Algemene Subsidieverordening Welzijn Gemeente Winsum 2009

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. welzijn

het welbevinden en de ontplooiing van de burger zoals bevorderd door zorg, educatie, recreatie, cultuur, sport en emancipatie.

b. subsidie

de aanspraak op financiële middelen als bedoeld in artikel 4:21 Awb.

c . incidentele subsidie:

een subsidie voor de uitvoering van bepaalde activiteiten op het gebied van welzijn, die het karakter hebben van een eenmalig evenement of van een nieuwe opzet of werkwijze

d. structurele subsidie:

een subsidie voor activiteiten op het gebied van welzijn die een structureel karakter dragen.

e. waarderingssubsidie:

een incidentele subsidie van ten hoogste € 500,-- ter stimulering van activiteiten dan wel ter erkenning en waardering hiervan, waarbij in beginsel geen verband bestaat tussen de kosten die de subsidieontvanger maakt en de subsidie die zij ontvangt.

f. budgetsubsidie:

een structurele subsidie die op grondslag van activiteiten, producten of prestaties, waarbij het subsidiebedrag direct is gerelateerd aan een met de subsidieontvanger overeengekomen niveau van activiteiten, producten of prestaties en de daarbij behorende prioriteitsstelling.

g. uitvoeringsovereenkomst:

een privaatrechtelijke overeenkomst waarin de instelling zich verplicht om de activiteiten te verrichten en de overeengekomen producten en prestaties te leveren waarvoor de subsidie is verleend.

h. subsidieprogramma Welzijn:

een overzicht van alle subsidieaanvragen in een bepaald jaar waarin een gemotiveerd voorstel wordt gedaan over de toekenning of weigering van de gevraagde subsidies.

i. subsidieplafond

het subsidieplafond, zoals bedoeld in artikel 4.22 Awb.

Artikel 3 Reikwijdte

Deze verordening is van toepassing op de subsidiëring van activiteiten op het gebied van welzijn. Daaronder worden in ieder geval verstaan activiteiten op het gebied van:

• -

  Jeugd

• -

  Ouderen en zorg

• -

  Leefbaarheid

• -

  Sport en recreatie

• -

  Cultuur en educatie

• -

  Nader door de raad aan te wijzen activiteiten

Artikel 8 Gegevens bij een aanvraag

• 1.

  Bij aanvragen voor incidentele subsidie dient in ieder geval overlegd te worden:

  • a.

    een beschrijving van de voorgenomen activiteit;

  • b.

    een begroting van inkomsten en uitgaven van de activiteit;

  • c.

    een inzage in de financiële positie van de aanvrager.

• 2.

  Burgemeester en wethouders kunnen binnen een door hen te bepalen termijn overlegging van andere stukken of anderszins nadere informatie verlangen indien zij dit voor de beoordeling van de aanvraag nodig achten.

• 3.

  Burgemeester en wethouders kunnen conform artikel 4.4. van de Awb beslissen dat voor het aanvragen van incidentele subsidie gebruik moet worden gemaakt van een aanvraagformulier.

Artikel 11 Gegevens bij een aanvraag

• 1.

  Bij aanvragen voor structurele subsidie dient in ieder geval jaarlijks overlegd te worden:

  • a.

    een activiteitenplan van het jaar waarvoor subsidie aangevraagd wordt;

  • b.

    een begroting van het jaar waarvoor subsidie aangevraagd wordt;

  • c.

    een begroting van het lopende boekjaar

  • d.

    een inzage in de financiële positie van de aanvrager van het voorgaande jaar.

• 2.

  Naast de in het eerste lid genoemde gegevens dient bij aanvragen voor budgetsubsidie tevens overlegd te worden een beschrijving van het beoogde resultaat van de activiteiten in relatie tot de gestelde doelen, zo mogelijk uitgedrukt in meetbare resultaten.

• 3.

  Burgemeester en wethouders kunnen binnen een door hen te bepalen termijn overlegging van andere stukken of anderszins nadere informatie verlangen indien zij dit voor de beoordeling van de aanvraag nodig achten.4. Burgemeester en wethouders kunnen conform artikel 4.4. van de Awb beslissen dat voor het aanvragen van structurele subsidie gebruik moet worden gemaakt van een aanvraagformulier.

Artikel 18

• 1.

  De subsidieontvanger dient na afloop van de activiteiten of het tijdvak waarvoor de subsidie is verleend een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

• 2.

  De aanvraag tot vaststelling wordt ingediend binnen een bij de subsidieverlening te bepalen termijn.

• 3.

  De subsidieontvanger toont Burgemeester en wethouders bij de aanvraag tot subsidievaststelling de benodigde gegevens overeenkomstig artikel 4.45 van de Algemene wet bestuursrecht.

• 4.

  De subsidieontvanger toont Burgemeester en wethouders bij de aanvraag tot subsidievaststelling anderszins nadere informatie indien dit bij de subsidieverlening is bepaald.

Artikel 19

• 1.

  Zolang de subsidie niet is vastgesteld kunnen Burgemeester en Wethouders de beschikking tot verlening van subsidie intrekken of ten nadele van subsidieontvanger wijzigen, indien:

  • a.

    de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden;

  • b.

    subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de verplichtingen die bij de verlening van subsidie zijn gesteld;

  • c.

    subsidieontvanger met het oog op de verlening van subsidie onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;

  • d.

    de subsidieverlening anderszins onjuist was en rechthebbende dit wist of behoorde te weten;

  • e.

    een omstandigheid waartoe een voorbehoud als bedoeld in artikel 14 is gemaakt, zich heeft voorgedaan.

• 2.

  De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is verleend.

Artikel 20

• 1.

  Burgemeester en wethouders kunnen de beschikking tot vaststelling van subsidie intrekken of ten nadele van subsidieontvanger wijzigen:

  • a.

    op grond van feiten of omstandigheden waarvan zij bij het vaststellen van de subsidie redelijkerwijs niet op de hoogte konden zijn en waardoor de subsidie lager zou zijn vastgesteld;

  • b.

    indien de subsidievaststelling onjuist was en begunstigde dit wist of behoorde te weten;

  • c.

    indien de subsidieontvanger na de subsidievaststelling niet heeft voldaan aan de verplichtingen, die aan de subsidie zijn verbonden.

• 2.

  Intrekking of wijziging dient te geschieden binnen vijf jaren na vaststelling van de subsidie.

Artikel 21

• 1.

  Het subsidiebedrag wordt overeenkomstig de vaststelling van de subsidie betaald.

• 2.

  Betaling geschiedt binnen vier weken na de vaststelling van de subsidie, tenzij bij de verlening van subsidie anders is bepaald.

Artikel 24

• 1.

  De verplichting tot betaling van een subsidiebedrag of een voorschot wordt opgeschort met ingang van de dag waarop burgemeester en wethouders aan de subsidieontvanger schriftelijk kennis geven van het ernstig vermoeden dat er grond bestaat de verlening of vaststelling van subsidie in te trekken of ten nadele van de ontvanger te wijzigen.

• 2.

  Een onverschuldigd betaald subsidiebedrag of voorschot kan worden teruggevorderd tot vijf jaar na de vaststelling van de subsidie.

Artikel 25

• 1.

  Burgemeester en wethouders kunnen van de bepalingen in deze verordening afwijken, indien toepassing ervan zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

• 2.

  Op een aanvraag die is ingediend voor de inwerkingtreding van deze verordening wordt op grond van de voor dat tijdstip geldende regels beslist.

• 3.

  Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van de maand na de dag waarop zij is bekendgemaakt.

• 4.

  Met ingang van de dag als bedoeld in het derde lid wordt de ‘Algemene Subsidieverordening Welzijn 2007 gemeente Winsum’ ingetrokken.

• 5.

  Deze verordening wordt aangehaald als: "Subsidieverordening Welzijn gemeente Winsum 2009".

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Winsum in zijn openbare vergadering van 16 juni 2009

De raad voornoemd,

voorzitter,

griffier,