Regeling vervallen per 01-01-2013

Verordening op de heffing en de invordering van forensenbelasting 2012

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2012

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van forensenbelasting 2012

De raad van de gemeente W oensdrecht;gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 8 november 2011gelet op de artikel 223 van de Gemeentewet;besluitvast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van forensenbelasting 2012.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning: een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1 Onder de naam 'forensenbelasting' wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijfte hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich ofhun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.

  • 2 Of iemand in de gemeente hoofdverblijfheeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 3 Vrijstellingen

  • 1 Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een vertegenwoordigend openbaar lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.

  • 2 De belasting wordt niet geheven ter zake van een gemeubileerde woning met betrekking tot welke toeristenbelasting wordt geheven krachtens de Verordening toeristenbelasting in de gemeente Woensdrecht.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

  • 1 De belasting wordt geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen zoals die voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld.

  • 2 Ingeval geen heffingsmaatstafvoor de onroerende-zaakbelastingen is vastgesteld, wordt de belasting berekend naar de waarde.

  • 3 De vaststelling van de waarde geschiedt overeenkomstig de regels voor de in de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet bedoelde belastingen.

Artikel 5 Belastingtarief

  • 1 De belasting bedraagt 1,25 promille per jaar van de heffingsmaatstafvoor de onroerendezaakbelastingen of de waarde zoals bedoeld in artikel 4, lid 2 en 3, van deze verordening.

  • 2 De belasting bedraagt per jaar per woning minimaal € 100 en maximaal € 400.

  • 3 Belastingaanslagen tot € 10 worden niet geheven. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1 In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2 Het bedrag inzake een bestuurlijke boete is invorderbaar in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 3 In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid geldt, in geval het totaalbedrag van alle op één aanslagbiljet verenigde aanslagen meer bedraagt dan € 10.000, dat dit bedrag en een bestuurlijke boete op het aanslagbiljet moeten worden betaald op de laatste dag van de maand volgend op die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 4 Betaling via automatische incasso is voor alle aanslagen mogelijk. In afwijking van het bepaalde in het eerste, tweede en derde lid geldt, ingeval machtiging is verleend tot automatische incasso en het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen € 100 of meer doch niet meer dan € 10.000 bedraagt, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de 28e dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 5 De in het vierde lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn verleend indien twee van de tien termijnen niet zijn betaald doordat automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen 56 dagen na afschrijving zijn gestorneerd. Alsdan geldt de betaaltermijn als bedoeld in het eerste lid.

  • 6 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Nadere regels door het Dagelijks Bestuur

Het Dagelijks Bestuur van de Belastingsamenwerking West-Brabant kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de forensenbelasting.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de forensenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Overgangsrecht

De 'Verordening forensenbelasting 2011' van 16 december 20 I 0, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 2 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening forensenbelasting Woensdrecht 2012'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 december 2011.
De griffier,         de voorzitter,