Regeling vervallen per 01-01-2013

Deelverordening subsidiëring instrumentaal muziek- en dansonderwijs gemeente Woensdrecht 2001

Geldend van 01-08-2005 t/m 31-12-2012

Intitulé

Deelverordening subsidiëring instrumentaal muziek- en dansonderwijs gemeente Woensdrecht 2001

De raad van de gemeente Woensdrecht,Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 18 juni 2001, nr. 2001.06.13;conform het gestelde in uitgangspunt 6 van het Welzijnsplan voor de gemeente Woensdrecht, waarin door uw raad is bepaald, dat het subsidiebeleid wordt gevormd door vaststelling van een Algemene Subsidieverordening en verder wordt uitgewerkt in deelverordeningen, wordt voorgesteld ingaande het schooljaar 2001/2002 een deelverordening vast te stellen voor het subsidiëren van instrumentaal/vocaal muziek- en dansonderwijs aan een erkende muziekschool.Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, het Welzijnsplan voor de gemeente Woensdrecht en de Algemene Subsidieverordening voor de gemeente Woensdrecht 2001 beiden vastgesteld bij besluit van d.d. 27 april 2000 onder nummer 200.04.12-1;b e s l u i t:vast te stellen de navolgende deelverordening:“SUBSIDIËRING INSTRUMENTAAL/VOCAAL MUZIEK- EN DANSONDERWIJS VOOR DE GEMEENTE WOENSDRECHT 2001"

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze deelverordening wordt verstaan onder:

  • a.

    welzijnsplan : het Welzijnsplan voor de gemeente Woensdrecht;

  • b.

    algemene subsidieverordening: de Algemene Subsidieverordening voor de gemeente Woensdrecht 2001;

  • c.

    erkende muziek- school: een erkende (conform inspectie kunstzinnige vorming en amateurkunst) muziekschool;

  • d.

    een cursist: een cursist woonachtig in de gemeente Woensdrecht die aan een erkende muziekschool instrumentaal/vocaal muziek- en dansonderwijs volgt en die op 1 augustus van het schooljaar waarop de aanvraag betrekking heeft nog geen 18 jaar is;

  • e.

    instrumentaal/vocaal muziek-onderwijs : onderricht in het bespelen van muziekinstrumenten en zang;

  • f.

    dansonderwijs : onderricht in dansvormen;

  • g.

    schooljaar : periode lopende van 1 augustus tot en met 31 juli;

Artikel 2 Wijze van indiening

  • 1 In afwijking van het gestelde in de algemene subsidieverordening dient een erkende muziekschool vóór 15 oktober van het lopende schooljaar een subsidieaanvraag in, vergezeld van een lijst van cursisten waarvoor subsidie wordt verlangd, in bij burgemeester en wethouders.

  • 2 De lijst van cursisten dient de navolgende gegevens te bevatten:

    • a.

      naam, adres, en plaats van vestiging van de erkende muziekschool;

    • b.

      naam, adres en woonplaats , geboortedatum en leeftijd van de cursist

    • c.

      de datum van inschrijving alsmede het onderdeel waarvoor de cursist is ingeschreven; De lijst dient door of namens het bestuur van de erkende muziekschool te zijn ondertekend.

  • 3 In afwijking van het gestelde in de algemene subsidieverordening kan een erkende muziekschool gedurende het lopende schooljaar voor een tussentijds ingeschreven cursist een subsidie­aanvraag indienen. De aanvraag dient te voldoen aan het gestelde in lid 2 van dit artikel. De subsidie wordt toegekend vanaf datum inschrijving waarbij het resterende lesgeld evenredig gesubsidieerd zal worden.

  • 4 Een niet volledig ingevulde en ondertekende lijst van cursisten wordt niet in behandeling genomen. De erkende muziekschool wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld waarbij een redelijke termijn wordt gegeven om de aanvraag ten behoeve van het college aan te vullen.

  • 5 Burgemeester en wethouders beschikken op de aanvraag om subsidie uiterlijk binnen 8 weken na ontvangst van het verzoek. Onder opgaaf van redenen kan de beschikking met 8 weken verdaagd worden. Burgemeester en wethouders stellen de erkende muziekschool onmiddellijk schriftelijk in kennis van het besluit tot verdaging.

Artikel 3 Subsidieweigering

Burgemeester en wethouders kunnen een aanvraag om subsidie afwijzen indien een aanvraag niet voldoet aan het bepaalde in de algemene subsidieverordening en deze deelverordening.

Artikel 4 Subsidiebedragen

  • 1 Een subsidie-aanvraag die voldoet aan het gestelde in artikel 2 komt in aanmerking voor een subsidie waarbij onderstaande bedragen per cursist/schooljaar worden toegepast.

    • a.

      instrumentaal muziekonderwijs (incl. zang) 50% van de cursuskosten met een maximum van € 450,--.

    • b.

      dansonderwijs ƒ 250,-- ; Euro 114,--

  • 2 Een cursist kan éénmaal per schooljaar in aanmerking komen voor één van de onderdelen van de onderwijssoorten genoemd in artikel 1 sub e en f;

  • 3 Het besluit wordt binnen de gestelde termijn in artikel 2 lid 5 toegezonden aan de erkende muziekschool en in afschrift aan de cursist(en) en /of diens ouders en verzorgers. De subsidie wordt rechtstreeks betaalbaargesteld aan de erkende muziekschool.

Artikel 5 Overgangsbepaling

In afwijking van het gestelde in artikel 4 lid 1 kan een erkende muziekschool voor een cursist die in het schooljaar 2000-2001 instrumentaal muziekonderwijs volgt/volgde en in dat jaar in aanmerking zou komen voor een subsidie op basis van 80% van de van het te betalen cursusgeld voor instrumentaal muziekonderwijs - gedurende een periode van 2 jaar, te weten schooljaar 2001-2002 en 2002-2003 voor de eerder bedoelde 80%-regeling voor die betreffende cursist in aanmerking komen.

Artikel 6 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘ Deelverordening subsidiëring instrumentaal muziek- en dansonderwijs gemeente Woensdrecht 2001’.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking 8 dagen na bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld ter vergadering van 14 juli 2005. De raad voornoemd,de secretaris, de voorzitter,

1

Artikel 1 sub c (erkende muziekschool)Momenteel ligt bij de gemeente Woensdrecht voornamelijk een relatie met het Centrum voor Kunsten te Bergen op Zoom. Een subsidie aanvraag is echter niet beperkt tot het Centrum voor Kunsten te Bergen op Zoom alleen maar heeft betrekking op alle daarmee gelijk te stellen instituten (aan te duiden als erkende muziekscholen) in de regio. Een muziekschool kan het woord ‘erkend’ gebruiken indien dit is toegekend door de inspectie kunstzinnige vorming en amateurkunst.Artikel 1 sub d (peildatum) In de deelverordening ‘subsidiëring instrumentaal/vocaal muziek en dansonderwijs voor de gemeente Woensdrecht 2001’ wordt een andere peildatum voor de cursisten (jeugd) gehanteerd dan in de algemene subsidieverordening. De peildatum gehanteerd in de deelverordening is gerelateerd aan een schooljaar waarbinnen de activiteiten en de bekostiging normaliter plaatsvinden.Voorbeeld: voor het schooljaar 2001-2002 - lopende van 1 augustus 2001 tot en met 31 juli 2002 - betekent dit dat de cursist op 1 augustus 2001 nog geen 18 jaar mag zijn om voor subsidie in aanmerking te komen. Dit sluit aan bij het gegeven in het Welzijnsplan dat een jeugdlid - zoals vermeld in de algemene subsidieverordening - nog geen 18 jaar mag zijn wil deze meegenomen worden in de berekening voor subsidie.Artikel 1 sub g (schooljaar) Het geven van instrumentaal muziek- en dansonderwijs aan de muziekscholen is zoals het woord onderwijs al doet vermoeden, gerelateerd aan schooljaren. Het is daarom noodzakelijk om het begrip ‘schooljaar’ te hanteren bij deze wijze van subsidiëring.Artikel 2 lid 1 en lid 3 Gezien de hantering van een schooljaar voor het subsidiëren van instrumentaal/vocaal muziek- en dansonderwijs wordt voor het indienen van de subsidie-aanvraag een andere datum gehanteerd dan die datum die opgenomen is in de algemene subsidieverordening.Artikel 2 lid 2 Ingevolge de algemene subsidieverordening artikel 5 sub c betreft het hier een niet-financiële-norm subsidie, te weten een incidenteel of structureel bedrag te bepalen aan de hand van niet financiële variabelen zoals het aantal leden, het aantal deelnemers, het aantal jeugdleden, het aantal uitvoeringen of oppervlakte-gegevens. Ingevolge artikel 7 lid 2 van de algemene subsidieverordening wordt deze subsidie aangevraagd met een begroting + toelichting en een lijst van niet-financiële variabelen waarvoor subsidie wordt verstrekt (bijv. aantal jeugdleden, deelnemers, uitvoeringen). In relatie tot deze deelverordening en het doel waarvoor deze dient hoeft de erkende muziekschool in afwijking van de algemene subsidieverordening geen begroting + toelichting in te dienen aangezien deze gegevens niet relevant zijn voor het bepalen van de subsidie. De lijst zoals vermeld in artikel 2 lid 2 is echter wel noodzakelijk voor het bepalen van de subsidie.Artikel 4 lid 1 sub aSinds de inwerkingtreding van de deelverordening is het aanbod van lesvormen (alsmede lesduur) veranderd. Dit heeft erin geresulteerd dat in sommige gevallen de subsidie hoger is dan de daadwerkelijk door de leerling te betalen kosten. De subsidie wordt alleen verstrekt als bijdrage in de kosten. Er is gekozen voor het aanpassen van de deelverordening op een dusdanige manier dat iedere minderjarige leerling die instrumentale/vocale lessen volgt 50% van de leskosten vergoed krijgt met een maximum van € 450,-- (indexering conform gestelde in ASV).Artikel 4 lid 2 Een cursist kan éénmaal per schooljaar in aanmerking komen voor één van de onderwijssoorten genoemd in artikel 1 sub e en f. Dit houdt in dat indien één cursist onderricht volgt in bijvoorbeeld: Werelddans, Moderne dans en Klassieke dans, er maar één van deze 3 dansen gesubsidieerd kan worden. Wel bestaat de mogelijkheid dat een cursist gelijktijdig instrumentaal/vocaal muziek- en dansonderwijs volgt en voor beide onderwijssoorten één onderdeel gesubsidieerd wordt. Een cursist kan dus per jaar niet meer subsidie ontvangen als 1 x instrumentaal/vocaal muziekonderwijs en 1 x dansonderwijs. Voor alle overige onderdelen die een cursist wenst te volgen wordt geen subsidie verstrekt.Artikel 5 Het opnemen van deze overgangsbepaling is gerelateerd aan het gegeven dat cursisten die reeds op basis van het oude beleid gesubsidieerd werden op grond van 80% van het cursusgeld niet onevenredig benadeeld worden. De overgangsperiode van twee jaar biedt cursisten de mogelijkheid de lessen te kunnen blijven volgen en tegelijkertijd een eventuele oplossing te vinden voor de komende jaren. Let wel, de genoemde periode van 2 schooljaren dient aaneengesloten te zijn. Het opnemen van een soortelijke regeling voor balletonderwijs is niet noodzakelijk aangezien de ‘nieuwe’ subsidie hoger is dan de ‘oude’.