Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening toeristenbelasting 2011

Geldend van 01-01-2011 t/m 31-12-2011

Intitulé

Verordening toeristenbelasting 2011

De raad van de gemeente Woensdrecht, in vergadering bijeen op: 16 december 2010;gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 november 2010;gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2011 (Verordening toeristenbelasting 2011). 

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam ‘toeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1 Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.

  • 2 De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

  • 3 Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

Artikel 3 Vrijstellingen

  • 1 De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:  van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

  • 2 van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;

  • 3 van degenen die educatieve bijeenkomsten bijwoont van een vertegenwoordigend openbaar lichaam waarvan hij/zij of het lidmaatschap bekleedt, dan wel de bijeenkomsten bijwoont ingevolge last of bevel van de overheid;

  • 4 van een gehandicapte of persoon met een beperking dan wel als verzorger of ondersteuner van de gehandicapte of de persoon met een beperking verblijf houdt in accommodaties van verenigingen of stichtingen, zonder winstoogmerk, die blijkens hun statuten als doel hebben een vakantiefunctie te realiseren voor personen met een handicap of beperking.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

Artikel 5 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1 Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

    • a.

      kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto, caravan dan wel enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

    • b.

      kampeerterrein: terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en volgens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen hoofdzakelijk ten behoeve van recreatief nachtverblijf].

    • c.

      vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordt gesteld voor de plaatsing van eenzelfde kampeermiddel gedurende een seizoen of een jaar.

    • d.

      vaste jaarplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan, met de bedoeling meerdere jaren ter plaatse te blijven;

    • e.

      vaste seizoenplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een periode van tenminste drie maanden en ten hoogste acht maanden plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan;

    • f.

      woning: een huis, een naar aard en inrichting vergelijkbare ander onderkomen of een deel van een huis of een vergelijkbaar onderkomen.

    • g.

      particulier: een natuurlijk persoon die buiten de uitoefening van een bedrijf of beroep gelegenheid biedt tot verblijf.

    • h.

      particulier verhuurde woning: een woning die door een particulier ter beschikking wordt gesteld voor het houden van verblijf met overnachting tegen een vergoeding in welke vorm dan ook.

  • 2 Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot:

    • a.

      een woning die niet volgtijdig aan wisselende gebruikers wordt verhuurd, bepaald op het aantal slaapplaatsen;

    • b.

      een kampeermiddel op een vaste standplaats bepaald op:2,0 personen indien het aantal slaapplaatsen drie of minder bedraagt;2,4 personen indien het aantal slaapplaatsen meer dan drie bedraagt.

  • 3 Het aantal malen dat wordt overnacht wordt met betrekking tot:

    • a.

      de woning bedoeld onder lid 2 sub a, bepaald op 82;

    • b.

      het kampeermiddel bedoeld onder lid 2, sub b, indien sprake is van overnachtingen op een vaste jaarplaats bepaald op 82;

    • c.

      het kampeermiddel bedoeld onder lid 1, sub b, indien sprake is van overnachtingen op een vaste seizoenplaats bepaald op 72.

  • 4 Het aantal kampeermiddelen als bedoeld in het tweede lid onder b wordt vastgesteld op het aantal dat is vermeld in de aangifte dan wel indien dit afwijkt het aantal dat blijkt uit de verhuuradministratie.

Artikel 6 Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing

In afwijking van het bepaalde in artikel 5 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 5 berekende aantal.

Artikel 7 Belastingtarief

Per overnachting bedraagt het tarief €. 0,90.

Artikel 8 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 9 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 10 Aanslaggrens

Een belastingaanslag wordt niet opgelegd als het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, tijdens het belastingjaar minder dan tien zal of heeft belopen.

Artikel 11 Termijnen van betaling

  • 1 De voorlopige aanslagen moeten worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, de tweede één maand na de eerste vervaldag en zo vervolgens.

  • 2 De overige aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 3 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 13 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

Artikel 14 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

  • 1 De 'Verordening toeristenbelasting 2010’, van 17 december 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 4 Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening toeristenbelasting 2011'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 16 december 2010.
De raad voornoemd,De griffier,                   De voorzitter,