Regeling vervallen per 01-01-2013

Deelverordening jubileumsubidies gemeente Woensdrecht 2001

Geldend van 01-01-2001 t/m 31-12-2012

Intitulé

Deelverordening jubileumsubidies gemeente Woensdrecht 2001

De raad van de gemeente Woensdrecht,Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 16 oktober 2000, nr. 2000.10.20.Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, het Welzijnsplan voor de gemeente Woensdrecht en de Algemene Subsidieverordening voor de gemeente Woensdrecht 2001;b e s l u i t:vast te stellen de volgende deelverordening:“JUBILEUMSUBSIDIES GEMEENTE WOENSDRECHT 2001”

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze deelverordening wordt verstaan onder: 

a) Burgemeester en wethouders : het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woensdrecht;

b) Welzijnsplan: het ‘Welzijnsplan voor de gemeente Woensdrecht’;

c) Algemene subsidieverordening: de Algemene Subsidieverordening voor de gemeente Woensdrecht 2001;

d) Deelverordening: een deelverordening als bedoeld in artikel 1 sub q van de algemene subsidieverordening, te weten in dit specifiek geval de deelverordening ‘Jubileumsubsidies voor de gemeente Woensdrecht 2001’.e) Jubileumsubsidie: de aanspraak op een financiële gemeentelijke bijdrage voor een jubileum van 25 jaren of een veelvoud daarvan; 

f) Instelling: een instelling als bedoeld in artikel 1 sub d van de algemene subsidieverordening waarbij in deze deelverordening voor het bepalen van de jubileumsubsidie onderscheid wordt gemaakt tussen:

* lokale instelling : instelling waarvan de activiteiten uitsluitend of hoofdzakelijk gericht zijn op eigen inwoners;* niet-lokale instelling : instelling waarvan de activiteiten niet beperkt blijven tot de eigen gemeente;* carnavalsvereniging : instelling met een eigen jubileumperiode van 11 jaar gebaseerd op de ‘historische cultuur’ van deze vereniging.

Artikel 2 De subsidie-aanvraag en het besluit

  • 1 In afwijking van het gestelde in de algemene subsidieverordening wordt de aanvraag om een jubileumsubsidie ten minste twee maanden voor de aanvang van de activiteit(en) waarvoor de subsidie is bedoeld ingediend bij burgemeester en wethouders.

  • 2 Een niet tijdig ingediende aanvraag wordt zonder opgaaf van geldige redenen niet in behandeling genomen. Een aanvraag wordt tevens niet in behandeling genomen indien de aanvraag ondanks herhaalde aanzegging door burgemeester en wethouders niet zijn voorzien van de bescheiden als bedoeld in artikel 2, lid 3 en 4 van deze deelverordening.

  • 3 De aanvraag zal zodanig ingericht zijn dat burgemeester en wethouders voldoende inzicht krijgen in de door de instelling gewenste jubileumactiviteit(en). Daartoe wordt door de instelling de navolgende informatie dan wel worden de navolgende bescheiden verstrekt:a) statuten, oprichtingsakte etc. waaruit blijkt dat de instelling 25 jaar of een veelvoud daarvan bestaat;b) begroting plus omschrijving van de jubileumactiviteit(en) waarvoor subsidie wordt gevraagd.

  • 4 Burgemeester en wethouders kunnen bepalen, dat ten behoeve van de besluitvorming:- het indienen van aanvullende gegevens noodzakelijk wordt geacht;- volstaan kan worden met andere bewijsstukken dan die genoemd in artikel 2 lid 3 sub a, die noodzakelijk zijn voor het aantonen van het jubileumjaar.De instelling zal de aanvullende gegevens dan wel bewijsstukken binnen 1 maand na datum dat deze schriftelijk door burgemeester en wethouders zijn aangevraagd indienen.

  • 5 Burgemeester en wethouders nemen een besluit op de aanvraag om jubileumsubsidie uiterlijk binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag. Onder opgaaf van redenen kan het besluit door burgemeester en wethouders met 8 weken verdaagd worden. Burgemeester en wethouders stellen de instelling onmiddellijk schriftelijk in kennis van het besluit tot verdaging.

Artikel 3 Subsidieweigering

Burgemeester en wethouders kunnen een aanvraag om jubileumsubsidie afwijzen:1. Op grond van de weigeringsgronden opgenomen in artikel 12 van de algemene subsidieverordening;2. Indien een instelling niet voldoet aan het bepaalde in deze deelverordening.

Artikel 4 Subsidiebedragen

  • 1 De navolgende vaste subsidiebedragen voor jubilea van instellingen zijn vastgesteld voor lokale instellingen:

    a)

    bij een jubileum van 25 jaar

     fl. 600,--

     € 273,-- 

    b)

    bij een jubileum van 50 jaar

     fl. 800,--

     € 364,--

    c)

    bij een jubileum van 75 jaar

     fl. 1.000,--

     € 454,--

    d)

    bij een jubileum van 100 jaar en daaropvolgend elke 25 jaar

     fl. 1.200,--

     € 545,--

     

  • 2 Niet-lokale instellingen kunnen per jubileum in aanmerking komen voor 50% van de in lid 1 vastgestelde subsidiebedragen.

  • 3 In afwijking van lid 1 zijn voor de carnavalsverenigingen de navolgende jubileumjaren en vaste subsidiebedragen vastgesteld:

    a)

     bij een jubileum van 11 jaar

     fl. 300,--

     € 137,--

    b)

     bij een jubileum van 22 jaar

     fl. 300,--

     € 137,--

    c)

     bij een jubileum van 33 jaar

     fl. 400,--

     € 182,--

    d)

     bij een jubileum van 44 jaar

     fl. 400,--

     € 182,--

    e)

     bij een jubileum van 55 jaar en daaropvolgend elke 11 jaar

     fl. 440,--

     € 200,--

     

Artikel 5 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Deelverordening jubileumsubidies gemeente Woensdrecht 2001’.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2001.

Ondertekening

Aldus vastgesteld ter vergadering van 26 oktober 2000. De raad voornoemd,de secretaris,           de voorzitter,

1

Artikel 1 sub e In het Welzijnsplan, blz. 38 staat een omschrijving van de waarderingssubsidie, te weten:“De overheidsbemoeiing bij het verlenen van een waarderingssubsidie (waaronder jubileumsubsidie) is nihil. Het simpel feit dat de activiteit bijdraagt aan het welzijn van de gemeente Woensdrecht kan reeds aanleiding geven om tot subsidieverlening over te gaan. Aan een dergelijk waarderingsgebaar worden nauwelijks voorwaarden verbonden. Normaliter hoeft, behoudens het al of niet uitvoeren van de activiteit waarvoor de subsidie beschikbaar gesteld is, geen verantwoording worden afgelegd’.Artikel2 lid 1 De gestelde termijn van ‘twee maanden voor de datum van de desbetreffende activiteit, te weten de datum van oprichting bij een jubileum van 25 jaren of een veelvoud daarvan’ in afwijking van de algemene subsidieverordening is gerelateerd aan de afhandelingstermijn gesteld in artikel 2 lid 5. Burgemeester en wethouders nemen een besluit op de aanvraag om jubileumsubsidie uiterlijk binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag. Tevens kan hieruit geconcludeerd worden dat de activiteiten vooraf bekend zijn en niet achteraf gesubsidieerd kunnen worden. De instelling heeft zo ook de mogelijkheid om gedurende een langere termijn het verzoek om jubileumsubsidie te kunnen indienen (voorkomen beknotting en bevorderen flexibiliteit). De verzoeken om een reguliere jaarsubsidie moeten immers op 1 april voorafgaande aan het subsidiejaar ingediend zijn.Artikel 2 lid 3 Het hanteren van een vastgesteld aanvraagformulier wordt voor een jubileumsubsidie niet noodzakelijk geacht. Deze vorm van subsidieverstrekking behoeft weinig nadere regelgeving. De aanvraag kan ingediend worden met een brief en bewijsstukken zoals aangegeven in deze deelverordening. Indien burgemeester en wethouders van mening zijn dat ten behoeve van de besluitvorming overige stukken noodzakelijk zijn, wordt hierom verzocht.Artikel 2 lid 4 Indien een instelling niet beschikt over statuten en oprichtingsakte kan onder ‘andere bewijsstukken’ bijvoorbeeld worden verstaan:· krantenknipsels vanuit het verleden waarin de datum van oprichting vermeld wordt;· huishoudelijk reglement waarin de datum van oprichting vermeld wordt;· bewijsstukken van reeds eerder verleend jubileumsubsidie door de van toepassing zijnde voormalige gemeente (te overleggen door instelling). 

Artikel 2 lid 5 De termijn gesteld in dit artikel is conform de Algemene Wet Bestuursrecht 1998 (bijgevoegd bij het welzijnsplan), het is daarom eigenlijk niet noodzakelijk om dit op te nemen. Voor de leesbaarheid van deze deelverordening is er echter toch voor gekozen deze bepaling op te nemen.Artikel 4 lid 1 De navolgende bedragen worden met de vaste rekenkoers van guldens naar euro omgezet. Dit resulteert bij ongewijzigde rekenkoers van 1 Euro = ƒ 2,20371 in een naar boven afgerond eurobedrag van:bij een jubileum van 25 jaar ƒ 600,--; Euro 273,--bij een jubileum van 50 jaar ƒ 800,--; Euro 364,--bij een jubileum van 75 jaar ƒ 1.000,--; Euro 454,--bij een jubileum van 100 jaar en daaropvolgend elke 25 jaar ƒ 1.200,--. Euro 545,--Artikel 4 lid 2 Onder niet-lokale instellingen worden in dit kader bedoeld de regionale instellingen die ook voor andere gemeenten werkzaam zijn en dus ook bij deze gemeenten jubileumsubsidie kunnen aanvragen. De navolgende bedragen worden met de vaste rekenkoers van guldens naar euro omgezet. Dit resulteert bij ongewijzigde rekenkoers van 1 Euro =ƒ 2,20371 in een naar boven afgerond eurobedrag van:

bij een jubileum van 25 jaar

(50%)

 fl. 300,--

 € 137,-- 

bij een jubileum van 50 jaar

(50%)

 fl. 400,--

 € 182,--

bij een jubileum van 75 jaar

(50%)

 fl. 500,--

 € 227,--

bij een jubileum van 100 jaar en daaropvolgend elke 25 jaar

(50%)

 fl. 600,--

 € 273,--

Artikel 4 lid 3 De afwijkende jubilea-regeling, te weten een vast bedrag per (jubileum) periode van 11 jaar, is gekozen omdat deze gebaseerd is op de ‘cultuur’ van deze verenigingen. De navolgende bedragen worden met de vaste rekenkoers van guldens naar euro omgezet. Dit resulteert bij ongewijzigde rekenkoers van 1 Euro = ƒ 2,20371 in een naar boven afgerond eurobedrag van:bij een jubileum van 11 jaar ƒ 300,--; Euro 137,--bij een jubileum van 22 jaar ƒ 300,--; Euro 137,--bij een jubileum van 33 jaar ƒ 400,--; Euro 182,--bij een jubileum van 44 jaar ƒ 400,--; Euro 182,--bij een jubileum van 55 jaar en daaropvolgend elke 11 jaar ƒ 440,--. Euro 200,--