Regeling vervallen per 13-06-2015

Verordening Commissie voor Monumenten en Cultuurlandschap

Geldend van 14-07-2006 t/m 12-06-2015

Intitulé

Verordening Commissie voor Monumenten en Cultuurlandschap

De raad van de gemeente Woerden,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 mei 2006;

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht, de Monumentenwet 1988 en de Monumentenverordening Woerden 2001;

gezien het advies van de raadscommissie Zorg;

besluit;

vast te stellen de volgende verordening, regelende de taak, samenstelling en werkwijze van de commissie voor monumenten en cultuurlandschap.

"Verordening Commissie voor Monumenten en Cultuurlandschap"

Artikel 1 Taak

De commissie heeft tot taak het college van burgemeester en wethouders - gevraagd en ongevraagd - te adviseren in gevallen waarin de Monumentenverordening en de Monumentenwet 1988 dit voorschrijven en over alle aangelegenheden die al dan niet rechtstreeks van belang zijn voor de behartiging van de monumenten en zijn omgeving.

Artikel 2 Uitgangspunten

Bij het uitbrengen van haar adviezen laat de monumentencommissie zich uitsluitend leiden door overwegingen van schoonheid, cultuurhistorische en/of wetenschappelijke waarden.

Artikel 3 Samenstelling

1. De commissie bestaat uit minimaal 5 en ten hoogste 9 leden. Er moet bij één of meer van de commissieleden ten minste deskundigheid bestaan op de volgende terreinen:

     a. cultuur en kunsthistorie;

     b. stedenbouw;

     c. architectuur/restauratie;

     d. publiekrecht.

2. Een afvaardiging van het particulier initiatief heeft zitting in de commissie. Genoemde afvaardiging komt tot stand na consultatie van de Stichts-Hollandse Historische vereniging en de Stichting Hugo Kotestein.

3. De archivaris van het Streekarchief “Rijnstreek” woont de vergaderingen van de commissie bij. De archivaris heeft in de vergaderingen van de commissie een adviserende stem.

4. De leden worden door het college van burgemeester en wethouders benoemd en ontslagen. De monumentencommissie wordt om advies gevraagd.

Artikel 4 Zittingsduur

1. De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar, gelijk en parallel aan de zittingsduur van de leden van de gemeenteraad.

2. Zij kunnen tussentijds ontslag nemen door het zenden van een brief aan het college van burgemeester en wethouders.

3. De aftredende leden kunnen voor nog een zittingsperiode worden benoemd.

4. Degene die aftreedt of ontslag neemt, blijft de werkzaamheden in de commissie verrichten totdat in de opvolging is voorzien. Indien echter de benoeming langer uitblijft dan 12 weken, kan degene die aftreedt of ontslag neemt, via een mededeling aan de voorzitter met de werkzaamheden stoppen.

5. Tussentijdse benoemingen gelden tot aan de datum van het aftreden van de gehele commissie.

6. Een lid kan bij een met redenen omkleed besluit tussentijds worden ontslagen door het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 5 Voorzitter

1. Het college van burgemeester en wethouders wijst uit de commissie een voorzitter aan. De commissie wordt over de benoeming gehoord.

De commissie benoemt in onderling overleg uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter.

2. De voorzitter roept de leden voor een vergadering bijeen, stelt de agenda vast en leidt de vergaderingen van de commissie.

3. De voorzitter ondertekent alle stukken die van de commissie uitgaan.

Artikel 6 De secretaris

1. Het college van burgemeester en wethouders wijst een ambtenaar aan als secretaris van de commissie.

2. De secretaris verzorgt de administratieve begeleiding van de commissie.

3. De secretaris woont de vergaderingen van de commissie bij en maakt van het besprokene een verslag.

4. De secretaris heeft in de vergaderingen van de commissie een adviserende stem.

5. De secretaris ondertekent mede alle stukken die van de commissie uitgaan.

Artikel 7 Vergadering

1. De commissie komt bijeen:

     a. na schriftelijke oproep van de voorzitter;

     b. op verzoek van ten minste twee van haar leden;

     c. op verzoek van het college van burgemeester en wethouders.

In de situaties, bedoeld in b en c, vindt de vergadering plaats binnen veertien dagen na ontvangst van het verzoek.

2. De vergadering vindt geen doorgang als niet de meerderheid van de leden aanwezig is.

Indien het vergaderquorum niet wordt gehaald, blijven de onderwerpen geagendeerd voor de volgende vergadering. In deze vergadering mag ten aanzien van deze agendapunten beraadslagingen plaatsvinden, ongeacht het aantal aanwezige leden.

3. In spoedeisende gevallen kan gemotiveerd worden afgeweken van het in lid 1 en 2 gestelde.

4. Indien een lid van de commissie belanghebbende is bij een voorstel waarover de commissie vergadert, neemt dit lid tijdens de behandeling van het desbetreffende onderwerp niet aan de beraadslagingen deel.

5. De vergaderingen van de commissie zijn in principe openbaar.

Indien door een lid wordt verzocht om behandeling van een agendapunt in beslotenheid, dan wel de voorzitter dit gewenst acht, beraadslaagt de commissie achter gesloten deuren over dit verzoek.

Dit verzoek wordt slechts ingewilligd, indien anders een zwaarwegend algemeen of particulier belang hierdoor zou kunnen worden geschaad. De commissie kan over zo’n agendapunt in beslotenheid een besluit nemen.

6. De vergadering van de commissie wordt op een in de gemeente gebruikelijke wijze bekendgemaakt.

Artikel 8 Stemming

1. Indien een lid van de commissie belanghebbende is bij een voorstel waarover in de commissie wordt gestemd, onthoudt het lid zich ten aanzien van dit onderwerp van stemming.

2. Een stemming is nietig als niet de meerderheid van de aanwezige leden die zijn stem kan uitbrengen dit ook daadwerkelijk heeft gedaan.

3. Indien een situatie als bedoeld in lid 2 zich voordoet, wordt het desbetreffende voorstel in de volgende vergadering weer in stemming gebracht. Deze stemming is geldig, ongeacht het aantal leden dat eraan heeft deelgenomen.

4. Alle besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen. Ingeval de stemmen staken, is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

5. Over zaken wordt mondeling gestemd, over personen schriftelijk.

Artikel 9 Advisering

1. De advisering vindt schriftelijk en met redenen omkleed plaats via de notulen of een apart briefadvies.

2. Indien dit wordt verzocht, vindt in het advies vermelding van eventuele minderheidsstandpunten plaats.

3. Binnen 2 weken nadat de commissie een besluit over een onderwerp heeft genomen, wordt het advies aan het college van burgemeester en wethouders toegezonden.

Artikel 10 Bevoegdheden

1. De commissie kan omtrent een onderwerp waarover zij gaat adviseren (aanvullende) informatie vragen aan de gemeentelijke organisatie.

2. De commissie kan zich bij haar beraadslagingen laten bijstaan door externe deskundigen. Indien hieraan kosten zijn verbonden, dient van tevoren toestemming van het college van burgemeester en wethouders te worden verkregen.

3. De commissie kan bij een aanvraag om monumentenvergunning voor een rijks- of gemeentelijk monument mandaat verlenen aan een lid van de commissie om namens haar te toetsen. Deze toets vindt gezamenlijk plaats met de Commissie voor Welstand en Monumenten. Het gemandateerde lid brengt in de vergadering van de monumentencommissie verslag uit van het advies.

Artikel 11 Verslag

1. Het verslag van elke vergadering wordt aan het college van burgemeester en wethouders toegezonden.

2. De commissie brengt jaarlijks voor 1 april een beknopt verslag uit van de in het voorafgaande kalenderjaar verrichte werkzaamheden.

Artikel 12 Financiële bepaling

1. Het college van burgemeester en wethouders kan besluiten de leden van de commissie voor het bijwonen van de vergaderingen een vergoeding te geven.

2. De leden van de commissie ontvangen voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie een vergoeding gelijk aan het bedrag, zoals dit bedrag elk jaar door de minister van Binnenlandse Zaken is of wordt vastgelegd ten aanzien van gemeentelijke commissies voor een gemeente in klasse 3.

3. De leden van de commissie ontvangen eenzelfde vergoeding als genoemd onder lid 2 voor het op verzoek van de gemeente uitvoeren van een specifieke beoordeling ofwel het doen van nader onderzoek.

4. Het gemandateerde lid dat met de gedelegeerde van de Commissie voor Welstand en Monumenten toetst, ontvangt per vergadering 50% van het onder lid 2 bepaalde bedrag.

5. De leden van de commissie ontvangen een vergoeding van reis- en verblijfkosten, gemaakt in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een besluit van het gemeentebestuur of een gemeentelijke commissie.

6. De in lid 4 bedoelde vergoedingen worden vastgesteld overeenkomstig de regels voor de vergoeding welke aan rijksambtenaren ingevolge het Reisbesluit 1971 en de daarop gebaseerde beschikkingen, bij de desbetreffende beschikking ingedeeld in de hoogste categorie, voor dienstreizen ontvangt.

Artikel 13 Wijziging

De verordening kan niet worden gewijzigd dan nadat de commissie is gehoord.

Artikel 14 Slot

1. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Commissie voor Monumenten en Cultuurlandschap” en treedt in werking 8 dagen na de bekendmaking.

2. De “Verordening Monumentencommissie Woerden 2001”, vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad op 29 maart 2001, vervalt tegelijkertijd.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 29 juni 2006,
de griffier,                    de voorzitter,
W. Hooghiemstra           mr. H.W. Schmidt