Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening op de heffing en invordering van forensenbelasting

Geldend van 19-12-2013 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van forensenbelasting

De raad van de gemeente Woensdrecht;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 19 november 2013;

gelet op artikel 223 van de Gemeentewet;

mede gelet op het advies van de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking West-Brabant;

BESLUIT:

vast te stellen de:

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN FORENSENBELASTING

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning: een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1 Onder de naam 'forensenbelasting' wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.

  • 2 Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 3 Vrijstellingen

  • 1 Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een vertegenwoordigend openbaar lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.

  • 2 De belasting wordt niet geheven ter zake van een gemeubileerde woning waarin gelegenheid tot verblijf wordt geboden terzake waarvan toeristenbelasting is verschuldigd.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

  • 1 De belasting wordt geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen zoals die voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld.

  • 2 Ingeval geen heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen is vastgesteld, wordt de belasting berekend naar de waarde.

  • 3 De vaststelling van de waarde geschiedt overeenkomstig de regels voor de in de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet bedoelde belastingen.

Artikel 5 Belastingtarief

  • 1 De belasting bedraagt 2,0 promille per jaar van de heffingsmaatstaf voor de onroerendezaakbelastingen of de waarde zoals bedoeld in artikel 4, lid 2 en 3, van deze verordening.

  • 2 De belasting bedraagt per jaar per woning minimaal € 100,00 en maximaal € 600,00.

  • 3 Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet geheven.

    Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, en de tweede termijn twee maanden na de eerste vervaldatum.

  • 2 Het bedrag inzake een bestuurlijke boete is invorderbaar in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden na de eerste vervaldatum.

  • 3 In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid geldt, in geval het totaalbedrag van alle op één aanslagbiljet verenigde aanslagen meer bedraagt dan € 10.000,00 dat dit bedrag en een bestuurlijke boete op het aanslagbiljet moeten worden betaald op de laatste dag van de maand volgend op die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 4 In afwijking van het bepaalde in het eerste, tweede en derde lid geldt, ingeval machtiging is verleend tot automatische incasso en het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen € 100,00 of meer doch niet meer dan € 10.000,00 bedraagt, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de 28e dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 5 De in het vierde lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn verleend indien twee van de tien termijnen niet zijn betaald doordat automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen 56 dagen na afschrijving zijn gestorneerd. Alsdan geldt de betaaltermijn als bedoeld in het eerste lid.

  • 6 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Nadere regels door het Dagelijks Bestuur

Het Dagelijks Bestuur van de Belastingsamenwerking West-Brabant kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de forensenbelasting.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de forensenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1 De 'Verordening forensenbelasting Woensdrecht 2013', vastgesteld bij raadsbesluit van 8 november 2012, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande, dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2 Deze verordening treedt inwerking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: 'Verordening forensenbelasting Woensdrecht 2014'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 28 november 2013.
De griffier,                   De voorzitter,