Beleidsregel ontheffing artikel 35 Drank- en horecawet

Geldend van 18-09-2014 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel ontheffing artikel 35 Drank- en horecawet

De burgemeester van de gemeente Woensdrecht,

overwegende dat:

* de gemeente Woensdrecht de ambitie heeft om te werken aan het tegengaan van alcoholgebruik door jongeren onder de 18 jaar en het verantwoord alcoholgebruik door jongeren vanaf 18 jaar;

* de mate van de verkrijgbaarheid van alcoholhoudende drank hierin een belangrijk onderdeel is;

* dat vanwege evenementen in de gemeente Woensdrecht, waarbij alcohol buiten een inrichting beschikbaar wordt gesteld, de verkrijgbaarheid van alcohol groot is;

* het daarom noodzakelijk is uniform beleid vast te stellen voor het verlenen van een ontheffing artikel 35 van de Drank- en Horecawet;

* het uit oogpunt van sociale hygiëne en de openbare orde en veiligheid wenselijk is regels te stellen;

gelet op titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 35 van de Drank- en Horecawet;

BESLUIT:

vast te stellen de volgende beleidsregel:

Artikel 1 Verklaring Sociale Hygiëne

De burgemeester bepaalt dat een leidinggevende die op een ontheffing wordt vermeld voldoet aan het gestelde in artikel 8, derde lid van de wet.

De verplichting zoals die gold tot het voldoen aan de eisen van sociale hygiëne, ter verkrijging van een ontheffing op basis van artikel 35, is per 1 januari 2013 in de wet komen te vervallen. De burgemeester kan altijd de voorwaarde stellen dat de persoon die leiding geeft aan de alcoholverstrekking tijdens een evenement, moet voldoen aan deze eisen. In het kader van een verantwoorde wijze van de verstrekking van alcohol, waarbij ook bij bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard sprake dient te zijn, wordt het beschikken over voldoende kennis en inzicht met betrekking tot sociale hygiëne ook na 1 januari 2013 verplicht gesteld.

Artikel 2 Weigeringsgronden

De burgemeester verleent geen ontheffing indien:

* redelijkerwijs moet worden aangenomen, dat de feitelijke toestand niet met het in de aanvraag vermelde in overeenstemming zal zijn;

* redelijkerwijs moet worden aangenomen dat een of meer van de bij of krachtens de artikelen 20 lid 1 of 21 gestelde verboden zal worden overtreden of dat in strijd zal worden gehandeld met aan de ontheffing verbonden beperkingen en voorschriften.

De ontheffing op grond van artikel 35 is een ontheffing voor de uitoefening van het horecabedrijf op grond van artikel 3 van de wet. Bovengenoemde weigeringsgronden lopen parallel aan de weigeringsgronden voor een vergunning op grond van artikel 3 van de wet.

Artikel 3 Maatregelen ter voorkoming van alcoholverstrekking aan jongeren

Bij een aanvraag voor een ontheffing vermeldt de aanvrager welke maatregelen worden genomen om te voorkomen dat alcoholische dranken aan jongeren worden verstrekt.

Artikel 4 Enkel betaling per consumptie

De burgemeester verbindt o.a. als voorschrift aan de te verlenen ontheffing dat zwakalcoholhoudende drank enkel tegen betaling per consumptie mag worden verstrekt zodat er geen onbeperkte verstrekking van zwakalcoholische dranken plaatsvindt tegen eenmalige betaling.

De Drank en Horecawet kent de burgemeester de bevoegdheid toe om in het kader van de volksgezondheid en sociale hygiëne aan te verlenen ontheffingen voorschriften en beperkingen te verbinden. Om onbeperkt drinken voor een (vaste) entreeprijs bij evenementen aan banden te leggen wordt een beperkend voorschrift aan alle te verlenen ontheffingen verbonden. Dit voorschrift strekt ertoe dat zwakalcoholische drank enkel tegen betaling per consumptie verstrekt mag worden. Het beoogd effect is om overmatig alcoholgebruik en daarmee gepaard gaande overlast te voorkomen.

Artikel 5 Beschikbaarheid alcoholvrije drank

De burgemeester verbindt o.a. als voorschrift aan de te verlenen ontheffing dat gedurende de tijd dat van de ontheffing gebruik wordt gemaakt voor het publiek steeds alcoholvrije dranken verkrijgbaar moeten zijn.

Dit voorschrift dient om het bezoekende publiek een alternatief te bieden voor zwakalcoholische consumpties.

Artikel 6 Nabijheid toiletvoorziening

De burgemeester stelt als voorschrift aan de te verlenen ontheffing dat in de tijdelijke inrichting of in de onmiddellijke nabijheid daarvan een deugdelijke toiletvoorziening aanwezig dient te zijn met voor vrouwen en mannen gescheiden toiletten.

Dit voorschrift is in het kader van de openbare orde gewenst om te voorkomen dat er bijvoorbeeld in de buurt van het evenement sprake is van wildplassen.

Artikel 7 Ontheffing voor maximaal 5 jaar

De burgemeester verleent op grond van artikel 35, lid 5 van de wet voor jaarlijks terugkerende identieke bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard één ontheffing. Deze is geldig voor een aantal bijzondere gelegenheden zoals bedoeld in de bovenstaande bepaling, in een tijdvak van maximaal 5 jaar, mits de verstrekking van zwakalcoholhoudende drank elke keer geschiedt onder onmiddellijke leiding van dezelfde persoon en er geen bezwaren bestaan tegen verlening van de ontheffing.

Het vijfde lid van artikel 35 maakt het mogelijk dat er voor meerdere jaren een ontheffing wordt verleend. In het kader van administratieve verlichting van lasten heeft het de voorkeur dit te doen. Met behulp van toezicht en de handhaving zal vervolgens kunnen worden toegezien op de naleving.

Artikel 8 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze gewijzigde beleidsregel treedt in werking op de dag na die waarop zij bekend is gemaakt en wordt aangehaald als “Beleidsregel artikel 35 Drank- en Horecawet”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 9 september 2014.
De burgemeester,
drs. J.J.C. Adriaansen

Toelichting 1 Achtergrondinformatie

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Doel van de Drank- en horecawet is onder meer het alcoholgebruik onder (voornamelijk) jongeren terug te dringen en alcoholgerelateerde verstoringen van de openbare orde te voorkomen. Ook bij de verstrekking van alcoholische drank bij bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard (evenementen) gelden deze uitgangspunten.

De Drank- en horecawet regelt dat een ontheffing van de burgemeester verplicht is voor het verstrekken van alcoholische drank tijdens bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard.

De voorliggende beleidsregel is bedoeld om tot een betere onderbouwing te komen bij de verlening of weigering van een ontheffing op basis van artikel 35 van de Drank- en Horecawet. Hiermee wordt bereikt dat aan evenementen/ festiviteiten voorschriften worden gesteld vanuit oogpunt van onder meer alcoholmatiging en dat het schenken van alcohol plaatsvindt door een persoon die beschikt over de vereiste papieren.

1.2 Doel

Uitleggen en vastleggen hoe de gemeente Woensdrecht omgaat met aanvragen voor een ontheffing op basis van artikel 35 van de Drank- en horecawet.

2 Juridisch kader

2.1 Algemeen

In dit hoofdstuk worden de juridische kaders gegeven voor ontheffingen op basis van artikel 35 van de Drank- en horecawet.

2.2 Drank- en horecawet

Artikel 35, lid 1 van de wet geeft aan dat de burgemeester ten aanzien van het verstrekken van zwakalcoholhoudende drank op aanvraag ontheffing kan verlenen van het in artikel 3 gestelde verbod voor de uitoefening van het horecabedrijf. Ontheffing kan worden verleend voor een in de beschikking aangegeven bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen.

Verstrekking van alcoholhoudende drank mag alleen geschieden onder de onmiddellijke leiding van een persoon die voldoet aan de eisen, gesteld in artikel 8, lid 2 en lid 4 van de wet. Deze eisen zijn:

* De leidinggevende mag niet onder curatele staan of uit de ouderlijke macht of voogdij gezet zijn;

* De leidinggevende mag niet in enig opzicht van slecht levensgedrag zijn;

* De leidinggevende moet de leeftijd van eenentwintig jaren hebben bereikt;

* De leidinggevende moet in het bezit zijn van een Verklaring Sociale Hygiëne (of een daaraan gelijkgesteld bewijsstuk).

De ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de wet heeft uitsluitend betrekking op het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van zwakalcoholhoudende drank, buiten een horeca-inrichting.

De wet definieert zwakalcoholhoudende drank als volgt: alcoholhoudende drank, met uitzondering van sterke drank. Onder “alcoholhoudende drank” verstaat de wet: de drank, die bij een temperatuur van 20 graden Celsius voor meer dan een half volumeprocent uit alcohol bestaat. En het begrip “sterke drank” wordt gedefinieerd als de drank die bij een temperatuur van 20 graden Celsius voor vijftien of meer volumeprocenten uit alcohol bestaat, met uitzondering van wijn.

Voor alle duidelijkheid: de ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de wet heeft betrekking op het verstrekken van zwakalcoholhoudende drank, dus alcoholhoudende drank met uitzondering van sterke drank.

De burgemeester heeft – als het gaat om het verlenen van deze ontheffingen – enige beleidsvrijheid en dat is ook absoluut noodzakelijk, omdat de wet geen definitie geeft van het begrip “bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard.”

In een toelichting op de wet is een bijzondere gelegenheid omschreven als: een kermis, braderie, muziek- en/of sportfeest, jaarmarkt en andere tijdelijke manifestaties. Het gaat om incidentele gevallen. Let wel, dit is een toelichting en geen definitie. Elke gemeente maakt binnen de ontheffingverlening zijn afweging wat onder “bijzondere gelegenheid” dient te worden verstaan. Wat de wet wel heeft bepaald is dat “tijdelijk” nooit langer mag duren dan twaalf dagen. Ook lokale omstandigheden kunnen er dus niet voor zorgen dat er ontheffing wordt verleend voor een periode langer dan 12 achtereenvolgende dagen.

Artikel 35, lid 2 van de wet geeft de burgemeester de mogelijkheid beperkingen en/of voorwaarden te verbinden aan de te verlenen ontheffing. Deze hebben betrekking op sociale hygiëne en openbare orde en veiligheid.

2.3 Algemene wet bestuursrecht

De Algemene wet bestuursrecht regelt de voorwaarden voor beleidsregels. Dit wordt gedaan in afdeling 4, titel 4.3.