Bezoldigingsregeling gemeente Winsum

Geldend van 01-08-2003 t/m heden

Intitulé

Bezoldigingsregeling gemeente Winsum

De raad van de gemeente Winsum;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet en artikel 3:1, eerste lid, van de Collectieve Arbeidsvoorwaarden Regeling (CAR);

gehoord de Commissie voor Georganiseerd Overleg

b e s l u i ten :

vast te stellen de navolgende verordening:

Bezoldigingsregeling gemeente Winsum;

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1

  • Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. Ambtenaar:

  • - de ambtenaar op wie de Collectieve

    Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst

    (CAR/UWO) van toepassing is;

  • - degene die werkzaam is op basis van een

    arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht op basis van artikel 2:5 CAR/UWO;

  • b. Salaris: het bedrag van de schaal dat aan de ambtenaar is toegekend of, indien voor de betrekking een vast bedrag geldt, dit bedrag;

  • c. Uurloon: het 1/156 gedeelte van het - zo nodig naar een volledige betrekking herberekende - salaris;

  • d. Schaal: de in het kader van de bezoldigingsregeling, voor een betrekking of voor een aantal betrekkingen tezamen ter bepaling van het salaris geldende opklimmende reeks van bedragen, daaronder mede begrepen de bedragen welke gelden ter verhoging van het salaris als gevolg van diensttijduitloop;

  • e. Salarisnummer: een aanduiding, bestaande uit een getal of uit een letter en een getal, dat in een salarisschaal voor een salaris is vermeld;

  • f. Maximumsalaris: het hoogste bedrag van een salarisschaal, dat kan worden bereikt door periodieke salarisverhogingen;

  • g. Salarisregel: het verschil tussen twee opeenvolgende salarisbedragen als vermeld in één van de bijlagen van deze regeling;

  • h. Bezoldiging: het salaris, vermeerderd met het bedrag van de aan de ambtenaar toegekende emolumenten en toelagen - niet zijnde onkostenvergoedingen - als omschreven in de bezoldigingsregeling, alsmede het bedrag van de functioneringstoelage en de waarnemingstoelage;

  • i. Betrekking:het geheel van werkzaamheden dat door de ambtenaar is te verrichten;

  • j. Aanloopschaal: de salarisschaal, direct onder de functionele salarisschaal, welke wordt toegekend indien bij de selectie de verwachting bestaat dat de functie nog niet direct volledig kan worden vervuld, maar de redelijke zekerheid aanwezig is, dat de functie na een aanvaardbare inwerkperiode, eventueel in combinatie met gerichte training, volledig kan worden vervuld;

  • k. Functionele schaal: de salarisschaal welke op basis van functiewaardering op een functie van toepassing is verklaard;

  • l. Functiewaarderingsonderzoek: het op systematische wijze in rangorde plaatsen van functies, met als criterium de relatieve zwaarte van het werk;

  • m. Conversie: de vertaling van de gevonden rangorde naar salarisschalen;

  • n. Volledige betrekking: een betrekking waarbij de arbeidsduur per jaar ten hoogste 1836 uur bedraagt en de formele arbeidsduur per week gemiddeld 36 uur bedraagt;

  • o. Overwerk: werkzaamheden door de ambtenaar in dienstopdracht verricht buiten de feitelijke arbeidsduur per week.

  • p. Beoordelingsregeling: verwezen wordt naar de beoordelingsregeling van de gemeente Winsum vastgesteld op 24 april 2001 (in diverse artikelen van de bezoldigingsverordening wordt naar deze regeling verwezen)

Hoofdstuk 2 Salaris

Recht op salaris

Artikel 2

  • 1. Het recht op salaris vangt aan met de dag waarop de aanstelling van de ambtenaar ingaat. Indien in het aanstellingsbesluit geen datum van ingang is vermeld, vangt het recht op salaris aan met de dag waarop de ambtenaar feitelijk in dienst is getreden.

  • 2. Het recht op salaris eindigt, in geval van ontslag, met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat.

  • 3. Het salaris wordt als regel per maand uitbetaald op een door het college van burgemeester en wethouders bepaalde dag, doch uiterlijk op de laatste dag van de maand. Het streven is, om rond de 20e de betaling te laten plaatsvinden.

Gebroken tijdvakken

Artikel 3

Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.

Onvolledige betrekking

Artikel 4

Het salaris van de ambtenaar met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking.

Salarisbedragen

Artikel 5

De salarissen van de ambtenaren van wie het salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage IIa van de CAR/UWO.

Artikel 6

  • 1. De toepassing van bijlage II a van de CAR/UWO vindt plaats conform hetgeen is bepaald in artikel 3:1, derde tot en met vijfde lid van de CAR/UWO. Burgemeester en wethouders bepalen met inachtneming van de resultaten van een functiewaarderingsonderzoek en aan de hand van de vastgestelde conversie de voor de ambtenaar geldende salarisschaal (functionele schaal), tenzij zijn wijze van functioneren zich nog daartegen verzet. Hiertoe wordt te allen tijde een beoordeling opgemaakt. Daarnaast wordt verwezen naar artikel 8, waarin een afwijking van de regel wordt genoemd.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van een functiewaarderingsonderzoek en de daarbij te hanteren methode.

  • 3. Anders dan bij het aanvaarden van passende of gangbare arbeid, dan wel bij wijze van disciplinaire straf, als bedoeld in de CAR/UWO, kan zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem geldende salarisschaal.

Salaris bij bevordering naar hogere schaal

Artikel 7

  • 1. Wanneer de ambtenaar wordt bevorderd naar een salarisschaal met een hoger maximumsalaris, wordt:

  • 1. Voor de ambtenaar, als bedoeld in artikel 3:1, derde lid onder a van de CAR/UWO, het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het bedrag, gelegen onmiddellijk boven het salaris dat de ambtenaar in de oude schaal (aanloop- of functieschaal) zou hebben genoten;

  • 2. Voor de ambtenaar, als bedoeld in artikel 3:1, derde lid onder b, van de CAR/UWO, het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het naasthogere bedrag in die schaal, waarmee gerealiseerd wordt dat het verschil tussen het nieuwe salaris en het oude salaris van de ambtenaar tenminste 75% bedraagt van het verschil tussen het bedrag dat de ambtenaar laatstelijk genoot en het naasthogere bedrag in die oude schaal, dan wel het naastlagere bedrag in die oude schaal, indien het salaris in de oude schaal reeds overeenkwam met het hoogste bedrag uit die schaal.

  • 2. Voorzover nodig zal - in afwijking van het eerste lid onder a - de vooruitgang in salaris tengevolge van de indeling in de schaal met een hoger maximumsalaris nimmer minder bedragen dan het geval zou zijn bij verhoging ingevolge artikel 9 in de schaal waarin de ambtenaar wordt ingedeeld.

  • 3. De datum van bevordering geldt als nieuwe periodiekdatum.

  • 4. Alvorens een bevordering plaats vindt, wordt een personeelsbeoordeling opgemaakt.

Hoofdstuk 3 Instrumenten van flexibele beloning

Aanloopschaal

Artikel 8

  • 1. Van het bepaalde in artikel 6 kan worden afgeweken, als een (nog aan te stellen) ambtenaar de beschreven (en gewaardeerde) functie nog niet volledig en/of naar behoren vervult c.q. kan vervullen. In dat geval vindt de bezoldiging een schaal lager plaats dan de voor de functie geldende schaal (functionele schaal), de zogenaamde aanloopschaal. Alvorens plaatsing in de aanloopschaal plaatsvindt, wordt een personeelsbeoordeling opgemaakt. Uitzondering hierop vormen nieuwe medewerkers, die na een werving en selectieprocedure worden aangesteld.

  • 2. Na maximaal een jaar functioneren wordt de in dienst getreden, dan wel zittende ambtenaar, bevorderd naar de functionele schaal, mits de ambtenaar de functie volledig en naar behoren (in beoordelingstermen: normaal) uitoefent. Alvorens bevordering plaats vindt, wordt te allen tijde een personeelsbeoordeling opgemaakt.

  • 3. Van het in het vorige lid genoemde kan worden afgeweken, als door middel van de personeelsbeoordeling kan worden aangetoond dat de ambtenaar de functie zwak dan wel onvoldoende uitoefent.

  • 4. De afwijking bedoeld in het derde lid, is maximaal een jaar, welke termijn, op basis van een personeelsbeoordeling, bij hoge uitzondering kan worden verlengd.

Periodieke verhoging van het salaris

Artikel 9

  • 1. Het salaris van de ambtenaar die normaal functioneert wordt binnen de voor hem geldende salarisschaal periodiek verhoogd tot het naasthogere bedrag.

  • 2. De periodieke verhogingen worden toegekend aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, voor de eerste maal met ingang van de eerste dag van de maand waarin zijn aanstelling een jaar is verstreken en nadien telkens na een jaar.

  • 3. Het tijdstip waarop ingevolge het vorige lid voor de eerste maal een periodieke verhoging wordt toegekend, kan worden vervroegd indien daartoe naar het oordeel van burgemeester en wethouders aanleiding bestaat.

Inhouden volgende periodiek/geen periodieke verhoging

Artikel 10

  • 1. Bij onvoldoende, dan wel zwak functioneren van de ambtenaar kunnen burgemeester en wethouders bepalen dat ten aanzien van hem salarisverhogingen, als bedoeld in artikel 9, achterwege worden gelaten.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen nadien bepalen dat de salarisverhogingen, welke met toepassing van het eerste lid achterwege zijn gelaten, al dan niet met terugwerkende kracht, alsnog worden toegekend.

  • 3. Een besluit over de toepassing van de leden 1 en 2 van dit artikel vindt plaats aan de hand van een opgemaakte personeelsbeoordeling.

  • 4. Van een beslissing tot toepassing van het eerste lid wordt de ambtenaar zo spoedig mogelijk, doch in elk geval voor de datum waarop anders de salarisverhoging zou ingaan, schriftelijk mededeling gedaan, onder vermelding van de redenen welke tot de beslissing hebben geleid.

Tijdelijke extra periodieke verhoging

Artikel 11

  • 1. Aan een ambtenaar kan op grond van zeer goed, dan wel uitstekend functioneren een toelage worden toegekend door burgemeester en wethouders. Hiertoe wordt een personeelsbeoordeling opgemaakt.

  • 2. Aan een ambtenaar kan op grond van het op goede wijze uitoefenen van bijzondere werkzaamheden (bijvoorbeeld een project) , die uitstijgen boven zijn functieniveau, een toelage worden toegekend door burgemeester en wethouders. Hiertoe wordt een personeelsbeoordeling opgemaakt.

  • 3. De toelage is niet hoger dan 10 procent van het voor de ambtenaar geldende salarisniveau, met dien verstande dat daardoor het maximum van de naast hogere schaal niet wordt overschreden.

  • 4. De toelage wordt toegekend voor de duur van een jaar, met de mogelijkheid van verlenging. Verlenging vindt plaats, nadat een personeelsbeoordeling is opgemaakt.

Extra periodieke verhoging van het salaris

Artikel 12

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen aan de ambtenaar, die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, een extra salarisverhoging toekennen tot een in de voor hem geldende salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris toekennen op grond van:

    • a.

      zeer goed, dan wel uitstekend functioneren;

    • b.

      andere door burgemeester en wethouders van voldoende belang geachte, werkzaamheden.

  • 2. Bij de toepassing van het vorige lid blijft het tijdstip waarop ingevolge artikel 9 een salarisverhoging wordt toegekend onverlet, tenzij burgemeester en wethouders anders bepalen.

  • 3. Het toekennen van de toelage vindt plaats op basis van een personeelsbeoordeling.

Persoonlijke toelage na bereiken maximum functionele schaal

Artikel 13

  • 1. Aan een ambtenaar die het maximum van de voor hem geldende salarisschaal heeft bereikt, kan een persoonlijke toelage als bedoeld in artikel 3:7:8 van de CAR/UWO worden toegekend, indien betrokkene, naar oordeel van burgemeester en wethouders, blijvend uitstekend functioneert.

  • 2. De toelage is niet hoger dan 10 procent van het voor de ambtenaar geldende salarisniveau, met dien verstande dat daardoor het maximum van de naast hogere schaal niet wordt overschreden.

  • 3. De in het eerste lid bedoelde toelage wordt ingetrokken, als de gronden waarop de toelage werd toegekend niet meer aanwezig zijn.

  • 4. Het toekennen (en intrekken) van de toelage vindt plaats op basis van een personeelsbeoordeling.

Gratificatie

Artikel 14

  • 1. Indien een ambtenaar een uitstekende individuele prestatie heeft geleverd, kan hem een gratificatie worden toegekend, als bedoeld in artikel 15:1:28 van de CAR/UWO, in de vorm van extra verlof en/of een gratificatie.

  • 2. De hoogte van de gratificatie bedraagt maximaal € 400,-- netto.

  • 3. Het college is gemachtigd het in lid 2 genoemde bedrag, indien nodig, te indexeren.

Groepsgratificatie

Artikel 15

  • 1. Aan een groep ambtenaren, die een uitstekende collectieve prestatie heeft geleverd, kan een groepsgratificatie worden toegekend.

  • 2. De gratificatie bedraagt maximaal € 50,-- per persoon. De gratificatie wordt aan de groep als geheel toegekend.

  • 3. Het college is gemachtigd het in lid 2 genoemde bedrag te indexeren.

Arbeidsmarkttoelage

Artikel 16

  • 1. De ambtenaar kan om redenen van werving of behoud een toelage worden toegekend.

  • 2. De in het eerste lid genoemde toelage geldt, in voorkomende gevallen eveneens voor andere medewerkers in de betreffende functie, mits deze functie identiek is aan de functie van de medewerker, die voor de toelage in aanmerking komt.

  • 3. De in het eerste lid bedoelde toelage wordt toegekend voor een tijdvak dat tevoren is vastgesteld, met inachtneming van een maximum van drie jaar.

  • 4. De toelage als bedoeld in het eerste lid eindigt op de in het tweede lid vastgestelde vervaldatum. Wanneer de arbeidsmarktsituatie waarop de toelage is gebaseerd nog steeds bestaat, kan opnieuw een toelage als bedoeld in het eerste lid aan de ambtenaar worden toegekend.

  • 5. De hoogte van de toelage als bedoeld in het eerste lid bedraagt maximaal 10% van het maximum van de voor de ambtenaar geldende schaal.

Nadere regels instrumenten flexibele beloning

Artikel 17

Burgemeester en wethouders stellen nadere regels omtrent de toepassing en de hoogte van instrumenten van flexibele beloning als bedoeld in de artikelen 9 tot en met 16.

Geen afbouwregeling

Artikel 18

Bij het beëindigden van instrumenten van flexibele beloning als bedoeld in artikelen 9 tot en met 17 wordt geen afbouwregeling toegepast.

Hoofdstuk 4 Overige toelagen en vergoedingen

Waarnemingstoelage

Artikel 19

Een waarnemingstoelage wordt toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:1:2 van de CAR/UWO.

Overwerkvergoeding

Artikel 20

Aan de ambtenaar voor wie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van schaal 11, wordt ingevolge van overwerk een overwerkvergoeding toegekend, mits daaraan een dienstopdracht ten grondslag ligt, conform hetgeen is geregeld in artikel 3:2 en artikel 3:2:1 van de CAR/UWO.

Overige toelagen

Artikel 21

De overige toelagen worden geregeld in de regeling ‘toelagen en vergoedingen gemeente Winsum’.

Hoofdstuk 5 Overige bepalingen

Onvoorziene gevallen

Artikel 22

Voor de gevallen waarin deze regeling niet of niet naar redelijkheid voorziet, kunnen burgemeester en wethouders een bijzondere regeling treffen.

Slotbepalingen

Artikel 23

Deze regeling kan worden aangehaald als "Bezoldigingsregeling Gemeente Winsum 2003".

De regeling treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op die van de datum van vaststelling waarbij gelijktijdig de Bezoldigingsverordening 1990 wordt ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van
de raad van de gemeente Winsum, d.d.
De raad voornoemd,
, de voorzitter
, de secretaris