Regeling vervallen per 01-01-2016

Nadere regels subsidie Winterswijk 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2015

Intitulé

Nadere regels subsidie Winterswijk 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Winterswijk;

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Winterswijk 2010 en titel 4.2 Algemene wet bestuursrecht;

Overwegende dat het wenselijk is nadere regels vast te stellen waarin is aangegeven welke activiteiten op grond van artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Winterswijk 2010 worden gesubsidieerd en de nadere voorwaarden vast te stellen waaronder de subsidies worden verstrekt;

b e s l u i t

vast te stellen de

Nadere regels subsidie Winterswijk 2015

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1.1 Reikwijdte nadere regels

Voor zover deze nadere regels geen bepalingen bevatten ten aanzien van een beleidsterrein dat is opgesomd in artikel 2 lid 1 van de Algemene subsidieverordening Winterswijk 2010, wordt op deze beleidsterreinen geen subsidie op grond van de verordening verstrekt.

Artikel 1.2 Berekening hoogte subsidie

De hoogte van het subsidiebedrag wordt afhankelijk van de activiteit gebaseerd op een of meer van de volgende factoren:

  • a.

    de met de activiteiten te behalen resultaten;

  • b.

    exploitatiekosten van de subsidie-ontvanger;

  • c.

    accommodatiekosten;

  • d.

    aantal formatieplaatsen;

  • e.

    aantal inwoners van de gemeente;

  • f.

    aantal leden van de subsidie-ontvanger;

  • g.

    aantal plaatsen;

  • h.

    kostprijs van de activiteit;

  • i.

    aantal uren;

  • j.

    het historisch gegroeide subsidiebedrag;

  • k.

    aantal deelnemers aan de activiteiten;

  • l.

    aantal doelgroepkinderen;

  • m.

    aantal leerlingen.

Artikel 1.3 Indexering

  • 1. Het college beslist jaarlijks of indexering van een subsidiebedrag plaatsvindt. Het college kan daarbij onderscheid maken tussen de verschillende subsidiabele activiteiten.

  • 2. Wanneer subsidiebedragen worden geïndexeerd, gebeurt dit op basis van de meicirculaire van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft.

  • 3. Voor zover ten tijde van de inwerkingtreding van deze nadere regels afspraken gelden die afwijken van het bepaalde in het tweede lid, blijven die afspraken gelden voor de duur dat die afspraken zijn gemaakt.

Artikel 1.4 Sanctie bij te laat of onvolledig indienen aanvraag vaststelling activiteitensubsidie

Indien een subsidie-ontvanger niet voldoet aan de verplichting de aanvraag tot vaststelling van een activiteitensubsidie van € 2.500,- of meer in te dienen dan wel niet voldoet aan de verplichting de bij die aanvraag behorende stukken voor een bepaalde datum in te dienen en hij op grond van artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht in de gelegenheid is gesteld de aanvraag of de daarbij behorende stukken alsnog in te dienen, wordt de subsidie wegens het niet naleven van de betreffende verplichting met 5% verlaagd ten opzichte van het bedrag waarop de subsidie anders zou zijn vastgesteld.

Hoofdstuk 2 Kunst en cultuur

Artikel 2.1 Subsidiabele activiteiten kunst

De subsidie kan worden verstrekt voor:

  • a.

    bibliotheekwerk;

  • b.

    amateuristische muziekbeoefening;

  • c.

    activiteiten op het gebied van oudheidkunde en van musea;

  • d.

    het verzorgen van culturele activiteiten;

  • e.

    het verbouwen of onderhouden van verenigingsgebouwen;

  • f.

    educatie,

voor zover zij bijdragen aan een persoonlijke en creatieve ontwikkeling van de deelnemers of aan de communicatieve- en uitdrukkingsvaardigheden van de deelnemers en gericht zijn op ontspanning.

Bibliotheekwerk

Artikel 2.2 Subsidiabele activiteiten bibliotheekwerk

Subsidie wordt verstrekt voor:

  • a.

    het opbouwen en beheren van collecties grafische materialen, audiovisuele media en virtuele en digitale bestanden; bieden van een kennis- en informatievoorziening, die aansluit op de behoeften van de inwoners van Winterswijk;

  • b.

    het aanbieden van een boekencollectie die aansluit op het leesgedrag van de inwoners van de gemeente;

  • c.

    het verstrekken van inlichtingen en advies aan het publiek, zowel mondeling als digitaal;

  • d.

    het verzorgen van activiteiten in het kader van de kinderboekenweek;

  • e.

    educatieve activiteiten op het gebied van media, cultuur en leesbevordering;

  • f.

    het bieden van een ontmoetings- en verblijfsplaats waar alle groepen van de samenleving elkaar kunnen treffen in de vorm van een leescafé en activiteiten als lezingen, tentoonstellingen en presentaties;

  • g.

    het bieden van faciliteiten aan culturele minderheden, ouderen en jeugd.

Amateuristische muziekbeoefening

Artikel 2.3 Subsidiabele activiteiten amateuristische muziekbeoefening

Subsidie wordt verstrekt voor de beoefening van de amateuristische muziekkunst.

Artikel 2.4 Subsidie-ontvanger activiteiten amateuristische muziekbeoefening

  • 1. Subsidie wordt verstrekt aan de volgende muziekgezelschappen die tevens rechtspersoon zonder winstoogmerk zijn:

    • a.

      harmonie-, fanfare- en accordeonverenigingen;

    • b.

      drumbands, malletbands, slagwerkgroepen en majorettepelotons;

    • c.

      symfonieorkesten.

  • 2. De muziekgezelschappen als bedoeld in het eerste lid voldoen aan de volgende criteria:

    • a.

      zij zijn gevestigd in de gemeente Winterswijk;

    • b.

      zij hebben tenminste 12 betalende leden;

    • c.

      zij zijn aangesloten bij een landelijke organisatie of provinciale organisatie die zich de beoefening

      van muziek ten doel stelt en in dit verband bondsconcoursen organiseert.

Artikel 2.5 Verplichtingen

  • 1. Het college kan de subsidie-ontvanger verplichten tenminste een keer per jaar medewerking te verlenen aan festiviteiten en uitvoeringen op openbare bijeenkomsten, niet zijnde kerkelijke, godsdienstige of politieke bijeenkomsten.

  • 2. Het college kan de subsidie-ontvanger één keer in de vijf jaar verplichten deel te nemen aan een door de bond waarbij de aanvrager is aangesloten, erkend concours.

Artikel 2.6 Hoogte subsidie activiteiten amateuristische muziekbeoefening

  • 1. De subsidie voor harmonie-, fanfare- en accordeonverenigingen bedraagt per jaar:

    • a.

      bij klassering in de introductie-, vijfde en vierde divisie maximaal € 1.160,-;

    • b.

      bij klassering in de derde divisie maximaal € 1.400,-;

    • c.

      bij klassering in de tweede divisie maximaal € 1.860,-;

    • d.

      bij klassering in de eerste divisie maximaal € 2.320,-.

  • 2. De subsidie voor drumbands, malletbands, slagwerkgroepen en majorettepelotons bedraagt per jaar:

    • a.

      bij klassering in de introductiedivisie maximaal € 385,-;

    • b.

      bij klassering in de jeugddivisie maximaal € 470,-;

    • b.

      bij klassering in de derde divisie maximaal € 540,-;

    • c.

      bij klassering in de tweede divisie maximaal € 630,-;

    • d.

      bij klassering in de eerste divisie maximaal € 775,-;

    • e.

      bij klassering in de eredivisie maximaal € 920,-.

  • 4. De subsidie voor symfonieorkesten bedraagt maximaal € 1400,- per jaar.

  • 5. De peildatum voor het bepalen van de klassering is 1 januari van het jaar waarin de subsidie wordt aangevraagd.

Kunst- en cultuuronderwijs

Artikel 2.7 Subsidiabele activiteiten kunst- en cultuuronderwijs

Subsidie wordt verstrekt voor het verzorgen van onderwijs op het gebied van muziek, dans en overige uitingen op het gebied van kunst en cultuur, voor zover dit bijdraagt aan de esthetische en culturele vorming van de leerlingen.

Artikel 2.8 Subsidie-ontvanger activiteiten kunst- en cultuuronderwijs

Een subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een rechtspersoon zonder winstoogmerk, die gevestigd is in de gemeente Winterswijk.

Oudheidkunde en musea

Artikel 2.09 Subsidiabele activiteiten op het gebied van oudheidkunde en van musea

Subsidie wordt verstrekt voor

  • a.

    de exploitatie van een museum en het beheer van de collectie;

  • b.

    de instandhouding van een heemtuin, een kleindierpark of een zogenaamde kinderboerderij, bedoeld voor recreatie en educatie op het gebied van milieu en natuur.

Culturele activiteiten

Artikel 2.10 Subsidiabele culturele activiteiten

Subsidie wordt verstrekt voor:

  • a.

    het exploiteren van een schouwburg met als doel het organiseren van culturele en andere activiteiten en de bevordering van de belangstelling voor podiumkunst;

  • b.

    de bestudering en het documenteren van de streekcultuur van de Achterhoek en de Liemers.

Artikel 2.11 Subsidie-ontvanger culturele activiteiten

Subsidie wordt verstrekt aan een rechtspersoon zonder winstoogmerk.

Verdeelregels

Artikel 2.12 Verdeelregels beleidsterrein kunst en cultuur

Indien voor een bepaalde activiteit het subsidieplafond wordt overschreden, wordt het beschikbare bedrag als volgt verdeeld:

Het beschikbare bedrag wordt naar evenredigheid onder de betrokken aanvragers verdeeld.

Aanvragers die in het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor zij een subsidie aanvragen, een subsidie ontvingen, hebben voorrang boven nieuwe aanvragers. Indien het totaal van subsidieaanvragen het subsidieplafond overschrijdt dan wordt het bedrag van het subsidieplafond naar evenredigheid verdeeld over de aanvragers. Voor zover er na verlening van de subsidie als bedoeld onder a nog een bedrag resteert en dit bedrag onvoldoende is om aan alle overige aanvragen tegemoet te komen, wordt het resterende bedrag naar evenredigheid verdeeld onder de aanvragers die nog niet eerder een subsidie ontvingen.

Hoofdstuk 3 Jeugd

Artikel 3.1 Subsidiabele activiteiten jeugd

Subsidie kan worden verstrekt voor:

  • 1.

    vrijwilligers jeugd- en jongerenwerk;

  • 2.

    vrijwilligers speeltuinwerk;

  • 3.

    investeringen en onderhoud jeugdaccommodaties/speeltoestellen, vrijwilligers jeugd- en

    jongerenwerk en speeltuinwerk;

  • 4.

    professioneel jeugd- en jongerenwerk;

  • 5.

    peuteropvang;

  • 6.

    voorschoolse educatie;

  • 7.

    jeugdwerk voor kinderen en jongeren met een lichamelijke of verstandelijke beperking.

  • 8.

    preventieve opvoed- en opgroeiactiviteiten

Vrijwilligers jeugd- en jongerenwerk

Artikel 3.2 Subsidiabele activiteiten jeugd- en jongerenwerk

Subsidie wordt verstrekt voor:

  • a.

    het uitvoeren van doelstellingen die passen binnen het gemeentelijk jeugdbeleid zoals bijvoorbeeld het stimuleren van vernieuwende activiteiten en ontwikkelingen;

  • b.

    de instandhouding van jeugdaccommodaties;

  • c.

    het organiseren en uitvoeren van scoutingactiviteiten voor jeugdigen en jongeren;

  • d.

    het organiseren van kinderzomervakantieactiviteiten;

  • e.

    aankoop en verbetering van jeugdaccommodaties.

Artikel 3.3 Subsidie-ontvanger jeugd- en jongerenwerk

Subsidie wordt verstrekt aan een rechtspersoon zonder winstoogmerk die gevestigd is in Winterswijk en die open en algemeen toegankelijke activiteiten jeugd- en jongerenactiviteiten aanbiedt.

Voor scoutingactiviteiten moet de subsidieontvanger aangesloten zijn bij scouting Nederland.

Artikel 3.4 Hoogte subsidie jeugd- en jongerenwerk

  • 1. Voor de instandhouding van een jeugd en jongerenaccommodatie wordt een subsidie verstrekt van € 1.200,00.

  • 2. Voor scoutingactiviteiten wordt per lid een subsidie verstrekt van € 25,00 per jeugdlid tot en met 21 jaar. De peildatum voor het vaststellen van het aantal leden is 1 januari van het jaar waarin de subsidie wordt aangevraagd.

  • 3. Voor het organiseren van kinderzomervakantieactiviteiten wordt een subsidie verstrekt van € 6.300,00.

Vrijwilligers speeltuinwerk

Artikel 3.5 Subsidiabele activiteiten speeltuinverenigingen

Subsidie wordt verstrekt voor :

  • a.

    het uitvoeren van doelstellingen die passen binnen het gemeentelijk jeugdbeleid zoals bijvoorbeeld het stimuleren van vernieuwende activiteiten en b. de instandhouding van een beveiligd speelterrein met speelobjecten die de sociale vorming en motorische ontwikkeling van kinderen bevorderen;

  • b.

    het ondersteunen en adviseren van speeltuinverenigingen;

  • c.

    aankoop en verbetering van speeltoestellen en accommodaties.

Artikel 3.6 Subsidie-ontvanger

Subsidie wordt verstrekt aan een rechtspersoon zonder winstoogmerk die gevestigd is in Winterswijk en aangesloten is bij de NUSO en de plaatselijke speeltuinfederatie.

Artikel 3.7 Hoogte subsidie speeltuinverenigingen

  • 1. Voor de exploitatie van een speeltuin wordt een subsidie verstrekt van € 6,20 per gezinslid.

  • 2. Voor het ondersteunen en adviseren van speeltuinverenigingen wordt een subsidie verstrekt van

    € 450,00 per speeltuinorganisatie alsmede € 2,00 per gezinslid van een bij de plaatselijke speeltuin

    federatie aangesloten speeltuinvereniging.

  • 3. De peildatum voor het vaststellen van het aantal leden is 1 januari van het jaar waarin de subsidie wordt aangevraagd.

Investeringen

Artikel 3.8 Subsidie-ontvanger speeltoestellen

Een subsidie wordt verstrekt aan:

  • a.

    scholen gevestigd in Winterswijk, waarvan de schoolpleinen buiten schooltijd publiek toegankelijk zijn;

  • b.

    speeltuinverenigingen die gevestigd zijn in Winterswijk.

Artikel 3.9 Hoogte subsidie speeltoestellen

De hoogte van de subsidie voor de aanschaf van speeltoestellen bedraagt 25% van de aanschafwaarde met een maximum van € 4.000,- per speeltoestel.

Hoogte subsidie accommodaties

Artikel 3.10 Subsidiabele activiteiten bouwen of verbouwen jeugdaccommodaties

Subsidie wordt verstrekt voor het bouwen en of verbouwen van jeugdaccommodaties.

Artikel 3.11 Subsidie-ontvanger bouwen of verbouwen jeugdaccommodaties

Subsidie wordt verstrekt aan de rechtspersoon die de betreffende jeugdaccommodatie exploiteert.

Artikel 3.12 Hoogte subsidie bouwen of verbouwen jeugdaccommodaties

De hoogte van de subsidie bedraagt 25% van de goedgekeurde kosten met een maximum van

€ 50.000,- per te bouwen of te verbouwen jeugdaccommodatie.

Professioneel jeugd en jongerenwerk

Artikel 3.13 Subsidiabele activiteiten professioneel jeugd en jongerenwerk

  • 1. Subsidie wordt verstrekt voor het vergroten van de maatschappelijke participatie van jongeren en het voorkomen van beschadiging, uitval en ongewenst gedrag. In het bijzonder gaat het daarbij om jongeren uit kwetsbare groepen.

  • 2. Subsidie wordt verstrekt voor:

    • a.

      Accommodatiegerichte activiteiten (meidenclub, internetcafé, film, toneel, culturele manifestaties muziek en disco etc.);

    • b.

      Outreachende activiteiten, benadering van jongeren(groepen) in wijken, buurten etc.;

    • c.

      Ondersteunen en werven van vrijwilligers, nieuwe jongereninitiatieven, vrijwilligers jeugd/speeltuinorganisaties bij jongerenactiviteiten;

    • d.

      Openstelling ontmoetingsruimte na schooltijd, in het weekend en in schoolvakanties;

    • e.

      Ontmoetingsactiviteiten;

    • f.

      Bevorderen en ondersteunen van jeugd- en maatschappelijke participatie;

    • g.

      Advisering en consultatie van jongeren en netwerkpartners;

    • h.

      Signaleren van individuele en algemene jongerenproblematiek;

    • i.

      Ondersteunen van vrijwilligers.

Artikel 3.14 Subsidie-ontvanger professioneel jeugd- en jongerenwerk

  • 1. Subsidie voor jeugd- en jongerenwerk wordt verstrekt aan een rechtspersoon die werkt met professionals/jeugdwerkers met een passende beroepsopleiding.

  • 2. Subsidie wordt verstrekt aan de rechtspersoon die de betreffende jeugdaccommodatie exploiteert.

Artikel 3.15 Administratieve eisen professioneel jeugd en jongerenwerk

In de begroting van een aanvrager om subsidie voor jeugd en jongerenwerk worden de volgende

kostenposten onderscheiden:

  • a.

    huur;

  • b.

    personeel;

  • c.

    overhead;

  • d.

    afschrijvingen;

  • e.

    energie;

  • f.

    onderhoud;

  • g.

    inventaris en specifieke kosten.

Peuteropvang

Artikel 3.16 Subsidiabele activiteiten peuteropvang

1 Voor de opvang van peuters van ouders die geen kinderopvangtoeslag op grond van de Wet kinderopvang kunnen verkrijgen, wordt een subsidie verstrek aan de opvang verlenende peuterspeelzaal.

2.De subsidie bestaat uit een vast bedrag per kind per uur dat peuteropvang wordt geboden.

Artikel 3.17 Voorwaarden subsidie peuteropvang

  • a. de peuteropvang plaats vindt in de gemeente Winterswijk;

  • b. de peuteropvang bijdraagt aan de doelstelling van de subsidie optimale ontwikkelingskansen te bieden door middel van spelen, ontwikkelen en ontmoeten;

  • c. de aanvrager werkt met het Ontwikkelingsvolgmodel en vroeg- en voorschoolse educatie-activiteiten worden aangeboden;

  • d. de aanvrager deelneemt aan zorg- en signaleringsstructuren;

  • e. de aanvrager samenwerkt met het consultatiebureau ten behoeve van het optimaliseren van toeleiding van doelgroepkinderen naar de peuterspeelzaal;

  • f. de aanvrager een pedagogisch beleidsplan voor de betreffende peuterspeelzaal heeft vastgesteld.

Artikel 3.18 Hoogte subsidie peuteropvang

  • 1. De hoogte van het subsidiebedrag per kind per uur bedraagt het verschil tussen de uurprijs die het kinderdagverblijf hanteert tot een maximum van het uurtarief waarop de landelijke norm is vastgesteld en de ouderbijdrage als bedoeld in artikel 3.21.

  • 2. Per kind worden maximaal 10 opvanguren per week gesubsidieerd.

  • 3. Per jaar stelt het college bij de subsidieverlening het maximum aantal uren vast waarvoor een subsidie kan worden verkregen.

  • 4. Bij het bepalen van het maximale subsidiebedrag dat een aanvrager kan ontvangen, maakt het college een inschatting van de redelijkerwijs te verwachten omvang van de peuteropvang door de subsidie-aanvrager. Daarbij worden de gegevens uit voorgaande jaren betrokken.

Artikel 3.19 Hoogte ouderbijdrage peuteropvang

De ouderbijdrage voor een kind op de peuteropvang is niet hoger dan de minimale bijdrage volgens de Wet OKE.

Artikel 3.20 Administratieve eisen peuteropvang

In de administratie van de ontvanger van een subsidie voor peuteropvang moet een scheiding zijn

aangebracht tussen de peuteropvang die wordt gefinancierd door de gemeente en ouders en de

peuteropvang die wordt gefinancierd op grond van de Wet kinderopvang.

Voorschoolse educatie

Artikel 3.21 Subsidiabele activiteiten voorschoolse educatie

  • 1. Subsidie wordt verstrekt voor:

    • a.

      het verzorgen van een voorschools educatieprogramma ten behoeve van kinderen die behoren tot de doelgroep en die gebruik maken van een voorschoolse voorziening of van een instelling met een erkend voor- en vroegschools educatieprogramma;

    • b.

      de kosten van de inzet van extra personeel dat nodig is voor de uitvoering van het voorschoolse educatieprogramma op de peuteropvang;

    • c.

      ouderparticipatie bij de uitvoering van het voorschoolse educatieprogramma;

    • d.

      de toeleiding van doelgroepkinderen naar een voorschoolse voorziening met een voor- en vroegschoolse educatieprogramma;

    • e.

      het aanschaffen van lesmethoden voor de uitvoering van een voorschools educatieprogramma;

    • f.

      de vergoeding van de ouderbijdrage die wordt betaald voor het derde en vierde dagdeel ten behoeve van doelgroepkinderen op een door de gemeente gesubsidieerde peuteropvangplaats.

  • 2. Op basis van de beoordeling door het consultatiebureau, wordt bepaald of een kind tot de doelgroep behoort.

  • 3. De subsidie wordt verstrekt aan aanbieders van peuteropvang, aanbieders van kinderopvang of instellingen met een erkend vroeg- en voorschools educatieprogramma.

Artikel 3.22 Registratie

  • 1.

    De subsidie-ontvanger registreert de ingeschreven doelgroepkinderen overeenkomstig de

    doelgroepdefinitie.

  • 2.

    De subsidie-ontvanger monitort het aantal doelgroepkinderen dat gebruik maakt van het

    voorschoolse educatieprogramma.

Kinderen en jongeren met een lichamelijke of verstandelijke beperking

Artikel 3.23 Subsidiabele activiteiten voor kinderen en jongeren met een lichamelijke of verstandelijke beperking

Subsidie wordt verstrekt voor het organiseren van activiteiten voor kinderen en jongeren met een lichamelijke of verstandelijke beperking.

Artikel 3.24 Subsidie-ontvanger activiteiten voor kinderen en jongeren met een lichamelijke of verstandelijke beperking

Subsidie wordt verstrekt aan rechtspersonen zonder winstoogmerk.

Artikel 3.25 Hoogte subsidie activiteiten voor kinderen en jongeren met een lichamelijke of verstandelijke beperking

Voor de activiteiten zoals bedoeld in artikel 3.25 wordt een subsidie van maximaal € 1.000,00 per kalenderjaar verstrekt.

Preventieve opvoed- en opgroeiactiviteiten

Artikel 3.26 Subsidiabele preventieve opvoed- en opgroeiactiviteiten

Subsidie wordt verstrekt voor activiteiten gericht op opvoed- en opgroeiondersteuning individueel of groepsgericht volgens de positieve visie op het versterken van de eigen kracht van jeugdigen en het gezin, daar waar lacunes worden geconstateerd in het reeds bestaande (hulp-)aanbod en is nadrukkelijk verbonden met de ketensamenwerking in het WMOplusloket de Post verband en visieontwikkeling binnen het traject Transformatie Jeugdzorg

Artikel 3.27 Subsidievoorwaarden preventieve opvoed- en opgroeiactiviteiten

Subsidie voor preventieve opvoed- en opgroeiactiviteiten wordt verstrekt aan een rechtspersoon die werkt met professionals/jeugdwerkers met een passende beroepsopleiding.

Verdeelregels

Artikel 3.28 Verdeelregels beleidsterrein jeugd

  • 1. Indien voor een bepaalde activiteit het subsidieplafond wordt overschreden, wordt het beschikbare bedrag als volgt verdeeld:

    • a.

      Het beschikbare bedrag wordt naar evenredigheid onder de betrokken aanvragers verdeeld.

    • b.

      aanvragers die in het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor zij een subsidie aanvragen, een subsidie ontvingen, hebben voorrang boven nieuwe aanvragers;

    • c.

      voor zover er na verlening van de subsidie als bedoeld onder a nog een bedrag resteert en dit bedrag onvoldoende is om aan alle overige aanvragen tegemoet te komen, wordt het resterende bedrag naar evenredigheid verdeeld onder de aanvragers die nog niet eerder een subsidie ontvingen.

  • 2. In afwijking van het eerste lid wordt voor de aanschaf van speeltoestellen het beschikbare bedrag als volgt verdeeld:

    • a.

      aanvragers die nog niet eerder een aanvraag hebben ingediend, hebben voorrang boven aanvragers die al eerder een aanvraag indienden;

    • b.

      voor zover er na verlening van de subsidie aan de nieuwe aanvragers als bedoeld onder a nog een bedrag resteert en dit bedrag onvoldoende is om aan alle overige aanvragen tegemoet te komen, wordt het resterende bedrag naar evenredigheid verdeeld onder de aanvragers die al eerder een aanvraag indienden.

Hoofdstuk 4 Volksgezondheid

Artikel 4.1 Subsidiabele activiteiten volksgezondheid

Subsidie kan worden verstrekt voor:

  • a.

    jeugdgezondheidszorg;

  • b.

    overige gezondheidsbevorderende activiteiten ten behoeve van de doelgroep van 0 tot en met 18 jaar

Jeugdgezondheidszorg

Artikel 4.2 Subsidiabele activiteiten jeugdgezondheidszorg

Subsidie wordt verstrekt voor activiteiten op het gebied van jeugdgezondheidszorg.

Artikel 4.3 Subsidie-ontvanger activiteiten jeugdgezondheidszorg

Subsidie wordt verstrekt aan rechtspersonen zonder winstoogmerk.

Overige gezondheidsbevorderende activiteiten ten behoeve van de doelgroep 0 tot en met 18 jaar

Artikel 4.4 Subsidiabele activiteiten overige gezondheidsbevorderende activiteiten ten behoeve van de doelgroep 0 tot en met 18 jaar

Subsidie wordt verstrekt voor activiteiten op het gebied van taal- en opvoedondersteuning en licht pedagogische hulp.

Artikel 4.5 Subsidie-ontvanger activiteiten overige gezondheidsbevorderende activiteiten ten behoeve van de doelgroep 0 tot en met 18 jaar

Subsidie wordt verstrekt aan rechtspersonen zonder winstoogmerk.

Opvang en verzorging van zwerfdieren

Artikel 4.8 Subsidiabele activiteiten zwerfdieren

Subsidie wordt verstrekt voor activiteiten die gericht zijn op de opvang en het verzorgen van zwerfdieren.

Artikel 4.9 Subsidie-ontvanger zwerfdieren

Subsidie wordt verstrekt aan rechtspersonen zonder winstoogmerk.

EHBO-verenigingen

Artikel 4.10 Subsidiabele activiteiten EHBO-verenigingen

Subsidie wordt verstrekt voor de aanschaf van les- en oefenmaterialen ter bevordering van de EHBO-lessen.

Artikel 4.11 Subsidie-ontvanger EHBO-verenigingen

Subsidie wordt verstrekt aan rechtspersonen zonder winstoogmerk.

Verdeelregels

Artikel 4.12 Verdeelregels beleidsterrein volksgezondheid

Indien voor een bepaalde activiteit het subsidieplafond wordt overschreden, wordt het beschikbare bedrag als volgt verdeeld: Het beschikbare bedrag wordt naar evenredigheid onder de betrokken aanvragers verdeeld.

Aanvragers die in het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor zij een subsidie aanvragen een subsidie ontvingen hebben voorrang boven nieuwe aanvragers. Voor zover er dan nog een bedrag resteert en dit bedrag onvoldoende is om aan alle overige aanvragen tegemoet te komen, wordt het resterende bedrag naar evenredigheid verdeeld onder de nieuwe aanvragers.

Hoofdstuk 5 Maatschappelijke ondersteuning

Artikel 5.1 Subsidiabele activiteiten maatschappelijke ondersteuning

Subsidie kan worden verstrekt voor:

  • a.

    algemeen maatschappelijk werk;

  • b.

    integratie van minderheden;

  • c.

    participatie van ouderen;

  • d.

    maatschappelijke begeleiding nieuwkomers;

  • e.

    belangenbehartiging buurtschappen;

  • f.

    participatie van mensen met een beperking;

  • g.

    leefbaarheid in buurten en wijken;

  • h.

    ondersteuning mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg;

  • i.

    het in standhouden van een voedselbank;

  • j.

    geluksbudget.

    Algemeen maatschappelijk werk

Artikel 5.2 Algemeen maatschappelijk werk

Subsidiabele activiteiten op het gebied van algemeen maatschappelijk werk zijn het ondersteunen van cliënten die problemen ondervinden met psychosociale competenties door:

  • a.

    het verschaffen van toegang tot de hulpverlening;

  • b.

    het begeleiden en behandelen van cliënten;

  • c.

    het bemiddelen van cliënten naar personen en instanties;

  • d.

    het ondersteunen van cliënten;

  • e.

    het verlenen van diensten en bieden van consultatiemogelijkheden;

  • f.

    het bijdragen aan preventie van gezondheids- en welzijnsproblemen;

  • g.

    het signaleren van ontwikkelingen.

Artikel 5.3 Subsidie-ontvanger activiteiten maatschappelijk werk

Subsidie wordt verstrekt aan een rechtspersoon zonder winstoogmerk.

Integratie van minderheden

Artikel 5.4 Integratie van minderheden

  • 1.

    Subsidie wordt verstrekt voor activiteiten die de integratie van inwoners van buitenlandse afkomst in de lokale samenleving bevorderen en voldoen aan één van de volgende criteria:

    • a.

      de activiteit bevordert de aansluiting van minderheden bij de Nederlandse samenleving dan wel verkleint de afstand tussen allochtonen en autochtonen;

    • b.

      de activiteit versterkt of bevordert het onderlinge vertrouwen tussen de verschillende bevolkingsgroepen in Winterswijk;

    • c.

      de activiteit bestaat uit samenwerking met andere organisaties;

    • d.

      de activiteit bestaat uit de afstemming van activiteiten op de activiteiten van andere organisaties;

    • e.

      de activiteit bestaat uit het deelnemen aan netwerken.

  • 2.

    Geen subsidie wordt verstrekt voor religieuze vieringen of activiteiten die daarmee verband houden.

Artikel 5.5 Subsidie-ontvanger integratie minderheden

Subsidie wordt verstrekt aan rechtspersonen zonder winstoogmerk die:

    • a.

      gevestigd zijn in Winterswijk;

    • b.

      zijn gevormd door en uit ingezetenen van Winterswijk van niet-Westerse afkomst.

Artikel 5.6 Hoogte subsidie integratie minderheden

Subsidie kan worden verstrekt voor:

    • a.

      de kosten van de activiteiten;

    • b.

      huisvestingskosten, te weten huurkosten, onroerende zaakbelasting, kosten van energie, water, klein onderhoud, schoonmaak en verzekeringen.

Ouderen

Artikel 5.7 Subsidiabele activiteiten ouderen

  • 1.

    Subsidie wordt verstrekt voor:

    • a.

      het organiseren van een ouderendag die maximaal één keer per jaar plaatsvindt in het kader van elkaar ontmoeten;

    • b.

      het organiseren van een ouderendag die één keer per twee jaar plaatsvindt en die samen met ouderenverenigingen uit de Duitse buurgemeenten georganiseerd wordt in het kader van elkaar ontmoeten.

  • 2.

    Onder ouderen wordt verstaan personen van 60 jaar en ouder.

Artikel 5.8 Subsidie-ontvanger activiteiten ouderen

Subsidie wordt verstrekt aan rechtspersonen zonder winstoogmerk.

Artikel 5.9 Hoogte subsidie activiteiten ouderen

Voor het organiseren van een ouderendag als bedoeld in artikel 5.8 wordt maximaal € 500,- verstrekt.

Belangenbehartiging buurtschappen

Artikel 5.10 Subsidiabele activiteiten belangenbehartiging buurtschappen

Subsidie wordt verstrekt voor het behartigen van de belangen van de inwoners van buurtschappen in de gemeente Winterswijk.

Artikel 5.11 Subsidie-ontvanger belangenbehartiging buurtschappen

Subsidie wordt verstrekt aan stichtingen of verenigingen van buurtschappen die zich het behartigen van de belangen van de inwoners van buurtschappen in de gemeente Winterswijk ten doel hebben gesteld.

Artikel 5.12 Hoogte subsidie belangenbehartiging buurtschappen

De peildatum voor het vaststellen van het aantal inwoners per buurtschap is 1 juli van het jaar waarin de subsidie wordt aangevraagd.

Participatie van mensen met een beperking

Artikel 5.13 Subsidiabele activiteiten participatie van mensen met een beperking

Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die de participatie van gehandicapten aan de lokale samenleving bevorderen.

Artikel 5.14 Subsidie-ontvanger activiteiten participatie van mensen met een beperking

Subsidie wordt verstrekt aan rechtspersonen zonder winstoogmerk en groepen van natuurlijke personen.

Artikel 5.15 Hoogte subsidie activiteiten participatie van mensen met een beperking

De werkelijke kosten van de activiteiten ter bevordering van de participatie van gehandicapten worden gesubsidieerd.

Leefbaarheid in buurten en wijken

Artikel 5.16 Subsidiabele activiteiten leefbaarheid in buurten en wijken

Subsidie wordt verstrekt voor activiteiten die gericht zijn op het bevorderen van de leefbaarheid in lokale buurten en wijken, de sociale cohesie in de lokale samenleving, participatie aan de lokale samenleving en de zelfredzaamheid van personen.

Artikel 5.17 Subsidie-ontvanger leefbaarheid in buurten en wijken

Subsidie wordt verstrekt aan rechtspersonen zonder winstoogmerk.

Ondersteuning mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg

Artikel 5.18 Subsidiabele activiteiten mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg

Subsidie wordt verstrekt voor de volgende activiteiten waardoor mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg worden ondersteund bij het uitvoeren van hun activiteiten:

  • a.

    het verstrekken van informatie of advies aan mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg;

  • b.

    het begeleiden van mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg;

  • c.

    het bieden van emotionele steun aan mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg;

  • d.

    educatie van mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg;

  • e.

    het bieden van praktische hulp of respijtzorg aan mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg.

Artikel 5.19 Subsidie-ontvanger mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen zonder winstoogmerk.

Artikel 5.20 Hoogte subsidie mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg

De werkelijke kosten van de activiteiten voor de ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg worden tot een door het college bij de subsidieverlening vastgesteld maximum, gesubsidieerd.

In stand houden voedselbank

Artikel 5.21 Subsidiabele activiteit in stand houden voedselbank

  • j.

    Subsidie wordt verstrekt voor de huurkosten die worden gemaakt ten behoeve van het in stand houden van een voedselbank.

Artikel 5.22 Subsidie-ontvanger in stand houden voedselbank

Subsidie wordt verstrekt aan rechtspersonen zonder winstoogmerk die gevestigd zijn in Winterswijk.

Artikel 5.23 Hoogte subsidie in stand houden voedselbank

De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal € 2583,- per kalenderjaar.

Geluksbudget

Artikel 5.24 Subsidiabele activiteiten geluksbudget

Subsidie wordt verstrekt voor activiteiten die gericht zijn op het doorbreken van het sociaal isolement van individuen.

Artikel 5.25 Subsidie-ontvanger activiteiten geluksbudget

Subsidie wordt verstrekt aan rechtspersonen zonder winstoogmerk en aan natuurlijke personen.

Artikel 5.26 Hoogte subsidie activiteiten geluksbudget

Voor een activiteit als bedoeld in artikel 5.29 wordt maximaal € 4500,- per kalenderjaar verstrekt.

Verdeelregels

Artikel 5.27 Verdeelregels beleidsterrein maatschappelijke ondersteuning

Indien voor een bepaalde activiteit het subsidieplafond wordt overschreden, wordt het beschikbare bedrag als volgt verdeeld: Het beschikbare bedrag wordt naar evenredigheid onder de betrokken aanvragers verdeeld.

Aanvragers die in het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor zij een subsidie aanvragen een subsidie ontvingen hebben voorrang boven nieuwe aanvragers. Voor zover er dan nog een bedrag resteert en dit bedrag onvoldoende is om aan alle overige aanvragen tegemoet te komen, wordt het resterende bedrag naar evenredigheid verdeeld onder de nieuwe aanvragers.

Hoofdstuk 6 Sport

Artikel 6.1 Subsidiabele activiteiten sport

De subsidiëring van sportactiviteiten vindt plaats overeenkomstig het bepaalde in de sportnota 2007 "Sport in Winterswijk - Volop in beweging!" en de Implementatienota 2008 Sportbeleid, subsidies en tarieven.

Sportactiviteiten voor specifieke doelgroepen

Artikel 6.2 Subsidiabele sportactiviteiten specifieke doelgroepen

In aanvulling op het bepaalde in artikel 6.1 wordt subsidie verstrekt voor het organiseren van sportactiviteiten ten behoeve van de specifieke doelgroepen jeugd, ouderen, mensen met een beperking en allochtonen.

Artikel 6.3 Subsidie-ontvanger sportactiviteiten specifieke doelgroepen

Subsidie wordt verstrekt aan rechtspersonen zonder winstoogmerk die gevestigd zijn in Winterswijk.

Artikel 6.4 Hoogte subsidie sportactiviteiten specifieke doelgroepen

  • 1.

    De hoogte van de subsidie wordt bepaald door het college.

  • 2.

    Voor zover het gaat om een subsidierelatie die op het moment van de inwerkingtreding van deze regels al bestond, komt de hoogte van de subsidie overeen met het laatst verstrekte subsidiebedrag.

Aankoop, bouw, aanleg sportaccommodatie

Artikel 6.5 Subsidiabele aankoop, bouw, aanleg sportaccommodatie

Voor het afsluiten van een lening ten behoeve van de aankoop, bouw of aanleg van een sportaccommodatie in Winterswijk kan een garantstelling worden verleend.

Artikel 6.6 Subsidie-ontvanger aankoop, bouw, aanleg sportaccommodatie

Subsidie kan worden verstrekt aan sportverenigingen die gevestigd zijn in de gemeente Winterswijk en aangesloten zijn bij een sportbond die is aangesloten bij NOC*NSF en die door de gemeenteraad op de lijst van gemeentelijke sportverenigingen zijn geplaatst .

Artikel 6.7 Hoogte garantstelling aankoop, bouw, aanleg sportaccommodatie

De garantstelling bedraagt maximaal 50% van de lening die wordt afgesloten ter financiering van de aankoop, bouw of aanleg van de sportaccommodatie.

Artikel 6.8 Voorwaarden subsidie aankoop,bouw, aanleg sportaccommodatie

De garantstelling wordt uitsluitend verstrekt indien:

  • a.

    de Stichting Waarborgfonds Sport eveneens garant staat voor 50% van de af te sluiten lening;

  • b.

    de looptijd van de lening niet meer dan 15 jaar bedraagt.

Verdeelregels

Artikel 6.9 Verdeelregels beleidsterrein sport

Indien voor een bepaalde activiteit het subsidieplafond wordt overschreden, wordt het beschikbare bedrag als volgt verdeeld: Het beschikbare bedrag wordt naar evenredigheid onder de betrokken aanvragers verdeeld.

Aanvragers die in het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor zij een subsidie aanvragen een subsidie ontvingen hebben voorrang boven nieuwe aanvragers. Voor zover er dan nog een bedrag resteert en dit bedrag onvoldoende is om aan alle overige aanvragen tegemoet te komen, wordt het resterende bedrag naar evenredigheid verdeeld onder de nieuwe aanvragers.

Hoofdstuk 7 Citymarketing, recreatie en toerisme

Artikel 7.1 Subsidiabele activiteiten

De subsidiëring van activiteiten op het gebied van citymarketing, recreatie en toerisme vindt plaats overeenkomstig het bepaalde in de Beleids- en actienota vrijetijdseconomie gemeente Winterswijk 2009 - 2013 "Het levendig landschap Winterswijk".

Artikel 7.2 Verdeelregels beleidsterrein Citymarketing, recreatie en toerisme

Indien voor een bepaalde activiteit het subsidieplafond wordt overschreden, wordt het beschikbare bedrag als volgt verdeeld: Het beschikbare bedrag wordt naar evenredigheid onder de betrokken aanvragers verdeeld.

Aanvragers die in het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor zij een subsidie aanvragen een subsidie ontvingen hebben voorrang boven nieuwe aanvragers. Voor zover er dan nog een bedrag resteert en dit bedrag onvoldoende is om aan alle overige aanvragen tegemoet te komen, wordt het resterende bedrag naar evenredigheid verdeeld onder de nieuwe aanvragers.

Hoofdstuk 8 Ruimtelijke ordening, Stedelijke vernieuwing en Monumentenzorg

Artikel 8.1 Subsidiabele activiteiten gevelverbetering

  • 1.

    De subsidiabele activiteiten op het gebied van stedelijke vernieuwing als bedoeld in artikel 2 van de verordening betreffen werkzaamheden ter verbetering van de beeldkwaliteit van de gevel van een winkel- dan wel horecapand overeenkomstig de aanbevelingen en criteria in het beeldkwaliteitplan.

  • 2.

    Het betreffende winkel- dan wel horecapand als bedoeld in het eerste lid dient gelegen te zijn in één van de straten zoals vermeld op de bij deze nadere regels behorende en als zodanig gewaarmerkte plattegrond in bijlage 2. Het betreft de volgende straten: Misterstraat (ged.); Torenstraat (ged.); Markt; Wooldstraat; Weurden (ged.); Wheme (ged.); Willinkstraat; Spoorstraat (ged.); Meddosestraat; Ratumsestraat; Bossesteeg en Notaristuin; en Roelvinkstraat.

Artikel 8.2 Subsidie-ontvanger gevelverbetering

Een subsidie wordt verstrekt aan een rechthebbende op een pand in één van de straten zoals vermeld op de bij deze nadere regels behorende en als zodanig gewaarmerkte plattegrond. Het betreft de volgende straten: Misterstraat (ged.); Torenstraat (ged.); Markt; Wooldstraat; Weurden (ged.); Wheme (ged.); Willinkstraat; Spoorstraat (ged.); Meddosestraat; Ratumsestraat; Bossesteeg en Notaristuin; en Roelvinkstraat.

Artikel 8.3 Subsidiabele kosten gevelverbetering

Als subsidiabele kosten komen in aanmerking loon- en materiaalkosten alsmede kosten van het ontwerp. Deze kosten dienen in direct verband te staan met de werkzaamheden ter verbetering van de beeldkwaliteit van de gevel.

Artikel 8.4 Hoogte subsidie gevelverbetering

De hoogte van de subsidie bedraagt:

  • a.

    maximaal 40% van de loon- en materiaalkosten alsmede de kosten van het ontwerp. Deze kosten dienen in direct verband te staan met de werkzaamheden ter verbetering van de beeldkwaliteit van de gevel;

  • b.

    maximaal € 15.000,- per pand.

Artikel 8.5 Subsidieaanvraag gevelverbetering

In aanvulling op artikel 8 en 10 van de verordening dienen bij de aanvraag te worden overgelegd:

  • a.

    een gespecificeerde begroting van de kosten van het plan;

  • b.

    een gedetailleerde werkomschrijving of bestek van het plan;

  • c.

    tekeningen (schaal 1:100) van zowel de bestaande als de te realiseren toestand van de gevel.

Artikel 8.6 Specifieke voorwaarden subsidie gevelverbetering

Subsidie kan slechts worden verleend indien:

  • a.

    de gevel van het pand volgens het beeldkwaliteitplan niet voldoet aan de criteria van het beeldkwaliteitplan en als slecht (met rood aangegeven) of matig (met oranje aangegeven) is gekwalificeerd;

  • b.

    met de werkzaamheden waarvoor subsidie is aangevraagd nog geen aanvang is gemaakt tenzij het college hiervoor schriftelijk toestemming heeft verleend;

  • c.

    het activiteitenplan voldoende aansluit bij de criteria genoemd in hoofdstuk 3 van het beeldkwaliteitplan.

Artikel 8.7 Uitwerking weigeringsgronden gevelverbetering

In aanvulling op artikel 15 van de verordening wordt subsidie geweigerd indien:

  • a.

    het activiteitenplan geen aantoonbare visuele verbetering bewerkstelligt voor het plangebied;

  • b.

    de welstandscommissie van de gemeente Winterswijk en, voor zover van toepassing, de monumentencommissie van de gemeente Winterswijk geen positief advies uitbrengen over het ontwerp.

Artikel 8.8 Specifieke verplichtingen subsidie gevelverbetering

De werkzaamheden dienen binnen 26 weken na de subsidieverlening zijn aangevangen en binnen 52 weken na de subsidieverlening zijn voltooid.

Artikel 8.9 Overige inkomsten gevelverbetering

Het college houdt bij het verlenen van de subsidie rekening met mogelijke andere inkomsten of subsidies die de aanvrager in verband met de uitvoering van het activiteitenplan heeft gekregen of zal krijgen. Deze inkomsten en subsidies worden ter berekening van de hoogte van de subsidies op de kosten in mindering gebracht.

Monumentenzorg

Artikel 8.10 Subsidiabele activiteiten monumentenzorg

  • 1.

    De subsidiabele activiteiten op het gebied van monumentenzorg als bedoeld in artikel 2 van de verordening betreffen onderhoudswerkzaamheden aan een gemeentelijk monument en molens.

  • 2.

    Als monument wordt beschouwd een object dat is opgenomen in de gemeentelijke monumentenlijst en monumentale molens.

  • 3.

    Als onderhoudswerkzaamheden worden beschouwd werkzaamheden die noodzakelijk zijn om een monument in goede historische staat te houden en/of gericht te zijn op het zoveel mogelijk herstellen van de historische staat en het voorkomen van groot onderhoud en restauratie. Het gaat daarbij om:

    • a.

      het herstellen en vernieuwen van rieten daken en uitsluitend in samenhang hiermee, het beperkt herstellen van sporen;

    • b.

      het herstellen van dakvlakken gedekt met pannen, leien, lood, zink of koper en, uitsluitend in samenhang hiermee, het beperkt herstellen van dakbeschot en sporen;

    • c.

      het herstellen van goten (in zink, koper of lood) inclusief bijbehorende hemelwaterafvoeren en het

      aanbrengen van goten waar deze niet eerder aanwezig waren, inclusief aansluitingen op riolering en openbaar water;

    • d.

      het herstellen van buitenkozijnen, buitendeuren, raampartijen, luiken en herstel en/of terugplaatsen van stoepen, roedenverdeling, lijstwerk en luiken;

    • e.

      het herstellen van windveren, schoorstenen, kapellen en loodaansluitingen;

    • f.

      het herstellen van dak- of torenluiken en loopbruggen, inclusief het afgazen van torenluiken;

    • g.

      het inboeten, beperkt herstel van muurwerk en opvoegen of pleisteren van gevels;

    • h.

      het beperkt vervangen of inboeten van natuursteen;

    • i.

      het behandelen van muur- en/of houtwerk ter regulering van de vochthuishouding, danwel ter bestrijding van zwamaantasting of houtaantasters;

    • j.

      het controleren, herstellen of vervangen en indien nodig het aanbrengen van een bliksembeveiliging;

    • k.

      het buiten- en daarmee samenhangend binnenschilderwerk, voor zover het betreft de buitenramen,kozijnen, en –deuren;

    • l.

      het beperkt herstellen van dragende constructies (ankerbalkgebinten, schoren en platen, balkkoppen, spantbenen);

    • m.

      het herstellen van glas-in-lood beglazing en het aanbrengen van beschermende beglazing voor gebrandschilderd glas;

    • n.

      het plaatsen of vervangen van achterzetbeglazing en monumentenbeglazing;

    • o.

      het vervangen en herstel van overige bouwelementen van grote zeldzaamheid of met grote historische waarde, voor zover deze elementen zijn opgenomen in de redengevende omschrijving.

Artikel 8.11 Subsidiabele kosten monumentenzorg

Als subsidiabele kosten komen in elk geval in aanmerking:

  • a.

    de aanneemsom, dan wel de materiaalkosten indien het onderhoud volledig in zelfwerkzaamheid wordt uitgevoerd;

  • b.

    de kosten voor het opstellen van een gespecificeerde werkomschrijving c.q. bestek;

  • c.

    de verschuldigde omzetbelasting.

Artikel 8.12 Subsidie-ontvanger activiteiten monumentenzorg

Een subsidie wordt verstrekt aan de eigenaar van een monument.

Artikel 8.13 Hoogte subsidie monumentenzorg

De hoogte van de subsidie bedraagt 25% van het totaal van de subsidiabele kosten tot een bedrag van maximaal € 6.000,- per aanvraag.

Artikel 8.14 Subsidieaanvraag monumentenzorg

In aanvulling op artikel 8 en 10 van de verordening dienen bij de aanvraag te worden overgelegd:

  • a.

    een gespecificeerde begroting van de kosten, inclusief afschriften van gemaakte offertes;

  • b.

    een gespecificeerde werkomschrijving c.q. een bestek;

  • c.

    de namen en adressen van aannemer(s) en onderaannemer(s);

  • d.

    een kopie van een verzekeringsovereenkomst tegen brand-, storm, en bliksemschade ten behoeve van het monument.

Artikel 8.15 Aanvullende weigeringsgronden monumentenzorg

  • 1.

    Geen subsidie wordt toegekend in de kosten voor onderhoud, voor zover deze kosten op grond van een verzekeringsovereenkomst gedekt zijn dan wel op grond van de Wet op de omzetbelasting op verschuldigde belasting in aftrek gebracht kunnen worden.

  • 2.

    Geen subsidie wordt toegekend indien eerder in hetzelfde kalenderjaar een subsidie voor het betreffende monument is toegekend.

Artikel 8.16 Specifieke verplichtingen monumentenzorg

  • 1.

    De subsidieontvanger dient het monument in redelijke staat van onderhoud te houden en dient deze voldoende te verzekeren en verzekerd te houden tegen brand-, storm- en bliksemschade.

  • 2.

    Het college kan de toegekende subsidie lager vaststellen indien de activiteiten niet binnen twee jaar na toekenning zijn voltooid en gereed gemeld.

Artikel 8.17 Uitbetaling monumentenzorg

Betaling van het toegekende subsidie geschiedt binnen zes weken nadat:

a. de uitvoering van de onderhoudswerkzaamheden schriftelijk is gereedgemeld onder indieningvan de daarop betrekking hebbende gegevens; b. de onder a bedoelde werkzaamheden door of namens het college zijn gecontroleerd en akkoord bevonden;

c. de rekeningen en betaalwijzen inzake de uitgevoerde werkzaamheden alsmede de totale kostenopstelling door of namens het college zijn gecontroleerd en akkoord bevonden.

Artikel 8.18 Toezicht

De subsidieontvanger dient de door het college met het toezicht op de naleving belaste ambtenaren op de door die personen te bepalen tijdstippen de gelegenheid te bieden het monument en de wijze waarop de activiteiten worden of zijn uitgevoerd te inspecteren, alsmede inzage te geven van de daarop betrekking hebbende bescheiden en tekeningen.

Verdeelregels

Artikel 8.19 Verdeelregels beleidsterrein Ruimtelijke ordening, Stedelijke vernieuwing en Monumentenzorg

  • 1.

    Het beschikbare subsidiebedrag per activiteit (gevelverbetering respectievelijk monumentenzorg) wordt per tijdvak - d.i. het subsidiejaar c.q. kalenderjaar waarop de aanvragen betrekking hebben -verdeeld op basis van de volgorde van de ontvangst van de aanvragen, met dien verstande dat wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen geldt als datum van ontvangst van de aanvraag.

  • 2.

    In verband met de toepassing van het subsidieplafond worden aanvragen die vóór 1 januari van het subsidiejaar worden ingediend, geacht op 1 januari te zijn ingediend.

  • 3.

    Indien op een bepaalde datum met de op die dag ingediende aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt het beschikbare bedrag naar evenredigheid onder de betrokken aanvragers verdeeld.

Hoofdstuk 9 Natuur en Milieu

Natuur en milieu activiteiten

Artikel 9.1 Subsidiabele activiteiten op het gebied van natuur en milieu

Subsidie kan worden verstrekt voor:

  • a.

    de exploitatie en instandhouding van een natuur en milieu activiteiten centrum met als doel het organiseren van educatieve natuur en milieu activiteiten en de bevordering van de belangstelling voor de natuur en het milieu

  • b.

    het geven van natuur educatieve lessen in het basisonderwijs en speciaal onderwijs

  • c.

    het opbouwen en beheren van een collectie leskisten voor onderwijsdoeleinden.

Artikel 9.2 Subsidie-ontvanger natuur en milieu activiteiten

Subsidie wordt verstrekt aan een rechtspersoon zonder winstoogmerk.

Verdeelregels

Artikel 9.3 Verdeelregels beleidsterrein natuur en milieu

Indien voor een bepaalde activiteit het subsidieplafond wordt overschreden, wordt het beschikbare bedrag als volgt verdeeld:

Het beschikbare bedrag wordt naar evenredigheid onder de betrokken aanvragers verdeeld.

Aanvragers die in het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor zij een subsidie aanvragen, een subsidie ontvingen, hebben voorrang boven nieuwe aanvragers. Indien het totaal van subsidieaanvragen het subsidieplafond overschrijdt dan wordt het bedrag van het subsidieplafond naar evenredigheid verdeeld over de aanvragers. Voor zover er na verlening van de subsidie nog een bedrag resteert en dit bedrag onvoldoende is om aan alle overige aanvragen tegemoet te komen, wordt het resterende bedrag naar evenredigheid verdeeld onder de aanvragers die nog niet eerder een subsidie ontvingen.

Hoofdstuk 10 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 10.1 Intrekking

De Nadere regels subsidie Winterswijk 2014 worden ingetrokken

Artikel 10.2 Overgangsrecht

  • 1.

    Deze Nadere regels zijn van toepassing op aanvragen van subsidie die wordt verstrekt vanaf de datum van inwerkingtreding van deze Nadere regels.

  • 2.

    Op subsidies die zijn verstrekt vóór de datum van inwerkingtreding van deze Nadere regels, zijn de Nadere regels of beleidsregels van toepassing zoals die luidden op de datum van verstrekking van de subsidie.

Artikel 10.3 Inwerkingtreding

Deze Nadere regels treden in werking op 1 januari 2015.

Artikel 10.4 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als: Nadere regels subsidie Winterswijk 2015

Ondertekening

Winterswijk, 17 november 2014
Burgemeester en wethouders,
J.P.M. Scheinck drs. M.J. van Beem
secretaris burgemeester