Mandaatbesluit gemeente Winterswijk 2020

Geldend van 08-04-2021 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-11-2020

Intitulé

Mandaatbesluit gemeente Winterswijk 2020

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN WINTERSWIJK EN DE BURGEMEESTER VAN WINTERSWIJK, IEDER VOOR ZOVER HET ZIJN BEVOEGDHEDEN BETREFT;

gelet op de artikelen 59a, 168 en 171 van de Gemeentewet;

gelet op de artikelen 10:1 tot en met 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

OVERWEGENDE

  • dat per 1 november 2019 het formatieveranderingstraject formeel is bekrachtigd en de ambtelijke organisatie is gewijzigd en nieuwe teams zijn geformeerd,

  • dat er in dit kader behoefte bestaat de bevoegdheden binnen de organisatie opnieuw te beschrijven,

  • dat in dit Mandaatbesluit publiekrechtelijke en privaatrechtelijke bevoegdheden aan behandelend medewerkers in de organisatie worden toegekend om hen in staat te stellen de toegekende taken rechtmatig en doelmatig uit te voeren,

  • dat in dit Mandaatbesluit is gekozen voor de toekenning van alle wettelijke bevoegdheden van het college van burgemeester en wethouders en burgemeester aan behandelend medewerkers in de organisatie, met uitzondering van die bevoegdheden die specifiek voorbehouden zijn aan gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders, aan de burgemeester en aan (team)managers.

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Winterswijk van 12 oktober 2020

BESLUITEN

vast te stellen het Mandaatbesluit gemeente Winterswijk 2020

ARTIKEL 1: DEFINITIES

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    algemeen directeur / gemeentesecretaris: de medewerker die door het college is aangesteld en eindverantwoordelijk is voor de ambtelijke organisatie en die als secretaris, als bedoeld in artikel 100 Gemeentewet, functioneert

  • b.

    Apv: Algemene plaatselijke verordening

  • c.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht (Awb)

  • d.

    besluit: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling (definitie artikel 1:3 Awb)

  • e.

    bijlage: een bijlage behorende bij dit Mandaatbesluit

  • f.

    burgemeester: de burgemeester van Winterswijk

  • g.

    cao-gemeenten: arbeidsvoorwaardenregeling gemeenteambtenaren

  • h.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Winterswijk

  • i.

    gemeentebestuur: het college, de gemeenteraad en de burgemeester

  • j.

    gemeenteraad: de gemeenteraad van Winterswijk

  • k.

    machtiging: de bevoegdheid tot het verrichten van feitelijke handelingen namens een bestuursorgaan

  • l.

    manager: degene die is belast met de integrale aansturing van een aantal teams en behoort tot het managementteam van de gemeentelijke organisatie

  • m.

    mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen. Het gaat hierbij steeds om een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan die een publiekrechtelijke rechtshandeling inhoudt (zie artikel 10:1 Awb)

  • n.

    mandaatgever: het bestuursorgaan dat de oorspronkelijke wettelijke bevoegdheid heeft en deze bevoegdheid aan een ander overdraagt

  • o.

    mandaathouder: de medewerker die namens het bestuursorgaan een bevoegdheid uitoefent

  • p.

    medewerker: degene die is belast met een taak of uitvoering van wet- en regelgeving en/of beleid onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur

  • q.

    portefeuillehouder: het lid van het college dat bestuurlijk verantwoordelijk is voor een bepaald onderwerp

  • r.

    teammanager: degene die is belast met de integrale aansturing van een of meerdere teams

  • s.

    volmacht: de bevoegdheid om privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten door personen die werken binnen de eigen organisatie, of die door de eigen organisatie zijn ingezet om namens de organisatie op te treden (artikel 3:60 Burgerlijk Wetboek)

ARTIKEL 2: SCHAKELBEPALING MANDAAT, VOLMACHT, MACHTIGING

Op grond van artikel 10:12 van de Awb zijn de mandaatregels overeenkomstig van toepassing op het verlenen van een volmacht en op het verlenen van een machtiging. In dit Mandaatbesluit wordt daarom alleen gesproken over mandaat.

ARTIKEL 3: INHOUD MANDAAT

  • 1. De bevoegdheid om krachtens mandaat besluiten te nemen omvat tevens de bevoegdheid tot het stellen van voorschriften en beperkingen en het verrichten van voorbereidings- en uitvoeringshandelingen aangaande het besluit.

  • 2. De mandaathouder heeft naast de bevoegdheid het in het eerste lid genoemde besluit te nemen ook de bevoegdheid het desbetreffende besluit te ondertekenen.

ARTIKEL 4: ALGEMENE BEPALINGEN

  • 1. Het college en de burgemeester verlenen de medewerker het mandaat om alle besluiten te nemen en alle overige (rechts)handelingen te verrichten, waaronder de vertegenwoordiging in rechte, die in het kader van een goede uitoefening van zijn taken en bevoegdheden nodig zijn.

  • 2. Het gestelde in het eerste lid geldt uitsluitend wanneer is voldaan aan de voorwaarden en uitzonderingen zoals genoemd in artikel 5 en 6.

ARTIKEL 5: VOORWAARDEN ALGEMEEN

  • 1. De mandaathouder kan zijn bevoegdheid alleen toepassen wanneer het mandaat overeenstemt met de taken en verantwoordelijkheden die passen binnen het taakveld van zijn werkzaamheden.

  • 2. De in bijlage 1 genoemde bevoegdheden blijven voorbehouden aan het college.

  • 3. De in bijlage 2 genoemde bevoegdheden blijven voorbehouden aan de burgemeester.

  • 4. De in bijlage 3 genoemde bevoegdheden blijven voorbehouden aan de algemeen directeur/gemeentesecretaris.

  • 5. De in bijlage 4 genoemde bevoegdheden blijven voorbehouden aan de managers.

  • 6. De in bijlage 5 genoemde bevoegdheden blijven voorbehouden aan de teammanagers.

  • 7. Bijlage 6 bevat mandaten aan derden.

  • 8. Indien bij een in mandaat te nemen besluit meerdere behandelend medewerkers zijn betrokken van wie de standpunten niet gelijkluidend zijn, blijft het mandaat voorbehouden aan de teammanager of de manager.

  • 9. Indien de mandaathouder een persoonlijk of conflicterend belang heeft bij de uitoefening van de bevoegdheden, dan vindt besluitvorming plaats door de teammanager of de manager.

  • 10. De concerncontroller heeft te allen tijde de bevoegdheid rechtstreeks het college te informeren en te adviseren zonder tussenkomst van een manager of de directeur/gemeentesecretaris.

  • 11. Naast de mandaten die op basis van deze algemene mandatenregeling worden verleend kunnen er ook individuele mandaten worden verleend.

ARTIKEL 6: VOORWAARDEN FINANCIEEL

  • 1. Wanneer een mandaathouder ook budgethouder is kan hij van zijn mandaat alleen gebruikmaken wanneer dat mandaat past binnen zijn budget.

  • 2. Bij de uitoefening van de bevoegdheden in mandaat moeten de regels van de Financiële verordening en eventueel daarop gebaseerde regelingen in acht genomen te worden.

  • 3. In geval van strijdigheid tussen het Mandaatbesluit en de Financiële verordening en eventueel daarop gebaseerde regelingen, gaan de laatsten voor.

ARTIKEL 7: TERUGKOPPELING AAN MANDAATGEVER

  • 1. De mandaathouder draagt er zorg voor dat terugkoppeling wordt gegeven aan het college, de portefeuillehouder(s) of de burgemeester voordat een besluit plaatsvindt indien:

    • a.

      het een aangelegenheid betreft waarover door de gemeenteraad in een eerder stadium vragen zijn gesteld aan het college, de portefeuillehouder of de burgemeester;

    • b.

      het college, een portefeuillehouder of de burgemeester dit kenbaar heeft gemaakt;

    • c.

      het besluit ingrijpende financiële consequenties heeft, bijvoorbeeld dreigende budgetoverschrijding, het aangaan van meerjarige verplichtingen;

    • d.

      het besluit of de (rechts)handeling als politiek, bestuurlijk of anderszins gevoelig wordt aangemerkt;

    • e.

      de aangelegenheid tot kritische berichtgeving in de media heeft geleid, dan wel redelijkerwijs moet worden aangenomen dat dit kan gebeuren.

  • 2. Het college of de burgemeester kan, indien zich een situatie voordoet als onder lid 1 beschreven, het betreffende besluit zelf nemen.

ARTIKEL 8: SPECIFIEKE MANDATEN AAN DERDEN

  • 1. Verlening van mandaat aan een derde die niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur behoeft de instemming van het gemeentebestuur en de instemming van degene onder wiens verantwoordelijkheid die derde werkt.

  • 2. Mandaat tot het uitoefenen van bevoegdheden en taken die aan een gemeenschappelijke regeling zijn opgedragen valt niet onder dit Mandaatbesluit.

  • 3. Voor zover aan derden een specifiek mandaat is verleend is deze opgenomen in bijlage 6.

  • 4. De algemene bepalingen zoals genoemd in dit mandaatbesluit zijn ook van toepassing op specifieke mandaten aan een derde.

ARTIKEL 9: OVEREENKOMSTEN

  • 1. De bevoegdheid tot het aangaan van overeenkomsten valt onder de mandaatverlening, tenzij er uitzonderingen in de bijlagen staan vermeld.

  • 2. De mandaathouder die bevoegd is tot het aangaan van een overeenkomst is ook bevoegd deze te ondertekenen.

ARTIKEL 10: PLAATSVERVANGING

  • 1. Indien het mandaat aan een bepaalde functionaris is verleend, is daarmee het mandaat eveneens verleend aan de hiërarchisch hoger geplaatsten.

  • 2. Bij afwezigheid van een medewerker die een besluit in mandaat moet nemen, wordt deze vervangen door zijn teammanager.

  • 3. Bij afwezigheid van een teammanager kan deze worden vervangen door een andere teammanager of manager. Bij afwezigheid van een manager kan deze worden vervangen door een andere manager of de algemeen directeur/gemeentesecretaris.

  • 4. Bij afwezigheid van de algemeen directeur/gemeentesecretaris wordt deze vervangen (v.w.b. de rol van gemeentesecretaris) door de loco-gemeentesecretaris. De loco-gemeentesecretaris wordt aangewezen door het college. Dit geldt niet voor de rol van algemeen directeur. Deze wordt vervangen door een manager.

ARTIKEL 11: WIJZE VAN ONDERTEKENEN

  • 1. Een krachtens mandaat genomen besluit vermeldt namens welk bestuursorgaan het besluit is genomen, als volgt:

    Met vriendelijke groet, / Hoogachtend,

    namens het college van burgemeester en wethouders, / namens de burgemeester,

    handtekening

    naam mandaathouder

    functie mandaathouder

  • 2. Een krachtens mandaat genomen besluit bij vervanging vermeldt de naam en functie van degene die wordt vervangen met daarachter “bij afwezigheid” (b.a.) en de handtekening van de vervanger.

ARTIKEL 12: ONVOORZIENE GEVALLEN

  • 1. In alle gevallen waarin dit Mandaatbesluit niet voorziet beslist het college.

  • 2. Aanpassingen van dit Mandaatbesluit zullen worden bekendgemaakt.

ARTIKEL 13: INWERKINGTREDING

  • 1. Dit Mandaatbesluit treedt in werking op 1 november 2020.

  • 2. Het Mandaatbesluit gemeente Winterswijk 2016 is per 1 november 2020 ingetrokken.

  • 3. Per 1 november 2020 zijn alle afzonderlijk intern verstrekte mandaten ingetrokken.

ARTIKEL 14: CITEERTITEL

Deze regeling wordt aangehaald als: ‘Mandaatbesluit gemeente Winterswijk 2020’.

Ondertekening

Winterswijk, 20 oktober 2020

Burgemeester en wethouders,

G.W. Goedmakers

Gemeentesecretaris

B.J.J. Bengevoord

Burgemeester

Burgemeester,

B.J.J. Bengevoord

Burgemeester

BIJLAGE 1 BEVOEGDHEDEN VOORBEHOUDEN AAN HET COLLEGE

Algemeen

  • 1.

    Een bevoegdheid die in een wettelijke regeling expliciet wordt uitgezonderd van mandaat en daarom geacht wordt voorbehouden te zijn aan het desbetreffende orgaan aan wie het is toebedeeld.

  • 2.

    Als het college heeft aangegeven zelf te willen besluiten.

  • 3.

    Als een lid van het college, de manager of teammanager van de mandaathouder heeft aangegeven dat hij het voorstel aan het college of de burgemeester wenst voor te leggen.

  • 4.

    Aan het voorgenomen besluit mogelijkerwijs politieke consequenties zijn verbonden dan wel dat dit precedentwerking tot gevolg kan hebben. Hiervan is onder andere sprake als:

    • de aangelegenheid tot negatieve berichtgeving in de media heeft geleid of redelijkerwijs moet worden aangenomen dat dit zal gebeuren;

    • de aangelegenheid ingrijpende gevolgen kan hebben voor een groot aantal inwoners, bedrijven, verenigingen, stichtingen, belangengroepen of anderszins;

    • als het te nemen besluit een afwijking zou inhouden van het bestaande beleid, vastgestelde richtlijn en/of voorschriften;

    • als het voorgenomen besluit een overschrijding van een budget of krediet tot gevolg heeft dan wel een groot financieel risico met zich brengt zoals budgetoverschrijding of als meerjarige verplichtingen worden aangegaan.

  • 5.

    De verantwoordelijk portefeuillehouder geeft vooraf toestemming aan de behandelend medewerker over het toepassen van alternatieve geschillenbeslechting, zoals mediation.

  • 6.

    De verantwoordelijk portefeuillehouder geeft vooraf toestemming aan de behandelend medewerker over het aangaan van een vaststellingsovereenkomst naar aanleiding van een alternatieve geschillenbeslechting.

  • 7.

    Het nemen van besluiten waar geldbedragen mee zijn gemoeid vanaf € 1.000.000,- die passen binnen de vastgestelde budgetten.

PUBLIEKRECHT

  • 1.

    Het doen van voorstellen aan de gemeenteraad, het informeren van de gemeenteraad en het beantwoorden van schriftelijke vragen van (leden) van de gemeenteraad.

  • 2.

    Het besluiten op een verzoek in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de bestuursrechter, als bedoeld in artikel 7:1a Awb.

  • 3.

    Het besluiten om bezwaar of (hoger)beroep aan te tekenen of een verzoek om (wijziging of opheffing van) een verzoek om voorlopige voorziening in te dienen namens de gemeente of het gemeentebestuur in juridische procedures.

  • 4.

    Het besluiten op een ingediende klacht op grond van hoofdstuk 9 Awb (klachtbehandeling).

  • 5.

    Het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels, voor zover deze niet door de gemeenteraad worden vastgesteld.

  • 6.

    Voordracht voor of benoeming van personen op grond van een wettelijk voorschrift anders dan het aangaan van een dienstverband.

  • 7.

    Het instellen van commissies als bedoeld in de artikelen 83 en 84 Gemeentewet.

  • 8.

    Het benoemen van personen in adviesorganen van het college.

  • 9.

    Het benoemen van personen als vertegenwoordiger van de gemeente in organen van publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtspersonen.

  • 10.

    Het nemen van besluiten waarbij wordt afgeweken van het beleid, richtlijnen en/of voorschriften als het om omgevingsrecht gaat.

  • 11.

    Correspondentie en besluiten gericht tot:

    • a.

      de gemeenteraad;

    • b.

      leden van het Koninklijk Huis;

    • c.

      de gemeenteraad van ministers van het Koninkrijk, de ministerraad of een daaruit gevormde onderraad of commissie, ministers en staatssecretarissen;

    • d.

      de voorzitter van de Eerste of Tweede Kamer der Staten-Generaal of van een uit die Kamers gevormde commissie;

    • e.

      de vicepresident van de Raad van State;

    • f.

      de president van de Algemene Rekenkamer.

  • 12.

    Het vaststellen van het inkoopbeleid voor leveringen, diensten en werken.

PRIVAATRECHT

Overeenkomsten

  • 1.

    Het nemen van besluiten tot het aangaan van convenanten, intentieovereenkomsten en bestuursovereenkomsten.

  • 2.

    Het nemen van besluiten tot het aangaan van overeenkomsten indien:

    • a.

      op grond van de Gemeentewet de gemeenteraad in de gelegenheid moet worden gesteld zijn wensen en bedenkingen over de overeenkomst ter kennis van het college te brengen omdat deze ingrijpende gevolgen voor de gemeente kan hebben;

    • b.

      de gemeenteraad hierover om informatie heeft gevraagd.

  • 3.

    Het nemen van besluiten tot het aangaan van verzekeringsovereenkomsten voor de gemeente, met uitzondering van wijzigingen op al bestaande verzekeringsovereenkomsten.

  • 4.

    Het afgeven van borgstellingen.

  • 5.

    Het verstrekken van kapitaal aan instellingen en ondernemingen.

  • 6.

    Het aanvragen van surseance van betaling of faillissement van contractspartijen.

  • 7.

    Het besluit tot aanvaarding of afwijzing van een schenking, erfstelling of legaat of het doen van een schenking.

  • 8.

    Het nemen van besluiten over het verstrekken van een gemeentegarantie of -lening aan een derde (zoals een stichting of een vereniging) in de uitoefening van een publieke taak.

  • 9.

    Het nemen van besluiten tot het dagvaarden en het instellen van hoger beroep of cassatie namens de gemeente.

  • 10.

    Het nemen van besluiten ten aanzien van alternatieve geschillenbeslechting, niet zijnde arbitrage of het voorleggen van geschillen aan scheidslieden, voor zover afspraken daarover vooraf schriftelijk zijn vastgelegd.

  • 11.

    Buiten het vastgestelde beleid een besluit nemen tot het aangaan van een overeenkomst tot aan- en verkoop, huur en verhuur, pachten en verpachten of ingebruikgeving en ingebruikneming van onroerende zaken. Hieronder valt ook het nemen van een besluit tot het aangaan van een overeenkomst tot het vestigen van zakelijke rechten buiten het vastgestelde beleid.

  • 12.

    Besluiten om een privaatrechtelijke rechtshandeling te verrichten in gevallen waarvoor de gemeenteraad heeft verzocht om van tevoren te worden ingelicht.

PERSONEELSAANGELEGENHEDEN

Het nemen van besluiten inzake benoeming, schorsing, ontslag van en overige besluiten over de algemeen directeur/gemeentesecretaris.

BIJLAGE 2 BEVOEGDHEDEN VOORBEHOUDEN AAN DE BURGEMEESTER

  • 1.

    Besluiten op grond van de artikelen 151b (openbare orde), 151c (cameratoezicht), 154a (ophouden personen), 154b (bestuurlijke boete) en 172 ( openbare orde) tot en met 176a Gemeentewet (ophouding).

  • 2.

    Alle overige in de Gemeentewet, Hoofdstuk XI, aan de burgemeester toegekende bevoegdheden op het gebied van openbare orde en veiligheid, tenzij uitdrukkelijk gemandateerd.

  • 3.

    Als de burgemeester heeft aangegeven zelf te willen besluiten.

  • 4.

    Een besluit op grond van de Wet tijdelijk huisverbod.

  • 5.

    Het opleggen van een last onder bestuursdwang op een woning, lokaal of daarbij behorend erf (artikel 13b Opiumwet).

  • 6.

    Uitvoering Naturalisatie(ceremonie) op grond van artikel 5 Regeling verkrijging en verlies Nederlanderschap.

  • 7.

    Alle bevoegdheden op grond van de Wet aanpak woonoverlast en de daarop gebaseerde bepalingen in de APV.

  • 8.

    Het besluit inhoudende een last tot inbewaringstelling (psychiatrisch ziekenhuis) in het kader van de Wet zorg en dwang (Wzd) en de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz).

  • 9.

    Het verlenen van mandaat betreffende bevoegdheden van de burgemeester aan externen die niet werkzaam zijn onder directe verantwoordelijkheid van het college of de burgemeester.

  • 10.

    Het verlenen van een evenementenvergunning anders dan A-evenementen.

  • 11.

    Het instellen van een noodverordening/noodbevel.

  • 12.

    Alle bevoegdheden op grond van de Wet veiligheidsregio’s.

  • 13.

    Het verlenen van een machtiging tot het vertegenwoordigen van de gemeente in een bestuursrechtelijke-, strafrechtelijke- of privaatrechtelijke procedure.

  • 14.

    Het sluiten van een horeca-inrichting en/of de intrekking van een vergunning.

  • 15.

    Het opleggen van een verblijfsontheffing op grond van de APV.

  • 16.

    Het nemen van een aanwijzingsbesluit op grond van de APV.

  • 17.

    Alle bevoegdheden op grond van de APV ten aanzien van seksinrichtingen.

  • 18.

    Het aanwijzen van verkeersregelaars.

  • 19.

    Het aanwijzen van de ambtenaren van de burgerlijke stand.

  • 20.

    Het afleggen van verantwoording aan, het informeren en raadplegen van de gemeenteraad.

  • 21.

    Het nemen van besluit op een bezwaarschrift gericht tegen een besluit van de burgemeester.

  • 22.

    De burgemeester geeft vooraf toestemming aan de behandelend medewerker over het toepassen van alternatieve geschillenbeslechting, zoals mediation.

  • 23.

    De burgemeester geeft vooraf toestemming aan de behandelend medewerker over het aangaan van een vaststellingsovereenkomst naar aanleiding van een alternatieve geschillenbeslechting.

  • 24.

    Het doen van aangifte van een strafbaar feit door een werknemer van de gemeente Winterswijk.

BIJLAGE 3 BEVOEGDHEDEN VOORBEHOUDEN AAN ALGEMEEN DIRECTEUR/GEMEENTESECRETARIS

  • 1.

    Het aangaan, wijzigen, ontbinden en overige mutaties van arbeidsovereenkomsten van managers, inclusief het ondertekenen van de overeenkomsten.

  • 2.

    Het nemen van besluiten op grond van de Cao-gemeenten voor zover die zijn toebedeeld aan de algemeen directeur/gemeentesecretaris.

  • 3.

    Het opleggen van een disciplinaire maatregel aan een medewerker waaronder het ontzeggen van de toegang tot het gemeentekantoor.

  • 4.

    Het nemen van besluiten op grond van de Wet op de ondernemingsraden.

  • 5.

    Het nemen van besluiten indien bij betrokkenheid van meerdere teams er geen overeenstemming is over het te nemen besluit.

  • 6.

    Het vaststellen, wijzigen of intrekken van regelingen en arbeidsvoorwaarden in het personeelshandboek.

  • 7.

    Het nemen van besluiten inzake personeelsaangelegenheden, bijvoorbeeld door toepassing van de hardheidsclausule, waarbij wordt afgeweken van het beleid, richtlijnen en/of voorschriften.

BIJLAGE 4 MANDAAT VOORBEHOUDEN AAN MANAGERS

  • 1.

    Het aangaan en opzeggen van verwerkersovereenkomsten.

  • 2.

    Het nemen van besluiten waar geldbedragen mee zijn gemoeid vanaf € 100.000,- tot € 1.000.000,- die passen binnen de vastgestelde budgetten.

  • 3.

    Alle bevoegdheden op grond van de Cao-Gemeenten en de daarop gebaseerde regelingen, voor zover niet toegewezen aan de algemeen directeur/gemeentesecretaris.

  • 4.

    Het vaststellen van de voorlopige functiebeschrijvingen.

  • 5.

    Het aangaan, wijzigen, ontbinden en overige mutaties van arbeidsovereenkomsten, inclusief het ondertekenen van de overeenkomsten, van alle hiërarchisch ondergeschikte medewerkers en teammanagers.

BIJLAGE 5 MANDAAT VOORBEHOUDEN AAN TEAMMANAGERS

  • 1.

    Vervallen.

  • 2.

    Het aanwijzen van toezichthouders en afgifte van legitimatiebewijzen toezichthouders.

  • 3.

    Het aangaan van overeenkomsten met betrekking tot het inhuren van tijdelijk personeel. Voorafgaande goedkeuring van het managementteam is vereist als er voor de inhuur aanvullend budget nodig is.

  • 4.

    Het verkopen van snippergroen volgens door het college vastgestelde beleid.

  • 5.

    Het nemen van besluiten tot aankoop en verkoop, verhuur en huur, pachten en verpachten, ingebruikgeving en ingebruikneming van onroerende zaken, en het aangaan van overeenkomsten die daarmee verband houden inclusief het vestigen van zakelijke rechten voorzover deze vallen binnen het vastgesteld beleid maar waarbij sprake is van een afwijking van meer dan 10% of meer dan € 25.000,-.

BIJLAGE 6 MANDAAT AAN DERDEN

  • 1.

    Bevoegdheden op grond van de Wegsleepregeling aan de inspecteur van de politie.

  • 2.

    Bevoegdheden op grond van de Wet kinderopvang aan de inspecteur GGD.

  • 3.

    Bevoegdheden op grond van de Jeugdwet aan de geregistreerde instellingen.

  • 4.

    Bevoegdheden op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning voor het beschermd wonen aan de centrumgemeente Doetinchem.

  • 5.

    Bevoegdheden tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen op grond van het Burgerlijk Wetboek aan de Officier van Dienst en de algemeen Commandant Bevolkingszorg in geval van incidenten, rampen en crises.

  • 6.

    Het aangaan en ondertekenen van privaatrechtelijke overeenkomsten die verband houden met de taken en werkzaamheden van de griffier en die binnen zijn budget vallen, aan de griffier.

  • 7.

    Inhuren van externe deskundigen door de Referendumcommissie, voor zover de kosten niet hoger zijn dan € 15.000,-.

TOELICHTING MANDAATBESLUIT GEMEENTE WINTERSWIJK 2020

INLEIDING

De organisatiestructuur van de ambtelijke organisatie van de gemeente Winterswijk is aangepast. Hierdoor is behoefte aan een nieuw mandaatbesluit dat aansluit op de nieuwe organisatiestructuur. Tevens is een nieuwe methodiek gebruikt van mandateren.

WAT IS MANDAAT

In artikel 10:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt mandaat omschreven als de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen. Die bevoegdheid wordt uitgeoefend onder verantwoordelijkheid van het oorspronkelijke bevoegde orgaan, de mandaatgever. De mandaathouder kan namens de mandaatgever besluiten nemen die worden toegerekend aan het bestuursorgaan zelf. Bij mandaat wordt dus de bevoegdheid om een besluit te nemen ook aan een ander, de mandaathouder, gegeven.

De verantwoordelijkheid voor het besluit blijft bij de mandaatgever.

Het bestuursorgaan verliest de bevoegdheid om zelf het besluit te nemen dus niet en kan dus ook te allen tijde alsnog zelf besluiten. Het bestuursorgaan blijft zelf verantwoordelijk en niet de mandaathouder die het besluit feitelijk heeft genomen.

Uitgangspunt van het mandaatbesluit is dat alle bevoegdheden beslissingsmandaten zijn.

OMGEKEERDE METHODIEK (alles mandateren, tenzij)

De methodiek die in het Mandaatbesluit gemeente Winterswijk 2020 wordt toegepast wijkt af van de methodiek die tot nu toe in de gemeente Winterswijk werd gehanteerd. Tot nu toe was het gebruikelijk om in het mandaatbesluit alle gemandateerde bevoegdheden expliciet te benoemen, vaak onder verwijzing naar het wetsartikel waarin die bevoegdheid is neergelegd.

De tot nu toe gehanteerde methode had vanzelfsprekend voor- en nadelen. Voordeel van de tot nu gehanteerde methode was dat er vrij nauwkeurig kon worden nagegaan aan welke behandelend medewerker welke bevoegdheid was gemandateerd. Was een bepaalde bevoegdheid niet opgenomen in het mandaatbesluit, dan was uitsluitend het college of de burgemeester bevoegd om de besluiten te nemen. Nadeel van de tot nu toe gehanteerde methode was dat deze snel “verouderde” en daardoor erg onderhoudsgevoelig was. Wetten wijzigen voortdurend en er komen steeds nieuwe wetten bij of wetten worden ingetrokken. Dit alles maakte dat het mandaatbesluit vrijwel voortdurend aan wijzigingen onderhevig was.

Het Mandaatbesluit gemeente Winterswijk 2020 gaat uit van de zogenaamde ‘omgekeerde’ systematiek. Er wordt niet gewerkt met een lijst met bevoegdheden van alle functionarissen. Het Mandaatbesluit gemeente Winterswijk 2020 gaat uit van het mandateren van in principe alle bevoegdheden door het college en burgemeester aan de medewerkers met uitzondering van die bevoegdheden:

  • a.

    waarbij mandaat wettelijk uitgesloten is;

  • b.

    waarvan de aard van de bevoegdheid zich verzet tegen mandaatverlening;

  • c.

    die zijn voorbehouden aan het college of de burgemeester (bijlage 1 en 2), de secretaris/directeur (bijlage 3) of de managers- of teammanagers (bijlage 4 en 5).

De samenstelling van de uitzonderingenlijsten is gebaseerd op de praktijk van de afgelopen jaren en de onderwerpen die in het college aan de orde zijn gesteld.

VOORDELEN NIEUWE MANDAATBESLUIT

De opzet van het nieuwe mandaatbesluit heeft enkele belangrijke voordelen:

  • 1.

    Er hoeft geen uitputtende lijst van gemandateerde bevoegdheden te worden opgesteld.

  • 2.

    De lijst hoeft tussentijds niet vaak te worden aangepast omdat er niet hoeft te worden gereageerd op gewijzigde of nieuwe wetgeving.

  • 3.

    Er ontstaat duidelijkheid voor de organisatie: het gebruik van een bevoegdheid is gemandateerd, tenzij de bevoegdheid is uitgezonderd.

  • 4.

    De kans op bevoegdheidsgebreken is minder groot. Het vaststellen van een uitputtend overzicht van alle verleende mandaten is namelijk een illusie.

LEGITIMATIE NIEUWE OPZET

De gemeente Winterswijk kent een besturingsfilosofie waarbij op basis van integraliteit wordt gewerkt. Volgens dit organisatiebeginsel worden de bevoegdheden zo laag mogelijk in de organisatie gelegd om de organisatie zo slagvaardig mogelijk te maken. Taken moeten immers niet alleen rechtmatig maar ook zo doelmatig uitgevoerd kunnen worden.

Dat betekent tevens dat het bestuur haar medewerkers het vertrouwen schenkt dat zij op gepaste en verstandige wijze gebruik maken van en omgaan met hun bevoegdheden. Er wordt dan ook een behoorlijk inschattingsvermogen en politieke sensitiviteit verlangd van de betrokken functionaris. Waar dat in een incidenteel geval verkeerd wordt ingeschat, heeft dat naar derden geen gevolgen. Immers, de functionaris die oorspronkelijk de gemandateerde betreffende bevoegdheid had, was formeel ook bevoegd het besluit te nemen.

Intern kan de functionaris echter aangesproken worden op een onterecht gebruik van zijn bevoegdheden. Belangrijk is ook om te beseffen dat van een mandaat gebruik kan worden gemaakt: het is geen verplichting. Dit dient van geval tot geval beoordeeld te worden door de functionaris die het mandaat heeft.

De omgekeerde methodiek is minder onderhoudsgevoelig en komt beter tegemoet aan de uitgangspunten van integraliteit. Alle bestuursbevoegdheden worden in principe gemandateerd tot op medewerkersniveau, tenzij de bevoegdheid expliciet wordt voorbehouden aan een ander niveau. Bovendien wordt in het mandaatbesluit zo min mogelijk verwezen naar wetsartikelen. Het directe gevolg van deze methode is dat alle bevoegdheden die niet zijn uitgezonderd van het mandaat zijn gemandateerd tot op medewerkersniveau en dus zo laag mogelijk in de organisatie komen te liggen.

HANDELEN MET GEZOND VERSTAND

De gemandateerde zal voordat hij een besluit neemt na moeten gaan of het een standaardgeval betreft en welke consequenties dat besluit mogelijk zal hebben. Is er sprake van beleidsaspecten of omstandigheden of gevolgen die niet binnen de vastgestelde beleidskaders, politieke kaders of financiële kaders passen, dan dient de gemandateerde het besluit voor te leggen aan zijn (team)manager. Het mandaatbesluit doet in die zin een beroep op het gezonde verstand en het ‘fingerspitzengefühl’ van de gemandateerde om situaties goed te kunnen inschatten.

Uitgangspunt is dat waar twijfel bestaat over de wijze waarop het bestuursorgaan als verantwoordelijke de zaak zou afhandelen, de gemandateerde de zaak in eerste instantie aan zijn manager voorlegt en met hem overleg pleegt.

Het verlenen van mandaat doet overigens niets af aan de verantwoordelijkheid van het bestuur. Bij mandaat blijft het bestuur het bevoegde bestuursorgaan. Gemandateerden dienen zich bij de afwegingen die gepaard gaan met besluitvorming er zich dan ook altijd van bewust te zijn dat het bestuur verantwoordelijk blijft voor de besluiten die zijn genomen. Het motto bij twijfel is dus: altijd overleggen met de (team)manager en verantwoordelijk portefeuillehouder om het bestuur niet in een vervelende situatie te brengen.

MANDAAT EN ONDERTEKENING

In het mandaatbesluit is degene die bevoegd is in mandaat een besluit te nemen tevens bevoegd dit besluit te ondertekenen. Uit de ondertekening van het besluit moet wel blijken dat het een in mandaat genomen besluit betreft.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

ARTIKEL 1

Spreekt voor zich.

ARTIKEL 2

Dit artikel vormt een weerslag van artikel 10:12 Awb. Door dit artikel wordt duidelijk dat het mandaatbesluit niet slechts betrekking heeft op het publiekrechtelijk handelen van de gemeente, maar op al het handelen. Dus ook privaatrechtelijk en feitelijk handelen.

Een voorbeeld van volmacht is de bevoegdheid tot het aangaan van overeenkomsten. Een voorbeeld van een machtiging is de bevoegdheid om de gemeente te vertegenwoordigen bij een rechtszaak. Formeel is dit volgens de Gemeentewet de burgemeester.

ARTIKEL 3

Het ligt voor de hand dat bij mandatering van een bevoegdheid ook de daarbij behorende handelingen, bijvoorbeeld ondertekening van de stukken, door de mandaathouder worden verricht. In plaats van per gemandateerde bevoegdheid ook de bijbehorende handelingen te mandateren, is deze algemene bepaling in de mandaatbesluit opgenomen.

ARTIKEL 4

In het eerste artikellid worden de bevoegdheden die bij het college en de burgemeester berusten, gemandateerd aan de medewerkers van de gemeente Winterswijk en aan ingehuurde medewerkers die werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur.

In het tweede lid is opgenomen dat de voorwaarden en uitzonderingen die in artikel 5 en 6 zijn opgenomen, in acht dienen te worden genomen bij de uitoefening van het mandaat.

ARTIKEL 5

Lid 1

Een aan een medewerker verleend mandaat is altijd verbonden met het specifieke werkveld van die medewerker en een eventueel aan hem verleend budget. Het is dus niet zo dat een mandaat een vrijbrief inhoudt om op elk werkterrein bevoegdheden uit te kunnen oefenen.

Lid 2 tot en met 7

In deze leden staan de uitzonderingen genoemd op het algemene mandaat.

Lid 8

Aangegeven is wat moet worden gedaan als meningen ‘botsen’. De mening van de onafhankelijk concerncontroller staat niet ter discussie.

Lid 9

Aangegeven is wat moet worden gedaan bij een conflicterend of persoonlijk belang.

Lid 10

Betreft de autonome functie van concerncontroller.

Lid 11

Spreekt voor zich.

ARTIKEL 6

Mandaat moet altijd passen in het budget dat sowieso beschikbaar is, en dat de mandaathouder zelf beschikbaar heeft. De Financiële verordening en de hierop gebaseerde regelingen gaan altijd voor op het mandaatbesluit.

ARTIKEL 7

De mandaathouder moet steeds ‘zijn antenne’ aan hebben en in de gaten houden of hij met een besluit te maken heeft waarvoor het nodig is dat de mandaatgever vooraf wordt geïnformeerd. In de leden a tot en met e van lid 1 zijn de gevallen genoemd waarvoor dit (zeker) geldt. In dit soort gevallen moet altijd afstemming plaatsvinden met de (team)manager van degene die het mandaat heeft. Indien zich een situatie voordoet zoals genoemd in lid 1 kan de mandaatgever zelf het desbetreffende besluit nemen (lid 2).

ARTIKEL 8

In dit artikel zijn de mandaten aan derden geregeld. Het betreft derden die niet werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur. Hieronder vallen ook inhuurkrachten. Het nemen van een besluit in naam van het gemeentebestuur is niet slechts voorbehouden aan medewerkers die in dienst zijn van de gemeente Winterswijk. Ook aan derden die niet in dienst zijn van de gemeente Winterswijk kan een mandaat worden verleend. Omdat er geen gezagsverhouding bestaat met die derde, is mandaatverlening aan een derde met nog meer waarborgen omkleed, zoals toestemming die nodig is van de mandaatgever. Ook is toestemming van de eigen werkgever nodig voor degene die een mandaat van het gemeentebestuur krijgt.

In bijlage 6 is een lijst van mandaten opgesomd. Dit betreft een ‘dynamische’ lijst.

ARTIKEL 9

Spreekt voor zich.

ARTIKEL 10

Het uitgangspunt van plaatsvervanging is in dit artikel beschreven. Bij afwezigheid van een medewerker wordt het mandaatbesluit genomen door een leidinggevende. Bij afwezigheid van een leidinggevende wordt deze vervangen door een andere leidinggevende.

ARTIKEL 11

Spreekt voor zich. Duidelijk moet zijn wie een besluit heeft ondertekend en dat het, eventueel, een besluit in mandaat is.

ARTIKEL 12

Spreekt voor zich. Het is een vangnetbepaling. Aanpassingen van het mandaatbesluit moeten worden bekendgemaakt.

ARTIKEL 13

Spreekt voor zich.

NB: De mandaten aan externe partijen worden niet ingetrokken en blijven dus ook na in werking treden van dit mandaatbesluit gelden. Dit sluit aan bij art. 10:4 Awb. Mandaat aan ondergeschikten is steeds een eenzijdige (publiekrechtelijke) rechtshandeling. Externe partijen zijn echter geen ondergeschikten. Mandaat aan niet-ondergeschikten is, met uitzondering van de situatie waarin bij wettelijk voorschrift in mandaat is voorzien, dan ook alleen mogelijk indien de ander het mandaat ook aanvaardt. Er is dus wilsovereenstemming vereist en dat betekent een afspraak of in de terminologie van het BW, een overeenkomst. De omgekeerde methodiek is niet geschikt voor het vastleggen van mandaten aan niet-ondergeschikten.