Verordening Burgerinitiatief en Burgeragendering Gemeente Winterswijk 2019

Geldend van 10-12-2019 t/m heden

Intitulé

Verordening Burgerinitiatief en Burgeragendering Gemeente Winterswijk 2019

De raad van de gemeente Winterswijk;

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet;

gelezen het voorstel van raadslid L. ten Dolle van 20 augustus 2019, nr. 191344;

besluit:

  • 1.

    burgerinitiatief en burgeragendering vanaf 12 jaar mogelijk te maken;

  • 2.

    daarvoor de Verordening burgerinitiatief en burgeragendering gemeente Winterswijk 2019 vast te stellen;

  • 3.

    de ‘Verordening burgerinitiatief’, vastgesteld door de gemeenteraad van Winterswijk op 15 april 2004, in te trekken.

Verordening Burgerinitiatief en Burgeragendering 2019 Gemeente Winterswijk

Artikel 1

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder een burgerinitiatiefvoorstel: een voorstel van een initiatiefgerechtigde om een onderwerp op de agenda van de vergadering van de raad te laten plaatsen. Het voorstel van de initiatiefgerechtigde betreft een concreet voorstel.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder een burgeragendering: een verzoek van een initiatiefgerechtigde om een onderwerp op de agenda van de vergadering van de raad te plaatsen.

  • 3. De raad: de gemeenteraad van de gemeente Winterswijk

Artikel 2

  • 1. De raad plaatst een burgerinitiatiefvoorstel of verzoek voor burgeragendering op de agenda van zijn vergadering, indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.

  • 2. Geldig is het verzoek dat:

    • a.

      door ten minste vijftig initiatiefgerechtigden wordt ondersteund; en

    • b.

      geen onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat; en

    • c.

      voldoet aan de voorwaarden als gesteld in artikel 5.

Artikel 3

  • 1. Initiatiefgerechtigde is degene die inwoner is van de gemeente Winterswijk en 12 jaar of ouder is.

  • 2. Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is de dag van indiening van het verzoek bepalend.

Artikel 4

  • 1. Een burgerinitiatiefvoorstel of verzoek voor burgeragendering houdt niet in:

    • a.

      een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;

    • b.

      een vraag over het gemeentelijk beleid;

    • c.

      een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur;

    • d.

      een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur;

    • e.

      een onderwerp waarover korter dan twee jaar voor indiening van het burgerinitiatief of burgeragendering door de raad een besluit is genomen;

    • f.

      individuele kwesties, zoals benoemingen, schorsingen, kwijtscheldingen of schenkingen, geldelijke voorzieningen voor ambtsdragers, gewezen ambtsdragers dan wel hun nagelaten betrekkingen of hun rechthebbenden;

    • g.

      besluiten over arbeidsrechtelijke of ambtenarenrechtelijke zaken;

  • 2. Indien de raad een verzoek afwijst wegens strijd met het gestelde in het vorige lid onder a, maar het onderwerp valt wel onder de bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester, zal het verzoek door de raad, eventueel vergezeld van zijn advies, worden doorgezonden.

Artikel 5

  • 1. Het burgerinitiatief of het verzoek tot burgeragendering wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de raad.

  • 2. Het verzoek bevat ten minste:

    • a.

      een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatiefvoorstel of verzoek om burgeragendering;

    • b.

      een aanleiding en een doel van bespreking, een voorstel voor de wijze van bespreken en wat de bespreking volgens de indieners van een verzoek zou moeten opleveren;

    • c.

      de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening van de verzoeker(s) en zijn mogelijke plaatsvervanger(s); en

    • d.

      een lijst met voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

Artikel 6

  • 1. De burgemeester bevestigt de ontvangst van een verzoek schriftelijk aan de indiener van het verzoek.

  • 2. De burgemeester doet van de ontvangst van het verzoek mededeling aan de raad.

  • 3. De raad beslist in de eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het verzoek of het voorstel op de agenda van de vergadering wordt geplaatst, met dien verstande dat ten minste twee weken is gelegen tussen de dag van indiening van het verzoek en de dag van de vergadering, waarin de raad over het verzoek beslist.

  • 4. Indien een verzoek niet voldoet aan de eisen bedoeld in de artikel 2, sub a en c , artikel 4, eerste lid en artikel 5 stelt de burgemeester de indiener van het verzoek gedurende een termijn van ten hoogste vier weken in de gelegenheid om de vastgestelde gebreken te herstellen.

  • 5. De termijn bedoeld in het vierde lid vangt aan met ingang van de datum van dagtekening van de schriftelijke mededeling bedoeld in het eerste lid.

  • 6. Indien de raad het verzoek afwijst wegens strijd met artikel 4, eerste lid, onder a, kan de raad het voorstel doorzenden aan het ter zake bevoegde bestuursorgaan.

  • 7. Indien de raad het verzoek toewijst, dan agendeert hij het voorstel voor de eerstvolgende vergadering van de raad.

  • 8. De burgemeester nodigt de verzoeker schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het voorstel is geagendeerd. De verzoeker of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn voorstel mondeling nader toe te lichten.

  • 9. Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatiefvoorstel een besluit heeft genomen, wordt dit besluit bekendgemaakt door kennisgeving van het besluit of de zakelijke inhoud ervan in de gemeentelijke inforubriek in het wekelijkse huis-aan-huisblad en op de website van de gemeente Winterswijk. Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aan de verzoeker.

  • 10. Bij een burgeragendering wordt aan het eind van de behandeling de conclusies aan de indiener(s) bekendgemaakt.

Artikel 7

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

Artikel 8

Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening op het burgerinitiatief en burgeragendering gemeente Winterswijk 2019”.

Ondertekening

Aldus besloten door de gemeenteraad van de gemeente Winterswijk in zijn openbare vergadering gehouden op 28 november 2019,

de griffier,

de voorzitter,