bijvoorbeeld een wijk wordt genomen vallen incidenten vaak niet op in het gemiddelde. Door deze incidenten te vermelden wordt er extra aandacht aan besteed tijdens de quickscan.

De quickscan is een momentopname, de beheerkwaliteit kan namelijk continu veranderen door verschillende invloeden. Denk hierbij aan een toename van het zwerfvuil bij bijvoorbeeld evenementen. Door enkele handelingen kan dit snel de beeldkwaliteit beïnvloeden.

Meetmethode

De meetlatten zijn opgesteld door adviesbureau Cyber en bestaan uit een combinatie van de CROW schaalbalken. De meetlatten vormen de instrumenten waarmee de beheerkwaliteit van de openbare ruimte kan worden gemeten. Een CROW schaalbalk is een reeks van vijf beelden, waarin in aflopende mate de beheerkwaliteit vastgelegd is. De schaalbalken geven aan welk beeldresultaat het huidige beleid oplevert. Het hoogste kwaliteitsbeeld is aangeduid met een A+ en het laagste met een D. In de figuur hierna is een meetlat weergegeven, die de marge weergeeft waarbinnen onkruid rondom obstakels aanwezig mag zijn.

afbeelding binnen de regeling

Figuur b2.1: Voorbeeld meetlat zoals gebruikt tijdens de meting

De schaalbalken laten, naast de kwaliteitsbeelden, ook een technische aanduiding zien. Die is leidend bij de beelden. De technische onderdelen geven de beoordelaar een paar meetbare of te schatten kenmerken voor ieder beeld aan. Aan de hand daarvan kan de visuele beoordeling van het betreffende beeld getoetst worden. Ook staat er een populaire omschrijving, die een handreiking bij de beelden vormt en als communicatiemiddel richting bestuur en inwoners gebruikt kan worden.

De volgend onderdelen zijn beoordeeld:

  • -

    Groen: snoeibeeld, kale plekken en onkruid beplanting, beschadiging gazon, onkruid boomspiegels;

  • -

    Spelen: staat speeltoestellen;

  • -

    Kunstwerken: staat kunstwerken, beschoeiing en openbare verlichting;

  • -

    Verkeersvoorzieningen: staat afvalbakken, palen, banken en borden en dragers;

  • -

    Wegen: staat asfalt- en elementenverharding, zichtbaarheid markering;

  • -

    Reiniging: vullingsgraad afvalbak, zwerfafval, onkruid verharding, veegvuil, uitwerpselen, drijfvuil en graffiti.

Resultaten quickscan

Hierna zijn de resultaten per beheeronderdeel nader toegelicht:

Groen

afbeelding binnen de regeling

Figuur b2.2: beheerkwaliteit groen

Met een gemiddelde A/B-kwaliteit wijkt de kwaliteit van groen niet af van het gemiddelde. De beeldmeetlat onkruid in beplanting scoort duidelijk lager dan het gemiddelde met een C kwaliteit. Gezien het huidige onkruidbeleid, waarbij alleen enkele soorten hoog onkruid worden verwijderd, is dit het te verwachten beeld.

In de openbare ruimte is voor een groot deel hetzelfde snoeibeheer zichtbaar. Hierbij wordt de beplanting tot blokken gesnoeid. Het valt op dat dit ook op locaties gebeurt waar voldoende ruimte is voor de beplanting om vrij uit te groeien. Het beeld oogt op deze plaatsen ‘netjes’, want de beplanting groeit niet over. Maar het is niet het eindbeeld dat bij deze beplantingssoorten thuis hoort.

Daarnaast valt het op dat er veel verschillende beplantingen bij plantvakken voorkomt. Op een aantal plaatsen is daardoor niet helder wat de bedoeling is met de beplanting.

afbeelding binnen de regeling

Spelen

afbeelding binnen de regeling

Figuur 3.5: beheerkwaliteit speeltoestellen

Gemiddeld is de kwaliteit van de speeltoestellen een A niveau. Af en toe is de kleur van de speeltoestellen niet meer zo helder (vaal). Omdat dit geen onderdeel is van de gebruikte beeldmeetlat is dit niet in de score terug te zien.

afbeelding binnen de regeling

Figuur b2.4: Impressie beeldkwaliteit speeltoestellen

Kunstwerken

afbeelding binnen de regeling

Figuur b2.5: beheerkwaliteit kunstwerken

De kwaliteit van kunstwerken is heel wisselend. De meeste bruggen zien er goed uit. Deze hebben weinig gaten en scheuren, weinig hoogteverschil in de overgang van wegdek naar brugdek. En er is weinig tot geen rotting te zien, de slijtage van de deklaag is minimaal. Bij een enkele brug zijn de leuningen onstabiel, ook zitten daar wat gaten/rotting in.

De beschoeiing ziet er over het algemeen niet zo goed uit, gemiddeld een C niveau. Wel zijn er ook locaties waargenomen waar de beschoeiing er wel goed uitziet.

De staat van de openbare verlichting scoort gemiddeld een A/B kwaliteit. De masten staan regelmatig licht tot duidelijk scheef. Wat daarnaast opvalt is dat het armatuur regelmatig vies is.

afbeelding binnen de regeling

Figuur b2.5: impressie beeldkwaliteit kunstwerken

Verkeersvoorzieningen

afbeelding binnen de regeling

Figuur b2.6: beheerkwaliteit verkeersvoorzieningen

Over het algemeen is de kwaliteit van de verkeersvoorzieningen constant met een gemiddelde A/B-kwaliteit. Afwijkend hierop is de beeldmeetlat -staat bank- met een gemiddelde B/C kwaliteit.

De banken bevatten regelmatig krassen waardoor de dekkingsgraad niet volledig is. Ook zijn er geverfde banken waarbij de verf lang niet overal meer te zien is. Opvallen bij de kunststof banken is dat de leuning regelmatig is doorgezakt.

afbeelding binnen de regeling

Figuur b2.7: impressie beeldkwaliteit verkeersvoorzieningen

Wegen

afbeelding binnen de regeling

Figuur b2.8: beheerkwaliteit wegen

De wegen scoren gemiddeld een A/B kwaliteit. De staat van de asfaltverharding scoort gemiddeld iets hoger, namelijk een A.

Wel zijn er enkele negatieve uitzonderingen, stukjes asfalt, onder andere op de begraafplaats die er slecht uitzien.

Één asfaltweg buiten de bebouwde kom had veel voegvulling. Waarschijnlijk betrof het hier een asfaltlaag bovenop een betonverharding.

afbeelding binnen de regeling

Figuur b2.9: impressie beeldkwaliteit wegen

Reiniging

afbeelding binnen de regeling

Figuur b2.9: beheerkwaliteit reiniging

Reiniging scoort met gemiddeld een A niveau hoger dan gemiddeld. Uitzondering hierop is de vullingsgraad van de afvalbakken met een gemiddelde B kwaliteit.

Onkruid op verharding valt op door de variatie in scores. Meestal is vrij weinig onkruid aanwezig op de rijbaan en meer onkruid op voetpaden en lastiger te bereiken locaties.

afbeelding binnen de regeling

Figuur b2.10: impressie beeldkwaliteit reiniging

Bijlage 3 Onderbouwing financiële analyse

Beschikbaar budget

De beschikbare middelen voor het beheer en onderhoud (dagelijks en groot onderhoud) bedragen 2,37 miljoen euro en zijn afkomstig van de exploitatiebegroting 2018. De doorrekening gaat over de uitvoerende onderhoudswerkzaamheden in de openbare ruimte. De volgende indirecte kosten zijn daarom buiten beschouwing gelaten:

  • De personeelskosten van de binnendienst medewerkers (niet uitvoerend);

  • De personeelskosten van de niet productieve uren van de buitendienst, denk aan aan- en af- rijtijden, verlof e.d.

  • Toegerekende personele kosten die niet productie gebonden zijn, zoals toegerekende concernkosten;

  • Kapitaallasten (rente en afschrijving);

  • VAT-kosten (voorbereiding, administratie en toezicht).

In de begrotingsreflectie is aangegeven welke begrotingsposten zijn meegerekend om het beschikbaar budget voor de uitvoerende onderhoudswerkzaamheden te bepalen.

Per kolom binnen team BOR geeft dit het volgende bedrag.

Kolom groen (groen, spelen en onderhoud begraafplaatsen)

€ 863.174

Kolom grijs (verharding en meubilair)

€ 687.282

Kolom blauw (civiele kunstwerken, water en openbare verlichting)

€ 473.995

Kolom oranje (reiniging)

€ 348.656

Totaal binnen BKP

€ 2.373.108

Benodigd budget

Het benodigd budget voor het dagelijks en groot onderhoud van de openbare ruimte bedraagt circa 2,33 miljoen euro. Riolering, personeelskosten niet uitvoerende medewerkers (indirecte kosten/ binnendienst), VAT kosten en kapitaallasten zijn buiten beschouwing gelaten. De volgende tabel geeft het benodigd budget weer.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Toelichting doorrekening huidige gemiddelde kwaliteit

De benodigde beheerbudgetten zijn met impactonline© berekend op basis van aangeleverde areaalgegevens;

  • °

    het uurtarief

  • °

    werkpakketten

  • °

    eenheidsprijzen

De werkpakketten en eenheidsprijzen zijn gebaseerd op landelijk erkende normen, denk aan IMAG en GWW en marktprijzen.

Vervolgens zijn zij aangepast op de specifieke uitgangspunten in de gemeente, zoals de grondslag, bepaalde uitvoeringsmethoden (o.a. maai-methodes, onkruidbestrijdings-methodes), vervuilingssnelheid en huidige kwaliteit.

Daarnaast is rekening gehouden met ‘overige taken’. Het is een theoretische calculatie die uitgaat van een homogene kwaliteit en leeftijd van het te onderhouden areaal.

afbeelding binnen de regeling

Overige taken 

Bij een aantal beheercategorieën zijn ‘overige taken’ toegevoegd. Overige taken bestaan uit:

  • Taken die geen onderdeel zijn van een werkpakket uit impactonline© maar wel door de eigen buitendienst worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld het faciliteren van zelfbeheer en evenementen.

  • Vaste kosten, zoals energie voor verlichting.

  • De kosten voor water en waterbouwkundige constructies die ‘vast’ op een B kwaliteit staan, ongeacht het te kiezen beheerscenario.

Arealen 

De gemeente Wijk bij Duurstede heeft ca. 13.000 are groen, waarvan ruim 2/3 gras en 13.000 bomen. Er is 12.500 are verharding, waarin de verhouding elementen en asfaltverharding ca. 50%-50% is, 72 km water, 194 stuks civiele kunstwerken en ruim 14.000 stuks meubilair (inclusief speeltoestellen).

Onderhoud type

Eenheid

Totaal

Woonwijken

Centrum

Hoofdwegen

Buiten de bebouwde kom

Parken

Industrieterrein

Begraafplaatsen

Sportparken

GROEN

are

12922

5317

192

1357

4142

1195

344

169

207

VERHARDING

are

12517

6348

389

1757

3474

90

352

8

11

WATER

m1

8962

3353

455

43

3083

2028

0

0

0

CIVIELE KUNSTWERKEN

stuk

194

55

6

12

100

16

1

2

2

MEUBILAIR

stuk

14363

7606

1551

2108

1937

407

559

51

144

De areaalgegevens zijn afkomstig van het beheersysteem aangevuld met aannames door adviesbureau Cyber voor palen, straatnaamborden, belijning en markering.

In bijlage 3 zijn meer details van het areaal weergegeven en is aangegeven hoe de aannames tot stand zijn gekomen.

Huidige beheerkwaliteit waarmee is doorgerekend

De volgende tabel geeft de huidige beheerkwaliteit (op basis van de quickscan, bestekken en interviews) weer per categorie en per gebiedstype. Met deze gegevens is de doorrekening gemaakt.

Vervangingswaarde vastgoed

Om een indruk te krijgen van de verhouding tussen de jaarlijkse beheerkosten in relatie tot de waarde van het te beheren vastgoed, zijn de kosten uitgerekend die nu zouden moeten worden uitgegeven, als alle voorzieningen direct moeten worden vervangen.

Deze kosten komen grof geschat uit op 93,54 miljoen euro.

De berekende beheerkosten voor dagelijks en groot onderhoud komen uit op circa 2,5 % van de vervangingswaarde van het vastgoed. Er bestaat geen norm die aangeeft hoe hoog dit percentage moet zijn.


Noot
1

CROW is een afkorting van Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek