Regeling vervallen per 16-02-2011

Nadere regels gemeentelijke begraafplaats 2010

Geldend van 03-12-2010 t/m 15-02-2011

Intitulé

Nadere regels gemeentelijke begraafplaats 2010

Het college van burgemeester en wethouders van Winterswijk;

gelet op de “Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats” van de gemeente Winterswijk, d.d. 1 januari 2010;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende:

NADERE REGELS GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATS 2010

Tijden van openstelling en asbezorging

Artikel 1 Tijden van begraven en asbezorging

  • 1. De tijd van begraven is:

    • a.

      op werkdagen van 10.00 tot 15.00 uur;

    • b.

      op zaterdag van 10.00 tot 13.00 uur.

  • 2. De tijd van het verstrooien van as is:

    • a.

      op werkdagen van 10.00 tot 16.00 uur;

    • b.

      op de eerste zaterdag in de maand van 10.00 tot 13.00 uur.

  • 3. In bijzondere gevallen kan door het college van deze tijden worden afgeweken.

    Indeling en grafoppervlak

Artikel 2 Indeling begraafplaats

  • 1. De begraafplaats is verdeeld in veertien afdelingen, onderscheidenlijk aangeduid als de afdelingen A, B, C, D, E, F, S-V, B-U, G-U, H-U, K-U, L-U, Z-U en K.

  • 2. Nadere indeling van de graven alsmede de aanduiding van de graven geschiedt volgens door het college gestelde regelen.

  • 3. De afdelingen A, B, C en K zijn bestemd voor eigen graven met uitsluitend recht waar maximaal in één begraaflaag wordt begraven.

  • 4. De afdeling D is bestemd voor het doen begraven in algemene graven.

  • 5. De afdelingen E en F zijn bestemd voor eigen graven met uitsluitend recht waar in maximaal twee begraaflagen wordt begraven.

  • 6. De afdelingen B-U, G-U, H-U, K-U, L-U en Z-U zijn bestemd voor asbestemmingen met uitsluitend recht.

  • 7. De afdeling S-V is bestemd voor het verstrooien van crematie-as.

Artikel 3 Afmetingen grafoppervlak

De afmetingen van het grafoppervlak van:

  • a.

    een eigen graf, bestemd voor maximaal één persoon boven de acht jaar

    op de afdelingen A, B, en C bedragen 1.90 m x 0.85 m;

  • b.

    een eigen graf, bestemd voor maximaal twee personen boven de acht jaar

    op de afdelingen A, B en C bedragen 2.20 m x 1.20 m;

    op de afdelingen E en F bedragen 1.90 m x 0.85 m;

  • c.

    een kindergraf, bestemd voor een kind van nul tot acht jaar

    op de afdelingen A, B en C bedragen 1.20 m x 0.60 m;

  • d.

    een kindergraf, bestemd voor een levenloos geborene op afdeling K bedraagt 0.80 m x 0.50 m;

  • e.

    een urnengraf op afdeling G-U bedraagt 1.00 m x 1.00 m;

  • f.

    een algemeen graf op afdeling D bedraagt 1.90 m x 0.85 m;

Artikel 4 Grafkelders

  • 1.

    Een toestemming voor het plaatsen van een grafkelder dient van tevoren schriftelijk bij het college te worden aangevraagd. Op de aanvraag wordt het betreffende grafnummer vermeld.

  • 2.

    Het college geeft bericht vanaf wanneer de rechthebbende de grafkelder mag plaatsen. De toestemming wordt geweigerd indien de afmetingen de toegestane afmetingen overschrijden.

  • 3.

    Het is niet toegestaan grafkelders aan te brengen in algemene graven en in reeds in gebruik genomen eigen graven waarop grafrechten rusten.

  • 4.

    De afmetingen van het oppervlak van een grafkelder, bestemd voor maximaal twee personen boven de acht jaar op de afdelingen A, B en C, bedragen 50 m x 1.00 m. De grafkelder bestaat hier uit één begraaflaag;

  • 5.

    De afmetingen van het oppervlak van een keldergraf, bestemd voor maximaal twee personen boven de acht jaar op de afdelingen E en F bedragen 50 m x 1.00 m. Het keldergraf bestaat uit twee aparte kelders op elkaar.

Artikel 5 Aantal overledenen en asbussen

  • 1.

    In een graf met één begraaflaag, bestemd voor een persoon boven de acht jaar, kan:

    • a.

      maximaal één lijk worden begraven;

    • b.

      of maximaal één asbus worden bijgezet.

  • 2.

    In een dubbelgraf met één begraaflaag, bestemd voor twee personen boven de acht jaar, kunnen:

    • a.

      maximaal twee lijken naast elkaar worden begraven;

    • b.

      of maximaal twee asbussen, naast elkaar worden bijgezet;

    • c.

      of maximaal één lijk en één asbus naast elkaar worden begraven.

  • 3.

    In een kindergraf, bestemd voor een kind van nul tot acht jaar, kan:

    • a.

      maximaal één lijk worden begraven;

    • b.

      of maximaal één asbus worden bijgezet.

  • 4.

    In een kindergraf, bestemd voor een levenloos geborene, kan:

    • a.

      maximaal één lijk worden begraven;

    • b.

      of maximaal één asbus worden bijgezet.

  • 5.

    In een graf met twee begraaflagen, bestemd voor twee personen boven de acht jaar, kunnen:

    • a.

      maximaal twee lijken worden begraven;

    • b.

      of maximaal twee asbussen worden bijgezet;

    • c.

      of maximaal één lijk en één asbus worden begraven.

  • 6.

    In een grafkelder op de afdelingen A, B en C kunnen;

    • a.

      maximaal twee lijken naast elkaar worden begraven;

    • b.

      of maximaal twee asbussen naast elkaar worden bijgezet;

    • c.

      of maximaal één lijk en één asbus worden begraven.

  • 7.

    In een grafkelder op de afdelingen E en F kunnen;

    • a.

      maximaal twee lijken onder elkaar worden begraven;

    • b.

      of maximaal twee asbussen onder elkaar worden bijgezet;

    • c.

      of maximaal één lijk en één asbus onder elkaar worden begraven.

  • 8.

    In een eigen urnennis kunnen maximaal twee asbussen worden bijgezet als de afmeting van de nis het toelaat.

  • 9.

    In een eigen kinderurnennis kan maximaal een asbus worden bijgezet als de afmeting van de nis het toelaat.

  • 10.

    In een eigen urnengraf kunnen maximaal twee asbussen worden bijgezet.

  • 11.

    In een algemeen graf kan één lijk worden begraven.

Toestemming gedenkteken

Artikel 6 Aanvraag toestemming gedenkteken

  • 1. Een toestemming voor het plaatsen of vervangen van een gedenkteken dient van tevoren schriftelijk bij het college te worden aangevraagd. Op de aanvraag wordt het betreffende grafnummer vermeld.

  • 2. Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt.

  • 3. Alle gedenktekens en grafbanden moeten op een duurzame wijze worden gefundeerd  waarbij een stabiele constructie voor de duur van de grafrusttermijn wordt  gegarandeerd. Staande grafzerken moeten worden vastgezet met een doken die tenminste 5cm uitsteken. Het raamwerk van liggende en de randen van andere graftekenen moeten aangebracht worden op een plaat van gewapend beton. Deze plaat moet een minimale dikte hebben van 6 cm en de afmetingen moeten overeenkomen met de voor de afdeling geldende maten.

  • 4. Het college geeft bericht vanaf wanneer de rechthebbende het gedenkteken mag plaatsen. De toestemming wordt geweigerd indien de afmetingen van het gedenkteken de toegestane afmetingen overschrijden, indien de onderdelen niet vast aan het gedenkteken zijn verbonden of wanneer grafbedekkingen gebruikt zullen worden om graven samen te voegen die daarvoor niet in aanmerking komen.

Artikel 7 Voorwaarden aan gedenktekens

  • 1.

    De maximale afmeting van een aan te brengen gedenkteken op een eigen graf voor één of twee personen boven de acht jaar op de afdelingen E en F bedraagt:

    • -

      staand gedenkteken (hxbxd) : 100 x 85 x 20 cm;

    • -

      liggend gedenkteken (lxbxd) : 190 x 85 x 20 cm.

  • 2.

    De maximale afmeting van een aan te brengen gedenkteken op een eigen dubbelgraf voor twee personen boven de acht jaar op de afdelingen A, B en C bedraagt:

    • -

      staand gedenkteken (hxbxd) : 100 x 120 x 20 cm;

    • -

      liggend gedenkteken (lxbxd) : 220 x 120 x 40 cm.

  • 3.

    De maximale afmeting van een aan te brengen gedenkteken op een eigen kindergraf voor een kind van nul tot acht jaar bedraagt:

    • -

      staand gedenkteken (hxbxd) : 60 x 60 x 15 cm;

    • -

      liggend gedenkteken (lxbxd) : 120 x 60 x 40 cm.

  • 4.

    De maximale afmeting van een aan te brengen gedenkteken op een eigen kindergraf voor een levenloos geborene bedraagt:

    • -

      staand gedenkteken (hxbxd) : 40 x 40 x 15 cm;

    • -

      liggend gedenkteken (lxbxd) : 50 x 50 x 40 cm.

  • 5.

    De afdekplaten op een urnengraf dienen een afmeting te hebben van 60 x 60 x 20 cm.

  • 6.

    Op een algemeen graf mogen geen andere graftekenen worden aangebracht dan een voorgeschreven model naamplaat.

  • 7.

    Aan de gedenkzuil op het asverstrooiingsveld kunnen op het moment van verstrooien van gemeentewege naamplaatjes worden aangebracht en worden voorzien van het gewenste opschrift. Deze naamplaatjes worden 5 jaar na de verstrooiing verwijderd maar kunnen, indien gewenst, na afloop van deze termijn met 5 jaar worden verlengd als de beschikbare ruimte dit toelaat.

Uitvoering geven aan werkzaamheden

Artikel 8 Tijdstip van plaatsing

  • 1. Het tijdstip van plaatsing van het gedenkteken dient tenminste 2 werkdagen van  tevoren kenbaar gemaakt te worden aan de beheerder. In overleg met de beheerder  wordt bepaald wanneer en onder welke voorwaarden de werkzaamheden dienen te  worden uitgevoerd. Eventuele aanwijzingen dienen stipt te worden opgevolgd.

  • 2. Het plaatsen van de gedenktekens dient plaats te vinden tijdens openingstijden mits  geen begrafenis of asbezorging plaatsvindt.

  • 3. De uitgevoerde werkzaamheden dienen ter goedkeuring te worden gemeld bij de beheerder dan wel het daartoe aangewezen personeel. Eventueel geconstateerde onvolkomenheden of gebreken dienen alsnog te worden uitgevoerd of verholpen.

Artikel 9 Verwijderen en herplaatsen grafbedekking

Met uitzondering van het bijzetten van asbussen (met urn) in een urnennis moeten, voor zover nodig, voor het bijzetten van een lijk of een asbus in een eigen graf grafbedekkingen door of namens de rechthebbende worden verwijderd of herplaatst.

Artikel 10 Aanbrengen van voorwerpen

  • 1. Op een eigen graf, een eigen kindergraf, een eigen graf voor levenloos geborene, een eigen urnengraf en een algemeen graf kunnen potplanten en bloemen in vazen of andere losse voorwerpen worden geplaatst. Tevens is het toegestaan op een graf losse bloemen te leggen.

  • 2. Voor een eigen urnennis geldt dat bloemen, potplanten en andere losse voorwerpen alleen op de daarvoor bestemde locatie mogen worden geplaatst.

Artikel 11 Afmetingen beplanting zoals in verordening genoemd

  • 1. De oppervlakte van een eigen graf kan door de rechthebbende van het graf worden beplant met gewassen. Het gebruik van bomen, struikrozen en klimplanten is hierbij niet toegestaan. De beplanting mag, ook in volwassen staat, de voor de grafbedekking beschikbare oppervlakte, zoals in artikel 3 is beschreven, niet overschrijden of moet door snoei binnen de gestelde proporties worden gehouden. De gewassen mogen niet hoger zijn dan 100 cm.

  • 2. Gewassen die buiten de in lid 1 bedoelde ruimte geplant worden, overhangen of de hoogte zoals in lid 1 is opgenomen overschrijden, kunnen van gemeentewege verwijderd worden, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is. Dit geldt ook voor afgestorven beplanting.

Artikel 12 Verwijdering grafbedekking zonder vergunning

Indien en voor zover de gemeente overgaat tot het verwijderen van zonder toestemming of in afwijking van de verordening aangebrachte grafbedekkingen, zal deze gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende worden gehouden. Na verloop van deze termijn zullen de verwijderde zaken aan de gemeente vervallen zonder dat tot enige aanspraak op vergoeding, in welke vorm of onder welke naam dan ook over hoeft te worden gegaan.

Artikel 13 Afval en beschadigingen

  • 1. Alle sporen van afval, ontstaan tengevolge van werkzaamheden op of aan de grafbedekkingen door of namens rechthebbenden dienen van de begraafplaats te worden meegenomen.

  • 2. Beschadigingen, ontstaan tengevolge van werkzaamheden door of namens rechthebbenden op of aan de grafbedekkingen moeten binnen een termijn van twaalf weken worden hersteld.

    Overige diensten bij een begrafenis of bijzetting

Artikel 14 Overige diensten

  • 1.

    De ontvangstruimte op de begraafplaats staat in overleg met de beheerder van de begraafplaats na afloop van een begrafenis of asbezorging ter beschikking aan de nabestaanden van de overledenen indien het aantal personen dat hiervan gebruik zal maken niet groter is dan twaalf. De tijdsduur dat de ontvangstruimte ter beschikking staat wordt steeds vooraf in overleg met de beheerder bepaald.

  • 2.

    De muziekinstallatie staat voor iedere plechtigheid gedurende een steeds vooraf te bepalen tijdsduur ter beschikking van de aanvrager voor het daarvoor geldende tarief zoals opgenomen in de Tarievenverordening Algemene Begraafplaats en dient twee werkdagen voorafgaande aan de dag waarop van de installatie gebruik zal worden gemaakt, worden aangevraagd bij de beheerder.

  • 3.

    Het aanbrengen van grafgroen tijdens een plechtigheid dient twee werkdagen voor afgaande waarop de begrafenis of de bijzetting plaats vindt worden aangevraagd bij de beheerder, voor het daarvoor geldende tarief zoals opgenomen in de Tarievenverordening Algemene Begraafplaats.

Slotbepalingen

Artikel 15 Beslissingsbevoegdheid

In de gevallen waarin deze nadere regels niet voorzien of in geval van verschil van mening over de uitleg van haar bepalingen, beslist het college.

Artikel 16 Citeertitel

  • 1.

    Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als: “Nadere regels voor de algemene begraafplaats” van de gemeente Winterswijk 2010.

  • 2.

    Deze nadere regels treden in werking op de derde dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    Deze nadere regels treden in de plaats van alle voorafgaande nadere regels van de begraafplaatsen met dien verstande dat alle voorgaande nadere regels van kracht blijven op de grafrechten die daaraan onderhevig waren.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders in haar vergadering van 7 juli 2009.
De burgemeester, De secretaris,
Drs. M.J. van Beem J.P.M. Scheinck