Mee®doen Met Minima Werken aan Perspectief

Geldend van 14-01-2015 t/m heden

Intitulé

Mee®doen Met Minima Werken aan Perspectief

Mee®doen Met Minima Werken aan perspectief

In het voorjaar 2014 is door de vier gemeenteraden van de gemeenten Bedum, De Marne, Winsum en Eemsmond (BMWE) de beleidsnota BMWE-gemeenten Minimabeleid ’t Hoogeland vastgesteld. De beleidsnota is het uitgangspunt voor de verdere invulling van de beleidsregels voor het minimabeleid.

De visie zoals die staat in de beleidsnota BMWE-gemeenten Minimabeleid ’t Hoogeland is als volgt:

Visie Minimabeleid

Het beleid van onze gemeenten is er op gericht dat onze burgers zo zelfstandig mogelijk meedoen en een eigen verantwoordelijkheid hebben. Voor burgers voor wie de bijstand een tijdelijk vangnet is, kan ons minimabeleid ondersteuning bieden.

Dit beleid richt zich op twee hoofddoelen, te weten:

  • ·

    Bevorderen van participatie en zelfredzaamheid, en

  • ·

    inkomensondersteuning, bij voorkeur in de vorm van maatwerk , aan diegenen die het financieel niet redden.

Uitgangspunten

De visie resulteerde in een vijftal uitgangspunten:

  • 1.

    Individueel maatwerk bij tijdelijke inkomensondersteuning;

  • 2.

    Vermindering armoedeval en werken moet lonen;

  • 3.

    Beperkt doelgroepenbeleid;

  • 4.

    Een brede toegankelijkheid tot schuldhulpverlening met een beroep op de eigen verantwoordelijkheid van de burger;

  • 5.

    Armoedebestrijding is niet het monopolie van de gemeenten.

Nu is er nog sprake van verschillende minimaregelingen per gemeente. In bijlage 1 zijn de huidige regelingen per gemeente weergegeven.

Met de visie en de uitgangpunten in gedachten volgen hieronder voorstellen om de minimaregelingen voor de BMWE-gemeenten gezamenlijk inhoud te geven. De paragrafen volgen de hierboven beschreven vijf uitgangspunten. We eindigen met een paragraaf over de financiën, het proces en de communicatie.

1.Individueel maatwerk bij tijdelijke inkomensondersteuning

Met ingang van 1 januari 2015 vervalt, door de invoering van de Participatiewet, de vergoeding van kosten op basis van het behoren tot een bepaalde groep mensen, zoals ouderen, chronisch zieken of gehandicapten. In de toekomst maken we een individuele afweging over nut en noodzaak van de vergoeding van kosten. Wel stellen we regels aan het maatwerk. Financiële regels over budget en hoogte vergoeding, en inhoudelijke regels over welke kosten worden vergoed zijn te vinden in bijlage 2. In deze bijlage zijn de beleidsregels bijzondere bijstand opgenomen. Deze beleidsregels zijn niet nieuw, maar deels herschreven naar aanleiding van de wijzigingen in wet-en regelgeving per 1 januari 2015. Zo beperkt de Participatiewet de gemeentelijke vrijheid op het gebied van categoriale regelingen, wordt de AWBZ vervangen door de Wet langdurige zorg (Wlz) en gaan diverse vormen van zorg en ondersteuning vallen onder de Zorgverzekeringswet of Wmo.

Daarnaast is er altijd de mogelijkheid, mocht een specifieke situatie daartoe aanleiding geven, om af te wijken van de beleidsregels op grond van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 4:84 Awb

Het bestuursorgaan handelt overeenkomstig de beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.

2.Vermindering armoedeval en werken moet lonen

De armoedeval dient te worden verminderd en werk / participatie moet lonen. Daarom zetten we het minimabeleid ondersteunend en activerend in ter bevordering van participatie. Betaald werk is het beste medicijn tegen armoede.

Voorstel vergoeding representatiekosten

Doel: om het zoeken van een baan te stimuleren.

We vergoeden representatiekosten voor die mensen die dat, naar oordeel van de werkcoaches, nodig hebben voor het solliciteren. Vergoeding representatiekosten € 150, - voor bijvoorbeeld kleding, kapper of persoonlijke hygiëne. Vergoeden op declaratiesbasis.

3.Beperkt doelgroepenbeleid

Er zijn in de beleidsnota BMWE-gemeenten Minimabeleid ’t Hoogeland twee doelgroepen benoemd die extra aandacht vragen: chronisch zieken en gehandicapten en kinderen.

Chronisch zieken en gehandicapten

De regeling chronisch zieken komt vanaf 1 januari 2015 te vervallen omdat bijstand voor doelgroepen (categoriaal) wettelijk niet meer is toegestaan. Ook zijn per 1 januari 2015 de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en Compensatie Eigen Risico (CER) niet meer van kracht. De Wmo biedt een mogelijkheid voor compensatie voor chronisch zieken en gehandicapten. De compensatie Wtcg en CER kan worden ondergebracht in het Garant Verzorgd pakket van Menzis. Dit komt verderop in deze paragraaf aan de orde.

Kinderen

Wat betreft de doelgroep kinderen willen we de aanbevelingen van de Kinderombudsman onder de aandacht brengen (bijlage 3). In 2013 hebben de colleges van de BMWE-gemeenten besloten om een van de aanbevelingen van de Kinderombudsman te volgen en wel door het beschikbaar stellen van een kledingpas, onderdeel van het kind pakket.

In de Verzamelbrief van 19 december 2013 over ontwikkelingen en actualiteiten op het gebied van sociale zaken en werkgelegenheid heeft de staatsecretaris gevraagd de armoedegelden zo gericht mogelijk in te zetten voor het doel waarvoor ze bestemd zijn en daarbij specifiek aandacht te besteden aan kinderen. Een instrument hiervoor is de website Kansvoormijnkind.nl die in januari 2014 is gelanceerd. De website is een initiatief van het Nibud en Stimulansz.

Specifieke kind regelingen

Voorstel startpakket voortgezet onderwijs(bundeling Startfonds voortgezet onderwijs en Computerregeling schoolgaande kinderen)

Doel: overgang van basisonderwijs naar middelbare school faciliteren.

Als een kind voor het eerst naar de middelbare school gaat, komen ouders/verzorgers in aanmerking voor het startpakket voorgezet onderwijs.

Als er nog geen laptop, tablet of pc in het gezin aanwezig is, kan 1 middel worden vergoed. Een printer of noodzakelijke software vallen ook binnen het pakket. Verder gaat het om indirecte kosten zoals een schooltas, leermiddelen en fiets.

Voorstel startpakket voortgezet onderwijs

Vergoeding eerste kind €750, - en elk kind daarna € 500, -. Op declaratiebasis

Voorstel participatiefonds(komt in plaats van Stimuleringsfonds / Sport Mee / Doe mee / Oude participatiefonds)

Doel: maatschappelijke participatie ter voorkoming of doorbreking van sociaal isolement.

Uitsluitend sociaal-culturele, educatieve en sportieve activiteiten komen voor de tegemoetkoming in aanmerking. Voor de volgende kosten kan een beroep worden gedaan op het Participatiefonds. Dit betreft een limitatieve lijst:

  • ·

    lidmaatschap en lessen sportvereniging of sportschool,

  • ·

    muziekvereniging of muziekschool

  • ·

    zwemles,

  • ·

    lidmaatschap bibliotheek,

  • ·

    handwerkclub,

  • ·

    peuterspeelzaal,

  • ·

    scouting,

  • ·

    toegang musea,

  • ·

    schoolreisjes,

  • ·

    onderwijsbijdrage.

Het college kan de declaratiemogelijkheden op grond van de limitatieve lijst wijzigen.

De vergoeding bedraagt €200, - per persoon per jaar.

Ook willen we voorstellen als beperkende voorwaarde aan het participatiefonds op te leggen dat de vergoeding alleen geldt voor sociaal-culturele, educatieve en sportieve activiteiten binnen het werkgebied van de BMWE-gemeenten tenzij een activiteit niet binnen dit gebied voorhanden is.

Sportkleding zit niet in het pakket. Dat is de verantwoordelijkheid van de ouder/verzorger. Waar nodig kan daarvoor een beroep worden gedaan op het Jeugdsportfonds .

Bijdragen voor activiteiten die gelieerd zijn aan welzijnsorganisaties die werkzaam zijn voor of namens de BMWE-gemeenten komen ook voor vergoeding in aanmerking.

Voorstel participatiefonds

Vergoeding voor kosten van de limitatieve lijst: €200, - per persoon op declaratiebasis.

Voorstel kinderfeestje

Kinderen onder de 18 die een kinderfeestje willen geven komen in aanmerking voor een extra bedrag. De kosten moeten wel verantwoord en gespecificeerd kunnen worden. Dit controleren we steekproefsgewijs.

Doel: om sociale uitsluiting van kinderen te voorkomen. Er is inmiddels contact gezocht met Stichting Jarige Job. Onderzocht wordt in hoeverre in samenwerking kinderen in de BMWE-gemeenten extra ondersteuning kunnen krijgen.

Voorstel kinderfeestje

Extra bedrag: €50, - per kind per jaar op declaratiebasis

Eenmalige tegemoetkoming volwassenen 2014

In 2013 is voor kinderen van Minima een fashioncheque beschikbaar gesteld. Dit jaar zijn opnieuw middelen beschikbaar voor eenmalige ondersteuning. Hieraan wordt invulling gegeven door opnieuw deze cheque te verstrekken, maar nu ten behoeve van de volwassenen. De gedachte hierachter is dat de aanschaf van representatieve kleding kan bijdragen bij in participatie. Hiermee wordt tevens voorzien in een eerste levensbehoefte. De cheque kan eenmalig worden aangevraagd tot uiterlijk 1 april 2015. Belanghebbenden in de uitkering krijgen de cheque zonder aanvraag.

Voorstel eenmalige tegemoetkoming volwassenen 2014

Voorgesteld wordt om per volwassene (18+) een bedrag van € 50,00 in de vorm van een fashioncheque te verstrekken.

Voorstel inschakelen digitale jeugdraad

Doel: om kinderen te vragen waar zij behoefte aan hebben.

Voorstel inschakelen digitale jeugdraad

Aan het inschakelen van de digitale jeugdraad zijn geen kosten verbonden.

Collectieve zorgverzekering

De BMWE-gemeenten kennen nu een collectieve zorgverzekering , waarbij een korting wordt geboden op de basisverzekering en de aanvullende pakketten. Hierdoor worden belanghebbenden met een lager inkomen beter in staat gesteld om zich adequaat te verzekeren tegen medische kosten. De premiekorting geldt alleen voor verzekerden die gebruik willen maken van de collectieve zorgverzekering van Menzis. Met de collectieve zorgverzekering van Menzis worden extra ziektekosten vergoed, die niet langer vanuit de individuele bijzondere bijstand worden bekostigd. Het gaat hierbij bijvoorbeeld voor kosten van optische hulpmiddelen en eigen bijdragen.

Tegemoetkoming (aanvullende) zorgverzekering

Voor belanghebbenden die elders verzekerd zijn, geldt geen premiekorting. Om deze groep burgers ook te kunnen ondersteunen wordt voorgesteld om, op aanvraag, een tegemoetkoming in de kosten van de premie te verstrekken. Deze tegemoetkoming wordt gelijkgesteld aan de premiekosten voor het Garantverzorgdpakket die gemeenten moeten voldoen. Deze kosten zijn geraamd op € 7,00 per maand.

Voor de toegang tot de ondersteunende maatregelen worden de inkomens- en vermogenscriteria gehanteerd zoals die zijn vastgesteld in het gemeentelijk minimabeleid.

De wijziging van de collectieve zorgverzekering en de Premiekorting (aanvullende) zorgverzekering en de tegemoetkoming (aanvullende) zorgverzekering zijn opgenomen in een separaat collegevoorstel.

Compensatie Eigen Risico

Naast de mogelijkheid tot het bieden van een goede zorgverzekering of het verstrekken van een tegemoetkoming in de kosten, kan ook een bijdrage worden verstrekt in de kosten van het verplicht Eigen Risico dat iedere zorgverzekering kent. Deze tegemoetkoming werd eerder jaarlijks verstrekt door het Rijk vanuit de CER. De tegemoetkoming bedroeg € 99,00 per belanghebbende.

Het rijk gaat er van uit dat mensen hun eigen risico uit regulier inkomen kunnen betalen.

Menzis biedt gemeenten de mogelijkheid om het Eigen Risico (ER) voor alle Menzis-verzekerden af te kopen. De kosten van afkoop van het ER zijn voor gemeenten zeer hoog en vormen hierdoor een financieel risico. Daarbij past de afkoop van het ER niet in het beleid van gemeenten waarin de nadruk ligt op het individuele maatwerk.

Het Rijk is er niet in geslaagd om een goede definitie te schrijven voor het begrip Chronisch Ziek of Gehandicapt. Hierdoor ontbrak een goede toetsing voor toegang tot deze regelingen.

Door gericht burgers te ondersteunen die gedurende 3 jaar lang het Eigen Risico als gevolg van medische kosten verbruiken, kan eenvoudig het schrijven van een definitie worden voorkomen. Voorgesteld wordt om aan deze belanghebbenden op aanvraag eenmaal per jaar de Compensatie Eigen Risico van € 99,00 te verstrekken.

De regeling Compensatie Eigen Risico is middels een separaat collegevoorstel ter vaststelling aangeboden aan de colleges van BMWE.

Wettelijke inkomensondersteunende maatregelen

Naast de doelgroepen die we in het doelgroepenbeleid benoemd hebben, kinderen en chronisch zieken en gehandicapten, heeft de wetgever in de Participatiewet voor twee groepen inkomensondersteunende maatregelen ingevoerd. Deze worden in een verordening geregeld. Het gaat om:

  • ·

    Een individuele studietoeslag voor studenten die door beperkingen niet in staat zijn het minimumloon te verdienen;

  • ·

    Een individuele inkomenstoeslag (voormalige langdurigheidstoeslag) voor die groep die langdurig (nu drie jaar) een laag inkomen heeft.

4.Een brede toegankelijkheid tot schuldhulpverlening met een beroep op de eigen verantwoordelijkheid van de burger

Schuldhulpverlening is een belangrijk onderdeel van het minimabeleid. In 2012/2013 hebben de BMWE-gemeenten de plannen voor deze wettelijke taak voor de gemeenten door de raden vast laten stellen. In alle vier de BMWE-gemeenten is de schuldhulpverlening breed toegankelijk voor alle inwoners. Het is dus niet gekoppeld aan inkomensniveau.

Gemeente Eemsmond neemt deel aan de gemeenschappelijke regeling van de Volkskredietbank.

Gemeenten Bedum, De Marne en Winsum kopen diensten in bij de Groningse Krediet Bank.

Humanitas Thuisadministratie speelt een belangrijke rol bij het op orde krijgen van de administratie en het voorkomen of verminderen van schulden. We komen hier in paragraaf 5 op terug.

5.Armoedebestrijding is niet het monopolie van de gemeenten

Bij de bestrijding van armoede willen we als gemeenten samenwerken met maatschappelijke organisaties. Ook staatssecretaris Klijnsma pleit voor samenwerking met maatschappelijke organisatie als het gaat om armoedebestrijding. Het uitgangspunt is om een meerjarige subsidierelatie aan te gaan. Aan deze relatie worden voorwaarden verbonden voor wat betreft omvang en inhoud van activiteiten en/of prestaties. De resultaten worden middels een jaarlijkse evaluatie getoetst. Aan de hand van deze toetsingresultaten wordt vervolgens zowel het subsidiebedrag als de periode van voortzetting bezien1.

In hun Werkplan 2015 geeft Humanitas ’t Hoogeland aan hoe ze Thuisadministratie willen vormgeven. In het Werkplan 2015 staan nog andere activiteiten die Humanitas wil ondernemen zoals het Kanskaartenproject.

1. Artikel 4:51 Awb

1. Indien aan een subsidieontvanger voor drie of meer achtereenvolgende

jaren subsidie is verstrekt voor dezelfde of in hoofdzaak dezelfde voortdurendeactiviteiten, geschiedt gehele of gedeeltelijke weigering van de subsidie voor een daarop aansluitend tijdvak op de grond, dat veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten zich tegen voortzetting of ongewijzigde voortzetting van de subsidie verzetten, slechts met inachtneming van een redelijke termijn.

2. Voor zover aan het einde van het tijdvak waarvoor subsidie is verleend sedert de bekendmaking van het voornemen tot weigering voor een daarop aansluitendtijdvak nog geen redelijke termijn is verstreken, wordt de subsidie voor het resterendedeel van die termijn verleend, zo nodig in afwijking van artikel 4:25, tweede lid.

De bescherming van artikel 4:51 Awb is alleen van toepassing, indien aan alledrie de volgende criteria wordt voldaan:

- de subsidie wordt tenminste drie jaren verstrekt;

- de subsidie wordt verstrekt voor dezelfde of in hoofdzaak dezelfde voortdurende activiteiten;

- de subsidie wordt verlaagd of beëindigd vanwege veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten.

De drie zojuist genoemde criteria zijn doorslaggevend voor het bepalen van het toepassingsbereik van artikel 4:51 Awb.

Voorstel Humanitas Thuisadministratie en Kanskaartenproject

Steeds meer mensen hebben moeite met het op orde brengen en houden van hun administratie. Ook verantwoord omgaan met geld, het voorkomen en oplossen van schulden en het invullen van formulieren wordt voor velen steeds complexer. Geconstateerd is dat de vraag naar laagdrempelige financieel- administratieve stijgt. Het gaat hier om relatief lichte ondersteuning. Hierdoor stijgt het aantal hulpvragen bij Thuisadministratie (TA). De TA van Humanitas biedt voor velen laagdrempelige hulp. Vrijwilligers willen graag hun deskundigheid inzetten om mensen te helpen bij hun financiële problemen. Steeds meer mensen kloppen aan bij de Groninger Kredietbank (GKB) en VKB Noordoost-Groningen te Appingedam met het verzoek om een schuldregeling en/of budgetbeheer. De TA wordt ingeschakeld ter ondersteuning van deze hulpvragers bij het compleet maken van hun dossier voor schuldsanering. Het vrijwilligerswerk sluit direct aan bij de uitgangspunten van de Wmo, het inzetten op eigen kracht en hulp betrekken uit sociale netwerk, en ook bij het armoedebeleid.

Doel: mensen ondersteuning bieden die het om een of andere reden niet lukt de eigen (financiële) administratie op orde te brengen, te krijgen en te houden. Vrijwilligers ondersteunen tijdelijk met het doel dat mensen uiteindelijk zelf hun administratie weer doen. Hiermee wordt ergere problematiek voorkomen en neemt de druk op professionele hulpverlening af.

Op basis van de hulpvraag wordt bekeken of deze past binnen het project of doorverwijzing naar een andere instelling effectiever is.

Op basis van het Werkplan en de begroting van Humanitas stellen we voor een bedrag van € 19.000,- beschikbaar te stellen . Het gaat hierbij om Humanitas Thuisadministratie en het Kanskaartenproject.

Voorstel Stichting Leergeld

Doel: de Stichting Leergeld zet zich in voor de participatie van kinderen in de leeftijd van 4 tot 18 jaar. Het inkomen van het gezin waartoe het kind behoort, mag maximaal 120% van het minimumloon bedragen. De stichting werkt aanvullend op wat de gemeenten doen uitgaande van de beperkende voorwaarde voor het Participatiefonds. De Stichting inventariseert de behoefte van het kind en maakt voor de ondersteuning gebruik van voorzieningen van derden. Hierbij valt te denken aan de regelingen die gemeenten hebben voor het minimabeleid en provinciale regelingen. In een beperkt aantal gevallen kan gebruik gemaakt worden van het vangnet van de Stichting.

Voorstel Stichting Leergeld

Het voorstel is om voor de Stichting Leergeld een bedrag van € 15.000,- voor 2014 beschikbaar te stellen als startbudget alsmede een voorfinanciering voor 2015. Stichting Leergeld kan activiteiten vergoeden die niet op de limitatieve lijst staan.

Voorstel Jeugdsportfonds

Doel: kinderen van financieel niet draagkrachtige ouder(s)/verzorger(s) een kans bieden om te gaan sporten. Het Jeugdsportfonds Groningen betaalt voor deze kinderen een lidmaatschap of sportartikelen zodat ze lid kunnen worden van een sportclub. Motto van het Jeugdsportfonds is: alle kinderen moeten kunnen sporten!

Het Jeugdsportfonds geeft kinderen door sport een kans zich positief te ontwikkelen. De sport biedt hen structuur en vormt een vangnet tegen afglijden. Pluspunten van sportbeoefening opsommen is niet moeilijk: sporten is gezond, bevordert de fysieke en mentale ontwikkeling, brengt de jeugd spelenderwijs gevoel van discipline bij en creëert zelfvertrouwen en eigenwaarde. Sport verbroedert, is een uitlaatklep en biedt houvast.

Op het Jeugdsportfonds kan pas een beroep worden gedaan als andere financieringsmogelijkheden ontbreken of zijn uitgeput. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten:

  • ·

    De bijdrage wordt verstrekt om jeugdigen uit gezinnen met een minimuminkomen deel te laten nemen aan een sportactiviteit;

  • ·

    Het gezinsinkomen bedraagt maximaal 105% van het wettelijk sociaal minimum;

  • ·

    In uitzonderingsgevallen moet een intermediair met een financiële rapportage kunnen aantonen dat de ouder(s)/verzorger(s) over onvoldoende financiële draagkracht beschikken om het sporten te kunnen betalen.

Aanpak

De aanmelding van de kinderen (leeftijd tot 18 jaar) is in handen van, door het Jeugdsportfonds, erkende intermediairs. Intermediairs zijn op een professionele wijze betrokken bij de scholing, opvoeding en begeleiding van kinderen. Bijvoorbeeld schoolartsen, maatschappelijk werkers, leerkrachten, jeugdhulpverleners, wijkagenten of buurtwerkers. Het netwerk van intermediairs van het Jeugdsportfonds is breed waardoor de doelgroep beter bereikt kan worden. De intermediairs monitoren dat kinderen daadwerkelijk sporten. Na de aanvraag door een intermediair besluit het Jeugdsportfonds over de toekenning. Bij een positief besluit vergoedt het fonds een sportlidmaatschap of de aanschaf van sportartikelen.

Het budget is maximaal 225 euro per jaar en wordt rechtstreeks overgemaakt aan de club/vereniging of aan de intermediair. De intermediair ziet er op toe dat het kind daadwerkelijk en voor langere tijd meedoet aan de sportactiviteiten van de club/vereniging waarvoor het geld beschikbaar is gesteld.

Ouder(s)/verzorger(s), kinderen en sportclubs/sportverenigingen kunnen niet rechtstreeks een beroep doen op het Jeugdsportfonds. Als sport gelden in ieder geval alle door het NOC*NSF erkende sporten.

Organisatie en financiering

Het Jeugdsportfonds Groningen is een zelfstandig onderdeel van de Stichting Jeugdsportfonds Nederland. De benodigde gelden om het sporten mogelijk te maken komen van subsidies, giften en sponsoren.

Voorstel Jeugdsportfonds

Het voorstel is om voor het Jeugdsportfonds een bedrag van € 10.000,- voor 2014 beschikbaar te stellen als startbudget alsmede een voorfinanciering voor 2015. Het Jeugdsportfonds kan activiteiten vergoeden die niet op de limitatieve lijst staan.

Voorstel SUN

Doel: SUN Groningen heeft als doel mensen financiële hulp te verlenen die in dringende financiële nood verkeren.

Aanpak

Het werkgebied van SUN omvat de gemeenten in de provincie Groningen die aan SUN deelnemen. In die gemeenten kunnen medewerkers van instellingen waarmee SUN afspraken heeft gemaakt, aanvragen indienen. SUN helpt alleen als er geen of onvoldoende gebruik gemaakt kan worden van wettelijke regelingen of andere voorzieningen. Het geld voor de verstrekkingen komt van fondsen en donaties. Aanvragen bij SUN worden schriftelijk ingediend via een formulier.

Voorstel SUN

SUN werkt met genormeerde bedragen gebaseerd op aantal inwoners per gemeente . Voor 2014 is dat € 11.910 ,- en voor 2015 € 9.246,-.

Voorstel Voedselbank

Doel: het helpen van personen die door omstandigheden tijdelijk niet in staat zijn om in de algemene kosten van het bestaan te voorzien.

De voedselbank richt zich vooral op de etensvoorziening. In veel gemeenten in Nederland is een voedselbank actief. De vrijwilligers van de voedselbanken zetten zich met hart en ziel in om mensen te helpen die het financieel moeilijk hebben. Voor een gemeente kan de lokale voedselbank een belangrijke partner zijn bij het tegengaan van armoede- en schuldenproblematiek. De cliënten van de voedselbank hebben behoefte aan tijdelijke extra ondersteuning, soms op meerdere levensgebieden tegelijkertijd. Als BMWE-gemeenten willen we hier vroegtijdig en laagdrempelig ondersteuning bieden, waardoor deze mensen weer financieel zelfredzaam kunnen worden.

Naast ondersteuning aan kwetsbare mensen leveren de voedselbanken ook een bijdrage aan het tegengaan van de voedselverspilling. Voedselbanken Nederland geeft aan dat voedselbanken moeite hebben om voldoende (kwalitatief goed) voedsel te verkrijgen. Het ontbreekt partijen vaak niet aan de wil, maar samenwerking tussen partners in de voedselketen en de voedselbanken komt niet eenvoudig tot stand. Als gemeenten kunnen we deze samenwerking tussen bedrijfsleven en voedselbanken stimuleren en faciliteren, bijvoorbeeld door het bijeenbrengen van partijen. We stellen voor de samenwerking met de voedselbank te intensiveren.

Bijvoorbeeld een consulent van de gemeente die bij uitgiftemomenten van voedsel de mensen wijst op de regelingen en deze toelicht. Voorwaarde hiervoor is dat Bedum zich aansluit en dat in de BMWE-gemeenten de uitgifte van voedsel goed geregeld wordt.

De Voedselbank wordt geconfronteerd met strengere regelgeving voor de opslag van voedsel. De huidige locatie voldoet niet en aanpassen is geen optie met oog op de ruimte en de kosten. Daarbij is uitbreiding van opslagcapaciteit nodig nu ook inwoners van Bedum een beroep kunnen gaan doen op deze Voedselbank. Als gevolg van de toename van het aantal cliënten en de kosten voor (inrichting)bedrijfsruimte zal een redelijk jaarbedrag meer structureel wenselijk zijn. Vooralsnog wordt alleen een bedrag voor 2014 en 2015 voorgesteld.

Voorstel Voedselbank

Voor zowel 2014 en 2015 wordt voorgesteld om per jaar een bedrag van € 20.000,- beschikbaar te stellen.

Voorstel Pact voor samenredzaamheid

Doel: bevorderen van samenwerking en kennisuitwisseling tussen gemeenten, maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven op het vlak van armoede- en schuldenproblematiek.

Mensen die te maken hebben met armoede- en schuldenproblematiek bevinden zich in een kwetsbare positie. Een effectieve aanpak van armoede- en schuldenproblematiek is dan ook van groot belang. Gemeenten zijn hiervoor primair verantwoordelijk, maar naast gemeenten leveren ook veel private en maatschappelijke partijen een belangrijke bijdrage. Daarom is het belangrijk dat gemeenten, maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven samenwerken en kennis uitwisselen. Om dit beter mogelijk te maken kunnen gemeenten één aanspreekpunt organiseren voor private en maatschappelijke partijen die zich inzetten voor het aanpakken van armoede- en schuldenproblematiek. Dit gebeurt via het Pact voor samenredzaamheid dat in maart 2013 van start is gegaan.

We gaan aan de slag met het opzetten en uitvoeren van een gezamenlijk actieprogramma gericht op het versterken van de zelfredzaamheid en inzet van de kracht van de samenleving. Doel van het actieprogramma is  voorkoming en bestrijding van armoede. We willen mogelijkheden scheppen om iemand zijn eigen oplossing te laten  creëren. Het niet voor iemand oplossen maar  MET.

Dat programma heeft het karakter van een ‘open bron’. Iedereen kan er aan meedoen. We willen een samenleving van Noaberschap, Naastenliefde en Solidariteit waar, ongeacht welke overtuiging, plaats is voor een menswaardig bestaan.

Het  programma wordt een paraplu voor een rijk en kleurrijk palet van initiatieven, genomen door mensen,  organisaties en samenwerkingsverbanden. Initiatieven die we een voedingsbodem, ruimte  en – waar nodig en gewenst- ondersteuning bieden.

Om inhoud te kunnen geven aan het Pact is voldoende financiering nodig. Met de beschikbaar te stellen middelen kunnen projecten gedraaid worden als de Eigenkrachtcafe’s, de exploitatie van moestuinen etc. Er is een aanjager/coördinator gewenst om de krachten in het maatschappelijke veld te bundelen, dit gebeurd niet vanzelf, dit vraagt personele inzet van de gemeenten.

Financiering

Bedrag reserveren voor een fonds waaruit projecten van het Pact voor samenredzaamheid bekostigd kunnen worden.

Voorstel Pact voor samenredzaamheid

Voor 2014 € 12.000,- en voor 2015 € 40.000,- beheerd door de gemeenten.

6.Financiën, proces en communicatie

Financiën

Het kabinet heeft extra middelen vrijgemaakt voor de bestrijding van armoede- en schuldenproblematiek. Een groot deel van deze middelen gaat naar de gemeenten. De middelen worden niet geoormerkt, om beperking van de mogelijkheden voor maatwerk en extra uitvoeringslasten te voorkomen. Als gevolg van de wijziging in wet- en regelgeving komen diverse kosten niet langer voor vergoeding in aanmerking. Verder verdwijnen de wijzigen categoriale regelingen.

Als gevolg de wijzigingen in wet en regelgeving en extra financiering van het Rijk kunnen de voorstellen worden uitgevoerd binnen de beschikbare budgetten. Hiermee wordt voldaan aan de opdracht die verstrekt is door de raden.

Vanuit de Klijnsma-gelden resteert nog een bedrag. Dit bedrag is nog niet ingevuld en biedt mogelijkheid voor financiering van innovatieve projecten gericht op armoedebestrijding. Ook biedt dit bedrag ruimte voor incidentele extra financiering van projecten en/of organisaties.

Voor 2014 wordt eenmalig voorgesteld om een bedrag te stellen voor de inkoop van fashioncheques voor cliënten die op peildatum 1 december recht hebben op gemeentelijke uitkering. Het budget bedraagt € 75.000,- .

Voor de BMWE- gemeenten is een apart financieel overzicht bijgevoegd (zie bijlage 4). Daarin zijn de beschikbare budgeten weergegeven.

Proces

Beleidsregels bijzondere bijstand en de beleidsregels minimabeleid worden door het college vastgesteld. De verordeningen Participatiewet worden door de raad in januari 2015 vastgesteld.

Communicatie

Voorkomen moet worden dat mensen die recht hebben op regelingen, deze niet gebruiken omdat men niet bekend is met de regelingen of de aanvraag te ingewikkeld is. Gemeenten kunnen verschillende communicatiemethoden inzetten om mensen te wijzen op het bestaan van regelingen, bijvoorbeeld door het aanbieden van folders en/of het afleggen van huisbezoeken aan ouderen.

Ook onze maatschappelijke partners moeten bekend zijn met de regelingen zodat ze als intermediair kunnen fungeren (Humanitas, Voedselbanken, Stichting Leergeld, scholen, maatschappelijk werk, GKB/VKB, etc.).

En we moeten zorgen voor een eenvoudige wijze van aanvragen via een begrijpelijk (digitaal) formulier.

Vereenvoudigde aanvraagprocedure

Voor klanten die geen uitkering van de gemeenten ontvangen gaan we een vereenvoudigde procedure vaststellen omtrent het vaststellen van inkomen en vermogen. Normaliter leveren klanten bij een aanvraag bijzondere bijstand de inkomen- en vermogensgegevens aan.

Voor de regelingen die in Mee®doen Met Minimabeschrevenstaan verklaren klanten naar waarheid dat ze onder de relevante inkomens en vermogensgrens vallen. Dit wordt middels een steekproef gecontroleerd. Mocht er aanleiding toe bestaan wordt de procedure herzien. Deze opzet wordt meegenomen in het Interne Controleplan.

De vereenvoudigde procedure geldt voor alle klantregelingen uit Mee®doen Met Minima.

Het draagkrachtpercentage zoals vastgelegd in Beleidsregel 063 (zie bijlage 2) is van toepassing bij uitvoering van de steekproef. Voor het moment van aanvragen geldt Beleidsregel 062 (zie bijlage 2). Dit met uitzondering van de Fashioncheque. Dit is een eenmalige actie en kan tot 1 april 2015 aangevraagd worden.

Het vaststellen van de aanvraagformulieren is gemandateerd aan het hoofd sociale zaken en werk (BMW-gemeenten) en de teamleider KCC derde lijn (Eemsmond).

Bijlagen

Bijlage 1: Overzicht Gemeentelijke regelingen

Bijlage 2: Overzicht beleidsregels bijzondere bijstand

Bijlage 3: Aanbevelingen Kinderombudsman 2013

Bijlage 4: Financieel overzicht BMWE-gemeenten