Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening op de heffing en invordering van leges 2014

Geldend van 13-12-2014 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van leges 2014

De raad van de gemeente Woerden,

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en artikel 1 van de Wet van 13 oktober 2011, houdende regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart (Stb. 2011, 440);

besluit;

vast te stellen de "Verordening op de heffing en invordering van leges 2014"

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a. Dag : de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag, voor zover het geen ‘dagdeel’ betreft, als een hele dag wordt aangemerkt;

b. Dagdeel : een periode van 5 uur, waarbij een dagdeel geldt voor de periode van 08.00 uur tot 13.00 uur en van 13.00 uur tot 18.00 uur respectievelijk tot 21.00 uur op de dag waarop krachtens de Winkelsluitingswet avondverkoop is toegestaan;

c. Week : een aaneengesloten periode van zeven dagen;

d. Maand : het tijdvak dat loopt van n dag in een kalendermaand tot en met n-1 dag in de volgende kalendermaand;

e. Jaar : het tijdvak dat loopt van n dag in een kalenderjaar tot en met n-1 dag in het volgende kalenderjaar;

f. Kalenderjaar : de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet;

één en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

1. De leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevings­vergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • c.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een

  • omgevingsvergunning als bedoeld artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets);

  • d.

    stukken, welke ambtshalve ter voldoening aan wettelijke voorschriften moeten worden afgegeven;

  • e.

    de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, inhoudende beslissingen op verzoek om een subsidie uit de gemeentekas, dan wel een gemeentelijke uitkering;

  • f.

    de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, inhoudende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging hiervan, met betrekking tot enige gemeentelijke functies of dienstverrichting jegens de gemeente;

  • g.

    bewijzen van in leven zijn, nodig voor de ontvangst van pensioenen, lijfrenten, wachtgelden, loon, bezoldiging, gages of soldij;

  • h.

    uitreiking of toezending van aan de raad uitgebrachte adviezen en gedane voorstellen en het raadsverslag, aan de redactie van plaatselijk verschijnende nieuwsbladen, tot maximaal 1 exemplaar per redactie;

  • i.

    uitreiking of toezending van aan de raad uitgebrachte adviezen en gedane voorstellen en het raadsverslag, aan plaatselijk in de raad vertegenwoordigde politieke partijen;

  • j.

    het afgeven van een bewijs van onvermogen.

  • k.

    voor non-profitorganisaties, waaronder begrepen serviceclubs, politieke partijen, verenigingen, maatschappelijke instellingen, die een liefdadig, sociaal-cultureel of maatschappelijk doel nastreven en die overwegend met vrijwilligers activiteiten organiseren overeenkomstig die doelstelling

2. Geen leges worden geheven voor het verrichten van diensten of activiteiten als bedoeld in de tarieventabel behorende bij de legesverordening voor zover de activiteit of dienst wordt verricht in opdracht van gemeentelijke ambtenaren en ten behoeve van de uitoefening van hun functie dan wel in opdracht van de gemeente als rechtspersoon zelf.

3. Lid 1 en 2 van dit artikel zijn niet van toepassing op titel 2, hoofdstuk 3 geheel van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid van de Crisis- en herstelwet.

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien deze wijzigingen:

  • a.

    Van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    Een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

  • 1.

    onderdeel 1.1.9 (akten burgerlijke stand)

  • 2.

    hoofdstuk 2 (reisdocumenten)

  • 3.

    hoofdstuk 3 (rijbewijzen)

  • 4.

    onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;

  • 5.

    hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

  • 6.

    onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag)

  • 7.

    hoofdstuk 16 (kansspelen)

één en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

1. De ‘legesverordening 2013’ en de bijbehorende tarieventabel, laatstelijk gewijzigd op 19 december 2012, worden ingetrokken met ingang van de in het artikel 13, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

3. De in artikel 10 van de Legesverordening gebaseerde regels van het college worden geacht mede gebaseerd te zijn op artikel 11 van deze verordening.

Artikel 13 Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

2. De datum van ingang van deze heffing is 1 januari 2014.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “de Legesverordening Woerden 2014”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 18 december 2013,
De Griffier E.M. Geldorp
De voorzitter V.J.H. Molkenboer

Bijlage

O n d e r d e e l I

Tarieventabel behorende bij de

Legesverordening Woerden 2014

Indeling Tarieventabel

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Algemeen

Hoofdstuk 2 Bestuursstukken

Hoofdstuk 3 RHC

Hoofdstuk 4 Burgerzaken

Hoofdstuk 5 Ontheffing route gevaarlijke stoffen

Hoofdstuk 6 Gemeentearchief

Hoofdstuk 7 Wet op de kansspelen

Hoofdstuk 8 Winkeltijdenwet

Hoofdstuk 9 Algemene Plaatselijke Verordening

Hoofdstuk 10 Verkeer en vervoer

Hoofdstuk 11 Diversen

Titel 2 Dienstverlening vallend onder de fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijving

Hoofdstuk 2 Haalbaarheidsverzoeken

Hoofdstuk 3 De omgevingsvergunning

Hoofdstuk 4 Gereserveerd

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

Hoofdstuk 6 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde beschikkingen

Titel 3 Dienstverlening vallend onder de Europese Dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Drank en Horecawet

Hoofdstuk 2 Evenementen

Hoofdstuk 3 In deze titel niet benoemde beschikkingen

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Algemeen

1.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.1.1

Gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen per pagina.

€ 7,90

1.1.2.1

Afschriften, doorslagen of fotokopieën, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen voor 10 pagina’s of minder.

€ 10,00

1.1.2.2

Per kopie boven het aantal van 10.

€ 0,65

1.1.3

Kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.1.1, 1.1.2.1 en 1.1.2.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen.

1.1.3.a

Per pagina op papier van A0 formaat in kleur.

€ 10,75

1.1.3.b

Per pagina op papier van A0 formaat zwart/wit.

€ 9,00

1.1.3.c

Per pagina op papier van A1 formaat in kleur.

€ 5,75

1.1.3.d

Per pagina op papier van A1 formaat zwart/wit.

€ 4,25

1.1.3.e

Per pagina op papier van A2 formaat in kleur.

€ 4,25

1.1.3.f

Per pagina op papier van A2 formaat zwart/wit.

€ 3,25

1.1.3.g

Per pagina op papier van A3 formaat in kleur.

€ 3,00

1.1.3.h

Per pagina op papier van A3 formaat zwart/wit.

€ 1,50

1.1.3.i

Per pagina op papier van A4 formaat of kleiner in kleur.

€ 2,00

1.1.3.j

Per pagina op papier van A4 formaat of kleiner zwart/wit.

€ 1,00

1.1.4

Een beschikking op een aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina.

€ 20,00

1.1.5

Stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina.

€ 10,00

1.1.6

In afwijking van artikel 1.1.2.3.f en 1.1.3.j worden voor kopieën die worden verstrekt vanuit het omgevingsloket het tarief conform artikel 3.4.1 en 3.4.2 in rekening gebracht.

Hoofdstuk 2 Bestuursstukken

2.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

2.1.1

Een exemplaarvan de gemeentebegroting.

€ 100,00

2.1.2

Een exemplaar van de bijlagen behorende bij de gemeentebegroting.

€ 55,00

2.2

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een exemplaar van:

2.2.1

Één van de afdelingsplannen, per afdelingsplan.

€ 65,00

2.2.2

De investeringsplanning.

€ 45,00

2.3

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een exemplaar van:

2.3.1

De gemeentelijke jaarrekening.

€ 100,00

2.3.2

De bijlagen behorende bij de gemeenterekening.

€ 55,00

2.3.3

Één van de afdelingsjaarrekeningen.

€ 55,00

2.3.4

Het jaarverslag.

€ 100.00

2.3.5

De belastingmaatregelen.

€ 100,00

2.4

Het tarief bedraagt:

2.4.1

Ter zake van verstrekken van een exemplaar van een raadsvoorstel of notulen van een openbare raads- en commissievergadering per pagina of gedeelte daarvan.

€ 0,40

2.5

Een afschrift van andere verordeningen of beleidsnota’s dan onder 2.1.1 t/m 2.4.2. bedoelt, per pagina.

€ 1,05

2.5.1

Met een minimumbedrag van.

€ 16,00

2.5.2

Voor meer dan 10, maar minder dan 30 kopieën, per kopie.

€ 0,85

2.5.3

Voor 30 kopieën of meer, per kopie.

€ 0,50

Hoofdstuk 3 Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard (RHC)

Voor het doen van onderzoek, het verstrekken van afschriften, uittreksels en/of reproducties en het uitlenen van archiefbescheiden door of vanwege de gemeentearchivaris, ten behoeve van derden, worden kosten in rekening gebracht overeenkomstig de in dit hoofdstuk opgenomen tarieven en bepalingen:

3.1.

Voor een fotokopie van het originele archiefstuk:

3.1.1.

Op A4 formaat, per kopie.

€ 0,65

3.1.2.

Op A3 formaat, per kopie.

€ 1,15

3.1.3.

Op A2 formaat of groter, per kopie.

€ 7,00

3.2

Voor een gewaarmerkte kopie op A4 of A3 formaat, per kopie.

€ 13,60

3.3

Voor een afdruk via readerprinter.

3.3.1

Op A4 formaat, per kopie.

€ 0,65

3.3.2

Op A3 formaat, per kopie.

€ 1,15

3.4

Voor overige kopieën.

3.4.1

Op A4 formaat, per kopie.

€ 0,25

3.4.2.

Op A3 formaat, per kopie.

€ 0,35

3.5

Voor een Scan (inclusief CD-ROM) van 1200 dpi per afdruk/foto.

€ 4,50

3.6.

Gebruiksrecht foto’s voor commerciële activiteiten per eenheid.

€ 28,50

3.7.

Voor het op schriftelijk verzoek verrichten van onderzoek, mits de zoektijd niet meer bedraagt dan een kwartier en alle zoekspecificaties zijn gegeven worden de onder 3.1 t/m 3.6 genoemde kosten éénmalig verhoogd met.

€ 7,50

3.8.

Voor het op schriftelijk verzoek verrichten van onderzoek in de archieven door personeel van het RHC, ongeacht het resultaat, voor elk kwartier of gedeelte daarvan.

€ 10,00

3.9.

Indien de geschatte duur van de in 3.8 genoemde dienst meer bedraagt dan een half uur wordt contact opgenomen met de aanvrager over het eventueel doen van een vervolgonderzoek.

3.10

Voor een spoedopdracht worden de conform de artikelen 3.1 t/m 3.9 geheven tarieven verhoogd met.

€ 11,00

3.10

Op de onder 3.1 tot en met 3.9 zijn de onder hoofdstuk II van deze verordening vastgestelde leveringsvoorwaarden van toepassing.

Hoofdstuk 4 Burgerzaken

4.1.

Het sluiten van huwelijken en partnerschapregistraties.

4.1.1.

Het tarief bedraagt ter zake van de sluiting van een huwelijk, de registratie van een partnerschap, of de omzetting van een huwelijk of een geregistreerd partnerschap: In het stadhuis van Woerden: In de Schulenburgh te Kamerik: In de Milandhof te Zegveld:

4.1.1.1.

Op maandag t/m donderdag tussen 10.30 en 15.30 uur.

€ 310,00

4.1.1.2

Op vrijdag tussen 10.30 en 15.30 uur

€ 420,00

4.1.1.3

Op zaterdag tussen 10.30 en 15.30 uur.

€ 595,00

4.1.1.4

Buiten de onder 4.1.1.1.1. t/m 4.1.1.1.4. genoemde uren, maar op dezelfde dag, wordt het tarief.

€ 700,00

4.1.1.5

Op zondag of een daarmee gelijk gestelde feestdag

€ 1.305,00

4.1.1.6

Als ingevolge artikel 64 BW1 de huwelijksvoltrekking dient plaats te vinden in een andere locatie dan de locaties genoemd in artikel 4.1.1, 4.1.2.1 en 4.1.3.1 gelden de tarieven genoemd onder 4.1.1 1 tot en met 4.1.1.5, met een verhoging van

€ 200,00

4.1.1.7

In het stadhuis van Woerden, op een door de gemeente bepaalde plaats, datum en tijd.

€ 0,00

4.1.2.1

Het tarief bedraagt ter zake van de sluiting van een huwelijk, de registratie van een partnerschap, of de omzetting van een huwelijk of een geregistreerd partnerschap: In het stadsmuseum Woerden of in het voormalige gemeentehuis van Kamerik: In het restaurant De Kloosterhoeve te Harmelen:

4.1.2.2

Op maandag t/m donderdag tussen 10.30 en 15.30 uur.

€ 580,00

4.1.2.3

Op vrijdag tussen 10.30 en 15.30 uur.

€ 700,00

4.1.2.4.

Op zaterdag tussen 10.30 en 15.30 uur.

€ 855,00

4.1.2.5

Buiten de onder 4.1.1.4.1. t/m 4.1.1.4.3. genoemde uren, maar op dezelfde dag, wordt het bedrag.

€ 945,00

4.1.2.6

Op zondag of een daarmee gelijk gestelde feestdag

€ 1.785,00

4.1.3.1

Het tarief bedraagt ter zake van de sluiting van een huwelijk, de registratie van een partnerschap, of de omzetting van een huwelijk of een geregistreerd partnerschap In het Kasteel Woerden:

4.1.3.2

Op maandag t/m donderdag tussen 10.30 en 15.30 uur.

€ 625,00

4.1.3.3

Op vrijdag tussen 10.30 en 15.30 uur.

€ 800,00

4.1.3.4

Op zaterdag tussen 10.30 en 15.30 uur.

€ 1.005,00

4.1.3.5

Buiten de onder 4.1.1.6.1. t/m 4.1.1.6.3. genoemde uren, maar op dezelfde dag, wordt het bedrag.

€ 1.100,00

4.1.3.6

Op zondag of een daarmee gelijk gestelde feestdag

€ 2.105,00

4.1.5

Indien ten behoeve van een te sluiten huwelijk of geregistreerd partnerschap een Buitengewoon Ambtenaar Burgerlijke Stand van buiten de gemeente moet worden benoemd wordt het ingevolge artikel 4.1.1 tot en met 4.1.3.6 geheven legesbedrag verhoogd met

€ 100,00

4.1.6

Indien ten behoeve van een te sluiten huwelijk of geregistreerd partnerschap een Buitengewoon Ambtenaar Burgerlijke Stand van buiten de gemeente moet worden benoemd en beëdigd wordt het ingevolge artikel 4.1.1 tot en met 4.1.3.6 geheven legesbedrag verhoogd met

€ 300,00

4.1.7

Vervallen

4.1.8.

Het tarief voor het afgeven van een kunstlederen huwelijjksboekje/partnerschapsboekje bij een gratis huwelijk bedraagt.

€ 27,50

4.1.9

De meerprijs voor het afgeven van een lederen huwelijksboekje / partnerschapboekje of een duplicaat daarvan bedraagt.

€ 15,00

4.1.10.

Voor het van gemeentewege beschikbaar stellen van getuigen, bedragen de daarvoor verschuldigde leges per getuige.

€ 35,00

4.1.11

Indien een in de gemeente te sluiten huwelijk wordt geannuleerd nadat huwelijksaangifte in de gemeente heeft plaatsgevonden, worden administratiekosten in rekening gebracht worden ter hoogte van.

€ 70,00

4.1.12

Het tarief bedraagt ter zake van sluiting van een huwelijk in de trouwzaal van het stadhuis door ambtenaar burgerlijke stand zonder persoonlijke toespraak : Op dinsdagochtend om 9:30 uur

€ 150,00

4.2.

Bewijsstukken ontleend aan de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens.

Voor de toepassing van het gestelde onder 4.2.1 t/m 4.2.1.6. wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA) met inbegrip van de zogenaamde verwijsgegevens moet worden geraadpleegd.

4.2.1.

Het tarief bedraagt:

4.2.1.1.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking.

€ 10,00

4.2.1.2.

(W.M.)Voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een afnemer tot het verstrekken van gegevens, die niet via het netwerk zijn gevraagd, kan per verstrekking een bedrag worden geheven van.

€ 2,27

4.2.1.3.

Voor het vervaardigen van een uitdraai van de leeftijdsopbouwstatistiek.

€ 40,00

4.2.1.4.

Voor het verstrekken van een persoonslijst uit de GBA.

€ 20,00

4.2.1.5.

Voor het vervaardigen van incidentele overzichten uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, indien gebruik wordt gemaakt van standaard selectieprogrammatuur gelden de volgende tarieven:

4.2.1.6.1.

Voor vaste voorbereidingskosten, per opdracht.

€ 100,00

4.2.1.6.2.

Voor verwervingskosten, inclusief het afdrukken per lijst, per geselecteerde persoon.

€ 0,50

4.2.1.6.3.

Voor het afdrukken op etiketten, per etiket.

€ 0,50

4.2.1.7.

Voor het afgeven van verklaringen, overigens niet genoemd in dit hoofdstuk van de legesverordening, welke in het bijzonder belang van betrokken personen worden opgemaakt, per verklaring.

€ 17,50

4.2.1.8

Voor een als zodanig door de verzoeker aangeduide spoedaanvraag om inlichtingen uit de basisregistratie persoonsgegevens, ontvangen en per ommegaande te beantwoorden per fax of e-mail, wordt het conform artikel 4.1.1.1. tot en met 4.1.1.7 geheven bedrag verhoogd met

€ 20,00

4.3.

Reisdocumenten

4.3.1.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verstrekking van een reisdocument bedragen de leges:

4.3.1.1.

(W.M.)Voor een nationaal paspoort met 32 pagina’s en een faciliteitenpaspoort.

€ 65,00

4.3.1.2.

(W.M.) Voor een nationaal paspoort met 64 pagina’s (zakenpas).

€ 65,00

4.3.1.4.

(W.M.) Voor een paspoort voor staatloze vreemdelingen en vluchtelingen.

€ 50,00

4.3.1.6.

(W.M.) Voor een paspoort voor andere vreemdelingen.

€ 50,00

4.3.2.1.

(W.M.) Voor een nationaal paspoort met 32 pagina's en een faciliteitenpaspoort tot en met 17 jaar.

€ 50,00

4.3.2.2

(W.M.) Voor een nationaal paspoort met 64 pagina's (zakenpas) tot en met 17 jaar.

€ 50,00

4.3.2.3.

vervallen

4.3.3.

(W.M.) Het tarief bedraagt voor een Nederlandse identiteitskaart.

€ 52,00

4.3.3.1

In afwijking van 4.3.3. is het tarief voor een Nederlandse identiteitskaart tot en met 17 jaar

€ 28,00

4.3.4.

Vervallen

4.3.5.

(W.M.) De onder 4.3.1.1. tot en met 4.3.4. vermelde leges worden in geval van een spoedbehandeling verhoogd met.

€ 47,00

4.3.6

Voor het afleveren van een reisdocument binnen de grenzen van de gemeente wordt het conform artikel 4.3.1. tot en met 4.3.5. geheven bedrag verhoogd met

€ 40,00

4.4.

Rijbewijzen.

4.4.1.

(W.M.) Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs bedragen de leges.

€ 38,00

4.4.2.

Vervallen.

4.4.3

(W.M.) De onder 4.4.1 vermelde leges wordt in geval van een spoedbehandeling verhoogd met

€ 38,00

4.4.4.

Voor het verstrekken van een formulier omtrent de lichamelijke en geestelijke geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen worden de daarvoor door het CBR vastgestelde kosten verhoogd met.

€ 5,50

4.5.

Verklaring omtrent het gedrag.

4.5.1.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een verklaring omtrent het gedrag bedragen het van rijkswege hiervoor vastgestelde maximum tarief.

4.6.

Legalisatie.

4.6.1.

Voor het legaliseren van een handtekening of document bedragen de leges.

€ 8,00

4.6.2

Geen leges worden geheven voor het verrichten van diensten of activiteiten als bedoeld in deze tarieventabel onder hoofdstuk 4 indien wegens bijzondere omstandigheden legesheffing niet redelijk is.

Hoofdstuk 5 ontheffing route gevaarlijke stoffen

5.1

Het tarief voor de afgifte van een ontheffing route gevaarlijke stoffen bedraagt:

5.1.1

Voor een éénmalige/kortdurende ontheffing (geldig voor maximaal 3 maanden)

€ 162,00

5.1.2

Voor een langdurige ontheffing (geldig voor maximaal 12 maanden)

€ 243,00

5.1.3

Voor het verlengen van een langdurige ontheffing met maximaal 12 maanden

€ 121,50

5.1.4

Voor een zelfstandige bijzondere toestemming

€ 81,00

Hoofdstuk 6 Gemeentearchief

6.1

Het tarief bedraagt ter zake van het op verzoek doen van nasporingen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan.

€ 25,50

6.2

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

6.2.1

Een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina op A4 formaat.

€ 1,55

6.2.2

Een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk.

€ 13,00

Hoofdstuk 7 Wet op de Kansspelen

7.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

7.1.1

Voor één speelautomaat.

€ 104,00

7.1.2

Voor twee speelautomaten.

€ 123,00

7.2

(fv)Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning).

€ 52,00

Hoofdstuk 8 Winkeltijdenwet

8.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

8.1.1.

Voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet.

€ 78,00

8.1.2.

Tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 8.1.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander.

€ 52,00

8.1.3.

Tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 8.1.1 bedoelde ontheffing.

€ 52,00

8.1.4

Voor een ontheffing op basis van artikel 6 Verordening Winkeltijden

€ 278,00

Hoofdstuk 9 Algemene Plaatselijke Verordening (APV)

9.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een standplaatsenvergunning als bedoeld in artikel 5.18 van Algemene Plaatselijke Verordening.

9.1.1

Voor één week of gedeelte daarvan.

€ 78,00

9.1.2

Voor één maand of gedeelte daarvan, langer dan 2 weken.

€ 104,00

9.1.3

Voor één jaar of gedeelte daarvan, langer dan 3 maanden.

€ 158,00

9.2

Vervallen

9.3

Vervallen

9.4

Het tarief ter zake van het verkrijgen van een afschrift van een exemplaar van de Algemene Plaatselijke Verordening bedraagt.

€ 154,00

9.5

(fv) Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning, ontheffing of toestemming op grond van het gestelde in de Algemene Plaatselijk Verordening en zover niet elders in deze tabel genoemd.

€ 158,00

Hoofdstuk 10 Verkeer en vervoer

10.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

10.1.1

Tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990.

€ 60,00

10.1.2

Tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5.5.1., 5.5.2 en 5.5.3 van het Voertuigreglement.

€ 60,00

10.1.3

Tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:8 van de APV Woerden.

€ 200,00

10.1.4

Gereserveerd

10.1.5.

Tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW).

€ 25,00

10.1.6.1

Tot het verkrijgen van een verkeersbesluit voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats conform artikel 26 sub c van het RVV, inhoudende het realiseren van een gehandicaptenparkeerplaats.

€ 150,00

10.1.6.2

Het conform artikel 10.1.6.1 geheven legesbedrag wordt verhoogd met de kosten van het realiseren van de gehandicaptenparkeerplaats met dien verstande dat deze kosten vóóraf schriftelijk kenbaar zijn gemaakt aan de aanvrager tot een maximum van.

€ 500,00

10.1.6.3

Indien de behandeling van een aanvraag tot het realiseren van een gehandicaptenparkeerplaats leidt tot een afwijzend besluit of binnen zes weken door middel van een schriftelijk ingediend verzoek wordt afgezien van het gebruik van de vergunning wordt in afwijking van lid 10.1.6.1 een legesbedrag geheven van.

€ 75,00

10.2.

(fv) Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag

voor het verlenen van een vergunning ten behoeve van een wegafsluiting:

10.2.1

(fv) waarbij sprake is van een enkele afsluiting en waarvoor geen verkeersplan noodzakelijk is.

€ 60,00

10.2.2

(fv) Voor overige wegafsluitingen die zich niet beperken tot de in 10.2.1 vermelde criteria.

€ 85,00

Hoofdstuk 11 Diversen

11.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een bericht als bedoeld in de artikelen 29 en 32 van de Wet Persoonsregistraties.

€ 6,90

11.2

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.2, derde lid, van de Telecommunicatiewet.

€ 312,00

11.3

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 4 van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur (AVOI)

€ 312,00

11.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

11.4.1

Tot het verkrijgen van een vergunning, bedoeld in artikel 14, lid 1 van de Wet openlucht recreatie, tot het houden van een kampeerplaats.

€ 156,00

11.4.2

Tot het verlenen van vrijstellingen, c.q. Ontheffing ingevolge de Wet openluchtrecreatie.

€ 52,00

Titel 2 Dienstverlening vallend onder de fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijving

1.1.1

Aanlegkosten:

Onder aanlegkosten wordt in deze titel verstaan de aannemingssom (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de aanlegkosten (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd.

Indien het werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft.

1.1.2

Bouwkosten:

Onder bouwkosten wordt in deze titel verstaan de aannemingssom (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd.

Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.

1.1.3

Vervallen

1.1.4

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

1.1.5

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld

1.1.6

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

Hoofdstuk 2 Haalbaarheidsverzoeken

2.2.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een haalbaarheidsverzoek in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is bedraagt:

€ 415,00

2.2.2

Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning wordt ingediend op basis van het haalbaarheidsverzoek, in behandeling wordt genomen worden de leges verminderd met het op grond van artikel 2.2.1 in rekening gebrachte bedrag

Hoofdstuk 3 De omgevingsvergunning

2.3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

2.3.1

Bouwactiviteiten

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo,

bedraagt het tarief, indien de vastgestelde bouwkosten minder bedragen dan

€ 0,00 tot € 2.500,00

€ 312,00

€ 2.501,00 tot € 5.000,00

€ 416,00

€ 5.001,00 tot € 10.000,00

€ 679,00

€ 10.001,00 tot € 50.000,00, basistarief

€ 364,00

€ 50.001,00 tot € 500.000,00, basistarief

€ 2.288,00

€ 500.001,00 en meer, basistarief

€ 13.733,00

2.3.1.1.1

Indien de vastgestelde bouwkosten meer bedragen dan € 10.000,00 maar minder dan € 50.001,00 wordt het conform 2.3.1.1 geheven bedrag vermeerderd met een bedrag dat gelijk is aan 2,98% van de vastgestelde bouwkosten

2.3.1.1.2

Indien de vastgestelde bouwkosten meer bedragen dan € 50.001,00 wordt het conform 2.3.1.1 geheven bedrag vermeerderd met een bedrag dat gelijk is aan 2,51 van de meerdere vastgestelde bouwkosten boven € 50.000,00

2.3.1.1.3

Indien de vastgestelde bouwkosten meer bedragen dan € 500.001,00 wordt het conform 2.3.1.1 geheven bedrag vermeerderd met een bedrag dat gelijk is aan 1,59% van de meerdere vastgestelde bouwkosten boven de € 500.000,00

2.3.1.2

Welstandstoets

2.3.1.2.1

Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwactiviteit waarvoor toetsing aan de welstandscriteria als bedoeld in artikel 12a van de Woningwet moet plaatsvinden en advies van Welstand en Monumenten Midden Nederland (WMMN) wordt ingewonnen, wordt het overeenkomstig 2.3.1.1 berekende bedrag verhoogd met de advieskosten zoals deze door WMMN worden berekend op grond van de laatstelijk door het Algemeen bestuur van WMMN vastgestelde tarieven.

2.3.1.2.2

Indien voor de beoordeling om een haalbaarheidsverzoek als bedoeld in 2.2.1 toetsing aan welstandscriteria moet plaatsvinden en een schriftelijk advies van WMMN wordt verkregen, wordt het overeenkomstig 2.2.1 berekende bedrag verhoogd met de advieskosten zoals deze door WMMN worden berekend op grond van de laatstelijk door het Algemeen bestuur vastgestelde tarieven.

2.3.1.3

Verplicht advies agrarische commissie

2.3.1.3.1

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1, bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:

€ 577,00

2.3.1.4

Achteraf ingediende aanvraag

2.3.1.4.1

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges

50%

2.3.1.5

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen

€ 55,00

2.3.1.6

Voor het inbehandeling nemen van een omgevingsvergunning voor de activiteit "bouwen" dat voorziet in de plaatsing c.q. realisatie van een reclameobject een vast bedrag van:

€ 156,00

2.3.1.7

Indien een omgevingsvergunning wordt aangevraagd voor een reclame object waarvoor zowel de activiteiten "bouwen"(2.3.1) als "monument" als bedoeld onder 2.3.7 van toepassing zijn, is alleen het tarief dat behoort bij de activiteit "monument" verschuldigd.

2.3.2

Aanlegactiviteiten

2.3.2.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 208,00

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:

2.3.3.1

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1°, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 312,00

2.3.3.2

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2°, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

€ 312,00

2.3.3.3

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 4.121,00

2.3.3.4

Indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):

€ 312,00

2.3.3.5

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking exploitatieplan):

€ 312,00

2.3.3.6

Indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 312,00

2.3.3.7

Indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 312,00

2.3.3.8

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 312,00

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een aanlegactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.2:

2.3.4.1

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1°, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 312,00

2.3.4.2

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2°, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

€ 312,00

2.3.4.3

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 4.121,00

2.3.4.4

Indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):

€ 312,00

2.3.4.5

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking exploitatieplan):

€ 312,00

2.3.4.6

Indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 312,00

2.3.4.7

Indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 312,00

2.3.4.8

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 312,00

2.3.5

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit dan wel een aanlegactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit dan wel een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, en onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.5.1

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1°, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 312,00

2.3.5.2

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2°, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

€ 312,00

2.3.5.3

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 4.121,00

2.3.5.4

Indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):

€ 312,00

2.3.5.5

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking exploitatieplan):

€ 312,00

2.3.5.6

Indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 312,00

2.3.5.7

Indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 312,00

2.3.5.8

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 312,00

2.3.6

In gebruik nemen of gebruiken van bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

2.3.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief

€ 260,00

Vermeerderd met:

0 tot 100 m2

€ 312,00

100 tot 500 m2

€ 780,00

500 tot 2.000 m2

€ 1.248,00

2.000 tot 5.000 m2

€ 1.560,00

5.000 tot 15.000 m2

€ 1.872,00

15.000 tot 25.000 m2

€ 2.288,00

25.000 tot 50.000 m2

€ 3.017,00

50.000 m2 en meer

€ 3.849,00

2.3.6.2

Vervallen

2.3.6.3

Het tarief bedraagt voor een gebruiksvergunning voor een tijdelijk evenementen, zoals circussen, braderieën, kermissen, tenten en andere eenmalige evenementen van enige omvang; per evenement:

€ 265,00

2.3.6.4

(fv) In afwijking van artikel 2.3.6.3 bedraagt het tarief voor een gebruiksvergunning voor een tijdelijk evenement in een tent, indien de tent een maximale capaciteit heeft van maximaal 100 personen

€ 135,00

2.3.7

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

2.3.7.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

€ 260,00

2.3.7.1.1

Voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:

€ 260,00

2.3.7.1.2

Voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 260,00

2.3.7.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

€ 260,00

2.3.8

Sloopactiviteiten

2.3.8.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief:

2.3.8.1.1

In gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo.

€ 260,00

2.3.8.1.2

Vervallen

2.3.8.2

Vervallen

2.3.8.3

Vervallen

2.3.9

Gereserveerd

2.3.10

Uitweg / inrit

2.3.10.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.1.5.4 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 156,00

2.3.10.2

Het in artikel 2.3.10.1 bedoelde tarief wordt verhoogd met de geraamde kosten voor het uitvoeren van de in de vergunning aangegeven maatregelen.

2.3.12

Kappen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2, eerste lid van de Bomenverordening gemeente Woerden 2006 een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 156,00

2.3.13

Opslag van roerende zaken

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

2.3.13.1

Indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo:

€ 156,00

2.3.13.2

Indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:

€ 156,00

2.3.14

Gereserveerd

2.3.15

Gereserveerd

2.3.16

Gereserveerd

2.3.17

Omgevingsvergunning in twee fasen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.17.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanraag voor de eerste fase betrekking heeft.

2.3.17.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

2.3.18

Aanvullende onderzoeken

2.3.18.1

Het bodemgesteldheidsonderzoek

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

2.3.18.1.1

indien de aanvraag alleen een historisch onderzoek als bedoeld in de NEN 5740, uitgave 1999, naar het historisch gebruik en naar de bodemgesteldheid betreft, voor een bouwplan van maximaal 2 woningen:

€ 162,00

2.3.18.1.2

indien de aanvraag alleen een historisch onderzoek als bedoeld in de NEN 5740, uitgave 1999, naar het historisch gebruik en naar de bodemgesteldheid betreft, voor een bouwplan vanaf 3 woningen en van overige functies:

€ 234,00

2.3.18.1.3

indien de aanvraag een historisch en verkennend onderzoek als bedoeld in de NEN 5740, uitgave 1999, naar het historisch gebruik en naar de bodemgesteldheid betreft, voor een bouwplan van maximaal 2 woningen:

€ 445,50

2.3.18.1.4

indien de aanvraag een historisch en verkennend onderzoek als bedoeld in de NEN 5740, uitgave 1999, naar het historisch gebruik en naar de bodemgesteldheid betreft, voor een bouwplan vanaf 3 woningen en overige functies:

€ 648,00

2.3.18.1.5

indien de aanvraag een nader onderzoek als bedoeld in de Leidraad bodembescherming betreft, voor een bouwplan van maximaal 2 woningen:

€ 324,00

2.3.18.1.6

indien de aanvraag een nader onderzoek als bedoeld in de Leidraad bodembescherming betreft, voor een bouwplan vanaf 3 woningen en overige functies:

€ 648,00

2.3.18.2

Akoestisch onderzoek

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een akoestisch rapport wordt beoordeeld en zo nodig een procedure Hogere Waarde wordt gevoerd:

2.3.18.2.1

voor maximaal 2 woningen:

€ 648,00

2.3.18.2.2

vanaf 3 woningen en van overige functies:

€ 1.863,00

2.3.18.3

Onderzoek luchtkwaliteit

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachten wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een rapport inzake de luchtkwaliteit wordt beoordeeld:

2.3.18.3.1

voor maximaal 2 woningen:

€ 648,00

2.3.18.3.2

vanaf 3 woningen:

€ 1.863,00

2.3.19

Gereserveerd

2.3.20

Gereserveerd

Hoofdstuk 4 Gereserveerd

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg-, of sloopactiviteiten

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg-, of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2 en 2.3.8, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

2.5.1.1

Indien de aanvraag wordt ingetrokken:

van de op grond van de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.2 en 2.3.8 verschuldigde leges.

50%

2.5.1.2

Indien binnen 8 weken een nieuwe omgevingsvergunning voor hetzelfde project, geheel of gedeeltelijk bestaand uit bouw-, aanleg-, of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.2 en 2.3.8 wordt ingediend kan, indien deze aanvraag leidt tot een omgevingsvergunning, teruggaaf van de geheven leges voor de betreffende onderdelen worden verleend.

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg-, of sloopactiviteiten

2.5.2.1

Als een gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg-, of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.7, 2.3.8, 2.3.10, 2.3.11 en 2.3.12 intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 5 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

30%

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg-, of sloopactiviteiten

2.5.3.1

Als een gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg-, of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.2 en 2.3.8, weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, De teruggaaf bedraagt:

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

35%

2.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

2.5.3.3

Indien binnen 8 weken een nieuwe omgevingsvergunning voor hetzelfde project, geheel of gedeeltelijk bestaand uit bouw-, aanleg-, of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2 en 2.3.8 wordt ingediend kan, indien deze aanvraag leidt tot een omgevingsvergunning, teruggaaf van de geheven leges voor de betreffende onderdelen worden verleend.

2.5.4

Minimumbedrag voor teruggaaf

2.5.4.1

Een bedrag minder dan € 45,00 wordt niet teruggegeven.

2.5.5

Met betrekking tot de onderdelen 2.5.3.1 tot en met 2.5.3.3 geldt dat de teruggaaf van de leges niet hoger is dan de reeds in rekening gebrachte leges

Hoofdstuk 6 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening:

€ 1.560,00

6.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a. van de Wet ruimtelijke ordening:

€ 936,00

Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde beschikking

7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 130,00

Titel 3 Dienstverlening vallend onder de Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Drank en Horecawet

1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3 van de Drank- en Horecawet:

1.1

Voor een nieuwe vergunning.

€ 832,00

1.2

Voor het wijzigen van een bestaande vergunning.

€ 208,00

1.3

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing of een verklaring als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet.

€ 78,50

1.4

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning voor een horecabedrijf als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening.

€ 416,00

1.5

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een exploitatievergunning voor een horecabedrijf als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening.

€ 208,00

1.6

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van de terrasafmeting van de exploitatievergunning voor een horecadrijf als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemen plaatselijke Verordening.

€ 98,00

1.7

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een terrasvergunning voor een horecabedrijf zonder exploitatievergunning.

€ 208,00

1.8

Vermeerderd met per markeerpunaise die door de gemeente noodzakelijk wordt geacht in verband met de ordelijke markering van het terras

€ 32,00

1.9

Wijzigen leidinggevende en toevoegen van nieuw aanhangsel van reeds bestaande vergunning ingevolge artikel 30a van de Drank en Horecawet

€ 95,00

Hoofdstuk 2 Evenementen

2

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen tot het verkrijgen van een vergunning voor het houden van evenementen en openbare vermakelijkheden als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening:

2.1

(fv) Voor een klein evenement, gedefinieerd als een evenement waarbij standaard vergunningvoorwaarden van toepassing zijn

€ 52,00

2.2

(fv)Voor een middelgroot evenement, gedefinieerd als een evenement waarvoor adviesaanvragen noodzakelijk zijn van de wijkopzichter en/of marktmeester en/of hulpdiensten en aanvullende voorwaarden in de vergunning worden opgenomen.

€ 104,00

2.3

(fv) Voor een groot evenement, gedefinieerd als een evenement waarvoor adviesaanvragen noodzakelijk zijn van de wijkopzichter en/of marktmeester en/of hulpdiensten, aanvullende voorwaarden in de vergunning worden opgenomen en waarvoor overleg en toezicht is vereist

€ 208,00

3

Hoofdstuk 3 In deze titel niet benoemde beschikkingen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 208,00

O n d e r d e e l II

Leveringsvoorwaarden producten en

diensten Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard

Beperkingen in verband met materiële staat

Fotokopieën en scans worden vervaardigd onder voorbehoud van de materiële staat of vorm van de bescheiden. In sommige gevallen maakt het formaat dan wel de slechte materiële staat van de stukken fotokopiëren of scannen niet mogelijk.

Standaard leveringstijd

Fotokopieën A4/A3: dezelfde dag (uitgezonderd grote hoeveelheden) bij contante betaling. Kopieën bouwtekeningen groter dan A3 kunnen worden opgestuurd, nadat contante betaling bij opdracht­verstrekking heeft plaatsgevonden. De levertijd bedraagt maximaal 10 werkdagen na ontvangst van de aanvraag.

De levering van scans en de behandeling van verzoeken om inlichtingen wordt eveneens binnen hooguit 10 werkdagen afgewikkeld; indien dit niet mogelijk is, wordt de aanvrager hierover geïnformeerd.

Verantwoordelijkheid

Voor alle opdrachten geldt dat de opdrachtgever verantwoordelijk is voor het juist en duidelijk aangeven van de productspecificaties (naam archief/collectie, archiefcode, inventarisnummer/ stam­nummer, datum, folio/bladzijde, nummer/akte, formaat, bijzonderheden etc.

Het RHC is niet verantwoordelijk voor onjuist uitgevoerde opdrachten, die te wijten zijn aan onvolledige of onjuiste specificaties.

Auteursrecht

Bij het maken van scans van foto’s waarop auteursrecht berust, is de opdrachtgever zelf verantwoordelijk voor het verkrijgen van toestemming van de houder van het auteursrecht. Het RHC is niet aansprakelijk voor eventuele gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichting.

Inwerkingtreding

Deze tarievenlijst en leveringsvoorwaarden treden in werking met ingang van 1 januari 2014 en maken deel uit van de legesverordening 2014.

Artikelgewijze toelichting op de verordening op de heffing en de invordering van de leges­verordening 2014

De begripsomschrijvingen (artikel 1 van de verordening)

Om duidelijkheid te scheppen over de inhoud van een aantal in de tarieventabel voorkomende begrippen is daarvan een omschrijving opgenomen in artikel 1.

Het belastbaar feit (artikel 2 van de verordening)

De verordening kent zeer uiteenlopende diensten waarvoor leges worden geheven. Daarom is het niet mogelijk om in artikel 2 een algemene omschrijving van het belastbare feit op te nemen die betrekking heeft op alle in de heffing te betrekken diensten. Daarom is naast de in artikel 2 opgenomen algemene omschrijving van het belastbare feit voor iedere dienst afzonderlijk een verdere omschrijving van het belastbare feit in de tarieventabel opgenomen. Dat is dan ook de reden dat in artikel 2 wordt gesproken van ‘diensten, bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel’. Omdat ingevolge artikel 217 van de Gemeentewet het voorwerp der belasting en het tarief moeten zijn vermeld in de belastingverordening, mag er geen twijfel over bestaan dat de tarieventabel deel uitmaakt van de verordening. Vandaar dat de woorden ‘daarbij behorende’ zijn gebruikt. In de tarieventabel en in de bij de verordening en de tarieventabel behorende bijlagen wordt dit eveneens uitdrukkelijk aangegeven.

De belastingplicht (artikel 3 van de verordening)

Ingevolge artikel 217 van de Gemeentewet dient in de belastingverordening te worden vermeld wie de belastingplichtige is. Vanwege het uiteenlopende karakter van de verschillende diensten is gekozen voor een ruime omschrijving van de belastingplicht, om te voorkomen dat in bepaalde situaties geen belastingplichtige aangewezen zou kunnen worden.

De vrijstellingen (artikel 4 van de verordening)

Dit artikel geeft aan in welke gevallen er geen leges worden opgelegd. De vrijstelling geldt niet voor de tarieven die worden geheven conform hoofdstuk 3 van de legestabel (RHC).

De tarieven (artikel 5 van de verordening)

Tariefstelling en kostendekkendheid

Op 1 januari 1990 is in werking getreden de Wet van 3 juli 1989 (Stb. 1989, 302), tot wijziging van de gemeentewet op het stuk der belastingen (limitering leges en rechten). Deze wet had tot gevolg dat vanaf 1 januari 1990 een legesverordening niet werd goedgekeurd indien de geraamde baten van de leges uitgaan boven de geraamde gemeentelijke lasten ter zake.

Vanaf 1 januari 1994 mag de legesverordening maximaal kostendekkend zijn. Dit is geregeld in artikel 229b van de Gemeentewet. Zowel directe als indirecte kosten kunnen worden doorberekend. Directe kosten zijn kosten die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verrichte dienstverlening. Daarbij valt te denken aan directe loonkosten, directe kapitaallasten en directe materiële kosten. Indirecte kosten zijn kosten die niet rechtstreeks met de door de gemeente verleende diensten samenhangen. Voor zover deze in enig verband staan met de specifieke dienstverlening kunnen ook deze kosten worden doorberekend.

Eerste lid

Voor de tarieven wordt in dit artikel verwezen naar de bij de verordening behorende tarieventabel die, zoals in de toelichting op artikel 2 reeds is opgemerkt, deel uitmaakt van de verordening.

Tweede lid

In het tweede lid van dit artikel is een regeling opgenomen voor die diensten, waarbij als maatstaf van heffing het aantal uren, bladzijden en dergelijke is gehanteerd.

Door deze bepaling behoeft in de tarieventabel niet steeds te worden vermeld dat gedeelten van bijvoorbeeld uren of bladzijden voor een geheel uur of een gehele bladzijde zullen worden gerekend.

De wijze van heffing (artikel 6 van de verordening)

Ingevolge artikel 233 van de Gemeentewet kunnen gemeentelijke belastingen worden geheven bij wege van aanslag, bij wege van voldoening op aangifte of op andere wijze. In de belastingverordening zal moeten worden geregeld welke wijze van heffing geldt.

In de verordening is in beginsel gekozen voor de heffing op andere wijze, omdat deze wijze van heffing wordt gekenmerkt door een grote mate van vormvrijheid, hetgeen goed aansluit bij het karakter van de heffing van leges.

De termijnen van betaling (artikel 7 van de verordening)

Kan de aanvraag onmiddellijk in behandeling worden genomen, dan ligt het voor de hand dat de leges onmiddellijk worden betaald. Hierin voorziet het bepaalde in artikel 7 van de verordening. Indien de kennisgeving mondeling wordt gedaan dan dient er betaald te worden op het moment van het doen van de kennisgeving.

Wordt de kennisgeving toegezonden, dan wordt in artikel 7, onderdeel b, bepaald dat binnen 14 dagen na dagtekening betaald moet worden.

Kwijtschelding (artikel 8 van de verordening)

In de verordening is gekozen voor een bepaling die regelt dat in het geheel geen kwijtschelding van leges wordt verleend. Reden hiervan is dat het heffen van leges als een betaling voor een bepaalde prestatie van de gemeente is aan te merken. De gemeente verleent om die reden geen kwijtschelding van leges.

Teruggaaf (artikel 9 van de verordening)

Degene die ingevolge de belastingverordening aanspraak kan maken op een gehele of gedeeltelijke vrijstelling, vermindering, ontheffing of teruggaaf, kan binnen zes weken nadat de omstandigheid welke die aanspraak deed ontstaan, zich heeft voorgedaan een aanvraag tot het verkrijgen van vrijstelling, vermindering, ontheffing of teruggaaf indienen bij de invorderingsambtenaar.

De nadere regelgeving door het college van burgemeester en wethouders (artikel 10 van de verordening

Deze nadere regelgeving heeft betrekking op de regelgeving inzake zaken als aangifte, voorlopige aanslagen en invorderingsrente.