Vervangingsregeling directeur uitvoeringsorganisatie van het openbaar lichaam Noord-Groningen (Werkplein Ability)

Geldend van 03-08-2018 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 29-06-2018

Intitulé

Vervangingsregeling directeur uitvoeringsorganisatie van het openbaar lichaam Participatie Noord-Groningen (Werkplein Ability)

Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Participatie Noord-Groningen,

gelet op het bepaalde in:

- Artikelen 16 en 17 van de Gemeenschappelijke regeling Participatie Noord-Groningen, verder te noemen de regeling;

- Mandaat- en volmachtregeling Werkplein Ability (januari 2018);

BESLUIT

vast te stellen de

Vervangingsregeling directeur uitvoeringsorganisatie van het openbaar lichaam Participatie Noord-Groningen (Werkplein Ability)

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    directeur: de directeur, bedoeld in artikel 16 lid 1 van de regeling, tevens WOR-bestuurder als bedoeld in artikel 1 Wet op de ondernemingsraden;

  • b.

    gemeenschappelijke regeling: de gemeenschappelijke regeling Participatie Noord-Groningen;

  • c.

    Werkplein Ability: de handelsnaam van het openbaar lichaam zoals bedoeld in de regeling;

Artikel 2 Plaatsvervanging

  • 1.

    Plaatsvervanging van de directeur treedt op in geval van kortdurende afwezigheid van de directeur onderscheidenlijk een manager als gevolg van verlof of een anderszins voorziene afwezigheid, ziekte dan wel onvoorziene omstandigheden.

  • 2.

    Onder kortdurend wordt hier in elk geval een periode begrepen die niet langer duurt dan eenenveertig kalenderdagen, zoals vermeld in artikel 6, lid 1.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur kan ook voor een kortdurende periode besluiten dat in plaats van de plaatsvervanging een waarneming opportuun is.

Artikel 3 Plaatsvervanger

  • 1.

    De directeur wordt bij zijn afwezigheid vervangen door de plaatsvervangend directeur.

  • 2.

    Plaatsvervanging geldt voor alle taken en bevoegdheden van de directeur.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur kan hiervoor beperkingen of nadere voorwaarden vaststellen.

Artikel 4 Aanwezigheid

De directeur draagt er zorg voor dat bij zijn kortdurende afwezigheid de plaatsvervanger aanwezig is.

Artikel 5 Waarneming

  • 1.

    In geval de afwezigheid van de directeur langer dan tweeënveertig aaneengesloten kalenderdagen duurt, of naar verwachting zal gaan duren, wijst het dagelijks bestuur een waarnemer aan voor de functie van directeur.

  • 2.

    De waarneming kan aan een ander dan de in artikel 3 lid 1 genoemde functionaris worden opgedragen.

  • 3.

    Indien een bevoegdheid is uitgeoefend door een plaatsvervanger of een waarnemer, dient dit in de ondertekening tot uitdrukking te worden gebracht door de gebruikmaking van de woorden “plaatsvervangend directeur” of “waarnemend directeur”, gevolgd door de handtekening en naam van de plaatsvervanger of waarnemer.

Artikel 6 Vergoedingen

  • 1.

    Voor het plaatsvervangerschap wordt geen financiële vergoeding toegekend.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur stelt voor een aangewezen waarnemer een passende vergoeding vast.

Artikel 7 Onvoorzien

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het dagelijks bestuur op voorstel van de voorzitter.

Artikel 8 Slotbepaling

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op de dag na de vaststelling door het dagelijks bestuur.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur draagt zorg voor de bekendmaking.

  • 3.

    Deze regeling wordt aangehaald als: “Vervangingsregeling directeur gemeenschappelijke regeling Participatie Noord-Groningen 2018”.