Beleidsplan Wmo en Jeugd 'Meedoen in Winterswijk'

Geldend van 16-01-2020 t/m heden

Intitulé

Beleidsplan Wmo en Jeugd 'Meedoen in Winterswijk'

De raad van de gemeente Winterswijk;

overwegende dat:

op 31 mei 2018 het beleidskader 'Meedoen in Winterswijk' is vastgesteld;

in dit beleidsplan de thema's uit het beleidskader zijn uitgewerkt;

hiermee de transformatie op de thema’s verder wordt vormgegeven;

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 27 augustus 2019, nr. 185194;

besluit:

Het beleidsplan Wmo en jeugd ‘Meedoen in Winterswijk' vast te stellen.

Voorwoord

Een samenleving waar iedereen prettig kan wonen, werken en waarin onze kinderen zich veilig kunnen ontwikkelen tot de mooiste versie van zichzelf. Iedereen, dus ook diegene die kwetsbaar is of een beperking heeft (in welke vorm dan ook).

Soms gaat het organiseren van het eigen leven, werken, wonen of gezondheid niet vanzelf. Er kunnen bijzondere omstandigheden zijn waardoor bijvoorbeeld problemen ontstaan bij het regelen van het huishouden, de financiën of de mobiliteit.

Dan staat in Winterswijk niemand alleen!

Onze gemeente biedt ondersteuning en/of begeleiding in deze situaties. Om dit te kunnen realiseren werken veel mensen samen; gemeente, maatschappelijke organisaties en inwoners. Samen werken we aan een inclusief Winterswijk, waarin iedereen, naar vermogen meedoet.

Voor u ligt het beleidsplan WMO en Jeugd Meedoen in Winterswijk. Dit beleidsplan is tot stand gekomen door de samenwerking met velen. Zowel de projectgroep, die bestond uit ambtenaren, raadsleden en commissieleden, als de Winterswijkse inwoners en organisaties hebben meegedacht bij de totstandkoming van dit beleidsplan.

Gezamenlijk hebben we bepaald wat we de komende jaren willen bereiken en hoe we dit willen doen.

Hierbij bied ik u, namens het college van B&W van de gemeente Winterswijk het beleidsplan WMO en Jeugd Meedoen in Winterswijk aan.

Elvira Schepers-Janssen

Wethouder

Inleiding

In mei 2018 heeft de gemeenteraad het beleidskader Sociaal Domein “Meedoen in Winterswijk” vastgesteld. Uit het beleidskader zijn acht speerpunten naar voren gekomen, die in dit beleidsplan zijn uitgewerkt. Deze speerpunten zijn:

  • Samenwerken

  • Armoede bestrijding

  • Gezondheid

  • Werken

  • Participeren

  • Preventie

  • Bestrijden laaggeletterdheid

  • Wonen

De gemeenteraad heeft tijdens de behandeling van het beleidskader aangegeven vanaf de start betrokken te willen zijn bij de totstandkoming van het beleidsplan Wmo en Jeugd. De raad heeft aangegeven dat burgerparticipatie hierin belangrijk is. Daarom is er een projectgroep opgericht van raads- en commissieleden en ambtenaren om samen met de Winterswijkers nadere invulling te geven aan het beleidsplan. De projectgroep heeft hiervoor interviews gehouden met Winterswijkse inwoners en Winterswijkse organisaties. Daarnaast is voor de input voor dit beleidsplan gebruik gemaakt van de uitkomsten van de enquête ‘Waar staat je gemeente’.

Leeswijzer

In hoofdstuk 1 geven we een beschrijving van wat we de afgelopen jaren hebben bereikt. In hoofdstuk 2 is per speerpunt uitgewerkt wat we willen bereiken in deze periode en wat we daarvoor gaan doen. In hoofdstuk 3 worden de randvoorwaarden beschreven.

1. Wat hebben we de afgelopen jaren bereikt?

In hoofdstuk 1 geven we een beschrijving van wat we de afgelopen jaren hebben bereikt. In hoofdstuk 2 is per speerpunt uitgewerkt wat we willen bereiken in deze periode en wat we daarvoor gaan doen. In hoofdstuk 3 worden de randvoorwaarden beschreven.

In de afgelopen jaren hebben we hard gewerkt om de decentralisatie van de Wmo- en jeugdhulp vorm te geven en te voorkomen dat er cliënten tussen wal en schip vallen. In die periode hebben we er alles aan gedaan om onze inwoners zo goed mogelijk te ondersteunen. Hieronder een aantal ontwikkelingen van de afgelopen jaren die daaraan in belangrijke mate bijgedragen hebben:

Samenwerking met de Achterhoekse gemeenten

Anticiperend op de decentralisaties zijn de eerste afspraken over samenwerking in het sociaal domein al in 2013 gemaakt1. Die afspraken waren vooral gericht op gezamenlijke inkoop van zorg en ondersteuning. Mede door deze afspraken was de continuïteit van zorg voor inwoners geborgd bij de invoering van de nieuwe taken in 2015.

Na verloop van tijd ontstond er behoefte aan een gezamenlijke visie op de samenwerking rond de transformatie: het anders inrichten van het sociaal domein volgens principes van zelfredzaamheid, eigen kracht van onze inwoners en de veranderde rolverdeling tussen overheid en inwoners. Die visie heet ‘Samenwerken om elkaar te versterken’ en is in 2017 vastgesteld.

Doel van de visie is om kwalitatief betere en kosten-efficiëntere resultaten te boeken voor de inwoners van de Achterhoek. Dit willen de Achterhoekse gemeenten bereiken door elkaar te versterken op het:

  • -

    preventie-, hulp- en ondersteuningsaanbod dat individuele gemeenten op eigen kracht niet of slechts moeizaam kunnen realiseren;

  • -

    verminderen van de kwetsbaarheid van ambtelijke organisaties rond beleid, toegang tot de zorg en backoffice taken;

  • -

    delen van kennis en expertise;

  • -

    gezamenlijk strategisch beïnvloeden van (grote en sterke) partijen in het sociaal domein.

Daarnaast hebben we het gezamenlijk contract- en leveranciersmanagement (CLM) voor Wmo- en jeugdhulp vorm gegeven. Op het gebied van het sociaal domein en gezondheid is een regionaal preventieprogramma opgesteld. Ook op het gebied van sport en bewegen pakken wij veel zaken regionaal op met Achterhoek in Beweging. Deze gezamenlijke aanpak maakt een efficiëntere uitvoering mogelijk en is tevens een kennisplatform waar gemeenten onderling informatie uitwisselen en van elkaar leren.

Ondersteuningsteam Oost Achterhoek

Het Ondersteuningsteam Oost Achterhoek (OT) is al voor de transitie van de jeugdhulp gestart om goed voor bereid te zijn op de jeugdhulptaken die op de gemeente af kwamen. Het OT werkt voor de gemeenten Aalten, Oost Gelre en Winterswijk. Het team pakt alle vragen rondom opgroeien en opvoeden op. Het OT begeleidt kinderen/jeugdigen (0-23 jaar) en/of hun gezin in nauwe samenwerking met de organisaties voor jeugdhulp. Als er specialistische ondersteuning nodig is, dan overlegt de medewerker van het OT met de jeugdconsulent. De jeugdconsulent bepaalt uiteindelijke welke jeugdhulp nodig is. Het OT heeft al vele gezinnen geholpen en uit evaluaties blijkt dat ouders en betrokken partijen tevreden zijn over het OT. Daarom is in 2018 besloten om het OT voor onbepaalde tijd voort te zetten.

Preventie Platform Jeugd

In het Preventie Platform Jeugd Oost Achterhoek (PPJ) werken organisaties samen voor het gezond, stabiel en veilig opgroeien van kinderen en jongeren tot en met 23 jaar in de gemeenten Aalten, Berkelland, Oost Gelre en Winterswijk. In het PPJ wordt de deskundigheid van de verschillende organisaties (organisaties die werken met kinderen, jongeren en/of opvoeders) gebundeld en afhankelijk van de vraag ontwikkelen zij een preventief aanbod rondom de thema’s Kind & Echtscheiding, De Kunst van het opvoeden, Kind & Armoede, Alcoholpreventie, Drugspreventie en Weerbaarheid.

Transformatie

In de afgelopen jaren zijn al een aantal veranderingen aangebracht om de ondersteuning te verbeteren. We hebben ingezet op preventie om de duurdere tweedelijns hulp zoveel mogelijk te voorkomen en laagdrempelige hulp te kunnen bieden. Zo wordt bij vragen om Wmo- en jeugdhulp eerst gekeken of er voorliggende voorzieningen zijn die bij kunnen dragen aan de oplossing. Voor jeugd zijn we gestart met een pilot voor een praktijkondersteuner voor huisartsen. En een pilot voor buitenschoolse opvang voor kinderen met een zorgvraag. Deze pilot is succesvol gebleken en is structureel geworden.

Ook op regionale schaal zijn stappen gezet in de transformatie. Voor jeugd is er een regionaal transformatieplan 2018-2022 opgesteld2. Daarin is als speerpunt opgenomen het ‘Meer kinderen zo thuis mogelijk laten opgroeien’, door het versterken van jeugdhulp in gezinsvormen (m.n. pleegzorg) en specialistische ambulante hulp.

De Post

Afgelopen periode is gewerkt aan de doorontwikkeling van De Post. Inwoners van onze gemeente kunnen met al hun vragen op het gebied van zorg, welzijn, opgroeien en opvoeden terecht bij het sociaal team van De Post. Wij werken met een generalistisch team, dat als voorpost fungeert met daarachter de jeugd- en Wmo consulenten. Doel van het team is waar nodig ondersteuning te bieden die gericht is op het vergroten van de zelfredzaamheid van onze inwoners. De medewerkers hebben verschillende achtergronden en werken zowel aan collectieve als individuele trajecten. In beide situaties wordt gewerkt aan het voorkomen van problemen en/of het voorkomen dat problemen groter worden.

Er wordt nauw samengewerkt met o.a. het Ondersteuningsteam zoals hierboven beschreven, aanbieders in het voorliggend veld, huisartsen en praktijkondersteuners, SDOA, wijkverpleging, woningbouwvereniging, wijkagenten, GGNet en Veilig Thuis. Kracht van De Post is de tijd en ruimte om een vertrouwensband op te kunnen bouwen met inwoners en de brede intake. Vervolgens wordt stap voor stap met het probleem van inwoners aan de slag gegaan.

Uit cliëntervaringsonderzoeken van de afgelopen jaren blijkt dat een groot deel van de inwoners De Post weten te vinden als ze een vraag hebben.

Pilot Village deal

In 2018 zijn we gestart met het project Village deal. Dit project was een initiatief van de VNG met als doel om in kleine gemeenten de integrale samenwerking in het Sociaal Domein te bevorderen. Als Winterswijk hebben we ervoor gekozen om een voorziening op te zetten voor jongeren met aanzienlijke arbeidsbeperkingen, veelal jongeren die van het Praktijk- of Voorgezet Speciaal Onderwijs komen. Binnen deze voorziening kunnen de jongeren een ontwikkeling doormaken die ze kansen biedt op de arbeidsmarkt. Veel van deze jongeren krijgen nadat ze van school zijn gekomen, een bijstandsuitkering en komen niet aan de slag of komen terecht in de Wmo dagbesteding. De pilot is januari 2019 gestart in de Wuh. Daar krijgen de jongeren een werkplek. We zien dat de begeleiding die is gericht op ontwikkeling succesvol is. De eerste jongeren stromen inmiddels door naar stageplekken en regulier werk.

De Village deal heeft ons inspiratie gegeven om een visie te ontwikkelen op de doorgaande ontwikkellijn voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Doel is dat er een doorgaande lijn ontstaat waarin inwoners met een afstand tot de arbeidsmarkt zich optimaal kunnen ontwikkelen van Wmo- arbeidsmatige dagbesteding tot aan betaald werk. Een doorgaande lijn zonder belemmeringen door verschillende wetten.

2. Speerpunten

In dit hoofdstuk worden de speerpunten uitgewerkt die voortkomen uit het beleidskader Sociaal Domein “Meedoen in Winterswijk”.

2.1 Samenwerken

Samenwerken doen we al op heel veel gebieden en met heel veel partijen. Toch komt ‘samenwerking’ telkens terug als knelpunt in de Wmo- en jeugdhulp. Bij de decentralisatie is uitdrukkelijk de wens genoemd om te komen tot één gezin, één plan. Dat blijkt in de praktijk nog moeilijk haalbaar, o.a. door regels omtrent privacy. Samenwerken gaat dus niet vanzelf, dat moet gefaciliteerd worden door de gemeente, zorgaanbieders, onderwijs en andere organisaties.

Kenmerkend voor toekomstbestendige zorg is dat deze dichtbij de inwoner wordt georganiseerd en uit gaat van de (hulp)vragen van de inwoner. In de lokale context werken professionals vanuit verschillende domeinen samen met inwoners en vrijwilligers aan een passend aanbod om de hulpvraag te beantwoorden. Het werken in een dergelijk netwerk sluit aan bij de beoogde effecten van de Wmo, Jeugdwet en Participatiewet.

Wet verplichte ggz

Een goede samenwerking is ook van belang bij de Invoering Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) en een sluitende aanpak voor verwarde inwoners.

Vanaf 2020 vervangt de Wvggz de Bopz (Bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen). Op dit moment ligt de nadruk van de uitvoering van de Bopz op het gebied van veiligheid. In de nieuwe wet is meer aandacht voor het vormgeven van zorg voor mensen die gedwongen opgenomen moeten worden. Nieuw is ook dat inwoners een zorgmelding bij ons kunnen doen, waarna wij een onderzoek instellen. De uitvoering van deze wet wordt in 2019 lokaal en regionaal voorbereid.

Aanpak personen verward gedrag

Een kleine groep inwoners heeft door een psychische beperking soms moeite om, ook met ondersteuning, zelfstandig te functioneren. Een deel van deze groep is soms in de war en/of geeft soms overlast. In het kader van de vormgeving van het landelijk beleid rond verwarde personen is in 2018 regionaal een sluitende aanpak voor verwarde personen ontwikkeld. Deze aanpak moet zich de komende jaren bewijzen en wordt regionaal gemonitord.

Wat willen we bereiken?

  • Doorontwikkelen van de visie en werkwijze van De Post om De Post zo laagdrempelig en toekomstbestendig mogelijk te maken.

  • We willen betere afspraken maken in de regievoering, waardoor een betere samenwerking ontstaat tussen gemeente, zorgaanbieders, onderwijs en andere betrokken organisaties. Dit moet resulteren in één gezin, één plan.

  • We willen verdere invulling geven aan de functie netwerkspecialist waarin interprofessionele samenwerking plaatsvindt met èn het voorliggend veld èn de zorgaanbieders. Door nauwe samenwerking met netwerkpartners (denk aan welzijnsorganisaties en burgerinitiatieven) kunnen innovatieve oplossingen gerealiseerd worden in het voorliggend veld. Daarnaast is een intensieve en op kwaliteit gerichte samenwerking met zorgaanbieders wenselijk om het netwerk ook na de beschikking te optimaliseren.

  • Betere overdracht binnen organisaties en tussen organisaties.

  • De inwoner heeft de regie over zijn eigen dossier en de afgesproken ondersteuning. Als de cliënt dit niet aankan of de hulpvraag te complex is ondersteunt de gemeente hierbij.

  • Meer maatwerk en samenhang te bieden door een integrale intake en verordening voor het hele sociale domein. Zowel voor de Participatiewet, Wmo, Jeugdwet en leerlingenvervoer kennen wij voor de uitvoering aparte intakes en verordeningen. In de verordeningen is vastgelegd wanneer iemand in aanmerking komt voor ondersteuning. Door één integrale verordening wordt de ondersteuning beter afgestemd en kan er weer een stap worden gemaakt richting één gezin, één plan.

  • Meer bekendheid van De Post als vraagbaak voor alle vragen op het gebied van zorg en welzijn. Uit interviews komt naar voren dat er behoefte is aan één punt waar alle vragen over zorg en welzijn neergelegd kunnen worden. Deze functie is al belegd bij De Post maar uit de interviews is gebleken dat De Post niet bij iedereen bekend is, of dat niet bekend is dat alle vragen over zorg, hulp en ondersteuning daar gesteld kunnen worden.

  • De nieuwe taken die in de Wvggz zijn beschreven voeren we vanaf 2020 uit. Hierbij werken wij nauw samen met de andere Achterhoekse gemeenten en sluiten we aan bij bestaande veiligheids- en zorgstructuren voor de ondersteuning aan mensen met psychische problemen.

  • Goede afstemming van zorg en ondersteuning maakt dat zo min mogelijk inwoners verward raken en opgenomen moeten worden en/of overlast veroorzaken. Een nauwe samenwerking tussen zorgaanbieders, woningcorporaties, gemeente en politie in het lokale zorgnetwerk is hierbij van groot belang.

Wat gaan we daarvoor doen?

  • We gaan een communicatieplan opzetten voor het verbeteren van de laagdrempeligheid en herkenbaarheid van De Post, Ondersteuningsteam en Preventie Platform jeugd.

  • De gemeente faciliteert samenwerking door de ondersteuning van OZOverbindzorg. OZOverbindzorg is een online communicatieplatform voor kwetsbare inwoners, hun mantelzorgers en professionals in het medisch en sociaal domein. De inwoner is eigenaar en bepaalt wie er wat met elkaar mag communiceren. OZOverbindzorg ondersteunt ook bij het registreren en behalen van de gestelde doelen van de inwoner. De ondersteuning kan meer passend worden geboden, omdat alle communicatie en informatie op een centrale plek samenkomen.

    We betrekken het onderwijs (met instemming van de jeugdige en/of zijn ouders) bij het hulpverleningsplan.

  • Voortzetten van de pilot waarin een medewerker van Sociale dienst Oost Achterhoek (SDOA) een aantal dagdelen in De Post werkt om de integrale aanpak te bevorderen.

  • Voor het opstellen van een integrale verordening stellen we een projectgroep in, waarin we samen met Oost Gelre, Berkelland en de SDOA werken aan het opstellen van deze nieuwe verordening.

  • De gemeente neemt de regie bij complexe casussen door periodiek een multidisciplinair overleg te organiseren.

  • De voorbereiding voor de invoering van de Wvggz voeren wij (zoveel mogelijk) regionaal uit en sluit aan bij bestaande structuren. Lokaal vormen we een projectgroep vanuit de beleidsvelden veiligheid en zorg om de lokale voorbereiding vorm geven.

  • Met instellingen voor geestelijke gezondheidszorg worden afspraken gemaakt om de ondersteuning aan inwoners, die tijdelijk zijn opgenomen en weer terug naar huis gaan na ontslag, beter te regelen. De afspraken moeten een goede overgang naar de thuissituatie mogelijk maken, waardoor we terugval mogelijk voorkomen.

  • Het in 2018 uitgewerkte beleid voor verwarde personen voeren wij vanaf 2019 uit. Door nauwe samenwerking tussen zorgaanbieders, politie en gemeente bieden wij tijdig passende ondersteuning. Dit netwerk zetten wij de komende jaren voort en bouwen dit waar nodig uit.

2.2 Gezondheid

Mensen met een goede gezondheid zijn beter in staat mee te doen in de samenleving. Ook wordt van mensen verwacht dat zij zolang mogelijk thuis blijven wonen. Een goede inspiratiebron hiervoor is het model van Positieve gezondheid, ontwikkeld door Machteld Huber. Bij Positieve Gezondheid ligt de nadruk niet op de ziekte maar op de mensen zelf, op hun veerkracht en op wat hun leven betekenisvol maakt. Positieve Gezondheid is uitgewerkt in zes dimensies (zie afbeelding 1).

afbeelding binnen de regeling

Het model is een belangrijke pijler geweest voor de regionale visie sociaal domein Achterhoek en het regionaal preventieprogramma sociaal domein / volksgezondheid.

Afgelopen jaren is sterk ingezet op gezondheidsbevordering door middel van diverse interventies: o.a. Fit in de buurt, Beweegspetters en het Prediabetesproject.

Sinds 2018 hebben we een lokale kartrekker gezonde leefstijl in combinatie met een beweegmakelaar. De laatste heeft een brugfunctie tussen het medisch domein en het beweeg- en sportaanbod. Deze functie wordt ook ingezet voor de Gecombineerde leefstijlinterventie (GLI) SLIMMER. Het programma SLIMMER komt in de plaats van ons Prediabetesproject.

Uit onderzoek blijkt dat de meeste inwoners van Winterswijk hun eigen gezondheid als redelijk goed ervaren: zij waarderen hun gezondheid met een 7,73. Dat is een lichte stijging in vergelijking met 2016 (7,5). Vooral 65-plussers zijn positiever over hun eigen gezondheid. Het rapportcijfer dat zij geven is in de afgelopen twee jaar gestegen van een 7,1 naar een 7,4.

Uit landelijk onderzoek blijkt dat van de jongeren tussen 18 en 25 jaar 11 procent psychische problemen heeft. Dat is twee keer zoveel als bij jongeren tussen 12 en 17 jaar, waar dat 5 procent is. Om ervoor te zorgen dat jongeren gezond blijven, is het van belang dat zij naast voldoende slaap ook voldoende beweging en gezonde voeding krijgen en hun mentale gezondheid onderhouden. Hierdoor ontwikkelen jongeren cognitieve, emotionele en sociale vaardigheden die hen weerbaar en veerkrachtig maken4.

Wat willen we bereiken?

  • Wij willen naar een samenleving waarin inwoners wonen, leren, recreëren en werken in een omgeving waarin een gezonde leefstijl normaal is. Met name in de jonge leeftijdsgroepen kan een goede basis worden gelegd als het gaat om gezonde leefstijl.

  • Vermindering van alcohol en drugsgebruik onder jongeren.

  • Voorkomen van overgewicht bij jongeren en volwassenen en het risico op diabetes verlagen.

  • Een passend sportaanbod en beweegaanbod voor alle inwoners.

  • Versterken van eigen kracht van inwoners.

  • Een gezonde leefomgeving die uitnodigt tot bewegen, spelen en ontmoeten.

Wat gaan we daarvoor doen?

  • We willen een lokale integrale aanpak om fysieke en mentale gezondheid te bevorderen op basis van het regionaal programma volksgezondheid en preventie, het regionale beweeg- en sportakkoord Achterhoek in Beweging, Wmo- en jeugdbeleid.

  • Koppeling met andere beleidsterreinen om een integrale aanpak rondom dit thema te bewerkstelligen.

  • (Sport)verenigingen ondersteunen om vorm te geven aan het ‘NIX 18-beleid’ rondom alcohol- en drugsgebruik en gezonde sportkantines.

  • Voortzetten van sport- en cultuurcoaches tot en met 2020. Op basis van opgedane ervaringen en behoefte worden voor 2021 en volgend nieuwe afspraken gemaakt.

  • Sportaccommodaties (meer) multifunctioneel inzetten (open club en vitale sportparken gedachte) en waar mogelijk de bezettingsgraad overdag verhogen.

  • De samenhang tussen gezondheid, milieu, veiligheid, ruimtelijke ordening en de leefomgeving vergroten en dit verder uitwerken in de Omgevingsvisie.

  • Samenwerking zoeken met inwoners om deze gezondheidsbevorderende inrichting te realiseren, die een toegevoegde waarde heeft voor de leefbaarheid van een buurt of wijk.

2.3 Werken

Regulier werk vormt de basis van het maatschappelijk bestaan en de belangrijkste vorm van participatie. Werk dient niet alleen het voorkomen van armoede maar draagt ook bij aan het gevoel van mensen mee te doen aan de maatschappij, zinvol bezig te zijn en werk gaat eenzaamheid tegen. Aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt is essentieel om jongeren in onze regio aan werk te helpen.

Uit de gesprekken met inwoners is gebleken dat de combinatie van werk en mantelzorg niet eenvoudig is. In gezinnen met een zorgintensief kind kiezen de ouders er vaak voor om minder te gaan werken of één van de ouders stopt met werken. Door de daling van het inkomen kan het gezin minder leuke dingen doen en wordt het moeilijker om aan de maatschappij deel te nemen.

Werk, en het hebben van een stabiel inkomen is een belangrijke pijler onder één gezin, één plan, het geeft stabiliteit. Dit is vaak essentieel voor het slagen van de hulpverlening.

Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt hebben te maken met veel verschillende regelingen (Wajong, Participatiewet, Wsw, Wmo-dagbesteding). Dit heeft als effect dat de ondersteuning vanuit de verschillende regelingen onvoldoende op elkaar aansluit.

Wat willen we bereiken?

  • We willen dat onderwijs aansluit bij werk dat in deze regio te vinden is, zodat jongeren hier aan het werk kunnen en werkgevers hier goed geschoolde werknemers kunnen vinden.

  • We willen dat werkgevers hun werknemers waar mogelijk ondersteunen bij de uitoefening van hun zorgtaken.

  • Wij willen bereiken dat jongeren met een zorgvraag uitstromen naar regulier werk en niet instromen in de dagbesteding. Sommige jongeren hebben hier extra ondersteuning bij nodig.

  • Meer inzet op maatwerk bij ondersteuning van mantelzorgtaken.

  • Meer inzet op werkende mantelzorgers in relatie tot de rol van werkgevers.

  • We willen een doorgaande ontwikkellijn realiseren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt (Wajong, Participatiewet, Wsw en Wmo- dagbesteding).

Wat gaan we daarvoor doen?

  • We blijven het buurtaal onderwijs actief promoten in zowel het praktijkonderwijs als het mbo en spreken de onderwijsinstellingen aan op hun verantwoordelijkheid hierbij.

  • We ondersteunen de oprichting en huisvesting van de Euregionale academie Grenslandcollege en zien hierbij een koppeling met bovengenoemd volwassenenonderwijs.

  • We gaan de rol van werkgevers in relatie tot mantelzorgtaken agenderen bij de regionale thematafel werk / gezonde medewerkers.

  • Samen met SDOA een langjarige visie ontwikkelen voor een doorgaande ontwikkellijn. Hierbij willen we aansluiten bij de belevingswereld van onze inwoners en waar het meerwaarde heeft, ruimte maken voor lokale initiatieven. Een integrale aanpak is hierbij noodzakelijk.

  • Ontschotten van de Wajong, Participatiewet, Wsw, en Wmo-dagbesteding.

  • Bij werkaanvaarding helpen we, indien nodig, de inwoner met het doorgeven van de gewijzigde financiële situatie aan de Belastingdienst. Hierdoor voorkomen we terugvorderingen van de Belastingdienst achteraf.

2.4 Participeren en eenzaamheid

Meedoen of participeren is voor mensen een belangrijk element voor een gelukkig en zinvol leven. Maar dit is niet voor iedereen vanzelfsprekend.

Uit ‘Waar staat je gemeente’ blijkt dat vijftien procent van de Winterswijkse inwoners zich soms of zelfs vaak eenzaam voelt. En zes procent van de inwoners van Winterswijk voelt zich op de een of andere manier ernstig belemmerd om deel te nemen aan het maatschappelijk leven. Bij de inwoners die zich in lichte of ernstige mate belemmerd voelen, spelen vooral lichamelijke aspecten een rol. Deze belemmering komt met name voor onder 65-plussers. Ook financiële aspecten beperken een deel van de inwoners om deel te nemen aan de maatschappij5 (zie daarvoor ook paragraaf 2.8 Armoedebestrijding). Ouderen hebben mogelijk meer kans eenzaam te raken, maar eenzaamheid komt voor bij jong en oud.

De mens is een sociaal wezen en wil (in meer- of mindere mate) andere mensen ontmoeten op (vrijwilligers)werk of in de vrije tijd. Uit interviews met Winterswijkse inwoners is gebleken dat er behoefte is aan een ontmoetingspunt in de wijk. De speeltuinverenigingen werken op dit moment aan een fusie waarbij ze ook toewerken naar een maatschappelijke functie in de wijk. Wij ondersteunen hen daarbij.

Sport en bewegen kunnen ook een belangrijke bijdrage leveren aan participatie en het tegengaan van eenzaamheid. In Winterswijk moeten alle inwoners voldoende kunnen sporten en bewegen en elkaar daarbij ontmoeten.

Winterswijk heeft een rijk verenigingsleven en deze verenigingen spelen een belangrijke rol bij het tegengaan van eenzaamheid. De verenigingen draaien voor een belangrijk deel op vrijwilligers, maar het blijkt steeds moeilijker te zijn om vrijwilligers te vinden. Het Vrijwilligerspunt Winterswijk brengt voor verenigingen en maatschappelijke organisaties vraag en aanbod van vrijwilligerswerk bij elkaar. Daarmee heeft het punt een belangrijke rol in het bevorderen van participatie. De oorspronkelijke doelstelling van het Vrijwilligerspunt was om de coördinatie bij vrijwilligers neer te leggen maar dat lijkt niet haalbaar.

Wat willen we bereiken?

  • We willen toe naar een inclusieve samenleving. Dit wordt verder uitgewerkt in de opgave inclusie.

  • We willen de eigen kracht van inwoners versterken. Mensen willen graag regie over hun eigen leven; degenen voor wie dat niet zo makkelijk is willen we daarbij ondersteunen.

  • We willen dat voorzieningen toegankelijk en laagdrempelig zijn. Denk daarbij aan financiën, vervoer, de fysieke inrichting van de openbare ruimte en onze website.

  • Wij willen dat inwoners signalen van eenzaamheid leren herkennen en zo nodig warm doorverwijzen.

  • Transformatie van speeltuinen naar een maatschappelijke functie in de wijk.

Wat gaan we daarvoor doen?

  • In Denemarken is al decennialang het beleid om het mogelijk te maken dat je je eigen leven kunt leiden en daar zelf de baas over kunt zijn, ook als je hulpbehoevend bent. Waar we in Nederland het ‘zorgen voor kwetsbaren’ de nadruk geven, is in Denemarken het uitgangspunt om te organiseren dat mensen voor zichzelf kunnen zorgen. Dat gebeurt in een kort en doelgericht traject, gericht op alle facetten in het leven. Dit is in Nederland vertaald in de aanpak ‘Maak de burger meester’6. Wij gaan onderzoeken hoe wij dit in kunnen zetten.

  • In de komende jaren leggen we de nadruk op het verstevigen van de maatschappelijke functie en de kracht van sport door toegankelijke en laagdrempelige sporten en beweegactiviteiten en -methodieken te stimuleren. Hiermee wordt de eigen kracht, participatie, arbeids(re)integratie en zelfredzaamheid van kwetsbare burgers versterkt7.

  • We gaan het vrijwilligerspunt blijvend ondersteunen met een professional met aandacht voor de coördinatie van Wuh, klussendienst, Stichting Present, Aan de Slag etc.

  • Bij nieuwe ontwikkelingen is inclusie een belangrijk onderdeel vanaf de planvorming.

  • Bevorderen laagdrempeligheid De Post en het warm doorverwijzen.

  • Maatjesprojecten bevorderen: de vraag van de één kan het antwoord voor de ander zijn: zo kan iemand die zich eenzaam voelt, een maatje voor een ander worden.

  • Activiteiten stimuleren die eenzaamheid tegen gaan zoals samen koken en samen eten.

  • Wij faciliteren de speeltuinverenigingen om hun maatschappelijke rol in de wijk te pakken.

2.5 Preventie

Eén van de doelen van de Wmo 2015 en de Jeugdwet is het versterken van de eigen kracht en van het zorgend en probleemoplossend vermogen van volwassenen, jeugdigen en hun gezin en hun sociale omgeving. Er moet meer gebruik gemaakt worden van preventieve acties en vroegtijdige interventies, waardoor de effectiviteit van de hulp wordt vergroot. Door in te zetten op preventie verwachten we dat mensen eerder hulp krijgen en dat de aanspraak op gespecialiseerde, tweedelijns zorg structureel afneemt.

Voorlichting en ontwikkeling van vaardigheden op scholen zijn belangrijke onderdelen van preventie. We willen dat kinderen en jongeren voorlichting krijgen over thema’s als weerbaarheid, alcohol en drugs, ongewenst seksueel gedrag, acceptatie van de LHBTI-gemeenschap en het voorkomen van ongewenste zwangerschappen. Maar dat kan alleen als we met het onderwijs de samenwerking aangaan waarbij we als gemeente, Sociaal Team of vanuit het Preventie Platform Jeugd een makelaarsfunctie kunnen vervullen tussen de behoefte van de scholen enerzijds en de signalen vanuit het werkveld anderzijds, met een passend en kwalitatief goed voorlichtingsaanbod.

Daarnaast vinden wij het belangrijk dat we ‘normaliseren’. Niet iedereen die ‘anders’ is, of ‘anders’ doet, heeft behandeling nodig. Veel problemen die we ervaren zijn problemen die bij het leven of bij een levensfase horen. Voor de oplossing stappen we naar de huisarts of naar de gemeente met als gevolg dat de zorgkosten de pan uit rijzen, terwijl het eigenlijk gaat over maatschappelijke normen en verwachtingen.

Wij willen ‘kleine’ problemen klein te houden door de eigen kracht te versterken en zo nodig vroegtijdig bij te springen. De website ‘WijWinterswijk.nl’ is een voorbeeld om mensen te helpen zichzelf te helpen. De website biedt op een laagdrempelige manier antwoord op veel vragen, ook specifiek voor Winterswijk, over geldzaken, wonen, welzijn, opvoeden, zorg en meedoen. De website is echter bij lang niet iedereen bekend.

Wat willen we bereiken?

  • Problemen voorkomen door vroegtijdig te signaleren en te ondersteunen.

  • Problemen normaliseren en daardoor onnodige zorg en zorgkosten voorkomen.

  • We willen dat kinderen zo thuis mogelijk opgroeien, dus residentiële plaatsingen zoveel mogelijk voorkomen.

  • De Post is de plek waar je met alle vragen terecht kunt. We willen de laagdrempeligheid en bekendheid van De Post bevorderen (zie ook 2.1 Samenwerken) .

  • We willen een structureel, universeel, preventief aanbod in samenwerking met andere gemeenten, voor kinderen en hun ouders. Dat wordt geboden door het Preventie Platform Jeugd.

  • Het Sociaal Team en WijWinterswijk.nl online en offline profileren als hét portaal voor informatie en ondersteuning op het gebied van preventie, ondersteuning en participatie.

  • We willen samen met het onderwijs een breed en passend voorlichtingsaanbod organiseren.

Wat gaan we daarvoor doen?

  • Verder doorontwikkelen van het Ondersteuningsteam Oost Achterhoek, zodat iedere ouder weet dat het Ondersteuningsteam er is en welk beroep ze op het Ondersteuningsteam kunnen doen. Met als doel het voorkomen dat problemen verergeren en zoveel mogelijk tweedelijns hulpverlening voorkomen.

  • Verdere professionalisering van het Ondersteuningsteam en de jeugdconsulenten voor een sluitende keten en efficiëntere werkwijze om de toenemende vraag naar jeugdhulp op te kunnen vangen.

  • We willen meer aandacht geven aan de website WijWinterswijk.nl omdat die website weinig bekend is. Informatie op WijWinterswijk.nl wordt zodanig uitgebreid en aangepast dat professionals er makkelijk naar kunnen (door) verwijzen. We gaan meer gebruik maken van pictogrammen en animaties voor de mensen die moeite hebben met lezen. De website wordt uitgebreid met ‘softere’ content door inspiratieverhalen van inwoners. Het Sociaal Team, haar aanbod en de werkprocessen krijgen een prominente plaats op WijWinterswijk.nl. Hiermee verlagen we de drempel en vergroten we de bekendheid van het Sociaal Team en de effectiviteit en betrouwbaarheid van de informatie.

  • We blijven inzetten op laagdrempelige opvoed- en opgroeihulp door het Ondersteuningsteam Oost Achterhoek.

  • We blijven inzetten op steungezinnen. Steungezinnen zijn vrijwilligers die zich inzetten om tijdelijk overbelaste gezinnen hulp en ondersteuning te bieden. Het belangrijkste doel van steungezinnen is het terugdringen en voorkomen van residentiele plaatsingen of het opschalen van hulpverlening en het voorkomen dat er ernstiger en langduriger problemen ontstaan in een gezin.

  • We blijven het Preventie Platform Jeugd ondersteunen bij de doorontwikkeling en willen er meer bekendheid aan geven door middel van een communicatieplan.

  • We blijven inzetten op jongerenwerk. Uit onderzoek8 blijkt dat door de preventieve inzet van jongerenwerk zorg niet altijd nodig is. Zo levert jongerenwerk een belangrijke bijdrage aan het beheersen van zorgkosten.

  • We gaan in overleg met het onderwijs om te kijken hoe wij samen met het onderwijs een breed en passend voorlichtingsaanbod kunnen organiseren.

2.6 Bestrijden laaggeletterdheid

Ongeveer 13 procent van de Winterswijkers heeft moeite met lezen en schrijven. Dit kan grote gevolgen hebben, zoals schulden en gevoelens van eenzaamheid of schaamte. Schulden komen meer voor bij deze doelgroep, omdat het lastig is om allerlei toeslagen aan te vragen en om de eigen administratie te doen.

Laaggeletterdheid gaat vaak over van generatie op generatie. Ouders die lezen lastig vinden, zullen hun kinderen niet of zelden voorlezen. Die kinderen zullen zelf minder snel naar een boek grijpen of lid worden van een bibliotheek. Die cyclus moeten we doorbreken.

Onder laaggeletterdheid verstaan we ook de problemen die mensen ondervinden die moeite hebben met de digitale samenleving. De analoge of papieren wereld wordt steeds kleiner, er wordt steeds meer verwacht dat iedereen op het internet zijn weg kan vinden. Aandacht voor laaggeletterdheid is zowel een opdracht aan onszelf als aan onze partners. Alle medewerkers van de gemeente zijn inmiddels geschoold om hun brieven en e-mails klantvriendelijker en duidelijker te maken. Maar dat gaat niet van de één op de andere dag, dat vergt oefening. De medewerkers worden daarbij geholpen door een schrijfcoach.

Er zijn in Winterswijk voldoende organisaties die mensen die moeite hebben met lezen en schrijven kunnen opvangen. In de praktijk worden die mensen wel geattendeerd op de mogelijkheden maar vanaf daar stokt het omdat voor veel mensen de drempel om daar op af te stappen te hoog is. Het TaalTeam Achterhoek richt zich juist daarop: het vinden van laaggeletterden en met hen een goed netwerk op te bouwen en te onderhouden o.a. via verschillende activiteiten. Ook De Post kan hier een rol in spelen.

De Winterswijkse bibliotheek wordt een informatiepunt voor vragen over de digitale overheid. Daar kunnen mensen terecht die het lastig vinden om hun zaken met de overheid via internet te regelen. De overheidsinstanties kunnen mensen daarnaar verwijzen9.

Het Taalhuis Oost-Achterhoek is een samenwerking tussen o.a. bibliotheek en Graafschap College. In het Taalhuis helpen vrijwilligers anderen om beter te lezen en schrijven. Voor iemand die lezen moeilijk vindt kan de bibliotheek een drempel zijn. Het zou daarom beter zijn om het Taalhuis op een andere, neutralere plek te hebben.

Het Taalhuis organiseert ook cursussen waarbij leren lezen, schrijven en rekenen ‘bijvangst’ zijn: zo zijn er kookclubs waarbij mensen beter leren lezen en rekenen doordat ze koken volgens een recept dat omgerekend moet worden naar het juiste aantal personen. Daarnaast gaat het Taalhuis naar werkgevers toe om via de werkgever het aanbod voor ondersteuning te doen.

Naast de aandacht voor mensen die moeite hebben met lezen en schrijven moeten we niet vergeten dat er ook een groep mensen is die aan de andere kant van het spectrum zit. Zij kunnen moeite hebben met een brief die te eenvoudig is opgesteld. Daarom is het belangrijk om bij elke brief of e-mail te vragen of de boodschap duidelijk is.

Wat willen we bereiken?

  • We willen het taboe doorbreken en laaggeletterdheid bespreekbaar maken.

  • We willen laaggeletterdheid herkennen, zodat we de doelgroep kunnen ondersteunen bij het bereiken van een hoger taalniveau.

  • We willen een warme overdracht door de hulpverlener die het signaleert.

  • We willen laaggeletterdheid agenderen voor de Inclusie-opgave.

Wat gaan we daarvoor doen?

  • We willen de medewerkers van het Sociaal Team scholen in het herkennen en bespreekbaar maken van laaggeletterdheid.

  • Als mensen beter willen leren lezen en schrijven, zorgen we voor een warme overdracht naar bestaande initiatieven. We ondersteunen het TaalTeam Achterhoek daarin.

  • We willen het Taalhuis stimuleren en laagdrempeliger maken door het in De Post of op een andere, neutrale plek te plaatsen.

  • We willen in De Post en andere openbare gelegenheden d.m.v. promotiefilmpjes aandacht vragen voor laaggeletterdheid. Ook aandacht hiervoor op de website WijWinterswijk.nl.

  • Bij het opstellen van ingewikkelde brieven en e-mails betrekken we de doelgroep.

  • We zoeken afstemming met het plan nieuwkomers 2.0: integreren doe je namelijk pas als je de taal kent.

2.7 Wonen

Inwoners willen en moeten zo lang mogelijk zelfstandig wonen. Dat is alleen mogelijk als de randvoorwaarden om dat mogelijk te maken aanwezig zijn. De komende jaren ligt er een uitdaging op het realiseren van de juiste huisvesting voor de verschillende doelgroepen. Naast de lokale vraag wegen ook ruimtelijke aspecten mee.

Wonen voor jongeren

Uit de interviews komt naar voren dat het voor jongeren niet makkelijk is om aan een zelfstandige woonruimte te komen. Zij hebben over het algemeen een (te) laag inkomen waardoor ze over het algemeen in minder gewilde woningen terechtkomen in dezelfde woonomgeving. Met name kwetsbare jongeren die uit een residentiële instelling komen of jongeren die niet meer bij hun ouders kunnen wonen lopen dan het risico meegetrokken te worden in ongezonde gewoontes van hun omgeving.

Beschermd wonen en maatschappelijke opvang

Op dit moment is de uitvoering van beschermd wonen en maatschappelijke opvang nog een taak van centrumgemeente Doetinchem. Maatschappelijke opvang bestaat onder andere uit de dak- en thuislozenopvang. Beschermd wonen bestaat uit het bieden van onderdak en begeleiding aan inwoners die 24 uur toezicht en ondersteuning nodig hebben. Daarnaast kent beschermd wonen een onderdeel beschut wonen. Beschut wonen vindt plaats in een zelfstandige, reguliere woning. Hierbij wordt bij het wonen begeleiding geboden die 24 uur per dag oproepbaar is. Deze laatste vorm van beschermd wonen kennen wij voor ongeveer 42 inwoners. De andere vormen van maatschappelijke opvang (opvang van dak- en thuislozen) en beschermd wonen vinden grotendeels plaats in Doetinchem.

In de Achterhoek is bij de invoering van de Wmo 2015 gekozen om maatschappelijke opvang en het beschermd wonen (waarbij de inwoner 24 uur zorg nodig heeft) door de gemeente Doetinchem te laten uitvoeren. De lokale gemeente voert het beschut wonen uit, omdat deze doelgroep ook daadwerkelijk in de lokale gemeente woont. De verwachting is dat 30% van de huidige inwoners die beschut wonen met ambulante ondersteuning zelfstandig kan wonen. Uitbreiding van het huidige aantal locaties voor beschut wonen is dan ook niet gewenst.

Vanaf 2022 worden alle gemeenten zelf verantwoordelijk voor de uitvoering van beschermd wonen en maatschappelijke opvang van mensen met een psychische kwetsbaarheid. Dit betreft het verzorgen van onderdak voor en begeleiding van inwoners die door hun psychische kwetsbaarheid niet zelf voor onderdak en daginvulling kunnen zorgen. Daarnaast speelt nog dat een deel van de inwoners die nu een indicatie hebben voor beschermd wonen, richting Wet langdurige zorg (Wlz) gaan. Dat wil zeggen dat de zorg gefinancierd gaat worden door het Zorgkantoor. Samenwerking met het Zorgkantoor is daarbij vereist.

In 2018 zijn de voorbereidingen gestart om deze landelijke beleidsverandering in te voeren. Hier worden ook keuzes gemaakt welke taken we regionaal en welke we lokaal gaan oppakken.

Wonen / Wet langdurige zorg

Door de betere marktomstandigheden én de afbouw van verblijfszorg zijn er volop initiatieven om het huidige aanbod wonen met zorg te realiseren in Winterswijk. In het beleidskader wonen met zorg, dat in november 2017 is vastgesteld, is geconcludeerd dat op dat moment vraag en aanbod met betrekking tot wonen met zorg kwantitatief in balans is. Dit betreft de doelgroepen ouderen (inclusief dementie) en personen met een lichamelijke of verstandelijke beperking. Het huidige aanbod wonen met zorg in Winterswijk is op dit moment kwalitatief goed te noemen. Wel wordt binnen enkele jaren een verschuiving verwacht in het huidige aanbod van wonen met zorg. Na deze periode (tot en met 2019) wordt opnieuw de kwantitatieve en kwalitatieve verhouding tussen vraag en aanbod van wonen en zorg in beeld gebracht. Belangrijke partner hierbij is het zorgkantoor. Zij zijn verantwoordelijk voor de financiering van de Wlz-zorg.

Wat willen we bereiken?

  • Jongeren met of zonder een ondersteuningsvraag en met een lokaal netwerk kunnen hun wooncarrière in Winterswijk vormgeven.

  • In 2022 zijn er Maatschappelijk opvang en vormen van beschermd wonen beschikbaar voor onze inwoners die daar door omstandigheden gebruik van moeten maken. De maatschappelijke opvang is gericht op een zo snel mogelijke terugkeer naar een situatie waarbij de inwoner weer zelfstandig kan wonen en werken en, zo nodig met begeleiding, kan werken aan het oplossen van zijn/ haar problemen.

  • Goede afspraken tussen gemeenten, woningcorporaties en zorginstellingen zodat inwoners die dat kunnen, vanuit beschermd wonen kunnen doorstromen naar zelfstandige huisvesting. Regionaal en lokaal is eind 2020 de beleidsuitvoering gereed.

  • Oudere inwoners zijn op de hoogte van en maken gebruik van de mogelijkheden die wij bieden om zelf maatregelen te nemen om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen.

  • Wij willen dat inwoners zo lang mogelijk, veilig en gezond, thuis kunnen wonen in hun eigen omgeving. Het is dan ook van belang dat het aantal valongevallen afneemt en dat we de veiligheid van het thuiswonen vergroten.

  • Samen met zorgkantoor Menzis en zorgaanbieders zorgdragen voor een kwalitatief en kwantitatief passend aanbod van (intramurale) woonvoorzieningen, die aansluit bij de lokale vraag. De woonvormen worden verspreid over de gemeente en in nabijheid van voorzieningen gerealiseerd. Nieuwe wooninitiatieven zijn gericht op inwoners met een bestaand netwerk in de gemeente.

Wat gaan we daarvoor doen?

  • Wij gaan in overleg met aanbieders van beschut wonen over de invulling van het onderdeel (beschut) wonen.

  • Samen met de woningcorporatie en zorgaanbieders zoeken naar andere mogelijkheden voor kwetsbare jongeren.

  • De uitwerking van de regionale voorbereidingen van de veranderingen rond maatschappelijke opvang en beschermd wonen, geven wij vorm in een apart traject. Dit betreft de Regionale uitvoeringsagenda opvang en bescherming. met aanbieders van beschut wonen over de invulling van het onderdeel (beschut) wonen.

  • In de prestatieafspraken met de woningcorporaties maken wij afspraken over het bevorderen van het langer zelfstandig blijven wonen en het beschikbaar hebben van eenvoudig betaalbare woningen duurzame woningen voor alle doelgroepen.

  • Naast verduurzamen gaan we voor kwaliteitsverbetering en het levensloopbestendig maken van woningen. Op dit moment bieden we in Winterswijk hiervoor een Blijverslening aan, die samen met de Duurzaamheidslening mogelijk wordt opgenomen in één Toekomstbestendig Wonen Lening.

  • Oudere inwoners (vanaf 70 jaar) willen we op de hoogte brengen van de mogelijkheden die wij bieden om zelf maatregelen te nemen om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen. Bij woningbouwplannen gaan we in gesprek met initiatiefnemers om woningen te realiseren die geschikt zijn voor ouderen, zodat deze doelgroep ondanks beperkte verhuisgeneigdheid tijdig naar een meer geschikte woning verhuist.

  • Participeren in het regionale project ‘Langer veilig thuis’.

  • Met een multidisciplinaire werkgroep (met onder andere fysiotherapeuten, POH, wijkverpleegkundigen en ouderen) een plan van aanpak opstellen om valpreventie / versterken fysieke gesteldheid structureel in te bedden bij diverse organisaties.

2.8 Armoedebestrijding

Het voorkomen en bestrijden van armoede levert grote maatschappelijke en persoonlijke winst op. Om armoede te voorkomen en te bestrijden is in Winterswijk in 2018 een brede en langjarige aanpak van armoede gestart. We willen een verschuiving van symptoombestrijding naar een structurele oplossing.

Dit wordt door het ‘Opgaveteam Winterswijk armoedevrij’ uitgewerkt.

Het doel is een armoedevrij Winterswijk in 2040 en het doorbreken van generatie armoede. Er zijn drie thema’s gekozen om samen met de Winterswijkse samenleving uit te werken:

  • 1.

    Het taboe rondom armoede doorbreken;

  • 2.

    Het systeem versimpelen (minder bureaucratie);

  • 3.

    Het doorbreken van generatiearmoede.

In de gesprekken met inwoners kwam in het kader van armoede naar voren dat het vaker voorkomt dat de mantelzorger of één van de ouders hun baan opzegden om voor hun kind of partner te zorgen. Het inkomen van het gezin is daardoor sterk gedaald. Door verstandig om te gaan met geld konden zij wel rondkomen, maar waren zij minder in staat om ook nog leuke dingen te doen met het gezin. Dan blijft er voor degene die zijn baan opzegt, alleen nog de zorg voor het kind of de partner over. Dit willen we voorkomen.

In het onderdeel Participeren en eenzaamheid komt al naar voren dat financiële aspecten een belemmering kunnen zijn om deel te nemen aan de maatschappij. Zo wordt bij het sport- en beweegaanbod aandacht gevraagd voor de financiële mogelijkheden van jongeren. Zij hebben vaak nog geen of nauwelijks inkomen, maar dat mag geen drempel zijn om deel te nemen aan een (sport)vereniging.

Wat willen we bereiken?

  • Wij willen er voor zorgen dat mantelzorgers naast hun mantelzorgtaken zoveel mogelijk in staat zijn om buitenshuis te werken en inkomen te genereren. Een brede kijk door VIT hulp bij mantelzorg naar de situatie kan daarbij helpen.

  • Deelname aan (sport)verenigingen moet voor iedereen betaalbaar zijn.

Wat gaan we daarvoor doen?

  • We gaan deze signalen en de mogelijke oplossingen verder uitwerken met het Opgaveteam Winterswijk armoedevrij in 2040.

  • Vanuit het Opgaveteam Armoede wordt een team gevormd met ervaringsdeskundigen, een budgetcoach en een sociaal werker die in de wijk aan de slag gaan met de uitwerking van de drie thema’s.

3. Randvoorwaarden

In dit hoofdstuk beschrijven we randvoorwaarden die noodzakelijk zijn voor het tot uitvoer brengen van de doelen in deze beleidsnota Wmo en jeugd. Te denken valt hierbij aan samenwerking met (regionale) partijen en wetswijzigingen die voorbereid worden.

Een mooi voorbeeld hiervan is de Omgevingswet (invoering in 2021), die integraal wordt aangevlogen, maar ook samenwerking vraagt met externe partners.

Inzicht in cijfers en prestaties om huidige werkzaamheden te evalueren

Om te laten zien aan welke doelen wij werken en hoe we ervoor staan is het belangrijk dat we onze cijfers en prestaties kunnen evalueren. We maken hierbij gebruik van diverse instrumenten zoals de klanttevredenheidsonderzoeken, gezondheidsmonitors van de GGD en onze eigen managementinformatie. Met managementinformatie bedoelen we informatie waarmee we in staat zijn verantwoording af te leggen, ons beleid te evalueren en waar nodig bij te sturen.

Bewoners spelen hierbij een actieve rol. Individuele bewoners nodigen we uit om mee te doen aan cliëntervaringsonderzoeken. Daarnaast zijn er adviesorganen (groepen inwoners) die het beleid volgen en over beleidsbeslissingen adviseren, zoals de Wmo-raad. De komende jaren blijven we inwoners betrekken bij nieuwe ontwikkelingen en beleid. Ook zetten we in op nieuwe vormen van monitoring bijvoorbeeld continue cliëntervaringsonderzoek, werken we aan het verbeteren van sturingsgegevens en gaan we de kwaliteit van aanbieders verder monitoren.

Verbeteren managementinformatie

We zijn in 2017 gestart met Initi8, in samenwerking met de acht Achterhoekse gemeenten. Dit programma levert op basis van digitale facturen van Wmo- en jeugdhulp financiële en beleidsinformatie op. Deze gegevens gebruiken we als sturingsinformatie voor de inzet van hulpverlening en als input voor de gesprekken met zorgaanbieders.

We willen naar managementinformatie die meer kwalitatieve informatie bevat. Het is dan eenvoudiger om te beoordelen of de transformatiedoelen worden gerealiseerd. Hierdoor kunnen we het beleid op het gebied van jeugd, Wmo en Participatiewet beter volgen en bespreken of dit de juiste weg is.

Adviesraden

Goede monitoring begint bij het kritisch laten meekijken van inwoners bij het op te stellen beleid. Inwoners zijn op diverse manieren betrokken bij het meekijken en adviseren van beleid binnen het sociaal domein.

Voor het sociaal domein kennen we twee adviesraden, de Wmo-raad en cliëntenraad Participatiewet. Deze raden geven gevraagd en ongevraagd advies over beleid en uitvoering binnen het sociaal domein. Dit is zeer waardevol, omdat de leden van de raad door eigen ervaring of via de contacten die ze hebben, weten hoe inwoners de regelingen in het dagelijks leven ervaren. In de adviesraden staat nadrukkelijk niet het individuele probleem centraal maar het collectieve belang. Ook het vooraf meedenken en adviseren door vertegenwoordigers van inwoners bij het ontwikkelen van beleid vinden wij belangrijk. Daarom ondersteunen wij onze Wmo-raad ook de komende vier jaar zowel financieel als ambtelijk. De Wmo-raad is de afgelopen jaren verbreed met thema’s uit de Jeugdwet en daarvoor uitgebreid.

De komende jaren schuift het beleid op het gebied van het sociaal domein steeds meer in elkaar. Daarnaast wordt de uitvoering deels op (sub)-regionale schaal vormgegeven. De samenstelling en werkwijze van de adviesraden sluit hier op aan zodat zij optimaal gevraagd en ongevraagd advies kunnen blijven geven.

Samen met de Wmoraad en cliëntenraad Participatiewet kijken we op welke wijze burgerparticipatie zo goed mogelijk blijft aansluiten bij ontwikkelingen.

Regionale samenwerking

Bij de uitvoering van onze taken in het sociaal domein zijn vele partijen betrokken. Ook geven we een deel van de uitvoering samen met andere gemeenten vorm. Zo kopen we de ondersteuning in het kader van de Wmo en Jeugdwet samen met de andere Achterhoekse gemeenten in. De Participatiewet voeren we samen met Oost-Achterhoekse gemeenten uit. Op het gebied van het sociaal domein en gezondheid is een regionaal preventieprogramma opgesteld. Ook op het gebied van sport pakken wij veel zaken regionaal op met Achterhoek in Beweging. Deze gezamenlijke aanpak maakt een efficiëntere uitvoering mogelijk en is tevens een kennisplatform waar gemeenten onderling informatie uitwisselen en van elkaar leren.

In de zomer van 2019 heeft een evaluatie plaatsgevonden over de regionale samenwerking. Aanbevelingen uit deze evaluatie worden gebruikt voor een (door) ontwikkeling van de regionale samenwerking.

Regionaal Contract en Leveranciers Management (CLM) voor ingekochte Wmo- en Jeugdondersteuning

In 2017 is gestart met het inrichten van het regionale Contract- en leveranciersmanagementteam (CLM). Dit is ingericht omdat er grote behoefte was aan sturing op de gemaakte contractafspraken voor Wmo- en Jeugdhulp. Het CLM houdt zich bezig met het beheer van de gegunde contracten, de monitoring van de resultaten, het toezicht op de uitvoering (beheersing van de risico’s) en de opbouw van de relatie met de contractpartners. Doel is om de inkoopdoelen in de contracten te realiseren. Het onderscheid tussen lokaal en regionaal CLM ligt vooral in de regionale impact van de aanbieder. CLM is de schakel tussen aanbieders, de backoffice van de gemeenten en andere partijen die van invloed zijn op het te behalen resultaat.

Komende jaren willen we werken aan een doorontwikkeling van beleid en innovatie, inkoop en administratieve processen om tot een zo optimaal mogelijke ondersteuning van onze inwoners te komen. Dit doen we samen met CLM, beleidsmedewerkers, uitvoering en aanbieders.

Kwaliteit aanbieders monitoren

Er is een regionale toezichthouder sociaal domein. Deze is werkzaam voor de Achterhoekse gemeenten. De toezichthouder houdt zicht op de kwaliteit van aanbieders in het sociaal domein. Daar waar nodig is de regionale toezichthouder bevoegd om handhavend op te treden, vaak in samenwerking met bijvoorbeeld GGD, belastingdienst, inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en eventuele andere partijen. De regionale toezichthouder toetst aan de hand van de eisen uit het inkoopdocument of de kwaliteit die wij voor ogen hebben gewaarborgd is.

De komende jaren willen we de rol van regionale toezichthouder verder doorontwikkelen om de kwaliteit van zorgaanbieders verder te verbeteren.

Financiën

Voor de uitvoering van taken ontvangen wij middelen vanuit het Rijk. Bij de invoering van de Wmo en Jeugdwet in 2015 hanteerden wij het uitgangsprincipe inkomsten = uitgaven. In eerste instantie werd rekening gehouden met grote tekorten, omdat de taken met een bezuinigingsopgave overgedragen werden aan gemeenten. Voor onze gemeente zijn de budgetten toereikend geweest en was er op sommige taken zelfs sprake van een overschot. Vanaf 2019 wordt de begroting gebaseerd op het aantal zorgvragers en de uitgaven van de voorgaande jaren. Voor de komende jaren worden wel hogere uitgaven verwacht als gevolg van een groeiend aantal zorgvragers en hogere kostprijzen. Vooralsnog lijken de rijksbudgetten hiervoor toereikend te zijn.

Mocht bij de uitwerking van de uitvoeringsplannen blijken dat de kosten niet gedekt kunnen worden uit de Wmo- en jeugdbudgetten, wordt hier apart budget voor aangevraagd.

Ondertekening

Aldus besloten door de gemeenteraad van de gemeente Winterswijk in zijn openbare vergadering gehouden op 26 september 2019,

de griffier,

de voorzitter,


Noot
1

Achterhoekse kaderstelling in het sociaal domein

Noot
2

Transformatieplan Jeugdzorgregio Achterhoek 2018-2022: “Perspectief, binding en ondersteuning”.

Noot
3

Uit: ‘Waar staat je gemeente’ 2017

Noot
4

NJI nieuws: Inventarisatie van beschikbare CBS-cijfers door het RIVM, het Trimbos-instituut en Amsterdam UMC

Noot
5

I&O rapport februari 2019: ‘Waar staat Winterswijk?’

Noot
7

Beleidsnota Sport en bewegen 2019-2022 ‘Sport beweegt Winterswijk’

Noot
8

Onderzoek door Participe Advies (https://www.participeadvies.nl/actueel/mbc-jongerenwerk) en door het lectoraat Youth Spot van de Hogeschool van Amsterdam (https://www.socialevraagstukken.nl/jongerenwerk-is-vaagheid-ontgroeid-en-levert-ook-nog-resultaat-op/)