Verordening ter voorkoming van ongewenste mededinging door instellingen van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard ex artikel 3A Drank- en Horecawet

1. In deze verordening wordt verstaan onder:

• a.

  rechtspersoon: de rechtspersoon die zich richt op activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard en die niet gehouden is uitvoering te geven aan een regeling als bedoeld in artikel 3b eerste lid van de Drank- en Horecawet;

• b.

  vergunning: een vergunning op grond van artikel 3, eerste lid, onder a van de Drank- en Horecawet;

• c.

  inrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Drank- en Horecawet.

2. Onder rechtspersoon, bedoeld in het eerste lid van dit artikel, is niet begrepen een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid.

1. Aan de vergunning van een rechtspersoon verbinden burgemeester en wethouders een of meer voorschriften of beperkingen die gelet op de plaatselijke omstandigheden nodig zijn ter voorkoming van mededinging door het verstrekken van alcoholhoudende drank die uit oogpunt van ordelijke economisch verkeer als onwenselijk moet worden beschouwd.

2. De voorschriften of beperkingen als bedoeld in het eerste lid betreffen:

• a.

  de in de inrichting te houden bijeenkomsten van persoonlijke aard;

• b.

  het openlijk aanprijzen van de mogelijkheid tot het houden van bijeenkomsten als bedoeld onder a;

• c.

  de tijden gedurende welke in de inrichting alcoholhoudende drank wordt versterkt.

3. Alvorens voorschriften of beperkingen aan de vergunningen te verbinden onderzoeken burgemeester en wethouders of het, gelet op de plaatselijke of regionale omstandigheden van de inrichting van de rechtspersoon, nodig is om voorschriften of beperkingen aan de vergunning te verbinden ter voorkoming van mededinging door het verstrekken van alcoholhoudende dranken die uit oogpunt van ordelijk economisch verkeer als onwenselijk moet worden beschouwd.

4. Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op bijzondere omstandigheden van zeer tijdelijke aard ontheffing verlenen van de aan een vergunning verbonden voorschriften of beperkingen als bedoeld in het eerste lid.

1. Het is de rechtspersoon verboden om in de inrichting bijeenkomsten van persoonlijke aard te houden, die geen verband houden met de doelstelling van de rechtspersoon.

2. Het verbod in het eerste lid is alleen van toepassing gedurende de tijd, dat inde inrichting alcoholhoudende drank wordt verstrekt.

1. Het is de rechtspersoon verboden handelsreclame te maken, welke betrekking heeft op bijeenkomsten van persoonlijke aard, die in de inrichting plaatsvinden.

2. Het gestelde in het eerste lid is niet van toepassing op publikaties, gericht aan leden, donateurs en vaste bezoekers van de inrichting en die verband houden met de doelstelling van de rechtspersoon.