Regeling vervallen per 28-12-2018

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2017

Geldend van 01-01-2017 t/m 27-12-2018

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2017

De gemeenteraad van Winsum;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2017 (verordening lijkbezorgingsrechten 2017)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. Deze verordening verstaat onder:

    • a)

      Begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Winsum:

    • b)

      Graf: een grafruimte, keldergraf daaronder begrepen, ten aanzien waarvan voor een periode van 30 achtereenvolgende jaren het uitsluitend recht tot het doen begraven van één lijk is verleend, welk recht na het verstrijken van deze termijn door het college van burgemeester en wethouders telkens voor een termijn van 10 achtereenvolgende jaren kan worden verlengd;

    • c)

      Urnengraf: een grafruimte, keldergraf en urnennis daaronder begrepen, ten aanzien waarvan voor een periode van 30 achtereenvolgende jaren het uitsluitend recht tot het doen bijzetten of bijgezet houden van asbussen met of zonder urn is verleend, welk recht na het verstrijken van deze termijn door het college van burgemeester en wethouders telkens voor een termijn van 10 achtereenvolgende jaren kan worden verlengd;

    • d)

      Asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

    • e)

      Urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

    • f)

      Grafbedekking: gedenkteken of grafbeplanting op een graf.

  • 2. Het bijzetten van een asbus wordt voor de toepassing van deze verordening gelijk gesteld met het begraven van een lijk.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats en het onderhoud daarvan.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

Deze verordening kent geen vrijstellingen.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld, waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld

Alle rechten zoals bedoeld in de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het gevestigde recht of de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten zoals bedoeld in de tarieventabel, worden betaald binnen 21 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2. In afwijking van het eerste lid kan het recht bedoeld in hoofdstuk 1, hoofdstuk 2 en hoofdstuk 3 van de tarieventabel worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. In afwijking van het eerste lid kan het recht bedoeld in hoofdstuk 1, hoofdstuk 2 en hoofdstuk 3 van de tarieventabel in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 1.500,00 doch minder is dan € 6.500,00, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in negen nagenoeg gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 4. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan het recht bedoeld in hoofdstuk 1, hoofdstuk 2 en 3 van de tarieventabel via een betalingsregeling worden betaald, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 5. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan het recht als bedoeld in de onderdelen 1.5, 1.6, 1.7 en 1.8 van de tarieventabel worden betaald in 10 gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een jaar later.

  • 6. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Restitutie

  • 1. De rechthebbende welke schriftelijk afstand doet ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf ontvangt daartoe geen restitutie.

  • 2. Wanneer een reservering als bedoeld in artikel 12 lid 1 van de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen 2015 wordt gewijzigd in grafrecht als bedoeld in artikel 14 lid 1 van de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen 2015, ontvangt de rechthebbende over de resterende gehele jaren van de reservering naar rato restitutie van de reserveringskosten. De basis is de som van het oorspronkelijk betaalde bedrag.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de lijkbezorgingsrechten.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2016”, van 8 december 2015, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

  • 4.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

  • 5.

    Deze verordening kan worden aangehaald als de ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2017’.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Winsum in zijn openbare vergadering van 10 november 2016.

De raad voornoemd,

Voorzitter,

Griffier,

Tarieventabel

Tarieventabel behorende bij de “verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2017”

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten

1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een begraafplaats in de gemeente Winsum wordt geheven:

1.1

Voor een graf gedurende een periode van 30 jaar

2.265,86

1.2

Voor een urnengraf gedurende een periode van 30 jaar

1.757,93

1.3

Voor een kindergraf gedurende een periode van 30 jaar

€ 

1.359,52

1.4

Voor een urnennis gedurende een periode van 30 jaar:

1.4.1

op de begraafplaats te Sauwerd en Winsum

1.685,38

1.4.2.

op de begraafplaats te Baflo (50% van 1.4.1)

842,69

1.5

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1 met 10 jaar

497,93

1.6

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.2 met 10 jaar

328,59

1.7

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.3 met 10 jaar

401,16

1.8

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.4 met 10 jaar

1.8.1

op de begraafplaats te Sauwerd en Winsum

304,41

1.8.2

op de begraafplaats te Baflo (50% van 1.8.1)

152,21

1.9

Voor het overschrijven van verleende rechten

39,28

1.10

Voor het reserveren voor een periode van tien jaar van grafruimte zoals bedoeld in artikel 12 van de Beheerverordening begraafplaatsen gemeente Winsum 2015, vastgesteld bij raadsbesluit van 8 december 2015;

369,91

1.11

Voor het verlengen van een reservering als bedoeld in artikel 1.10 met 5 jaar;

184,96

Hoofdstuk 2 Begraven

2

Voor het begraven van een lijk wordt geheven:

2.1

Voor het begraven van een lijk tot en met 12 jaar wordt

geheven

442,61

2.2

Voor het begraven van een lijk ouder dan 12 jaar wordt geheven

737,68

2.3

Voor het begraven op zaterdag wordt het recht, bedoeld in artikel 2.1 en 2.2, verhoogd met

50%

Hoofdstuk 3 Bijzetten van asbussen en urnen

3

Voor het begraven of plaatsen van asbussen en urnen wordt geheven:

3.1

Voor het bijzetten van een asbus of urn in een graf of urnengraf

245,89

3.2

Voor het bijzetten van een asbus of urn in een urnennis

245,89

Hoofdstuk 4 Grafbedekking

4

Voor het afgeven van een vergunning voor het aanbrengen of vernieuwen van grafbedekking, zoals bedoeld in artikel 18 van de Beheerverordening begraafplaatsen gemeente Winsum 2015, vastgesteld bij raadsbesluit van 8 december 2015

4.1

Voor de aanleg van één grafkelder

324,21

4.2

Voor het plaatsen van grafbedekking op een graf, urnengraf of kindergraf

173,72

4.3

Voor de aanleg van één urnkelder (50% van 4.1)

162,11

Hoofdstuk 5 Lijkschouwing

5

Voor het schouwen van een lijk wordt geheven:

5.1

Voor het schouwen van een lijk worden de concrete kosten (inclusief bijkomende kosten) conform de facturen in rekening gebracht.

Hoofdstuk 6 Opgraven en ruimen

6

Voor het op aanvraag opgraven, ruimen en de bezorging van overblijfselen en as wordt geheven, zoals bedoeld in artikel 23.4 en 23.5 van de Beheerverordening begraafplaatsen gemeente Winsum 2015, vastgesteld bij raadsbesluit van 8 december 2015

6.1

Voor het opgraven van een lijk worden de concrete kosten in rekening gebracht, conform de facturen;

6.2

Voor het na opgraven weer opnieuw begraven in hetzelfde graf wordt geheven

Als hfdst. 6.1+2.2

6.3

Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf wordt geheven

Als hfdst. 6.1+2.2

6.4

Voor het opgraven of verwijderen van een asbus of urn wordt geheven

245,89

6.5

Voor het na opgraven weer terugplaatsen van een asbus in hetzelfde graf wordt geheven

245,89

6.6

Voor het na opgraven plaatsen van een asbus in een ander graf wordt geheven

491,78

6.7

Verwijderen asbus uit urnnis + begraven in graf

245,89

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De bepalingen die op grond van dit besluit worden gewijzigd, blijven van toepassing op belastbare feiten die zich voor de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing hebben voorgedaan.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Winsum in zijn openbare vergadering van 10 november 2016.

De raad voornoemd,

voorzitter,

griffier,