Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening op de heffing en invordering van brandweerrechten 2011

Geldend van 01-01-2011 t/m 31-12-2011

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van brandweerrechten 2011

2010, nr. XII-4 sub b

De raad van de gemeente Winterswijk;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 13 december 2010, nr. XII-4 sub b;

besluit:

vast te stellen de:

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN BRANDWEERRECHTEN 2011

(Verordening Brandweerrechten 2011)

Artikel 1 Belastbaar feit

  • 1. Onder de naam "brandweerrechten" worden geheven:

    • a.

      rechten voor het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde bezittingen van de gemeentelijke brandweer of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeentelijke brandweer in beheer of in onderhoud zijn;

    • b.

      rechten voor het genot van door of vanwege de gemeentelijke brandweer verstrekte diensten.

  • 2. Geen rechten als bedoeld in het eerste lid worden geheven ter zake van:

    • a.

      het voorkomen, beperken en bestrijden van brand;

    • b.

      het beperken van brandgevaar;

    • c.

      het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand;

    • d.

      al hetgeen met de onderdelen a, b en c verband houdt;

    • e.

      het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;

    • f.

      het beschikbaar stellen van brandweerpersoneel voor het ziekenvervoer.

Artikel 2 Belastingplicht

Belastingplichtig is:

  • a.

    degene die gebruikmaakt van de bezittingen, werken of inrichtingen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a;

  • b.

    degene die een dienst aanvraagt, dan wel degene te wiens behoeve een dienst is verleend, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b.

Artikel 3 Maatstaf van heffing en tarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 4 Belastingjaar

Voor zover in de bij deze verordening behorende tarieventabel tarieven zijn opgenomen die per jaar worden geheven, is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De rechten waarop artikel 4 van toepassing is, zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, zijn de rechten, in zoverre in afwijking van artikel 3, tweede lid, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten, als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

  • 2. Indien zich ten aanzien van eenzelfde belastingplichtige meerdere belastbare feiten voordoen, kunnen de rechten ter zake daarvan worden geheven bij wege van één gedagtekende schriftelijke kennisgeving.

Artikel 7 Termijn van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald op het moment van uitreiking van de in artikel 6 bedoelde kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van brandweerrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De Verordening Brandweerrechten 2005 wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. In afwijking in zoverre van in het voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de brandweerrechten in die periode plaatsvindt.

  • 4. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 5. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening Brandweerrechten 2011’.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Winterswijk in

zijn openbare vergadering gehouden op 23 december 2010,

de griffier, de voorzitter,

TARIEVENTABEL BRANDWEERRECHTEN 2011

behorende bij de Verordening Brandweerrechten 2011, vastgesteld bij raadsbesluit 2010, nr XII-4 sub b d.d. 23 december 2010.

Algemeen

Alle in deze tabel opgenomen bedragen zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

Hoofdstuk 1 Wacht- en waakdiensten

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het

verrichten van wacht- en waakdiensten, per personeelslid, per uur € 22,35

Hoofdstuk 2 Beschikbaar stellen van brandblusmiddelen

2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het

beschikbaar stellen, per etmaal van:

2.1 een brandslang, per meter slanglengte € 2,20

2.2 overige armaturen, zoals straalpijp, verdeelstuk, etc. per armatuur € 5,55

Hoofdstuk 3 Verrichtingen ten behoeve van de adembescherming

3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

3.1 het vullen van een ademluchttoestel € 4,45

3.2 het gebruik van een ademluchttoestel compleet met masker € 17,50

Hoofdstuk 4 Verrichten van diensten

4.1 Voor zover daarvoor niet elders in deze tabel een tarief is opgenomen, bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het ter beschikking stellen inclusief chauffeur, per uur, exclusief verbruiksgoederen en brandstof van:

4.1.1 een tankautospuit € 93,05

4.1.2 een tankwagen € 93,05

4.1.3 een hulpverleningsvoertuig € 93,05

4.1.4 een autoladder € 186,15

4.1.5 een motorspuitaanhanger € 93,05

4.1.6 een hoogwerker € 186,15

4.2 Indien gebruik wordt gemaakt van personeel van de brandweer, worden vorenstaande tarieven, per personeelslid, per uur verhoogd met € 22,35

4.2.1 Bij gebruik van materieel en/of personeel worden gedeelten van een uur tot minder dan een half uur naar beneden, en meer dan een half uur naar boven afgerond.

4.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het reinigen van wegen voor:

4.3.1 vlekken van 1 tot 10 m² € 173,85

4.3.2 plassen, bij

4.3.2.1 een spoor tot 100 meter lengte € 297,00

4.3.2.2 een spoor van 100 meter lengte of meer

a.een basisbedrag voor de eerste 100 meter van € 297,00

Te vermeerderen voor iedere volgende 100 meter, bij

b. een spoor met een breedte tot 10 cm, met € 118,85

c. een spoor met een breedte van 10 cm en meer, met € 151,21

5.3.3 Slechts wanneer sprake is van plassen worden de werkelijke kosten van absorptiemateriaal, neutralisator en afvoer doorberekend.

Hoofdstuk 5 Overige diensten

5.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

tot het ter beschikking stellen van een leslokaal per uur,

inclusief apparatuur € 20,60