Regeling vervallen per 01-01-2015

Werktijdenregeling

Geldend van 01-01-1997 t/m 31-12-2014 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-1997

Intitulé

Werktijdenregeling

Het college van burgemeester en wethouders van Winsum;

gelet op de Arbeidstijdenwet, de Arbeidsomstandighedenwet, de Wet op de ondernemingsraden, de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten (CAR) en de Uitwerkingsovereenkomst (UWO);

besluit:

vast te de stellen de volgende

Werktijdenregeling

Artikel 1 – toepassing

Deze regeling is van toepassing op het personeel can de gemeente Winsum met uitzonder van het onderwijs-, schoonmaak-, sporthal- en zwembadpersoneel.

Artikel 2 – begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • Arbeid: elke lichamelijke of geestelijke inspanning die de werkgever van de werknemer verlangt.

  • Arbeidsduur/arbeidstijd: de vooraf vastgestelde omvang van het aantal uren in een bepaalde periode gedurende welke door de werknemer arbeid moet worden verricht.

  • Bandbreedte: de marges waarbinnen de feitelijke arbeidsduur per week kan fluctueren. Voor een voltijd werknemer bedraagt deze marge 30-42 uur. Voor deeltijders geldt een staffel.

  • Bedrijfstijd: de tijd waarbinnen producten worden voortgebracht en diensten door de klanten kunnen worden benaderd.

  • Buitengewoonverlof: verlof met behoud van bezoldiging zoals bedoeld in artikel 6.4 e.v. CAR/UWO.

  • Compensatieverlof: het aantalmopgebouwde vrije uren tot stand gekomen doordat feitelijke arbeidsduur de formele arbeidsduur overtreft, waaraan jaarlijks een maximum wordt gesteld.

  • Dagdeel: de arbeidstijd voor of na de pauze.

  • Feitelijke arbeidsduur per week: de arbeidsduur zoals die voor de werknemer voor een bepaalde week is vastgesteld.

  • Fictieve begin/eindtijd: de tijd waarop de werknemer gewoonlijk zijn werkzaamheden aanvrangt, respectievelijk beeindigt.

  • Fictieve werktijd: de tijd die in geval van zakelijke afwezigheid gehanteerd wordt.

  • Formele arbeidsduur per week: de arbeidsduur volgens aanstelling.

  • (Lunch)pauze: een tijdruimte van tenminste een half uur, waarmee de arbeid tijdens de dienst wordt onderbroken en de werknemer geen enkele verplichting heeft ten aanzien van de bedongen arbeid.

  • Openingstijd: de tijd dat het gemeentehuis voor het publiek geopend is.

  • Tijdregistratie: een systeem van registratie waarmee de aanwezigheid van werknemers in het gemeentehuis/op de werkplek wordt bijgehouden.

  • Verlof: het jaarlijks op grond van de CAR/UWO vastgestelde aantal vakantiedagen, berekend in uren.

  • Werkdag: een dag waarop de werknemer arbeid moet verrichten.

  • Werktijd: de periode tussen vastgestelde tijdstippen waarbinnen door de werknemer arbeid moet worden verricht.

  • (Werktijden)rooster: de verzameling van individueel of collectief vastgestelde werktijden.

  • Zakelijke afwezigheid: de tijd dat de werknemer niet op de werkplek aanwezig is in verband met vergaderingen, cursussen en dergelijke.

Artikel 3 – werkdag

Werkdagen zijn de maandag tot en met de vrijdag.

Artikel 4 – werktijd

De werknemer moet op werkdagen arbeid verrichten tussen 7.30 uur en 18.00 uur en tijdens de in artikel 5 genoemde afwijkende bedrijfstijd.

Artikel 5 – bedrijfstijd

  • De bedrijfstijd loopt van 8.00 uur tot 17.00 uur. Voor bepaalde functies geldt een afwijkende bedrijfstijd in verband met regelmatig terugkerende werkzaamheden. Het gaat hierbij om:

  • - de notulist van raadsvergaderingen, aanwezig bij de raadsvergaderingen;

  • - de scretaris van de raadscommissies, aanwezig bij de vergaderingen van de raadscommissies;

  • - de contactpersoon voor de dorpskernen, aanwezig bij dorpskernenbezoeken;

  • - de vertegenwoordiger van eenheid Beheer & Onderhoud, aanwezig bij dorpskernenbezoeken;

  • - medewerkers van de Centrale Balie en Burgerzaken, aanwezig tijdens wekelijkse avondopenstelling;

  • - de bodes, aanwezig bij raadsvergaderingen.

Artikel 6 – openingstijden

  • 1. Het gemeentehuis is op werkdagen tussen 9.00 uur en 16.00 uur en op dinsdagavond tussen 19.00 uur en 20.00 uur geopend.

  • 2. Er wordt gezorgd voor een zo optimaal mogelijke personeelsbezetting gedurende de openingstijden.

Artikel 7 – (lunch)pauze

  • 1. De lunchpauze is variabel. De pauze bedraagt minimaal een half uur aaneengesloten per werkdag en moet uiterlijk na 5 uur arbeidstijd worden opgenomen.

  • 2. Indien de werkzaamheden dat noodzakelijk maken kan worden vastgelegd dat er op vaste tijden die te worden gepauzeerd.

Artikel 8 – formele arbeidsduur

De formele arbeidsduur voor voltijd-werknemers bedraagt 36 uur per week.

Artikel 9 – feitelijke arbeidsduur

  • 1. De feitelijke arbeidsduur kan afwijken van de formele arbeidsduur en bedraagt voor voltijd-werknemers maximaal 40 uur per week.

  • 2. De feitelijke arbeidsduur wordt vooraf één maal per vier maanden vastgelegd in een werktijdenrooster.

  • 3. Indien de feitelijke arbeidsduur langer is dan de formele arbeidsduur dan wordt de meer gewerkte tijd gecompenseerd in vrije tijd.

Artikel 10 – werktijdenrooster

  • 1. De feitelijke arbeidsduur van de voltijd-werknemer kan naar zijn keuze en in overleg met het afdelingshoofd als volgt in een werktijdenrooster worden vastgelegd:

  • - feitelijk 40 uur per week werken; per periode van vier maanden worden vooraf 48 uur ingeroosterd, de overige uren worden bijgeschreven op de verlofkaart;

  • - feitelijk 36 uur per week werken door het hanteren van model 32/40, model 41/2 dag per week of 7,2 uur per dag te werken.

  • 2. Voor de feitelijke arbeidsduur voor deeltijders geldt het zelfde als in het vorige lid, met dien verstande dat rekening wordt gehouden met het aantal uren van hun aanstelling in verhouding tot het aantal uren van een voltijd-werknemer.

  • 3. Voor de eenheid Beheer en Onderhoud wordt een collectief werktijdenrooster opgesteld.

Artikel 11 – bandbreedte

  • 1. De bandbreedte voor werknemers met:

  • - een feitelijke arbeidsduur van 0-12 uur per week bedraagt: 2 uur;

  • - een feitelijke arbeidsduur van 12-24 uur per week bedraagt: 4 uur;

  • - een feitelijke arbeidsduur van 24-36 uur per week bedraagt: 6 uur.

  • 2. Aan het eind van een kalendermaand mag de bandbreedte minimaal –6 uur en maximaal +6 uur bedragen. Bij een negatief saldo van meer dan 6 uur wordt het meerdere als opgenomen (compensatie)verlof beschouwd. Bij een positief saldo van meer dan 6 uur vervalt het meerdere. In overleg met het afdelingshoofd kan in bijzondere gevallen hiervan worden afgeweken.

  • 3. De bandbreedte kan niet worden opgenomen voor de duur van een heel dagdeel. In overleg met het afdelingshoofd kan in bijzondere gevallen hiervan worden afgeweken.

  • 4. De bandbreedte kan zonodig worden ingeroosterd.

Artikel 12 – (compensatie)verlof

  • 1. Het aantal (compensatie)verlofdagen wordt in uren berekend.

  • 2. Een (compensatie)verlofdag staat gelijk aan het aantal op die dag volgens het rooster te werken uren.

  • 3. De per vier maanden in te roosteren compensatieverlofdagen die niet gebruikt zijn vervallen aan het einde van de betrokken periode. In overleg met het afdelingshoofd kan in bijzondere gevallen hiervan worden afgeweken.

Artikel 13 – Overgang (compensatie)verlofdagen naar het nieuwe kalenderjaar

  • 1. Er kunnen maximaal zeven (compensatie)verlofdagen worden meegenomen naar het nieuwe kalenderjaar.

  • 2. In bijzondere gevallen kan in overleg met het afdelingshoofd en de gemeentesecretaris van het in het eerste lid bepaalde worden afgeweken.

Artikel 14 – afwezigheid tijdens ziekte/buitengewoon verlof

  • 1. Tijdens afwezigheid tijdens ziekte of buitengewoon verlof wordt geen compensatieverlof opgebouwd.

  • 2. Indien de werknemer ziek is op een vooraf ingeroosterde (compensatie)verlofdag kan deze verlofdag op een ander tijdstip worden opgenomen.

  • 3. De vanwege ziekte of buitengewoon verlof gemiste opbouw van compensatieuren wordt in mindering gebracht op het jaarlijks maximaal op te bouwen compensatieverlof.

Artikel 15 – zakelijke afwezigheid

In geval van zakelijke afwezigheid wordt de werkelijke begin- en eindtijd in acht genomen voor zover deze valt tussen 7.30 uur en 18.00 uur. In overleg met het afdelingshoofd kan in bijzondere gevallen hiervan worden afgeweken.

Artikel 16 – doktersbezoek en dergelijke

De werknemer wordt geacht op de werkplek aanwezig te zijn geweest vanaf zijn fictieve begintijd en/of tot aan zijn fictieve eindtijd.

Artikel 17 – tijdregistratie

  • 1. De registratie van de aankomst-, pauze- en vertrektijden vindt plaats door middel van registratie-apparatuur. Iedere werknemer dient persoonlijk gebruik te maken van deze registratie-apparatuur en wel:

  • - bij het begin van de werkdag;

  • - bij het begin en einde van de (lunch)pauze, tenzij de pauze niet langer dan een half uur duurt en de werknemer het gebouw niet verlaat;

  • - bij het einde van de werkdag;

  • - bij het verlaten van het gemeentehuis.

  • 2. De eenheid Beheer en Onderhoud heeft een eigen tijdregistratie-systeem.

Artikel 18 – vangnetbepaling

In de gevallen waarin het reglement niet voorziet beslist de gemeentesecretaris.

Artikel 19 – ondernemingsraad

De ondernemingsraad krijgt jaarlijks een overzicht van de gevallen waarin ontheffing is verleend of buiten het reglement om is besloten.

Artikel 20 – inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 1997.

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders in zijn vergadering d.d. 6 oktober 1998.

burgemeester,

secretaris,