Procedureregeling functiebeschrijving en -waardering gemeente Winsum

Geldend van 09-12-2015 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-06-2014

Intitulé

Procedureregeling functiebeschrijving en -waardering gemeente Winsum

Burgemeester en wethouders van de gemeente Winsum;

Overwegende:

dat bij besluit van 19 mei 2015/Nr. 03/21 is vastgelegd dat de gemeente Winsum per 1 juni 2014 voor het

beschrijven en waarderen van functies aansluiting zoekt bij het sectorale functiewaarderingssysteem

HR21 en terzake een licentieovereenkomst heeft gesloten;

dat het noodzakelijk is dat in lijn met de uitgangspunten van HR21 een nieuwe procedureregeling,

afgestemd op een generieke wijze van beschrijven en waarderen, wordt vastgesteld;

Gelet op:

het bepaalde in de Bezoldigingsregeling van de gemeente Winsum;

de instemming van de ondernemingsraad 21 oktober 2014 met betrekking tot de aansluiting bij HR21;

de bereikte overeenstemming in de Commissie voor Georganiseerd Overleg van 15 januari 2015 terzake de inhoud van deze regeling;

b e s l u i t e n:

vast te stellen de:

Procedureregeling functiebeschrijving en -waardering gemeente Winsum

ARTIKEL 1: DEFINITIES

Functie:

Het samenstel van feitelijke taken en/of werkzaamheden dat de functiehouder op basis van eenvastgestelde (generieke) functiebeschrijving dient uit te voeren.

Functiebeschrijving:

De generieke beschrijving die krachtens een algemeen verbindend voorschrift door het college vanburgemeester en wethouders als zodanig is vastgesteld voor één of meerdere gelijkwaardige functies. De generieke beschrijving vloeit logisch voort uit de organisatiestructuur en verdeling van taken,

bevoegdheden en verantwoordelijkheden binnen de gemeente Winsum. De generieke functiebeschrijving is een resultaatgerichte weergave van aard, overwegend karakter, niveau encomplexiteit van taken.

Normbeschrijving:

De generieke functiebeschrijving zoals opgenomen in het normbestand van HR21. De norm-beschrijving is voorzien van een vaste waardering (puntenreeks).

Lokale functiebeschrijving:

De volgens het format van HR21 lokaal gewijzigde normbeschrijving of toegevoegde (nieuwe)functiebeschrijving.

Functiehouder:

-de ambtenaar in de zin van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en/of

Uitwerkingsovereenkomst (CAR/UWO) van de gemeente Winsum of

-de werknemer met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht, als bedoeld in artikel 2:5 vande CAR, is aangegaan.

Functiewaardering:

Het bepalen van de relatieve functiewaarde van een functiebeschrijving aan de hand van de in HR21vastgelegde waarderingsmethode.

Bevoegd gezag:

Het college van burgemeester en wethouders.

Bestuurder:

De bestuurder in de zin van de Wet op de ondernemingsraden (WOR).

Directie:

De directie zoals benoemd in het Organisatiereglement gemeente Winsum.

Managementteam:

Het Breed management overleg zoals benoemd in het Organisatiereglement gemeente Winsum.

Externe deskundige:

Een door de systeemhouder (VNG) erkend deskundige inzake de ontwikkeling, toepassing en werkingvan HR21.

Gecertificeerde gebruiker:

De volgens de normering van de extern deskundige opgeleide lokale gebruiker die geautoriseerd is om te werken met HR21.

Bezwarencommissie:

De commissie als bedoeld in de ‘Verordening inzake behandeling bezwaarschriften rechtspositioneleaangelegenheden 1999’, die is ingesteld ingevolge artikel 7:13 Algemene wet bestuursrecht en die zich bezig houdt met de advisering over bezwaarschriften inzake personele aangelegenheden.

ARTIKEL 2: VASTSTELLING FUNCTIEBESCHRIJVINGEN

  • 1. De directie selecteert (in samenspraak met de externe deskundige en/of een gecertificeerde gebruiker) per functie een normbeschrijving uit HR21. Indien de normbeschrijving voor de functie onvolledig is, dan wel een voor de functie dekkende normbeschrijving niet beschikbaar is, wordt een lokale functiebeschrijving opgesteld.

  • 2. De geselecteerde normbeschrijving(en) en/of lokale beschrijving(en), wordt/worden besproken binnen het managementteam en door of namens de bestuurder voorlopig vastgesteld. De voorlopig vastgestelde functiebeschrijving(en) wordt/worden door de bestuurder ter informatie aangeboden aan de ondernemingsraad (OR).

  • 3. Indien sprake is van een organisatiebrede functiebeschrijvingssronde, of indien sprake is van een organisatorische verandering zoals bedoeld in artikel 25 lid 1 van de WOR, dan stelt de bestuurder de OR in de gelegenheid advies uit te brengen over de voorgenomen vaststelling van de beschrijvingen. Artikel 25 lid 2 tot en met 6 en artikel 26 WOR zijn in dat geval van overeenkomstige toepassing.

  • 4. Met inachtneming van het bepaalde in lid 2 of 3, legt de directie de functiebeschrijvingen ter vaststelling voor aan het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag stelt de aldus voor de gemeentelijke functies tot stand gekomen (norm- en lokale) functiebeschrijvingen bij algemeen verbindend voorschift vast.

ARTIKEL 3: WIJZIGING FUNCTIEBESCHRIJVINGEN

  • 1. Bij wijziging van de structuur, taken of doelstellingen van de organisatie wordt, onderverantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, door of namens de directie bezien of devastgestelde functiebeschrijvingen volledig en/of toereikend zijn. Het selecteren, wijzigen ofopstellen van nieuwe functiebeschrijvingen verloopt volgens de procedure als beschreven in artikel 2.

  • 2. Een verzoek tot heroverweging van de bestaande functiebeschrijvingen kan ook worden ingediend door de OR.

ARTIKEL 4: FUNCTIEWAARDERING LOKALE FUNCTIEBESCHRJVINGEN

  • 1. In opdracht van het bevoegd gezag worden door de gecertificeerde gebruiker en/of externedeskundige, aan de hand van de in HR21 vastgelegde functiewaarderingsmethode, alle lokalefunctiebeschrijvingen gewaardeerd.

  • 2. De waarderingsresultaten van de lokale functiebeschrijvingen worden ter toetsing aangeboden aan de externe deskundige en de directie eventueel aangevuld met een lid van de OR.

  • 3. De waarderingsresultaten worden opgenomen in een eindadvies functiewaardering aan het bevoegd gezag. Het waarderingsadvies bevat in ieder geval:

  • a. Een motivering, gerubriceerd per invalshoek en dimensie, van de subscores en de totaalscore per lokale functiebeschrijving;

  • b. Een overzicht van de functiewaarderingsresultaten van alle lokale functiebeschrijvingen

  • c. Een gecombineerd overzicht van de functiewaarderingsresultaten van alle geselecteerde normbeschrijvingen en lokale functiebeschrijvingen.

  • d. Een verslag van de toetsing als bedoeld in lid 2 van dit artikel.

ARTIKEL 5: VASTSTELLING FUNCTIEWAARDERING EN CONVERSIETABEL

  • 1. Het bevoegd gezag stelt de waarderingen vast met inachtneming van het eindadviesfunctiewaardering. Afwijking van het advies kan slechts plaatsvinden op basis van zwaarwegende argumenten. Het bevoegd gezag stelt de waarderingen van de lokale functiebeschrijvingen bij algemeen verbindend voorschrift vast.

  • 2. Het bevoegd gezag stelt op basis van de vastgestelde gemeentelijke salarisstructuur, naverkregen overeenstemming binnen de commissie voor Georganiseerd Overleg, eenconversietabel vast. Wijziging van de gemeentelijke salarisstructuur vindt niet plaats zonderovereenstemming binnen de commissie voor Georganiseerd Overleg.

  • 3. Door middel van toepassing van de vastgestelde conversietabel worden de waarderingen van alle geselecteerde normbeschrijvingen en lokale functiebeschrijvingen omgezet naar functionele schalen.

ARTIKEL 6: VOORBEREIDING INDELINGSADVIES, INDELINGSBESLUIT, BEZWAAR EN BEROEP

  • 1. Het managementteam aangevuld met een P&O adviseur adviseert het bevoegd gezag over de indeling van de functies in normen/of lokale functiebeschrijvingen.

  • 2. In geval van een organisatiebrede functiebeschrijvingsronde, of indien sprake is van een ingrijpende organisatorische verandering, wordt het indelingsadvies ter toetsing voorgelegd aan een indelingscommissie. De indelingscommissie bestaat uit:

  • a. een lid aan te wijzen door het bevoegd gezag, niet zijnde een bestuurder van de gemeente of anderszins werkzaam voor of bij de gemeente;

  • b. een lid aan te wijzen door de werknemersdelegatie vanuit de commissie voor Georganiseerd Overleg, niet werkzaam bij of voor de gemeente of vaste adviseur van de werknemersdelegatie in de Commissie voor Georganiseerd Overleg;

  • c. een voorzitter, aan te wijzen door de leden onder a en b.

  • 3. Het bevoegd gezag maakt aan de functiehouder schriftelijk bekend welke (norm- of lokale) functiebeschrijving zij voornemens is op de functie van toepassing te verklaren (indelingsbesluit). In het voorgenomen indelingsbesluit zijn tevens de gevolgen opgenomen voor de inschaling, het salaris en/of de bezoldiging

  • 4. De functiehouder wordt in de gelegenheid gesteld zijn/haar zienswijze over de indeling aan de norm- of lokale functiebeschrijving kenbaar te maken. De termijn voor het kenbaar maken van de zienswijze bedraagt vier weken. De zienswijze wordt schriftelijk en gemotiveerd kenbaar gemaakt aan het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag legt de zienswijze ter advisering voor aan het managementteam.

  • 5. Na het verstrijken van de termijn als bedoeld in lid 4, maakt het bevoegd gezag, indien van toepassing na kennisneming van de ingediende zienswijze(n) van de functiehouder(s) en het advies van het managementteam, binnen acht weken schriftelijk en gemotiveerd aan de functiehouder bekend in welke functiebeschrijving de functie van de functiehouder is ingedeeld en welke de gevolgen zijn voor de inschaling, het salaris en/of bezoldiging.

ARTIKEL 7: NIEUWE EN GEWIJZIGDE TAKEN

  • 1. Indien aan een functiehouder, door of namens de direct leidinggevende, nieuwe of gewijzigde taken worden opgedragen, dan heroverweegt het bevoegd gezag, na en met inachtneming van het advies van het managementteam, de indeling in de functiebeschrijving.

  • 2. Indien de heroverweging leidt tot een nieuw indelingsbesluit, dan is het bepaalde in artikel 6 (met uitzondering van lid 2) van overeenkomstige toepassing. In het geval dat de heroverweging niet leidt tot een nieuw indelingsbesluit, dan wordt de functiehouder hiervan onverwijld in kennis gesteld.

ARTIKEL 8: OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

  • 1. Het bevoegd gezag kan nadere regels stellen omtrent hetgeen in deze procedureregeling is neergelegd voorzover aard en strekking van deze regeling zich daartegen niet verzet. Indienen voor zover bij nadere regels van deze regeling wordt afgeweken, dient hierover voorafgaand instemming te worden gevraagd aan de ondernemingsraad.

  • 2. In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet beslist het bevoegd gezag

  • 3. Deze regeling, welke kan worden aangehaald als ‘Procedureregeling functiebeschrijving en - waardering gemeente Winsum’, treedt per 1 juni 2014 in werking en vervangt de “Procedureregeling organieke functiebeschrijving en -waardering gemeente Winsum”.

  • 4. De “Procedureregeling organieke functiebeschrijving en -waardering gemeente Winsum” blijft na 1 juni 2014 van kracht voor de functies die op deze datum in een nazorgronde volgens de FUWA-met systematiek werden herbeschreven en gewaardeerd, totdat de nazorgronde is afgerond met een onherroepelijke waardering.

  • burgemeester en wethouders van de gemeente Winsum,

  • Secretaris, Burgemeester,