Regeling vervallen per 01-01-2014

Wijzigingsverordening dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden Woensdrecht 2006

Geldend van 01-01-2003 t/m 31-12-2013

Intitulé

Wijzigingsverordening dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden Woensdrecht 2006

De raad van de gemeente Woensdrecht,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 juni 2006 gehoord de raadscommissie Bestuur;

overwegende, dat het noodzakelijk is om in het kader van de Wet en het Besluit dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden enkele verordeningen aan te passen dan wel in te trekken;

gelet op art. 147 e.v. van de Gemeentewet, de Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden, de artikelen 30, eerste lid en 32, tweede lid van de Archiefwet en artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging 1995; 

besluit:Vast te stellen het navolgende besluit tot wijziging, intrekking of vaststelling van enkele verordeningen: 

Hoofdstuk 1

Artikel 1

De Monumentenverordening 1997 wordt als volgt gewijzigd:In artikel 1, onder g wordt de raad' vervangen door het college'.

Artikel 2

De Verordening, regelende de samenstelling en taak van de monumentencommissie' vastgesteld 26 juni 1997 wordt ingetrokken.

Artikel 3

De Verordening staangeld 1999', vastgesteld 17 december 1998 wordt ingetrokken.

Artikel 4

De Huisvestingsverordening voor standplaatsen van woonwagens gemeente Woensdrecht 2000' vastgesteld 26 oktober 2000 wordt ingetrokken.

Artikel 5

De Verordening betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad inzake de zorg van burgemeester en wethouders voor de archiefbescheiden van de gemeentelijke organen en het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden, voor zover deze niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats, wordt als volgt vastgesteld:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze verordening en de daarop berustende voorschriften wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Archiefwet 1995;

  • b.

    gemeentelijke organen: de overheidsorganen, bedoeld in artikel 1, onder b, van de wet, voor zover behorende tot de gemeente;

  • c.

    de archiefbewaarplaats: de overeenkomstig artikel 31 van de wet aangewezen archiefbewaarplaats;

  • d.

    de archivaris: de overeenkomstig artikel 32 van de wet aangewezen gemeentearchivaris van de gemeente Bergen op Zoom;

  • e.

    beheerder: degene die ingevolge Artikel 3 is belast met het beheer van de archiefbescheiden van de gemeentelijke organen die niet zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats;

  • f.

    beheerseenheid: een door burgemeester en wethouders als zodanig aan te wijzen organisatie-onderdeel;

  • g.

    informatiesysteem: systeem van documentatie, procedures, apparatuur en programmatuur, met behulp waarvan archiefbescheiden kunnen worden vervaardigd, bewerkt, verzonden, ontvangen en geraadpleegd.

Hoofdstuk 2 De zorg van burgemeester en wethouders voor de archiefbescheiden

Artikel 2

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor het inrichten en instandhouden van voldoende en doelmatige archiefruimten.

Artikel 3

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor het aanwijzen van de beheerder/beheerders.

Artikel 4

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de aanstelling van voldoende deskundig personeel voor de werkzaamheden verbonden aan het beheer van alle gemeentelijke archiefbescheiden en documentaire verzamelingen, ongeacht hun vorm.

Artikel 5

  • 1 Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor, dat de vervaardiging en de bewaring van de archiefbescheiden geschieden op zodanige wijze, dat het behoud van deze bescheiden voldoende is gewaarborgd.

  • 2 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de vervaardiging van bescheiden bestemd voor een overheidsorgaan of andere belanghebbende, van welke bescheiden redelijkerwijze kan warden aangenomen dat zij voor dezen als archiefbescheiden voor blijvende bewaring in aanmerking komen.

Artikel 6

Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor, dat jaarlijks op de gemeentebegroting voldoende middelen worden geraamd ter bestrijding van de kosten die aan de zorg voor de archiefbescheiden zijn verbonden.

Artikel 7

Burgemeester en wethouders stellen voor het beheer van de archiefbescheiden van de gemeentelijke organen die niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats voorschriften vast (gehoord de raadscommissie Bestuur).

Artikel 8

Burgemeester en wethouders doen tenminste éénmaal per jaar aan de raad verslag omtrent hetgeen zij hebben verricht ter uitvoering van artikel 30 van de wet. Zij leggen daarbij over de verslagen die door de archivaris aan hen zijn uitgebracht in verband met het beheer van de archiefbewaarplaats en het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden die niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats.

Hoofdstuk 3 Toezicht van de archivaris op het beheer van de archiefbescheiden welke niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats

Artikel 9

De archivaris ziet erop toe, dat het beheer van de archiefbescheiden die niet zijn overgebracht, geschiedt overeenkomstig de bepalingen van de wet en de ter uitvoering daarvan gegeven voorschriften.

Artikel 10

De archivaris is bevoegd, ter uitoefening van het hem bij artikel 32, tweede lid, van de wet opgedragen toezicht, zich onder handhaving van zijn verantwoordelijkheid te doen vervangen door aan hem ondergeschikte ambtenaren die in het bezit zijn van een diploma archivistiek als bedoeld in artikel 22 van de wet.

Artikel 11

  • 1 De beheerder of beheerders verstrekt/verstrekken aan de archivaris of aan degene die namens hem met het toezicht is belast, alle bescheiden en inlichtingen die voor een goede vervulling van zijn taak noodzakelijk zijn en verlenen de nodige medewerking om inzicht te verschaffen in de ordening en toegankelijkheid van de archiefbescheiden alsmede in de opzet en werking van hulpmiddelen en systemen waarin archiefbescheiden zijn opgenomen.

  • 2 De archivaris en degenen die hem in de uitoefening van het toezicht vervangen of bijstaan, hebben met inachtneming van de voorschriften ten aanzien van de beveiliging van geheimen, toegang tot de archiefbescheiden en de ruimten waarin deze zich bevinden.

Artikel 12

De archivaris doet van zijn bevindingen bij de uitoefening van het toezicht mededeling aan de beheerders, alsmede, indien hij hiertoe aanleiding vindt, aan burgemeester en wethouders. Hij geeft daarbij aan welke voorzieningen naar zijn mening in het belang van een goed beheer moeten worden getroffen.

Artikel 13

De beheerder doet aan de archivaris tenminste tijdig mededeling van het voornemen om aan burgemeester en wethouders een voorstel te doen tot:

  • a.

    opheffing, samenvoeging of splitsing van een beheerseenheid of overdracht van één of meer taken aan een andere beheerseenheid, overheidsorgaan of rechtspersoon;

  • b.

    bouw, verbouwing, inrichting, of verandering van inrichting en ingebruikneming van ruimten als archiefruimte;

  • c.

    verandering van de plaats van bewaring van niet naar de archiefbewaarplaats overgebrachte archiefbescheiden;

  • d.

    ontwerp, vervanging, aanschaf of invoering van een informatiesysteem;

  • e.

    voorbereiding, invoering en wijziging van ordeningssystemen.

Artikel 14

De archivaris doet eenmaal per jaar verslag aan burgemeester en wethouders betreffende de uitoefening van het toezicht.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 15

Burgemeester en wethouders maken 5 jaar na vaststelling van deze verordening een verslag op van de wijze van toepassing, het bereiken van de beoogde doelstellingen, de inhoud, het proces en de effecten en neveneffecten, alsmede andere relevante aspecten aangaande dit besluit, hetgeen samen met de hieruit voortvloeiende aanbevelingen wordt voorgelegd aan de raad.

Artikel 16

De Archiefverordening voor de gemeente Woensdrecht, vastgesteld bij besluit d.d. 17 december 1998 en gewijzigd bij besluit d.d. 29-03-2001, wordt ingetrokken.

Artikel 17

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de dag waarop zij is bekend gemaakt.

Artikel 18

Deze verordening wordt aangehaald als Archiefverordening gemeente Woensdrecht 2006.

Artikel IV

De VERORDENING op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Woensdrecht 2006 wordt als volgt vastgesteld:

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaatsen: de algemene begraafplaats aan de Scheidreef te Hoogerheide, de begraafplaats Eikelhof aan het Eikelhof te Ossendrecht, de begraafplaats Ter Duinen aan de Onze Lieve Vrouw ter Duinenlaan te Ossendrecht en de algemene begraafplaats te Putte gelegen aan de Antwerpsestraat en de Acacialaan te Putte;

  • b.

    eigen graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:- het doen begraven en begraven houden van lijken;- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;- het doen verstrooien van as;

  • c.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan eenieder gelegenheid wordt geboden:- tot het doen begraven van lijken;het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;- het doen verstrooien van as;

  • d.

    eigen urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • e.

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan eenieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • f.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • g.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • h.

    verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

  • i.

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf of een verstrooiingsplaats;

  • j.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt;

  • k.

    rechthebbende: de rechthebbende op een eigen graf; gemeente Woensdrecht 2006".

Artikel 32 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen personen, alsmede de personen welke door het college zijn aangewezen als ambtenaar burgerlijke stand als bedoeld in artikel 1 onder n en de door het college aangewezen beheerder als bedoeld in artikel 1 onder 1 van deze verordening.

Artikel VII

De Organisatieverordening Woensdrecht 1997, vastgesteld d.d. 29 januari 1998 wordt ingetrokken met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2003.

Artikel VIII

Deze verordening treedt in werking op de 8' dag na de dag waarop zij is bekend gemaakt.

Artikel X

Deze verordening kan worden aangehaald als Wijzigingsverordening dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden Woensdrecht 2006' .

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 29 juni 2006. 
De raad,
de griffier,   de voorzitter