Regeling vervallen per 21-11-2013

Drank- en Horecaverordening 2001

Geldend van 18-10-2001 t/m 20-11-2013

Intitulé

Drank- en Horecaverordening 2001

De gemeenteraad van de gemeente Woensdrecht;

overwegende, dat het vanwege de wijziging van de Drank- en Horecawet d.d. 1 november 2000 noodzakelijk is om een nieuwe Drank- en Horecaverordening op te stellen danwel de bestaande Drank- en Horecaverordening te herzien; overwegende, dat de wijziging van het horecabeleidsplan Woensdrecht vastgesteld door de raad van de gemeente Woensdrecht d.d. 25 november 1999 vordert dat de Drank- en Horecaverordening zodanig wordt gewijzigd dat daarin het gemeentelijk beleid voor zover toepasselijk wordt ondergebracht;

Gelet op het gestelde in artikel 149 van de Gemeentewet en het gestelde in de Drank- en Horecawet;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 augustus 2001;

gelezen het advies van de commissie algemene bestuurlijke zaken d.d. 4 september 2001;

 

BESLUIT; vast te stellen de navolgende Drank- en Horecaverordening voor de gemeente Woensdrecht;

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

  • a.

    de wet: Drank- en Horecawet;

  • b.

    horecabedrijf: het horecabedrijfbedrijf als bedoeld in artikel 1, lid 1 van de wet;

  • c.

    slijtersbedrijf: het slijtersbedrijf als bedoeld in artikel I, lid 1 van de wet;

  • d.

    inrichting: de inrichting als bedoeld in artikel 1, lid 1 van de wet;

  • e.

    lokaliteit: de lokaliteit als bedoeld in artikel 1, lid 1 van de wet;

  • f.

    leidinggevende: de leidinggevende als bedoeld in artikel 1, lid 1 van de wet;

  • g.

    bestuursreglement: het bestuursreglement als bedoeld in artikel 9 van de wet;

  • h.

    alcoholhoudende drank: de alcoholhoudende drank als bedoeld in artikel 1, lid 1 van de wet; L sterke drank: de sterke drank als bedoeld in artikel 1, lid 1 van de wet.

Hoofdstuk 2 Beperking verstrekking sterke drank

Artikel 2.1 Gebruik ter plaatse

  • 1 Het is verboden anders dan om niet sterke drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken in een inrichting:

    • a.

      welke uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is voor het geven van onderwijs of van deze onderwijsinrichting deel uitmaakt;

    • b.

      welke of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is,bij jeugdorganisaties of -instellingen.

  • 2 Het is verboden anders dan om niet sterke drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken in een horecalokaliteit waarin of in een onderdeel waarvan uitsluitend of in hoofdzaak geringen eetwaren, zoals belegde broodjes, patates frites, croquetten en andere snacks worden verkocht.

Artikel 2.2 Ontheffing

  • 1 De burgemeester kan van het in artikel 2.1 gestelde verbod ontheffing verlenen.

  • 2 De burgemeester kan aan een krachtens het eerste lid van dit artikel verleende ontheffing beperkingen opleggen c.q. voorschriften verbinden, een ontheffing intrekken of wijzigen.

Hoofdstuk 3 Het verstrekken van alcoholvrije drank

Artikel 3.1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder alcoholvrije drank verstaan alle drank, anders dan alcoholhoudende drank als bedoeld in artikel 1.1, onder H.

Artikel 3.2 Verbod bedrijfsmatig verstrekken alcholvrije drank voor gebruik ter plaatse

  • 1 Het is verboden zonder daartoe strekkende vergunning van de burgemeester in een besloten ruimte bedrijfsmatig alcoholvrije drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken.

  • 2 Het verbod als gesteld in het eerste lid geldt niet:

    • a.

      indien wordt gehandeld krachtens een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de wet;

    • b.

      indien deze verstrekking geschiedt als dienstverlening van bijkomstige aard aan personen die in die besloten ruimte vertoeven anders dan voor het gebruiken van consumpties;

    • c.

      voor legerplaatsen en aan het militair gezag onderworpen lokaliteiten;

    • d.

      voor middelen van vervoer tijdens hun gebruik als zodanig.

Artikel 3.3 Wijze van indiening aanvraag vergunning

Een aanvraag ter verkrijging van een vergunning als bedoeld in artikel 3.2 wordt ingediend door de leidinggevende voor wiens rekening en risico de verstrekking van de alcoholvrije drank zal plaatsvinden c.q. plaatsvindt.

Artikel 3.4 Leidinggevenden

  • 1 Voor het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3.2, eerste lid, moet worden voldaan aan het bij en krachtens de volgende leden bepaalde.

  • 2 De leidinggevenden dienen de leeftijd van 18 jaar te hebben bereikt.

  • 3 De leidinggevenden mogen niet in enig opzicht van slecht levensgedrag zijn.

Artikel 3.5 Inrichtingseisen

  • 1 In dit artikel worden aaneengrenzende ruimten als één lokaliteit beschouwd indien zij verbonden zijn door een permanente wandopening met een hoogte van ten minste 2.20 meter van de vloer af gemeten en een breedte van ten minste 2/3 van de scheidingswand met een minimum van 2.40 meter, hetzij slechts gescheiden door een afscheiding van geringere hoogte dan 1.25 meter van de vloer af gemeten.

  • 2 Een inrichting waarin alcoholvrije drank op grond van een vergunning als bedoeld in artikel 3.2 wordt verstrekt heeft tenminste één lokaliteit, waarin de verstrekking van de alcoholvrije drank plaatsvindt, met een vloeroppervlakte van ten minste 35 m2.

  • 3 Een lokaliteit waarin alcoholvrije drank op grond van een vergunning als bedoeld in artikel 3.2 wordt verstrekt heeft een hoogte van ten minste 2.40 meter van de vloer af gemeten.

  • 4 Een lokaliteit als bedoeld in lid 3 is voorzien van een rechtstreeks met de buitenlucht in verbinding staande goed werkende mechanische ventilatie-inrichting met een luchtverversingscapaciteit van 3,8 maal 10 tot de macht -3 kubieke meter per seconde per vierkante meter vloeroppervlakte.

  • 5 In een inrichting waarin alcoholvrije drank op grond van een vergunning als bedoeld in artikel 3.2 wordt verstrekt is;

    • a.

      opdat op veilige wijze kan worden beschikt over energie, een voorziening voor elektriciteit aanwezig;

    • b.

      opdat kan worden beschikt over voor de menselijke consumptie en hygiëne geschikt water, een voorziening voor drinkwater aanwezig;

    • c.

      mede ten behoeve van de bezoekers, een voorziening voor het voeren van telefoongesprekken aanwezig.

  • 6 In de onmiddellijke nabijheid van een lokaliteit waarin alcoholvrije drank op grond van een vergunning als bedoeld in artikel 3.2 wordt verstrekt zijn, ten behoeve van bezoekers, ten minste 2 volledig van elkaar gescheiden toiletgelegenheden aanwezig, welke:

    • a.

      elk ten minste bevat één of meer behoorlijke en afsluitbare toiletruimten en één of meer behoorlijke voorzieningen om de handen met stromend deugdelijk drinkwater te kunnen wassen.

    • b.

      toiletpotten en urinoirs bevatten welke zijn voorzien van een waterspoeling.

    • c.

      toiletruimten bevatten die niet rechtstreeks toegankelijk zijn vanuit de lokaliteit als bedoeld in de aanhef.

Artikel 3.6 Beslissingstermijn

  • 1 De burgemeester beslist op een aanvraag om vergunning binnen 13 weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.

  • 2 De burgemeester kan de termijn als bedoeld in lid 1 met ten hoogste 8 weken verlengen.

Artikel 3.7 Voorschriften en beperkingen

De burgemeester kan, gelet op de gronden als bedoeld in artikel 3.10, eerste lid, onder e, d, e en f, voorschriften en beperkingen aan een vergunning verbinden.

Artikel 3.8 Weigeringsgronden

De vergunning wordt geweigerd, indien:

  • a.

    niet wordt voldaan aan de in artikel 3.4 en/of 3.5 gestelde eisen;

  • b.

    redelijkerwijs moet worden aangenomen, dat de feitelijke toestand niet met het in de aanvraag vermelde in overeenstemming zal zijn.

Artikel 3.9 Vergunning

In een vergunning wordt vermeld:

  • a.

    de plaats waar de inrichting zich bevindt;

  • b.

    de ligging en de oppervlakten van de lokaliteiten;

  • c.

    de naam, voornamen en geboortedatum van de leidinggevenden;

  • d.

    de voorschriften en/of beperkingen die in het kader van artikel 3.7 aan de vergunning zijn verbonden.

Artikel 3.10 Intrekking vergunning

  • 1 De krachtens artikel 3.2 verleende vergunning wordt ingetrokken, indien:

    • a.

      ter verkrijging daarvan onjuiste danwel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      niet langer wordt voldaan aan de ingevolge de artikelen 3.4 en/of 3.5 gestelde eisen;

    • c.

      een daarin niet vetinelde persoon leidinggevende is geworden;

    • d.

      er gedurende de openingstijden geen leidinggevende als vermeld op die vergunning ter uitoefening van de functie leidinggevende in de inrichting aanwezig is;

    • e.

      zich in het betrokken vergunningsbedrijf feiten hebben voorgedaan die de vrees wettigen dat het van kracht blijven van de vergunning gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid;

    • f.

      in de lokaliteit alcoholhoudende drank aanwezig is.

  • 2 De krachtens artikel 3.2 verleende vergunning kan worden ingetrokken indien:

    • a.

      de aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

    • b.

      de houder dit verzoekt.

Artikel 3.11 Vervallen vergunning

De krachtens artikel 3.2 verleende vergunning vervalt, indien:

  • a.

    sedert haar onherroepelijk worden, 6 maanden zijn verlopen, zonder dat handelingen zijn verricht met gebruikmaking van de vergunning;

  • b.

    gedurende één jaar anders dan wegens overmacht geen handelingen zijn verricht met gebruikmaking van de vergunning;

  • c.

    de verlening van een vergunning, strekkend tot vervanging van eerst bedoelde vergunning, van kracht is geworden.

Hoofdstuk 4 Voorkomen Paracommercialisme

Artikel 4.1 Sluitingstijden paracommerciële inrichtingen

  • 1 Het is verboden in een inrichting, opgenomen in een rechtsgeldige vergunning, ex artikel 3 van de wet, van een rechtspersoon als bedoeld in artikel 4, eerste lid van de wet, alcoholhoudende drank te verstrekken, anders dan vanaf één uur voor, tijdens tot twee uur na wedstrijden, trainingen, activiteiten of bijeenkomsten waartoe de rechtspersoon, blijkens het statutair doel, nadrukkelijk is ingesteld;

  • 2 Onverminderd het bepaalde in het eerste lid is het sluitingsuur als opgenomen in artikel 2.3.1.4 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2000 van toepassing op alle inrichtingen als bedoeld in het eerste lid;

  • 3 Onder wedstrijden, trainingen, activiteiten of bijeenkomsten waartoe de rechtspersoon nadrukkelijk is ingesteld als bedoeld in het eerste lid, worden nadrukkelijk niet begrepen nevenactiviteiten als om- of verkleden, het opruimen van de accommodatie of gebruikte attriibuten, behandelingen of verzorging van personen, en andere handelingen welke niet strekken tot beoefening of uitoefening van activiteiten waartoe de rechtspersoon conform de statuten in het leven is geroepen.

Artikel 4.2 Beperking gebruik horeca-inrichtingen en lokaliteiten

  • 1 In het kader van het gestelde in artikel 4, eerste lid van de wet verbinden burgemeester en wethouders aan een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de wet, naast de beperking als opgenomen in artikel 4.1, lid 1, de navolgende voorschriften:

    • a.

      het is verboden om in de horeca-lokaliteiten bijeenkomsten of feesten van persoonlijke aard, zoals huwelijksfeesten, familiefeesten en partijen te houden of daartoe gelegenheid te geven;

    • b.

      het is verboden om activiteiten als genoemd onder a openlijk aan te prijzen;

    • c.

      het is verboden om de horeca-lokaliteiten of de inventaris daarvan te verhuren of aan derden tegen een vergoeding ter beschikking te stellen.

  • 2 Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen voorschriften aan een vergunning verbinden welke afwijken van het gestelde in het eerste lid;

Hoofdstuk 5 Straf-, slot- en overgangsbepalingen

Artikel 5.1 Strafbepaling

Overtreding van het gestelde in artikel 3.2 en de krachtens artikel 3.7 gestelde voorschriften en beperkingen wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste 2 maanden of een geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van het gerechtelijk vonnis.

Artikel 5.2 Overgangsbepalingen

  • 1 Ten aanzien van degene die rechtmatig conform het bepaalde in artikel 3.2 van de verordening een bedrijf uitoefent op de dag van in werking treding van deze verordening, blijven de eisen als opgenomen in artikel 3.6, lid 1 alsmede de ontheffingen verleend op basis van artikel 3.6, lid 2 van de Drank- en Horecaverordening voor de gemeente Woensdrecht, vastgesteld 30 oktober 1997, van kracht tot het tijdstip waarop bouwkundige aanpassingen aan de inrichting worden aangebracht of de vergunning verleend voor de datum van vaststelling van deze verordening wordt ingetrokken of komt te vervallen, danwel indien gedurende langer dan één jaar geen gebruik is gemaakt van de vergunning.

  • 2 Voorschriften of beperkingen, in het kader van artikel 4 of 5 van de wet verbonden aan vergunningen als bedoeld in artikel 3 van de wet, blijven van kracht en worden niet aangepast aan het gestelde in hoofdstuk 4 van deze verordening.

Artikel 5.3 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als 'Drank- en Horecaverordening 2001'

Artikel 5.4 Evaluatiebepaling

Burgemeester en wethouders maken van het gestelde in deze verordening binnen 3 jaar na vaststelling en vervolgens steeds na 3 jaren een evaluatieverslag op. Het evaluatieverslag zal in elk geval aandacht besteden aan de wijze van toepassing van deze verordening, de wijze waarop met de verordening wordt omgegaan, de bereikte resultaten en de acceptatie van de verordening door burgers en bestuurders.

Artikel 5.5 In werking treding

  • 1 Deze verordening treedt in werking op de 8e dag na de dag waarop deze verordening in het Gemeenteblad bekend is gemaakt.

  • 2 Op de dag van in werking treding van deze verordening wordt de Drank- en Horecaverordening voor de gemeente Woensdrecht, vastgesteld d.d. 30 oktober 1997 ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van Woensdrecht d.d. 27 september 2001 nr. 01.0906.
 
de secretaris, de voorzitter, A. de Wit. W.M. Klitsie.