Regeling vervallen per 01-01-2022

Nadere regels voor de gemeentelijke begraafplaats van Winterswijk 2017

Geldend van 04-02-2017 t/m 31-12-2021 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2017

Intitulé

Nadere regels voor de gemeentelijke begraafplaats van Winterswijk 2017

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Winterswijk;

gelet op de ‘Verordening op het beheer en het gebruik van de algemene begraafplaats van de gemeente Winterswijk, 2017’;

besluit:

vast te stellen de volgende:

Nadere regels voor het beheer en het gebruik van de algemene begraafplaats van de gemeente Winterswijk, 2017

Tijden van openstelling en asbezorging

Artikel 1. Tijden van begraven en asbezorging

  • 1. De tijden van begraven zijn:

    • a.

      op werkdagen van 10.00 tot 15.00 uur.

    • b.

      op zaterdag van 10.00 tot 13.00 uur.

  • 2. De tijden van het verstrooien van as zijn:

    • a.

      op werkdagen van 10.00 tot 16.00 uur.

    • b.

      op de eerste zaterdag in de maand van 10.00 tot 13.00 uur.

  • 3. In bijzondere gevallen kan door het college van deze tijden worden afgeweken.

Indeling en grafoppervlak

Artikel 2. Indeling begraafplaats

  • 1. De begraafplaats is verdeeld in afdelingen, onderscheidenlijk aangeduid als de afdelingen A, B, C, D, E, F, G, I, K, N, B-U, G-U, H-U, U-R, Z-U, K-U, S-U, KU-G, N-U, A-U en S-V.

  • 2. De afdelingen A, B, C, E, F, en I zijn bestemd voor het doen begraven of bijzetten van volwassenen en kinderen in particuliere graven.

  • 3. De afdeling K is bestemd voor het begraven of bijzetten van levenloos geborenen in particuliere graven.

  • 4. De afdeling D is bestemd voor het doen begraven in algemene graven.

  • 5. De afdeling G is bestemd voor het doen begraven in algemene graven ‘extra’.

  • 6. De afdeling N is bestemd voor het doen begraven in algemene natuurgraven.

  • 7. De afdelingen B-U, G-U, H-U, U-R, S-U en Z-U, en zijn bestemd voor diverse particuliere asbestemmingen.

  • 8. De afdelingen K-U en K-UG zijn bestemd voor diverse particuliere asbestemmingen voor kinderen en levenloos geborenen.

  • 9. De afdeling N-U is bestemd voor het doen bijzetten van as in een natuur-urnengraf.

  • 10. De afdeling A-U is bestemd voor het doen bijzetten van as in een algemeen urnengraf.

  • 11. De afdeling S-V is bestemd voor het verstrooien van crematie-as.

Artikel 3. Afmetingen grafoppervlak

De afmetingen van het grafoppervlak:

  • a.

    van een particulier eenpersoonsgraf (enkelgraf), bedragen 1.90 m (l) x 0.85 m (b).

  • b.

    van een particulier tweepersoonsgraf (dubbelgraf naast elkaar), bedragen 2.20 m (l) x 1.20 m (b).

  • c.

    van een particulier tweepersoonsgraf (dubbelgraf op elkaar), bedragen 1.90 m (l) X 0,85 m (b).

  • d.

    van een particulier kindergraf (0 tot 8 jaar) bedragen 1.20 m (l) x 0.60 m (b).

  • e.

    van een particulier graf voor levenloos geborene, bedragen 0.80 m (l) x 0.50 m (b).

  • f.

    van particuliere urnengraven bedragen 1.00 m (l) x 1.00 m (b).

  • g.

    van particuliere kinder-urnengraven bedragen 0.70 m (l) X 0.70 (b).

  • h.

    van een algemeen graf en een algemeen graf ‘extra’ bedragen 1.90 m (l) x 0.85 m (b).

  • i.

    van een algemeen natuurgraf bedragen 1.90 m (l) x 0.85 m (b).

  • j.

    van algemene urnengraven bedragen 0.50 m (l) X 0.50 m (B)

Artikel 4. Grafkelders

  • 1. Toestemming voor het plaatsen van een grafkelder dient van tevoren schriftelijk bij het college te worden aangevraagd. De aanvraag is voorzien van een duidelijke bouwtekening met maataanduiding en het betreffende grafnummer.

  • 2. Het college geeft bericht wanneer de rechthebbende de grafkelder mag plaatsen. De toestemming wordt geweigerd indien de afmetingen de toegestane afmetingen overschrijden.

  • 3. Het is niet toegestaan grafkelders aan te brengen in algemene graven en in particuliere graven waarin reeds een begraving of bijzetting heeft plaatsgevonden.

  • 4. De afmetingen van het oppervlak van een particuliere grafkelder bedragen maximaal de in artikel 3 genoemde afmetingen en mogen deze niet overschrijden.

Artikel 5. Aantal overledenen en asbussen

  • 1. In particuliere graven:

    • a.

      In een éénpersoonsgraf, met of zonder grafkelder kan maximaal één lijk worden begraven.

    • b.

      In een tweepersoonsgraf (graf 2 diep naast elkaar en 2 diep boven elkaar), met of zonder grafkelder kunnen maximaal twee lijken worden begraven.

    • c.

      In een particulier kindergraf, met of zonder grafkelder kan maximaal één lijk worden begraven.

    • d.

      In een particulier graf voor een levenloos geborene, met of zonder grafkelder kan maximaal één lijk worden begraven.

    • e.

      In bestaande graven, zoals genoemd in dit artikel onder a tot en met d, is het toegestaan een asbus bij te zetten.

    • f.

      In een particulier urnengraf, urnennis of urnenruimte kunnen maximaal twee asbussen worden bijgezet.

    • g.

      In een particulier kinder-urnengraf of kinderurnennis kan maximaal één asbus worden bijgezet.

  • 2. In algemene graven:

    • a.

      In een algemeen graf, algemeen graf ‘extra’ en een algemeen natuurgraf kan maximaal één lijk worden begraven.’

    • b.

      In een algemeen urnengraf kan maximaal één asbus worden geplaatst.

    • c.

      In een algemeen natuur-urnengraf kan maximaal één biologisch afbreekbare asbus worden geplaatst.

  • 3. In particuliere graven kan het college in bijzondere gevallen op verzoek van de rechthebbende afwijken van de aantallen zoals genoemd in dit artikel.

Toestemming gedenkteken

Artikel 6. Aanvraag toestemming gedenkteken

  • 1. Toestemming voor het plaatsen of vervangen van een gedenkteken dient van tevoren schriftelijk bij het college te worden aangevraagd. De aanvraag wordt voorzien van een duidelijke ontwerptekening met maataanduiding en het betreffende grafnummer.

  • 2. Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt.

  • 3. Alle gedenktekens en grafbanden moeten op een duurzame wijze worden gefundeerd waarbij een stabiele constructie voor de duur van de grafrusttermijn wordt gegarandeerd. Staande grafzerken moeten worden vastgezet met doken die tenminste 5 cm uitsteken. Het raamwerk van liggende gedenktekens moeten aangebracht worden op een plaat van gewapend beton. Deze plaat moet een minimale dikte hebben van 6 cm en de afmetingen moeten overeenkomen met de voor de afdeling geldende maten.

  • 4. Het college geeft bericht vanaf wanneer de rechthebbende het gedenkteken mag plaatsen. De toestemming wordt geweigerd indien de afmetingen van het gedenkteken de toegestane afmetingen overschrijden, indien de onderdelen niet vast aan het gedenkteken zijn verbonden of wanneer grafbedekkingen gebruikt worden om graven samen te voegen die daarvoor niet in aanmerking komen.

Artikel 7. Voorwaarden aan gedenktekens

  • 1. De maximale afmeting van een aan te brengen gedenkteken op een particulier éénpersoonsgraf en een tweepersoonsgraf (2 diep boven elkaar), bedragen voor

    • a.

      Een staand gedenkteken (hxbxd) : 100 x 85 x 20 cm;

    • b.

      Een liggend gedenkteken (lxbxd) : 190 x 85 x 40 cm.

  • 2. De maximale afmeting van een aan te brengen gedenkteken op een particulier tweepersoonsgraf (2 diep naast elkaar) bedragen voor

    • a.

      Een staand gedenkteken (hxbxd) : 100 x 120 x 20 cm;

    • b.

      Een liggend gedenkteken (lxbxd) : 220 x 120 x 40 cm.

  • 3. De maximale afmeting van een aan te brengen gedenkteken op een particulier kindergraf (0 tot 8 jaar) bedragen voor

    • a.

      Een staand gedenkteken (hxbxd) : 60 x 60 x 15 cm;

    • b.

      Een liggend gedenkteken (lxbxd) : 120 x 60 x 40 cm.

  • 4. De maximale afmeting van een aan te brengen gedenkteken op een particulier kindergraf, bestemd voor een levenloos geborene, bedragen voor

    • a.

      Een staand gedenkteken (hxbxd) : 40 x 40 x 15 cm;

    • b.

      Een liggend gedenkteken (lxbxd) : 80 x 50 x 40 cm.

  • 5. De afdekplaten op een particulier urnengraf dienen een afmeting te hebben van 60 x 60 x 20 cm.

  • 6. De afdekplaten op een particulier kinderurnengraf dienen een afmeting te hebben van 40 X 40 X 20 cm.

  • 7. Voor een afsluitplaat in een (kinder)urnennis of urnenruimte dient de steenhouwer zich steeds zelf op de hoogte te stellen van de maatvoering van de betreffende nis.

  • 8. Aan de gedenkzuil op het asverstrooiingsveld kunnen op het moment van verstrooien van gemeentewege naamplaatjes worden aangebracht en worden voorzien van het gewenste opschrift. Deze naamplaatjes worden 5 jaar na de verstrooiing verwijderd maar kunnen, indien gewenst, na afloop van deze termijn met 5 jaar worden verlengd als de beschikbare ruimte dit toelaat.

  • 9. Op een algemeen graf en een algemeen urnengraf mogen geen gedenktekens worden aangebracht dan een voorgeschreven model naamplaat.

  • 10. Op een algemeen graf ‘extra’ mag alleen een voorgeschreven staand gedenkteken worden aangebracht.

  • 11. Op een algemeen natuurgraf of natuur urnengraf is het plaatsen van een gedenkteken niet toegestaan. Grafzerken, stenen, kruisen, relikwieën, (pot)planten en bloemen zijn niet toegestaan. Een natuurgraf of een natuur-urnengraf mag uitsluitend op een natuurlijke manier worden gemarkeerd.

Artikel 8. Tijdstip van plaatsing grafbedekking en grafkelder

  • 1. Het plaatsen van een grafbedekking en een grafkelder vindt niet plaats dan in overleg met de beheerder.

  • 2. Het tijdstip van plaatsing van het gedenkteken dient tenminste 2 werkdagen van tevoren kenbaar gemaakt te worden aan de beheerder. In overleg met de beheerder wordt bepaald wanneer en onder welke voorwaarden de werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd. Eventuele aanwijzingen dienen stipt te worden opgevolgd.

  • 3. Het plaatsen van de gedenktekens dient plaats te vinden tijdens openingstijden mits geen begrafenis of asbezorging plaatsvindt.

  • 4. De uitgevoerde werkzaamheden dienen ter goedkeuring te worden gemeld bij de beheerder dan wel het daartoe aangewezen personeel. Eventueel geconstateerde onvolkomenheden of gebreken dienen alsnog te worden uitgevoerd of verholpen.

Artikel 9. Verwijderen en herplaatsen grafbedekking

Voor het bijzetten van een lijk of een asbus in een graf, grafkelder, (familie)urnengraf, urnenruimte of urnennis dienen grafbedekkingen door of namens de rechthebbende te worden verwijderd en herplaatst.

Artikel 10. Aanbrengen van voorwerpen

  • 1. Op een particulier graf kunnen potplanten en bloemen in vazen of andere losse voorwerpen worden geplaatst. Tevens is het toegestaan op een graf losse bloemen te leggen.

  • 2. Op een algemeen graf kunnen potplanten en bloemen in vazen op andere losse voorwerpen op een aangewezen plek op het graf worden geplaatst. Tevens is het toegestaan op een graf losse bloemen te leggen.

  • 3. Voor een natuurgraf en natuur-urnengraf en bij het strooiveld geldt dat bloemen, potplanten en andere losse voorwerpen alleen op daarvoor aangewezen locaties mogen worden geplaatst. Tevens is het toegestaan op een graf losse bloemen te leggen.

Artikel 11. Afmetingen beplanting zoals in verordening genoemd

  • 1. De oppervlakte van een particulier graf kan door de rechthebbende van het graf worden beplant met gewassen. Het gebruik van bomen, struikrozen en klimplanten is hierbij niet toegestaan. De beplanting mag ook in volwassen staat de voor de grafbedekking beschikbare oppervlakte, zoals in artikel 3 is beschreven, niet overschrijden of moet door snoei binnen de gestelde proporties worden gehouden. De gewassen mogen niet hoger zijn dan 100 cm.

  • 2. Gewassen die buiten de in het eerste lid bedoelde ruimte geplant worden, overhangen of de hoogte zoals in het eerste lid is opgenomen overschrijden, kunnen van gemeentewege verwijderd worden, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is. Dit geldt ook voor afgestorven beplanting.

Artikel 12. Verwijdering grafbedekking zonder toestemming

Indien en voor zover de gemeente overgaat tot het verwijderen van zonder toestemming of in afwijking van de verordening aangebrachte grafbedekkingen, zal deze gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende worden gehouden. Na verloop van deze termijn zullen de verwijderde zaken aan de gemeente vervallen zonder dat tot enige aanspraak op vergoeding, in welke vorm of onder welke naam dan ook over hoeft te worden gegaan.

Artikel 13. Afval en beschadigingen

  • 1. Het afval dat vrij komt bij het onderhoud aan de grafbedekking dient door de rechthebbende in de daarvoor aanwezige afvalbakken te worden gedeponeerd.

  • 2. Alle sporen van afval, ontstaan ten gevolge van werkzaamheden aan of reparatie van de gedenktekenen, door of namens rechthebbenden, dienen van de begraafplaats te worden meegenomen.

  • 3. Beschadigingen, ontstaan ten gevolge van werkzaamheden door of namens rechthebbenden op of aan de grafbedekkingen moeten binnen een termijn van twaalf weken worden hersteld.

Overige diensten bij een begrafenis of bijzetting

Artikel 14. Overige diensten

  • 1. De ontvangstruimte op de begraafplaats staat in overleg met de beheerder van de begraafplaats na afloop van een begrafenis of asbezorging ter beschikking aan de nabestaanden van de overledenen indien het aantal personen dat hiervan gebruik zal maken niet groter is dan twaalf. De tijdsduur dat de ontvangstruimte ter beschikking staat wordt steeds vooraf in overleg met de beheerder bepaald.

  • 2. Het aanbrengen van grafgroen tijdens een plechtigheid dient twee werkdagen voor afgaande waarop de begrafenis of de bijzetting plaatsvindt te worden aangevraagd bij de beheerder, voor het daarvoor geldende tarief zoals opgenomen in de Tarievenverordening gemeentelijke begraafplaats.

Slotbepalingen

Artikel 15. Beslissingsbevoegdheid

In de gevallen waarin deze nadere regels niet voorzien, in geval van afwijking op de nadere regels en bij verschil van mening over de uitleg van haar bepalingen, beslist het college.

Artikel 16. Citeertitel

  • 1. Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als: ‘Nadere regels voor de gemeentelijke begraafplaats van Winterswijk 2017’.

  • 2. Deze nadere regels treden in werking op de dag na die van bekendmaking en werken terug tot en met 1 januari 2017.

  • 3. Deze nadere regels treden in de plaats van alle voorafgaande nadere regels van de begraafplaatsen met dien verstande dat alle voorgaande nadere regels van kracht blijven op

  • 4. de grafrechten die daaraan onderhevig waren.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Winterswijk in zijn vergadering van 10 januari 2017.

drs. A. Oortgiesen,
secretaris
drs. M.J. van Beem
burgemeester