Jeugdsozennotitie Winsum 2008-2012

Geldend van 21-10-2008 t/m heden

Intitulé

Jeugdsozennotitie Winsum 2008-2012

JEUGDSOZENNOTITIE WINSUM 2008-2012

pagina

Voorwoord

Inleiding

1. Uitgangspunten

2. Stand van zaken

2.1. Winsum een relatief jonge gemeente

2.2. Locaties en spreiding van ontmoetingsplekken

2.3. Activiteitenaanbod en bereik

2.4. Beheer & onderhoud

2.5. Wet- en regelgeving

2.6. Veiligheid

2.7. Ondersteuningsvormen

2.8. Inbedding in lokale samenleving

2.9. Regionaal beeld

2.10.Samenvatting

3. Trends & ontwikkelingen

3.1.Jongerencultuur

3.2.Genotsmiddelen

3.3.Jongerenparticipatie

3.4.Samenvatting

4. Speerpunten jeugdsozenbeleid

4.1.Functionaliteit

4.2.Gezonde leefstijl

4.3.Lokale samenwerking

4.4.Jongerenparticipatie

Bijlagen:

1.Maatregelenplan

2.Gewijzigde subsidiecriteria jeugd

3.Enquête jongeren Winsum

4.Enquête jeugdsozen

2

3

5

7

7

7

9

10

10

12

13

15

16

16

17

17

17

17

19

20

21

23

25

26

VOORWOORD

Voor u ligt de Jeugdsozennotitie Winsum voor de periode 2008-2012. We beogen met dit stuk een beleidskader neer te zetten waar vanuit we in de komende vier en half jaar kunnen werken. Met deze notitie geeft de gemeente aan dat ze belang hecht aan de jeugdsozen. We zullen ons uitspreken over de doelstellingen die we als gemeente nastreven en welke ondersteuningsrol de gemeente op zich gaat nemen. Die ondersteuningsrol vervult zij temidden van de andere spelers in het veld, zoals de soosbesturen, de soosbezoekers, dorpsbewoners en –verenigingen, en niet te vergeten professionals zoals het jongerenwerk, de politie en welzijnsorganisaties die jongeren als doelgroep hebben.

De gemeente ziet een soos in de eerste plaats als een ontmoetingsplek voor jongeren en het beleven van de eigen cultuur. Als sozen goed functioneren zijn het plaatsen die uitstraling hebben. Je kunt er leeftijdgenoten ontmoeten, met andere jongeren samenwerken, en je kunt er vriendschap en ondersteuning vinden.

Een soos is ook een basis voor creativiteit en ontwikkeling van initiatief. Binnen een soos wordt bestuurlijk en organisatorisch werk verricht, en jongeren bedenken hoe ze met een aantrekkelijk aanbod de soos bruisend kunnen houden. Het jongerenwerk vervult daarbij een belangrijke ondersteunende en begeleidende rol.

Een soos is ook een plaats van uitwisseling met andere organisaties. Raakvlakken waar de soos en andere verenigingen elkaar iets te bieden hebben zijn bijvoorbeeld: sport, cultuur, en belangenbehartiging van jonge en volwassen dorpsbewoners.

Tenslotte is een soos een plek waar jongeren experimenteren met uitgaan. De gezondheid van jongeren kan onder invloed van genotsmiddelen onder druk komen te staan. Een soos is dus bij uitstek een plaats waar we jongeren kunnen begeleiden bij verantwoord uitgaan met behoud van een goede gezondheid.

Johan Steen

Wethouder jeugdbeleid

Gemeente Winsum

INLEIDING

Het is tijd voor een vernieuwde visie op de jeugdsozen in de gemeente Winsum. Jeugdsozenbeleid maakt deel uit van het jeugdbeleid. In de notitie Integraal jeugdbeleid (2001) heeft de gemeente de volgende speerpunten benoemd:

  • -

    Een sluitende aanpak van het integrale jeugdbeleid, waardoor de ononderbroken lijn gewaarborgd wordt.

  • -

    Jeugd- en veiligheid; waarbij de nadruk moet worden gelegd op beperken van overlast en het gebruik van alcohol en drugs.

  • -

    Het ontwikkelen van beleid voor jeugdsozen en instellingen die activiteiten voor jongeren organiseren.

De speerpunten zijn nog steeds actueel, en sluiten aan bij de accenten die vanuit het Rijk worden gelegd binnen het integrale jeugdbeleid. Een verandering ten opzichte van 2001 is dat sinds 2003 gemeenten meer taken hebben gekregen op het gebied van preventief jeugdbeleid. Globaal houdt preventief jeugdbeleid in dat de lokale overheid op meerdere terreinen actief moet zijn, met als doel dat jongeren voldoende kansen krijgen om op te op kunnen groeien tot volwassenen die volwaardig kunnen deelnemen aan de maatschappij. Kinderen en jongeren moeten voldoende bagage meekrijgen in hun kindertijd. Bagage in de vorm van opvoeding, scholing en ervaringen. In het bijzonder moeten jongeren- in de overgangsfase van kind naar volwassene - de kans krijgen te leren omgaan met eigen verantwoordelijkheden.

De gemeente moet bovendien iets extra’s doen voor die kinderen die risico lopen op een minder kansrijke ontwikkeling. Deze maatregelen zijn gericht op signalering, stimulering en extra begeleiding, en worden doorgaans uitgevoerd via de school en de zorg. De soos is een vindplaats voor jongeren die individuele problemen hebben, en een plaats waar trends gesignaleerd kunnen worden bij groepen jongeren. De jeugdsoos bevindt zich in het domein van de vrije tijd, en kan in preventieve zin een positieve rol vervullen in de ontwikkeling van jongeren tot zelfstandige volwassenen.

Via de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) is niet alleen de aandacht voor preventief jeugdbeleid groter geworden, maar ook voor sociale samenhang en leefbaarheid. Sterker dan voorheen is er aandacht voor de vraag of mensen naar tevredenheid met elkaar samenleven. De verschillen in leefstijl tussen jongeren en volwassenen leiden ertoe dat het vinden van een samenlevingsvorm soms een uitdaging is.

Een vraag die de gemeente in deze notitie wil beantwoorden is of de sozen op dit moment voorzien in een aanbod dat aansluit bij de behoefte onder jongeren aan vrijetijdsbesteding. We hebben geïnventariseerd wat de sozen op dit moment aan activiteiten aanbieden, en wat daar aan toegevoegd zou kunnen worden.

De gemeente vindt het verder belangrijk dat de soos een veilige plek is voor ontmoeting, ontspanning en activiteiten. Feit is dat uitgaan vaak gepaard gaat met het gebruik van genotsmiddelen. Nieuwe wetenschappelijke onderzoeken geven aanleiding tot maatregelen die bijdragen aan een gezonde leefstijl van jongeren.

.

De gemeente heeft de regiefunctie voor het preventieve jeugdbeleid. Een goede regisseur betrekt zijn spelers bij het spel met als doel “het beste in iedereen naar boven te halen”. De gemeente Winsum heeft bij de totstandkoming van de notitie gebruik gemaakt van de kennis en ervaringen van andere personen en organisaties die bij jeugdsozen betrokken zijn. Ze heeft overleg gevoerd over de vraag welke beleidsdoelen belangrijk zijn, en op welke wijze deze het beste gerealiseerd kunnen worden. Ze heeft vragen gesteld aan de jongeren zelf, aan professionals die vaak met jongeren in contact zijn zoals het jongerenwerk en de politie, aan inwoners van Winsum die in de WMO adviesraad zitting hebben en aanwezig waren op de themabijeenkomsten jeugd die de raad organiseerde in Adorp/Sauwerd en in Ezinge/Garnwerd/Feerwerd. Daarnaast gebruikt de gemeente onderzoeken en trendrapportages.

1.UITGANGSPUNTEN

De gemeente hanteert een aantal beleidsuitgangspunten bij het opstellen van het nieuwe beleidskader voor jeugdsozen.

Ruimte voor jongeren

Het begrip ruimte is hier letterlijk en figuurlijk bedoeld. Jongeren willen in het algemeen graag fysiek een eigen ontmoetingsplek. De gemeente wil graag duidelijkheid geven over de mogelijkheid van het hebben van een eigen soosruimte, de vereisten van de instandhouding daarvan, en de spelregels die daar bij horen. De gemeente Winsum heeft geen actief aankoopbeleid en beoogt dat de bestaande dorpshuizen in de grotere kernen (Baflo, Ezinge, Feerwerd, Den Andel, Adorp, Sauwerd) qua multifunctionaliteit optimaal worden benut (zie beleidsnota Dorpshuizen 2003-2010). In afwachting van de vervolgstappen van de dorpenanalyse, kan er invulling worden gegeven aan het begrip multifunctionaliteit.

De gemeente wil ook graag via de sozen jongerenparticipatie bevorderen. Jongerenparticipatie kan zich in meedenken en meedoen. De gemeente is van mening dat de soos een plek is die beter kan worden benut vanuit het oogpunt van jongerenparticipatie. De gemeente wil daarnaast bevorderen dat jongeren goed op de hoogte zijn van de mogelijkheden om hun participatie te bevorderen.

Verantwoordelijkheid van de ouders

De gemeente gaat er van uit dat ouders primair verantwoordelijk zijn voor de opvoeding en ontwikkeling van hun kind(eren). De lokale overheid kan het welbevinden van kinderen en jongeren wel stimuleren en is verplicht een aantal zaken goed te regelen, maar ouders of verzorgers zijn als eerste verantwoordelijk. De gemeentelijke taken zijn vastgelegd in wetgeving op het gebied van jeugdzorg, onderwijs, gezondheid en veiligheid. Op die terreinen is ouderbetrokkenheid belangrijk. Het is voor een gemeente vaak lastig om de ouders zelf te betrekken. Organisaties als bijvoorbeeld het voortgezet onderwijs, de politie, en de jeugdgezondheidszorg 12-19 jaar (GGD) staan dichter bij de ouders van jongeren. Als we ouders willen betrekken zullen we dat via deze uitvoerende organisaties doen.

Verantwoordelijkheid van het dorp

De gemeente vindt dat de verantwoordelijkheid voor het realiseren en in stand houden van een jeugdsoos primair bij het dorp (organisaties, ouders, jeugdgroepen) moet liggen. Een jeugdsoos moet worden gedragen door het dorp. Kerken, dorpsverenigingen, ouders en jeugd zullen daarom zelf zoveel mogelijk worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid en (financiële) daadkracht.

Stimulerende en ondersteunende rol van de gemeente.

De gemeente zal op basis van een analyse van de huidige situatie, knelpunten en kansen een keuze maken in de terreinen waarop zij deze ondersteunende rol zal gaan vervullen of continueren.

Integrale aanpak

Er is een aantal andere gemeentelijke beleidsterreinen die raken aan het jeugdsozenbeleid. De gemeente wil bewerkstelligen dat de verschillende beleidsvisies en de daaruit voortvloeiende maatregelen op elkaar aansluiten.

Integraal jeugdbeleid:

een aantal andere domeinen van het jeugdbeleid raken aan het jeugdsozenbeleid, zoals preventief jeugdbeleid, hang- en speelplekkenbeleid, cultuureducatie, jeugdsportbeleid, en onderwijsbeleid. Gemeenten hebben samen met de provincie en de rijksoverheid een taak in de hoofddoelstellingen van het door de regering vastgestelde nationale jeugdbeleid: het voorkomen en verminderen van voortijdig schoolverlaten en het verminderen en voorkomen van maatschappelijke uitval en ontsporing.

Gezondheidsbeleid: Het belang van gezond opgroeien.

Openbare orde en veiligheid:

Het bieden van een veilige omgeving voor jongeren en andere bewoners, door het instellen en wet- en regelgeving en de handhaving daarvan.

Horecabeleid:

Uitvoering van drank- en horecawetgeving, het controleren van gebruikersvergunningen en het al of niet bepalen van sluitingstijden.

Vrijwilligersbeleid:

De gemeente creëert randvoorwaarden voor het vrijwilligerswerk en voert stimuleringsmaatregelen uit ten behoeve van de vrijwillige inzet van jongeren voor de lokale samenleving.

2.STAND VAN ZAKEN

We starten met een beschrijving van de huidige stand van zaken. Hiervoor zijn gegevens gebruikt van verschillende afdelingen van de gemeente, van het jongerenwerk, van de respons op een door de gemeente onder alle jeugdsoosbesturen verspreide enquête (zie bijlage 1), en de respons op een korte vragenlijst onder jongeren waarin ze zijn bevraagd op bezoek (frequentie en locatie) en mening over het aanbod van de soos (zie bijlage 2). Op de enquête onder soosbesturen hebben de sozen ‘de Kelder’, ‘Eagle’, ‘Adorp’ , Amigo en de ‘Pluu’ gereageerd. Aan de steekproef hebben 52 jongeren deelgenomen.

Dit hoofdstuk is beschrijvend van aard, en waar gegevens aanleiding geven tot een interpretatie wordt die gegeven. In hoofdstuk vier zal worden aangegeven hoe de gemeente tot bepaalde beleidskeuzes komt.

2.1.Winsum een relatief jonge gemeente

Jongeren zijn in Winsum goed vertegenwoordigd. Op 1 januari 2008 wonen er in Winsum 2.457 kinderen en jongeren in de leeftijd van 8-20 jaar, en zij vormen daarmee 17,5% van de totale bevolking. Het totale aantal jeugdigen tussen 13-20 jaar (de belangrijkste doelgroep van de sozen) bedraagt 1483 personen, dit is 10,6 % van de bevolking1.

Gegevens GBA, teldatum 1 januari 2008

Bovendien ontvangt de gemeente Winsum veel bezoekende jongeren door de aanwezigheid van de vestigingen van het AOC Terra College (VMBO) en het Wessel Gansfort College (VMBO-TL, HAVO, Atheneum). In het weekend trekken de Winsumse horeca- en soosvoorzieningen ook nog eens jongeren uit de regio aan.

Uit het Rapport Kinderen in Tel, een rapport dat gemeenten beoordeelt op jeugdbeleid en naleving van kinderrechten, blijkt dat ten opzichte van andere Nederlandse gemeenten er minder kinderen zijn die in kansarme omgevingen opgroeien, zoals bijv. in uitkeringsgezinnen of in de leefomgeving van een achterstandswijk. Op een totaal van 12 onderwerpen waarop de situatie van kinderen beoordeeld is, staat Winsum over het jaar 2007 op plaats 302 van 443 gemeenten. Hoe hoger de score, hoe beter de prestatie.

Uit het jaarverslag 2007 van de Jeugdgezondheidszorg 0-4 jarigen blijkt dat in Winsum 9% van de door de JGZ geregistreerde kinderen als risicokind staat geregistreerd. Het provinciaal gemiddelde is 13%. Risicokinderen zijn kinderen uit gezinnen waar de balans tussen draagkracht en draaglast langdurig uit balans is.

2.2.Locaties en spreiding van ontmoetingsplekken

We onderscheiden vijf vormen van ontmoetingsplekken van jongeren:

  • 1.

    Hangplek

  • 2.

    Sportplek

  • 3.

    Jeugdsoos

  • 4.

    Jongerencentrum

  • 5.

    Illegale thuisbar

Per type ontmoetingsplek wordt een situatiebeschrijving voor de gemeente Winsum gegeven.

Typen ontmoetingsplekken

·Hangplek

Een formele hangplek is een ontmoetingsplek voor jongeren in de vorm van een overkapping (container/bushok/etc) zodat de jongeren beschermd zijn tegen de weerselementen. Jongeren kunnen hier altijd terecht. Jongerenwerk bezoekt regelmatig (=wekelijks) de plek. Deze plekken worden vaak ontwikkeld om een hanggroep een locatie te geven omdat elders overlast is ontstaan of om overlast te voorkomen. Daarnaast zijn er informele hangplekken. In de zomerperiode zijn er meer hangplekken in gebruik dan in de winter. Gemiddeld zijn er in de gemeente vijf hangplekken structureel in gebruik en zes incidenteel. De bekendste structurele hangplekken zijn: het JOP Obergum Winsum, en het stationsgebied (overdag en ’s avonds). Voorbeelden van incidentele hangplekken zijn: ’t Hellinkje Winsum, de bibliotheek, en omgeving Ripperdahal ‘s avonds. Vier van de geïnventariseerde hangplekken leiden niet tot overlast, de overige wel, in de vorm van rommel en/of geluidsoverlast.

·Sportplek

Is een ontmoetingsplek voor jongeren waar je kunt sporten. Tegenwoordig zijn voetbal/basketbalkooien in. Jongeren kunnen hier te allen tijde terecht. Het jongerenwerk bezoekt regelmatig (=wekelijks) de plek. Tegenwoordig zie je ook vaak combinaties tussen sporten en hangen (een sportplek met daarbij een overkapping/dug-out).

In de gemeente Winsum zijn drie sportplekken aanwezig: in Winsum Obergum, in Winsum Potmaar bij het Wessel Gansfort College, en de skatebaan in de kern Winsum. Er zijn 13 trapvelden verspreid over acht kernen, waarvan er zeven worden gecombineerd met een speelterrein. Alle sportplekken worden goed gebruikt.

·Jeugdsoos / Jeugdhonk

Is een ontmoeting- / activiteitenplek beheerd door een jongerenbestuur. Uitgangspunt is de zelfredzaamheid. Vaak is er één groep actief in het gebouw. Het jongerenwerk ondersteunt het jongerensoosbestuur. In Winsum zijn zeven sozen actief (Adorp, Baflo (2), Sauwerd, Winsum (3), een achtste biedt op dit moment een activiteitenaanbod voor kinderen van 8-12 jaar (Den Andel), en een negende is in oprichting (Ezinge). Er is sprake van een traditie die past bij de plattelandssituatie van Winsum, een grote kern omringd door kleinere dorpskernen op een afstand van minimaal 12 km van de binnenstad van Groningen. Hierdoor ontstaat de behoefte aan een “eigen plek” in het dorp.

Van de acht bestaande jeugdsozen zijn er vier die nauw gelieerd zijn aan een kerkgenootschap. Alle sozen hebben een openbaar karakter: zij zijn opengesteld voor alle jongeren in de gemeente.

·Jongerencentrum

Is een ontmoeting/activiteitenplek waar verschillende groepen gebruik maken van het gebouw. Jongeren beheren in samenwerking met het jongerenwerk het gebouw. Het jongerenwerk is dagelijks aanwezig om de groepsprocessen te bewaken/begeleiden. Naast de verschillende gebruikende groepen organiseert het jongerenwerk vaak activiteiten met een cultureel of educatief karakter voor de jongeren/ouders. Een jongerencentrum heeft een bredere maatschappelijke functie. Het is pas geschikt voor dorpskernen met meer dan 5000 inwoners. Op dit moment is de gemeente bezig met de laatste fase van de voorbereiding van een jongerencentrum in Winsum. Deze zal gehuisvest worden in het pand De Boog, waar ook de jeugdsoos De Pluu gehuisvest is. Het ligt in de bedoeling om het jongerencentrum op een aantal middagen en avonden open te stellen, en jongeren in het centrum terecht kunnen voor ontmoeting en ontspanning, voor activiteiten op het gebied van sport en cultuur. Daarnaast zal de informatie- en adviesfunctie sterk worden ingevuld door samenwerking met organisaties op het gebied van maatschappelijk werk, GGD, en JGZ. Ook voor dit jongerencentrum geldt dat de voorziening een bijdrage levert aan preventief jeugdbeleid doordat de jongeren in beeld zijn bij het jongerenwerk, en jongeren elkaar begeleiden, controleren en ondersteunen.

Een belangrijke functie van een soos is dat het jongerenwerk via de soos jongeren kan benaderen. Bij afwezigheid van een soos ontstaan er eerder illegale ontmoetingsplekken. Deze hebben als nadeel dat jongeren niet in beeld zijn, er drankgebruik onder de 16 jaar is toegestaan, en de drankconsumptie in de regel hoger is. Winsum kent zeer beperkt tijdelijke illegale hangplekken. Het jongerenwerk heeft wel contacten met deze jongeren en beoogt hun naar de plaatselijke soos te leiden als aantrekkelijk alternatief.

Aantal sozen in relatie tot verzorgingsgebied

Een belangrijke vraag is in hoeverre een soos tot het voorzieningenaanbod van een dorp behoort. Het aanbod van negen sozen afgezet tegen de verzorgingsgebieden biedt het volgende overzicht:

Sauwerd /Adorp / Wetsinge

213 jeugdigen 13-20 jr

Soos Adorp

Soos the Cornerstone

Baflo / Rasquert / Den Andel / Tinnalinge / Saaxumhuizen

300 jongeren van 13-20 jaar

Den Andel 36 kinderen 8-12 jr

Eagle,

De Kelder

St. Jeugdwerk den Andel (soos Crusader)

Garnwerd / Ezinge /Feerwerd

148 jeugdigen van 13-20 jr

Soos in oprichting

de kern Winsum

840 jeugdigen van 13-20 jaar

De Zolder

de Pluu

Amigo

Een doorkijkje naar de toekomst leert dat het aantal jongeren in Winsum voorlopig niet zal afnemen.

2.3. Activiteitenaanbod en bereik

Gemiddeld is een soos 4 avonden per week geopend, twee door de week en twee in het weekend. Het soosbezoek op een avond varieert van 10 tot 100, en soms 200 personen. In het weekend ligt het aantal bezoekers gemiddeld twee maal zo hoog als door de week. Jongeren geven aan dat soosbezoek wordt gecombineerd met andere uitgaansgelegenheden in Winsum en de stad Groningen

De meeste jeugdsozen zijn op vrijdag en zaterdag open van 21.00 uur tot 1.00 a 2.00 uur. Door de week zijn de meeste sozen open tot 23.00 uur. De sluitingstijden zijn in alle gevallen goed te hanteren. Er is met uitzondering van één soos geen directe behoefte korter of langer open te zijn.

In het algemeen kunnen er vier typen aanbod worden onderscheiden:

  • ·

    ontmoeting

  • ·

    activiteiten

  • ·

    voorlichting

  • ·

    advies (individueel)

Jeugdsozen blijken vooral de functies te vervullen van ontmoetingsplek en het organiseren van culturele activiteiten. De Pluu en Eagle geven aan ook andere activiteiten te organiseren, zoals sport, voorlichtingsavonden en ‘internetten’. Het activiteitenaanbod wordt aangepast aan de leeftijd. De meeste bezoekers zijn in de leeftijd tussen de 13 en 23 jaar; in de Eagle, in Adorp en in de Pluu en Amigo komen ook jongere kinderen, tussen de 10 en 12 jaar. Voor deze leeftijdsgroep worden kinderdisco’s, knutselworkshops, en films georganiseerd. In Adorp komt weinig jeugd boven de 17 jaar, in de andere sozen wel. In de Pluu wordt het meest gevarieerde aanbod gegeven: live-muziek, thema-avonden, djembe, theatersport en voorlichting. In Adorp vormen disco en film, en in de Kelder themafeesten het belangrijkste deel van het aanbod. In Amigo worden ook thema-avonden georganiseerd voor jongeren tussen 13 en 23 jaar.

Het jongerenwerk is één van de kernpartners in het BOS-project: een stimuleringsproject op beweegactiviteiten die plaatsvinden in de driehoek Buurt-Onderwijs-Sport. De jeugdsozen worden in het BOS-project betrokken als vindplaats voor deelnemers.

In alle vier sozen vindt voorlichting door Verslavingszorg Noord-Nederland plaats (VNN). De sozen de Zolder en de Cornerstone maken geen gebruik van dit aanbod. Incidenteel geeft de GGD op uitnodiging voorlichting (in de Pluu). Muziek, dans en samen iets organiseren blijkt jongeren het meest aan te spreken. Maar ook bestaat de behoefte aan sporten en informatie over actuele onderwerpen. De adviesfunctie wordt op dit moment in geen enkele soos ingevuld.

2.4. Beheer en onderhoud

Er bestaan verschillende eigendomssituaties, die voor een beperkt aantal jeugdsozen hogere lasten met zich meebrengen. De vier jeugdsozen die aan een kerkgenootschap zijn verbonden, maken gebruik van een gebouw waarvan het kerkbestuur eigenaar is: de sozen De Zolder, Amigo en The Corner beschikken over gratis huisvesting. De openbare sozen in Den Andel (Crusader vallend onder St. Jeugdwerk) en Winsum (de Pluu), zijn gehuisvest in een gebouw dat gemeentelijk eigendom is. Voor de ene soos geldt wel een onderhoudsverplichting, voor de andere niet.

Vrijwel alle sozen betalen vanuit de gebruikersfunctie zelf de heffing voor riool- en afvalstoffen. De sozen De Kelder en Adorp hebben een huurverplichting en het soosbestuur van de Eagle in Baflo is als enige eigenaar/beheerder van het gebouw en moet de WOZ-aanslag bekostigen. Bij de Eagle is sprake van groot achterstallig onderhoud, omdat er jaarlijks alleen klein onderhoud is uitgevoerd. De soos heeft de problematiek aan de gemeente voorgelegd, waarna de gemeente heeft ondersteund in de vorm van een verbouwingsontwerp. De soos Eagle krijgt op dit moment de begroting sluitend, maar zou jaarlijks een bedrag moeten reserveren ten behoeve van groot onderhoud (meerjarenonderhoudsplanning). De soos Adorp krijgt de begroting structureel niet sluitend. De Kelder, Eagle en soos Adorp zijn meer dan de andere sozen afhankelijk van barinkomsten om de exploitatie sluitend te krijgen.

2.5. Wet- en regelgeving

Een jeugsoos moet voldoen aan een aantal wettelijk vereisten. Omdat wet- en regelgeving regelmatig gewijzigd wordt, is dit een aandachtspunt in de professionele ondersteuning van het jongerenwerk.

Bouwtechnische zaken en brandveiligheidseisen.

Een jeugdsoos moet voldoen aan regelgeving in het ' Bouwbesluit'. Een jeugdsoos wordt in de bouwregelgeving ingedeeld in de categorie "bijeenkomstfunctie". Afhankelijk van de indeling van het gebouw dienen aanvullende bouwkundige en installatietechnische voorzieningen te worden getroffen. Materialen, maar ook gebruik van de jeugdsoos moet voldoen aan de geldende brandveiligheidseisen. Daarnaast is er op grond van de gemeentelijke Bouwverordening een gebruiksvergunning "brandveilig gebruik" vereist, indien er meer dan 50 personen tegelijkertijd in het gebouw aanwezig zijn. Eén keer per jaar voert de brandweer een gratis controle uit op de brandveiligheid van jeugdsozen. Doorgaans worden er tekortkomingen geconstateerd op het gebied van nood- en transparantverlichting, gordijnen en versieringen die niet voldoen en ongekeurde brandblussers. De eigenaar van het pand moet meestal binnen twee weken de gebreken hebben hersteld. Bij niet voldoen aan de regelgeving volgen sancties en eventueel sluiting.

Drank- en horecawetgeving

Drank – en horecavergunning

Om een jeugdsoos te kunnen exploiteren en drank te mogen verkopen is een drank- en horecavergunning nodig.

De gemeente toetst of de aanvraag in overeenstemming is met het ter plaatse geldende bestemmingsplan, leefmilieu en huisvestigingswet. De gemeente toetst op grond van de Drank- en Horecawet of de leidinggevenden (waaronder de ondernemer zelf valt) voldoen aan de leeftijdeis van minimaal 21 jaar, en goed gedrag.

Een drank- en horecavergunning geeft toestemming tot het uitoefenen van een “horecabedrijf” waarin tegen betaling alcoholhoudende drank wordt verstrekt. De vergunning wordt verleend voor een specifieke inrichting op naam van de ondernemer en/of op naam van de leidinggevenden. Alle acht in gebruik zijnde sozen in Winsum beschikken over een drank- en horecavergunning.

Bestuursreglement

Dan bestaat er ook nog een bestuursreglement ‘alcohol in horeca-inrichtingen van vrijwilligersorganisaties’, dat verplicht onderdeel is van de verstrekking van een horecavergunning. Alle jeugdsozen beschikken over een dergelijk bestuursreglement, hoewel dit niet goed bekend is bij de sozen. Mogelijk wordt dit veroorzaakt door bestuurswisselingen.

Convenanten en Huisregels

In de jaren ’90 zijn tussen alle sozen en de gemeente Winsum convenanten afgesloten met betrekking tot het schenken van alcohol, en taken en bevoegdheden van barvrijwilligers. Een van de afspraken betreft het werken met huisregels. Bij navraag blijkt dat drie van de vier sozen op de hoogte zijn van een convenant. Alle sozen werken met huisregels en voeren deze regels zonder al te grote problemen uit (zie bijlage 5, voorbeeld Huisregels De Kelder).

Wel vinden de sozen het lastig om in de directe omgeving te controleren op drankgebruik en overlast. De vrijwilligers vinden het moeilijk om op te treden tegen ‘indrinkers’ buiten. Twee soosbesturen (Baflo) hebben met de buurtagent afspraken gemaakt over het inschakelen van hulp bij overlast buiten. Daarnaast wordt door een enkele soos aangegeven dat het lastig is om jongeren aan te spreken in geval van drank/drugsmisbruik. Het jongerenwerk heeft aangegeven dat een cursus ‘omgaan met agressie’, zinvol zou zijn voor barvrijwilligers.

Rookverbod

Met ingang van 1 juli 2008 geldt een algemeen rookverbod in horecagelegenheden. De soosbesturen bereiden sinds begin 2008 de invoering van deze maatregel voor via het brede jeugdsozenoverleg.

Buma/Senna/Videma -verplichting

Sozen dienen jaarlijks gemiddeld € 1000,- te betalen voor het totale pakket aan auteurs- en uitvoeringsrechten op het gebied van muziek en video/DVD.

2.6. Veiligheid

Via het meldpunt overlast van de gemeente komen relatief weinig meldingen binnen met betrekking tot overlast veroorzaakt door soosbezoekers. In het verleden zijn er wel structurele overlastsituaties geweest veroorzaakt door soosbezoekers. Het achter het meldpunt opererende netwerk van politie (buurtagenten), jongerenwerk, afdeling beheer en onderhoud, en gemeentelijk medewerkers (dorpencoördinatie, openbare orde en veiligheid en jeugdbeleid) blijkt echter goed te functioneren voor een snelle aanpak van deze problemen.

Sommige sozen hebben goede afspraken met de buurt over bereikbaarheid bij klachten. De politie is achterwacht. Soosbesturen zijn wel verantwoordelijk voor het aanspreken op drankmisbruik en overlast van soosbezoekers in de nabije omgeving van de soos, maar hun verantwoordelijkheid houdt op als bezoekers hun weg vervolgen naar een andere horecagelegenheid of een vervoerspunt. Bij elke soos dient in het weekend een zogeheten pleinwacht actief te zijn die toezicht houdt en jongeren zo nodig aanspreekt op overlastgevend gedrag. Deze maatregel is wel een extra belasting voor een vrijwilligersorganisatie.

Op basis van gegevens bij de Regiopolitie Zuidhorn, en de resultaten van de dorpenenquête wordt duidelijk dat bewoners zich voor het merendeel veilig voelen in hun eigen dorp. Opvallend is dat in totaal 20% van de redenen waarom men zich wel eens onveilig voelt wordt veroorzaakt door groepen jongeren, en dan met name in de kern Winsum. Vervelende voorvallen in de buurt veroorzaakt door groepen jongeren komt niet structureel voor, wel soms (13 tot 54%). Onduidelijk is of deze overlast door groepen hangjongeren, scholieren, soosbezoekers of horecabezoekers wordt veroorzaakt, en of die overlast overdag of ’s avonds wordt ervaren.

Op dit moment voldoet het meldpunt overlast en het daaraan gekoppelde maandelijks overleg aan de doelstelling om klantgericht een melding van jeugdsoosoverlast “af te handelen”.

De aanwezigheid van relatief veel uitgaanspubliek in een klein uitgaansgebied, met name in de kern Winsum inclusief de aanloop- en vertrekroutes, leiden wel tot weekendoverlast. Deze overlast zal in een breder verband worden opgepakt, via horecabeleid en integraal beleid op het gebied van openbare orde en veiligheid.

2.7. Ondersteuningsvormen

Jeugdsozen worden door jongeren gerund. Zij worden met taken geconfronteerd op het gebied van boekhouding, organisatie van activiteiten, intern vrijwilligersbeleid, wet- en regelgeving; overlast, schoonmaak en onderhoud. Het is vanzelfsprekend dat soosbesturen een lerende organisatie zijn, waarbij steeds weer nieuwe jongeren worden “opgeleid” tot het uitvoeren van bepaalde werkzaamheden. Belangrijk is dat een soos continuïteit weet op te bouwen.

We onderscheiden in het algemeen drie vormen van ondersteuning:

  • ·

    Professionele ondersteuning door jongerenwerk

  • ·

    Vrijwillige / professionele ondersteuning

  • ·

    Financiële ondersteuning

Professionele ondersteuning door jongerenwerk

De gemeente Winsum heeft sinds 1 januari 2007 een contract met Jongerenwerk Barkema & de Haan. Aanvankelijk betrof dit een contract voor 20 uur, maar vanaf 1 mei 2007 is dit aantal uren op basis van de stimuleringsmaatregelen in het raadsvoorstel “Een stap voorwaarts” verhoogd naar 32 uur, en gehandhaafd voor 2008.

De ondersteuning van de jeugdsozen door het jongerenwerk betreft twee doelstellingen: (uit: contract 2008-2010, februari 2008):

  • 1.

    Het stimuleren van ontmoeting, ontplooiing en participatie van jongeren in de maatschappij.

  • 2.

    Het jongerenwerk signaleert op de vindplaatsen hulpvragen bij jongeren, en leiden hen zo nodig toe naar hulpverleningsinstanties met als doel dat deze jongeren tijdig de hulpverlening of begeleiding krijgen die ze nodig hebben (als bijdrage aan de doelstelling: Het voorkomen van uitval door middel van een sluitende aanpak 0-23 jaar).

Beide doelstellingen zijn uitgewerkt in concrete resultaten, indicatoren en kwaliteitseisen (zie bijlage 2, Doelstellingen en resultaten Jongerenwerk 2008):

Het jongerenwerk rapporteert vier maal per jaar ambtelijk en eenmaal per jaar aan het college over de behaalde resultaten en gevolgde werkwijze.

De sozen De Kelder, Eagle, de Pluu, Adorp en Ezinge (i.o) worden structureel ondersteund door het jongerenwerk, en de soos in Den Andel incidenteel. De sozen De Zolder en Amigo hebben aangegeven geen behoefte te hebben aan structurele ondersteuning. Alle sozen worden benaderd voor activiteiten die gezamenlijk kunnen worden geprogrammeerd en ingekocht. Vier maal per jaar is er een breed jeugdsozenoverleg waarbij overkoepelende thema’s worden besproken zoals: drank- en horecawetgeving, omgaan met vrijwilligers, en boekhouding.

Vrijwillige / professionele ondersteuning door koepelorganisatie of lokale stichting

Drie van de vijf sozen (Adorp, Berehoes, Ezinge i.o.) kunnen naast ondersteuning door het jongerenwerk terugvallen op volwassenen. De Kelder krijgt brede ondersteuning van de kerk. Voor jeugdsozen bestaan geen koepelorganisaties, vergelijkbaar met de sport -en cultuursector.

Financiële ondersteuning

We onderscheiden drie vormen van financiële ondersteuning van jeugdsozen:

  • 1.

    het werkbudget van het jongerenwerk;

  • 2.

    gemeentelijke subsidies;

  • 3.

    sponsoring.

1. Werkbudget

De gemeente kent jaarlijks aan het jongerenwerk een werkbudget toe, waardoor zij snel kan inspelen op initiatieven van jongeren. Het werkbudget bedraagt rond de € 6000,-, en is op basis van ‘Een stap voorwaarts’ in 2007 aangevuld met € 10.000,- . In 2007 /2008 is het werkbudget onder andere gebruikt voor:

  • -

    organisatie en huur materialen Panna- en Futsaltoernooien;

  • -

    voorlichtingsbijeenkomsten door Verslavingszorg Noord-Nederland;

  • -

    verschillende workshops (onder andere DJ marathon en vechtsport).

2. Gemeentelijke subsidies

Via het subsidieprogramma Welzijn biedt de gemeente ondersteuning op activiteiten en cursussen.

Activiteiten

Het huidige subsidiebeleid van de gemeente is gericht op ondersteuning van activiteiten die een vernieuwend karakter hebben of succesvol zijn. Het totaal beschikbare budget hiervoor is € 1.061,- (dit was € 2.500,-). In de afgelopen jaren zijn de sozen steeds minder gebruik gaan maken van de subsidie, waardoor het budget is verlaagd. De soosbesturen geven aan dat de administratieve inspanningen (aanvraag en verantwoording) zich niet verhouden tot het subsidiebedrag (maximaal € 50,- per activiteit). Hebben de sozen gemiddeld in 2003 en 2004 nog tot maximaal € 567,- aan activiteitensubsidie ontvangen, vanaf 2006 (aanvraagjaar 2005) is er vrijwel geen subsidie meer toegekend. Een aantal sozen geeft aan dat de druk op de vaste lasten groot is, en er weinig budget overblijft voor activiteiten. De huidige subsidiesystematiek sluit blijkbaar niet aan bij de behoefte.

Cursussen

Ook vergoedt de gemeente op verzoek eenmaal per 3 jaar een cursus sociale hygiëne voor een leidinggevende (a € 400,-). Jaarlijks is een bedrag van € 500,- beschikbaar.

De gemeente vergoedt eenmaal per 2 jaar een IVA-cursus per jeugdsoos (Instructie Verantwoord Alcoholgebruik, kosten ongeveer € 25, - euro pp.). Het jongerenwerk biedt sinds kort ook IVA-cursussen aan. De sozen maken van de vergoedingsmogelijkheid van de gemeente geen structureel gebruik. Mochten zij dat wel doen, dan zouden er jaarlijks drie sozen een cursus sociale hygiëne moeten volgen, en vier sozen IVA-cursus voor 6 tot 10 barvrijwilligers per soos.

3.Sponsoring

Zeer incidenteel maakt een soos gebruik van sponsoring. In de praktijk biedt sponsoring weinig mogelijkheden. Eenmalige acties als bijv. een rommelmarkt helpen wel op kleine schaal. Wel is het zo dat deze acties veel inzet van vrijwilligers eisen, die vaak nog meer nodig is op andere vlakken binnen de organisatie.

Ondersteuningsverzoeken

De soos Eagle geeft aan dat er behoefte bestaat aan meer informatie over gemeentelijke belastingen. Eagle geeft eveneens aan financiële ondersteuning nodig te hebben om de noodzakelijke opknapplannen van het pand te kunnen financieren. Adorp heeft behoefte aan structurele subsidie voor huur en activiteiten. De Pluu wil graag duidelijkheid over de toekomst van het pand en een goed subsidiebeleid. Administratieve ondersteuning is een door drie van de vijf sozen gedeeld verzoek.

2.8. Inbedding in de lokale samenleving

Samenwerking

De dorpsbelangenverenigingen in de gemeente Winsum hebben op dit moment geen tot weinig contact met jongeren. De meeste verenigingen geven desgevraagd aan dat zij hier weliswaar niet onwelwillend tegenoverstaan, maar tot daadwerkelijk contact heeft dit nog niet geleid. Uitzondering is Ezinge; daar heeft de dorpsbelangenvereniging het initiatief genomen om als rechtspersoon voor het bestuur van een nieuw te bouwen jeugdsoos te willen fungeren.

De vier soosbesturen staan positief tegenover samenwerking met de buurt en andere organisaties. Alle vier jeugdsozen zeggen goed contact te hebben met de buurt, en drie van de vier sozen zouden dit contact willen uitbreiden. Eén soos geeft aan zowel structureel als incidenteel al samen te werken met andere organisaties op het gebied van cultuur en sport, en met (horeca-)ondernemers. De andere drie sozen werken incidenteel samen met dorpsbelangen, culturele verenigingen, en andere jeugdsozen.

Steunpunt vrijwilligerswerk

In Winsum hebben we sinds enkele jaren een steunpunt vrijwilligerswerk. Tot nu toe maken relatief weinig jongeren(organisaties) gebruik van de ondersteuningsmogelijkheden die het steunpunt biedt.

Te denken valt aan:

  • -

    Deskundigheidsbevordering (bijv. penningmeesterschap, vinden en binden van vrijwilligers, fondsenwerving)

  • -

    Ondersteuning bij subsidieaanvragen en fondsenwerving (in afstemming met jongerenwerk)

2.9. Regionaal beeld

De sozen in Adorp en Sauwerd zijn relatief klein en trekken vooral jongeren uit het eigen dorp aan. De sozen in Winsum en Baflo, respectievelijk de Pluu en de Zolder, en Eagle en de Kelder ontvangen in het weekend ook jongeren uit de regio. We hebben gemerkt dat jongeren het soos- en horeca-aanbod in de regio van Zuidhorn, Winsum, De Marne, Eemsmond tot en met de stad als één uitgaansgebied zien. Zodra een uitgaansgelegenheid buiten Winsum sluit, neemt de druk op de sozen van Winsum toe. Daarnaast zijn er wisselingen te zien in populariteit van de sozen en horecagelegenheden, die van invloed zijn op het soosbezoek.

Aandachtspunten zoals gebruik van genotsmiddelen, overlast en radicalisering staan op de agenda van alle betrokken gemeenten. Het regionale beeld van het uitgaansgedrag en de thema’s die boven de lokale reikwijdte uitstijgen, geven aanleiding tot regionale afstemming en samenwerking op het gebied van regelgeving en sluitingstijden, en de aanpak van met jeugdsozen gepaard gaande aandachtspunten. Het feit dat drie van de vier gemeentes met dezelfde organisaties voor het jongerenwerk en de politie werken, kan deze afstemming vergemakkelijken.

2.10. Samenvatting

De jeugdsozen bieden voornamelijk maar niet alleen activiteiten aan voor de doelgroep van 13-23 jaar. Het jongerenwerk geeft belangrijke prikkels aan de variatie in activiteiten. Het jongerenwerk wordt over het algemeen als belangrijkste ondersteuner ervaren. Gebrekkige boekhouding is een algemeen knelpunt. Bij drie sozen is de balans in financiële draaglast - draagkracht verstoord door relatief grote huur- of onderhoudsverplichtingen in combinatie met andere verplichtingen zoals Buma/Senna/Videma. De praktijk wijst uit dat de huidige subsidiesystematiek niet aansluit bij de vraag van de sozen.

Hoewel alle betrokken organisaties een positieve houding aannemen ten opzichte van samenwerking, is er geen sprake van een goede inbedding van sozen in de lokale samenleving .

Uitgaan in Winsum heeft een bovenlokaal karakter: jongeren bewegen zich in het uitgaansleven van de stad tot aan het wad. De onderwerpen die de aandacht hebben van gemeenten, jongerenwerk en politie spelen eveneens op regionaal niveau.

3.`TRENDS en ONTWIKKELINGEN

Welke trends zijn er te zien binnen de jongerencultuur? Welke maatschappelijke ontwikkelingen zijn waar te nemen die gevolgen hebben voor het functioneren van de jeugdsozen?

3.1. Jongerencultuur 1

Zonder volledig te zijn, wordt een aantal kenmerken genoemd van de huidige jongerencultuur.

Tekst lezing trends huidige jongerengeneratie (B. Kruithof UvA-HvA 2003)

Informatiecultuur

Jongeren maken als geen ander gebruik van de informatiemaatschappij; op elk gewenst moment kan contact gezocht worden via MSN en SMS. Deze communicatiemiddelen brengen met zich mee dat jongeren nog sterker dan voorheen binnen de eigen peergroup bewegen, buiten het gezichtsveld van volwassenen.

Uit voorlichtingsprojecten van HALT blijkt ook dat jongeren zich niet altijd bewust zijn van het met deze communicatiemiddelen gepaard gaande risico dat andere personen ongewenst het privacy-domein kunnen betreden. Daarnaast blijkt dat de hoeveelheid informatie een groter beroep doet op het filteren van informatie. Naast ongekende mogelijkheden biedt de informatiecultuur ook beperkingen.

Onderhandelingscultuur

Er is meer aandacht gekomen voor de persoonlijke ontwikkeling en vrijheid van het kind. Jongeren zijn over het algemeen gewend te onderhandelen.

Maakbare samenleving

De huidige generatie jongeren is opgegroeid in een periode van economische groei, waarin maakbaarheid van de samenleving en marktwerking vanzelfsprekend leken te zijn. Vanuit die optiek ben je als jongere verantwoordelijk voor je eigen succes, maar ook voor het falen daarin.

Authenticiteit

Uit onderzoek naar jongerenmarketing blijkt dat jongeren aangesproken willen worden op hun authenticiteit; dat ze niet aangesproken willen worden op een subcultuur, dat zij niet gevoelig zijn voor lifestyle-argumenten maar voor diensten en keuzemogelijkheden, en dat ze kijken naar transparantie en eerlijkheid en producten beoordelen op kwaliteit.

3.2. Genotsmiddelen

In oktober 2007 bracht het ministerie van VWS de tweede preventienota uit, Kiezen voor gezond leven. Daarin is schadelijk alcoholgebruik een van de vijf landelijke prioriteiten op het gebied van collectieve preventie. De inzet van het landelijke beleid is om drinken onder de 16 jaar te voorkomen en schadelijk en overmatig alcoholgebruik van (jong) volwassenen te bestrijden en het aantal probleemdrinkers substantieel af te laten nemen.

Landelijke statistieken wijzen uit dat momenteel 70% van de 12 jarige meisjes alcohol gebruikt; 20% van de 14 jarige meisjes maandelijks dronken is; 16% van de 14 jarige jongens maandelijks dronken is en 50% van de jongeren samen met de ouders drinken. De GGD Groningen heeft onderzoek gedaan naar het alcohol gebruik in de provincie Groningen. Daarin stelt ze dat in onze en omliggende gemeenten 12% van de volwassenen en 51% van de jongeren meer drinken dan goed voor hun is.

In 2005 heeft de VNN een quick scan gedaan over het gebruik van genotsmiddelen onder jongeren in Winsum. In dit onderzoek wordt geconcludeerd dat er een drinkcultuur bestaat onder jongeren, dat het cannabisgebruik lijkt toe te nemen, dat het gebruik van uitgaansdrugs beperkt is en dat op dat moment binnen de gemeente weinig aandacht werd geschonken aan preventie. Op basis van deze gegevens is in 2005 een maatregelenplan opgesteld in het kader van beleid jeugd en veiligheid. Naar aanleiding van dit plan is in 2007, twee keer een werkconferentie gehouden onder de titel “Jongeren en genotsmiddelen”. Doel van deze bijeenkomsten was de stand van zaken te inventariseren met betrekking tot de uitvoering van maatregelen die zijn opgesteld in 2005. De inventarisatie wijst uit dat een aantal maatregelen goed, een aantal gedeeltelijk en een aantal niet zijn uitgevoerd. Bij de jeugdsozen is redelijk tot goed gevolg gegeven aan het opstellen van een instructiemap huisregels vrijwilligers; IVA-training; bestuursreglement; de cursus sociale hygiëne; contact onderhouden met de buurtagent; het overleg tussen jeugdsozen; contacten onderhouden met buurt, dorpsverenigingen en de horeca; en het naleven van de brandveiligheidsvoorschriften. In mindere mate wordt het pasjessysteem toegepast (alleen bij de Zolder), en is er een pleinwacht ingesteld bij de jeugdsozen.

Tegelijkertijd blijkt uit de resultaten van de enquête onder jeugdsoosbesturen dat de maatregelen blijvend aandacht nodig hebben.

De horeca, discotheken en jeugdsozen schenken ook aandacht aan het gebruik van lokaal verboden; het verzenden van een afschrift lokaal verboden naar de politie; het bemiddelen bij vertrek en vervoer van jongeren; en het aanstellen van een vaste contact persoon voor overleggen over dit onderwerp. Extra aandacht met betrekking tot professionele horecaondernemingen behoeft nog de inzet van opgeleide en gediplomeerde portiers; afschaffen happy hour voor jongeren en voor sluitingstijd; een actief deurbeleid; controle op drugs en wapens; hanteren van een zichtbaar schenkbeleid en verzekeren van vervoer voor klanten.

3.3. Jongerenparticipatie

Jongerenparticipatie is een thema dat binnen de landelijke, lokale en provinciale overheden meer aandacht krijgt dan voorheen. De provincie Groningen heeft het als speerpunt benoemd in het concept sociaal rapport voor de komende vier jaar (2009-2012). De kennis en ervaringen van kinderen en jongeren kunnen worden vaker benut, met als doel het bevorderen van samenleven tussen oud en jong, het overbruggen van (schijnbare) tegenstellingen en het bevorderen van de sociale cohesie.

We onderscheiden participatie – meedenken en meedoen - op vijf verschillende niveaus:

  • 1.

    Jongeren worden geïnformeerd.

  • 2.

    Jongeren praten mee

  • 3.

    Jongeren adviseren

  • 4.

    Jongeren beslissen (mee)

  • 5.

    Jongeren organiseren activiteiten

Een soos is een participatieplek, omdat jongeren in staat worden gesteld vorm te geven aan een eigen ontmoetingsplek en een eigen wijze van vrijetijdsbesteding. Bestuursleden en vrijwilligers zijn hierbij actief en kunnen zich oefenen in organisatorische vaardigheden. Participatie kan worden verbreed naar andere leefgebieden waar de gemeente een regiefunctie heeft of partner is in de ontwikkeling of uitvoering van beleid. Voorbeelden zijn projecten op het gebied van wonen, zorg, veiligheid, en inrichting van de openbare ruimte.

3.4.Samenvatting

Jongeren zijn gewend zich te bewegen in een informatiemaatschappij en zijn daarbij sterk gericht op elkaar. Een tendens is dat alcoholgebruik toeneemt onder meisjes en dat alcoholgebruik op jongere leeftijd begint. Op dit moment vallen de landelijke en lokale aandacht voor de problematiek samen, waardoor een goed klimaat is geschapen voor de aanpak van genotsmiddelenmisbruik.

De gemeente zou beter kunnen inspelen op de kennis en verwachtingen van jongeren door hen actief te betrekken bij beleid of concrete projecten die daaruit voortvloeien. Dit levert niet alleen meer rendement op voor de jongeren, maar leidt ook tot meer betrokkenheid tussen jongeren en volwassenen.

SPEERPUNTEN

De gemeente Winsum beoogt met het nieuwe jeugdsozenbeleid vier doelstellingen te realiseren die vallen onder vier speerpunten. In de paragrafen worden per doelstelling aanpak en meetbaarheid uitgewerkt. In hoofdstuk 5 wordt een overzicht geboden van doelstellingen, maatregelen, financiering, trekkersfunctie en tijdpad.

1. Functionaliteit

Jeugdsozen zijn een bruisende ontmoetingsplek voor jongeren waar activiteiten voor en door jongeren plaatsvinden.

2. Gezonde leefstijl

In de jeugdsozen leren jongeren op een verantwoorde manier om te gaan met genotsmiddelen.

3. Lokale samenwerking

Jeugdsozen werken structureel samen met één of meer organisaties in het dorp.

4. Jongerenparticipatie

Jongeren worden vaker betrokken bij de ontwikkleing en uitvoering van gemeentelijk beleid.

4.1. Functionaliteit

Doelstelling

Jeugdsozen zijn bruisende ontmoetingsplekken voor jongeren waar activiteiten voor en door jongeren plaatsvinden.

Onderbouwing

De gemeente constateert dat de financiële druk op een aantal sozen zodanig groot is dat de programmering van activiteiten afhankelijk is van de baromzet. Dit geldt vooral voor sozen met een onderhoud- of huurverplichting. Tegelijkertijd maken sozen op dit moment nauwelijks gebruik van de subsidiemogelijkheden.

De exploitatie zou niet afhankelijk moeten zijn van baromzet. Overigens betekent baromzet niet per definitie omzet van alcoholverkoop. Waarom geen happy hour voor frisdrank in plaats van bier?

De intentie van de gemeente is om de ondersteuning van de sozen te realiseren via subsidiebeleid afgestemd op de behoefte. Dit houdt in dat sozen die zwaardere structurele financiële verplichtingen hebben dan andere, een bijdrage van de gemeente kunnen aanvragen voor onderhoud- en huurlasten.

Daarnaast zal de gemeente ondersteunen via subsidie voor activiteiten en voor verplichte cursussen. De gemeente zal activiteiten met een cultureel of sportief karakter gedeeltelijk subsidiëren evenals cursussen en voorlichtingsbijeenkomsten die verbonden zijn aan de maatschappelijke functie van de soos, en kwalificatieverplichtingen die voortvloeien uit drank- en horecawetgeving.

De gemeente gaat er van uit het activiteitenaanbod aansluit bij de omvang van de soos (bereik jongeren). Een grotere soos zal een groter activiteitenaanbod kunnen uitbrengen dan een kleine soos. Het jongerenwerk begeleidt de gezamenlijke programmering / inkoop van activiteiten, waardoor financieel voordeel behaald kan worden. Een soosbestuur blijft zelf eindverantwoordelijk voor een gezonde exploitatie.

De gemeente erkent de mening van de jongeren dat een soos in de eerste plaats een plaats van ontmoeting is.

De gemeente stelt zich bij bovenstaande doelstelling op het standpunt dat als het aanbod van negen sozen is gerealiseerd, dit een toereikend aanbod is voor alle jongeren in de gemeente Winsum. Ten eerste omdat het huidige aanbod door de spreiding in relatie tot het verzorgingsgebied goed bereikbaar is. En ten tweede omdat voor dit aanbod professionele begeleiding van het jongerenwerk kan worden gegarandeerd.

Wat gaan we doen?

  • 1.

    De gemeente past de subsidieregels voor activiteiten en cursussen aan ter bevordering van het activiteitenaanbod en vermindering van de afhankelijkheid van barinkomsten.

  • 2.

    De gemeente biedt ondersteuning op de versterking van de financiële administratie van jeugdsozen.

    Hoe gaan we het realiseren?

    Ad 1. Subsidieregel jeugdsozen

    • -

      De subsidieregel voor activiteiten en cursussen zal worden aangepast met een versleuteling van een percentage van jaarlijkse huur- en onderhoudskosten.

    • -

      De mogelijkheid van een jaarlijkse structurele subsidieaanvraag zal schriftelijk en mondeling bij de soosbesturen onder de aandacht worden gebracht.

    • -

      Subsidieplafond: meerdere activiteiten kunnen worden aangevraagd tot een maximum subsidiebedrag van € 1250,- per jeugdsoos per jaar. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen huur- of onderhoudsverplichting in geval van eigendom (max. € 500,- per jaar) en een activiteitensubsidie max. € 750,-).

    Ad 2. Versterking financiële controle

    De sozen kunnen subsidie aanvragen voor de aanschaf van een eenvoudig maar functioneel boekhoudkundig programma, en ontvangen daarbij een instructiecursus via het steunpunt vrijwilligerswerk en/of jongerenwerk. Het jongerenwerk begeleidt de verdere invoering van het programma.

    Resultaatmetingen

    • -

      aantal activiteiten per jaar per soos incl. aantal bezoekers (subsidieverantwoording)

    • -

      aantal voorlichtingsbijeenkomsten per jaar per soos incl. aantal bezoekers (idem)

    • -

      aantal deelnemers cursus boekhouden

    • -

      financiële situatie 2009 vergelijken met 2008 en 2007

    • -

      heeft de subsidieondersteuning ook effect op het stricter naleven van het schenkbeleid?

    4. 2. Gezonde leefstijl

    Doelstelling

    In de jeugdsozen leren jongeren op een verantwoorde manier om te gaan met genotsmiddelen.

    Onderbouwing

    De gemeente vindt het belangrijk om een stimulerende rol te vervullen om jongeren verantwoord te leren omgaan met genotsmiddelen. Via de voorlichtingsprogramma’s die via de scholen worden aangeboden (ten dele gesubsidieerd door de gemeente), wordt een grote groep jongeren bereikt. We denken dat er een meerwaarde bestaat om jongeren met dergelijke bewustwordingsprogramma’s te benaderen op de plaats waar ze uitgaan.

    Wat gaan we doen?

    • 1.

      De jeugdsozen worden als een van de kernpartners opgenomen in de uitvoering van het Projectplan Pilot De Marne, Winsum en Zuidhorn; Alcohol en Jongeren.

    • 2.

      De bestaande drank- en horeca convenanten worden geactualiseerd.

    • 3.

      Door de week wordt in de sozen geen alcohol geschonken.

    Hoe gaan we het realiseren?

    Ad 1. Jeugdsozen kernpartner pilot jongeren en alcohol

    In 2007 heeft het provinciale APJ (arrondissement platform jeugdcriminaliteit) het CMO Groningen gevraagd een plan op te stellen om iets te doen aan alcoholgebruik onder jongeren in de Provincie Groningen. In de eerste helft van 2007 heeft de CMO Groningen samen met de afdeling Voorlichting & Preventie van de VNN, de GGD en de Politie een gezamenlijk plan van aanpak opgesteld om alcohol gebruik onder jongeren terug te dringen. Dit plan is op hoofdlijnen opgesteld en zal met de gemeente en het lokale jongerenwerk verder worden uitgewerkt.

    Het aanbod betreft de uitvoering van een pilot gedurende drie jaren in de gemeenten Winsum, Zuidhorn en De Marne. Bij een succesvolle pilot kan de ontwikkelde aanpak worden geïmplementeerd in andere gemeenten in de provincie Groningen. De activiteiten richten zich op de doelgroep jeugdigen van 10-18 jaar en hun ouders/opvoeders.

    Wat willen we precies bereiken?

    De doelen die het programma voor ogen heeft zijn:

    • -

      afname van overmatig alcohol gebruik door jongeren van 16-18 jaar

    • -

      afname van alcohol door jongeren van 10-16 jaar

    • -

      geen verdere verlaging van de aanvangsleeftijd alcoholgebruik

    • -

      afname alcoholtolerantie bij ouders van jeugdigen van 10-18 jaar.

    Aanpak

    Het plan van aanpak richt zich op de drie domeinen: vrije tijd, thuis en scholen. De activiteiten zijn georganiseerd langs de volgende lijnen: algemene preventie; geïndiceerde preventie / interventie, en handhaving en regelgeving. De uitvoering wordt gedaan in samenwerking tussen: gemeenten, VNN, Politie en de GGD. De kanalen die worden gebruikt zijn: het jongerenwerk, HALT, scholen, sportverenigingen en dergelijke.

    De activiteiten die worden uitgezet zijn:

    Vrije tijd

    Thuis/ouders/opvoeders

    School

    Algemene preventie:

    -Themamaanden in sportkantines en jeugdsozen

    -Ouderavonden

    -Informatiemarkt

    -Informatiemateriaal breed uitzetten

    -Spreekuren van JGZ

    -Informatiemappen over middelen in het onderwijs

    -Project promotie

    Geïndiceerde preventie

    -Deskundigheidsbevordering voor intermediairs;

    -IVA trainingen voor vrijwilligers

    -Inzet rijsimulator

    -Oudercursus

    -Chatfone met deskundigen

    -Filmproject

    -Theaterproject

    -School adoptieplan door politie

    -Themamaand

    Handhaving en regelgeving

    -Opstellen convenant tussen gemeente, jeugdsozen, sportclubs en politie

    -Eventueel een convenant voor horeca en winkeliers

    -Meldingsbrief

    -Opstellen schoolveiligheidsplan

    Ad 2. Door de week wordt in de sozen geen alcohol geschonken

    Het jongerenwerk gaat in de loop van het komen de jaar samen met de soosbesturen alcoholvrije soosavonden invoeren (maandag tot en met donderdag geen alcohol), in alle sozen in de gemeente Winsum. De invoering van deze maatregel gebeurt niet op grond van regelgeving, maar op basis van samenwerking met de betrokken jongeren (soosbesturen). Zo mogelijk wordt de invoering van de nieuwe huisregel gekoppeld aan het pilotproject, onderdeel algemene preventie.

    Ad 3. Actualiseren drank- en horeca convenanten

    De convenanten die medio jaren negentig zijn opgesteld worden geactualiseerd op een breed jeugdsozenoverleg waarvoor eveneens horecaondernemers worden uitgenodigd. Na ondertekening door de huidige bestuursleden is het de bedoeling dat het convenant weer een “levend document” wordt, waarbij de verantwoordelijkheden en afspraken worden nageleefd.

    Resultaatmetingen

    De projectorganisatie onder leiding van VNN zal over 3 jaar een evaluatie uitvoeren op de projectdoelstellingen, en indicatoren ontwikkelen voor de meting van:

    • -

      afname van overmatig alcohol gebruik door jongeren van 16-18 jaar

    • -

      afname van gebruik van alcohol door jongeren van 10-16 jaar

    • -

      geen verdere verlaging van de aanvangsleeftijd alcoholgebruik

    • -

      afname alcoholtolerantie bij ouders van jeugdigen van 10-18 jaar.

    • -

      naleving afspraken convenant

      4.3.Lokale samenwerking

    Doelstelling

    Jeugdsozen werken in 2010 structureel samen met één of meer organisaties in het dorp

    Onderbouwing

    De gemeente zou graag zien dat alle besturen van dorpsverenigingen initiatief richting jeugd(soosbesturen) zouden nemen, opdat doordat ouderen en jongeren elkaar beter leren kennen en waarderen, hierdoor wederzijds begrip en vertrouwen kan worden bevorderd. Dit zal de leefbaarheid in het dorp ten goede komen.

    We zien echter een taak voor de gemeente weggelegd om hierin een trekkersrol te vervullen. De dorpskerncoördinator van de gemeente zal samen met de beleidsmedewerker jeugd en het jongerenwerk een entamerende, stimulerende rol spelen in de bevordering van samenwerking tussen sozen en andere lokale organisaties, vooral met de dorpsbelangenverenigingen.

    Wat gaan we doen?

    1.Het brede jeugdsozenoverleg wordt hernoemd tot platform jeugdsozen. Tweemaal per jaar komt het in een brede samenstelling bijeen met als doel dat jeugdsozen verankerd worden in de lokale samenleving.

    Hoe gaan we het realiseren?

    Ad 1. Platform jeugdsozen

    Het platform jeugdsozen kent twee functies:

    • -

      Afstemming en samenwerking met betrekking tot thema’s die zowel jongere als volwassen bewoners betreffen;

    • -

      Klankbordgroep van jongeren voor de gemeente (zie hst. 4.4.)

    Agenda: thema’s die geagendeerd kunnen worden zijn bijvoorbeeld: wet- en regelgeving, activiteiten, overlastsituaties.

    Organisatie: tweemaal per jaar wordt het brede jeugdsozenoverleg dat in totaal vier maal per jaar plaatsvindt, aangewend voor een platformbijeenkomst onder voorzitterschap van het jongerenwerk. Hiervoor worden van elk soosbestuur twee bestuursleden uitgenodigd, één vertegenwoordiger van de dorpsbelangenverenigingen en, afhankelijk van de agenda, andere lokale organisaties, ondernemers of professionals op het gebied van welzijn, wonen, openbare orde etc.

    Resultaatmetingen

    • -

      Aantal structurele samenwerkingsverbanden = jaarlijks terugkerende samenwerking op activiteitenniveau, structurele samenwerking in de vorm van ondersteuning, of bestuurlijke samenwerking

    • -

      Aantal activiteiten per jaar waarin jeugdsozen samenwerken met andere lokale organisaties. We houden hierbij rekening met het feit dat er voor samenwerking twee welwillende partijen nodig zijn.

    • -

      Inventarisatie van thema’s waarin samenwerking plaatsvindt en monitoring hiervan per dorp

    4.4. Jongerenparticipatie

    Doelstelling

    Jongeren worden vaker betrokken bij de ontwikkeling en uitvoering van gemeentelijk beleid.

    Onderbouwing

    We gaan jeugdsoosbezoekers en andere jongeren vaker betrekken bij gemeentelijk beleid.

    Dit zijn we conform de WMO ook verplicht. We benutten hiervoor het platform jeugdsozen. De gemeente kan via dit overleg de visie van jongeren opvragen en meenemen in trajecten van beleidsontwikkeling of -uitvoering. Omdat het platform een gremium is waarin jongeren sterk vertegenwoordigd zijn, verwachten we dat jongeren gemotiveerd zullen zijn om betrokken te worden bij beleid. De opzet van het platform zal worden afgestemd met de gemeente De Marne, die ons het concept heeft aangereikt. De gemeente zal afhankelijk van het onderwerp niet alleen jeugdsoosbesturen en – bezoekers betrekken, maar ook andere jongeren benaderen. Daarnaast gebruikt de gemeente ook standpunten en meningen van jongeren die op provinciaal niveau zijn verzameld (Trendteam). Daarbij zal goed worden gekeken naar representativiteit voor Winsum.

    Wat gaan we doen?

    • 1.

      Het platform jeugdsozen wordt benut voor het betrekken van jongeren bij gemeentelijk beleid.

    • 2.

      We gaan vaker digitale communicatiemiddelen gebruiken om de mening van jongeren te polsen.

    Hoe gaan we het realiseren?

    Ad 1. Platform jeugdsozen in relatie tot beleidsontwikkeling- en uitvoering

    Over WMO-gerelateerde beleidsontwikkelingen consulteert de gemeente de WMO-raad.

    In de WMO-adviesaad zijn jongeren niet vertegenwoordigd. De gemeente kiest op basis van ervaringen bij andere gemeentes voor een inspraakmethode voor jongeren die aansluit bij hun leefwereld (jeugdsoosoverleg), waarbij een direct doelgroepbelang aanwezig is (samenwerking, ondersteuning). De WMO-adviesraad treedt in contact treden met jongeren om hun mening mee te nemen in haar advies. Dit heeft zij ook gedaan bij de totstandkoming van de jeugdsozennotitie.

    Via het interne projectenoverleg van de gemeente zullen thema’s worden geïnventariseerd waarbij jongerenparticipatie van belang is. Leidend principe is de vraag in hoeverre jongeren tot de doelgroep van het betreffende beleid behoren of hier indirect bij betrokken zijn. Betrokkenheid van de doelgroep draagt bij aan de aansluiting van beleid op de vraag. Bovendien kan er draagvlak gecreëerd wordt voor de uitvoering van beleid.

    Afstemming over het inwinnen van advies bij het platform door WMO adviesraad en gemenete vindt plaats via de secretaris van de WMO-advies raad.

    Het platform komt bij elkaar onder voorzitterschap van het jongerenwerk en wordt samen voorbereid met de dorpencoördinator en de ambtenaar jeugdbeleid.

    Ad 2. Gebruik digitale communicatiemiddelen

    Er staan de gemeente verschillende moderne communicatiemiddelen ter beschikking om jongeren breed te bereiken. Via de website www.jongerenwinsum.nl, via door het jongerenwerk verzamelde mobiele telefoonnummers en via internetradio- en tv kunnen op relatief eenvoudige wijze gegevens worden verzameld. Afhankelijk van de vraag zullen andere participatiemethoden gebruikt worden, zoals enquêtes en interviews. De verspreiding van de digitale jeugdraad, product in kader van gebiedsgericht programma 2006, kan hier een bijdrage aan leveren (uitvoering door CMO Groningen).

    Het jongerenwerk maakt gebruik van vindplaatsen op internet die informatie geven over het welbevinden van jongeren zoals hyves en sites op het gebied van partyflock, hardcoreholland. Het jongerenwerk kan hierin signaleren en eventueel contact leggen.

    Resultaatmetingen

    • -

      Bijhouden welke participatiemethode gebruikt word, met welk doel en met welk resultaat (kwantitatief en kwalitatief, jeugdbeleid);

    • -

      Rapportage jongerenwerk over trends in de lokale /regionale jongerencultuur.