Regeling vervallen per 30-12-2017

Beleidsregels Jeugdhulp gemeente Woerden 2016

Geldend van 30-12-2017 t/m 29-12-2017

Intitulé

Beleidsregels Jeugdhulp gemeente Woerden 2016

Burgemeester en wethouders van Woerden:

Overwegende dat voor de uitvoering van de Verordening Jeugdhulp gemeente Woerden 2015 (verder: Verordening) wenselijk is de beleidsregels te wijzigen;

B E S L U I T :

  • 1.

    vast te stellen de "Beleidsregels Jeugdhulp gemeente Woerden 2016";

  • 2.

    In te trekken de Beleidsregels Jeugdhulp gemeente Woerden 2015.

  

Hoofdstuk 1 visie gemeente Woerden

Op 10 november 2014 heeft de gemeenteraad van Woerden ingestemd met het Integraal Beleidsplan Sociaal Domein 2015-2016 (hierna: het Beleidsplan). In hoofdstuk 2 van het Beleidsplan staat onze visie vermeld met betrekking tot het integraal sociaal domein. In bijlage 2 van het Beleidsplan staan de aanvullende principes die betrekking hebben op jeugd. Beiden staan hieronder kort beschreven.

1.1 Visie sociaal domein

Inwoners/huishoudens hebben (volledig) zelf de regie bij het vormgeven van hun leven. Dit betekent

dat zij, wanneer zij op een of meerdere leefgebieden ondersteuning nodig hebben

  • ·

    zelf een ondersteuningsplan formuleren;

  • ·

    zelf de noodzakelijke ondersteuning inkopen met een pgb (en/of zorg in natura);

  • ·

    en eigenaar zijn van hun dossier en alle gegevens die daarvoor worden verzameld (privacy).

Inwoners/huishoudens die (tijdelijk) NIET in staat zijn om zelf regie te voeren of met ondersteuningvan hun eigen sociale netwerk regie te voeren, ontvangen passende informele en/of professioneleondersteuning. Deze ondersteuning is integraal en gaat altijd uit van wat inwoners/huishoudens zelf

op kunnen pakken, eventueel ondersteund door mensen in hun sociale netwerk.

Samengevat gaat het om de volgende uitgangspunten:

We kijken samen met inwoners naar alle (relevante) leefgebieden en dat herstel van hunnormale leven centraal staat;

  • ·

    Er gewerkt wordt volgens het principe 1 huishouden, 1 plan, 1 coördinator;

  • ·

    Inwoners met een zo beperkt mogelijk aantal instanties van doen hebben;

  • ·

    Inwoners slechts eenmalig hun gegevens hoeven te verstrekken, eigenaar zijn en blijven vandeze gegevens en beslissen over wie toegang heeft tot deze gegevens en in welkehoedanigheid (privacy: alleen lezen, mutaties aanbrengen, enzovoort).

We verwachten:

  • ·

    Van inwoners én hun naaste omgeving zelfregie en samenredzaamheid;

  • ·

    Een samenleving waarin inwoners initiatief nemen om andere inwoners te helpen;

  • ·

    Dat inwoners naar vermogen en draagkracht meedoen.

We erkennen:

·De rechten en plichten van inwoners. Rechten op voorzieningen als het nodig is en de plichtom te zorgen voor jezelf en je naaste;

·De mogelijkheden van mensen om actief en betrokken te zijn bij anderen, bijvoorbeeld alsmantelzorger of vrijwilliger;

·De mate van wederkerigheid die mogelijk is bij het ontvangen van een voorziening.

1.2 Aanvullende principes jeugd

In de visie van de gemeente Woerden hebben inwoners/huishoudens (volledig) de regie bij het vormgeven van hun leven. Kinderen/jeugdigen zitten niet in diezelfde positie. Onverkort de uitgangspunten van onze bovengenoemde visie gelden voor de kinderen/jeugdigen een aantal aanvullende principes:

  • ·

    Alle inwoners van Woerden krijgen gelijke toegang tot de Jeugdhulp. Sociale en etnische afkomst, opleidingsniveau en mondigheid maken hierin steeds minder verschil;

  • ·

    De gemeente maakt bij het vinden van kinderen/jeugdigen met problemen gebruik van natuurlijke vindplaatsen: zoals scholen, huisartsen, bureau leerplicht, sport- en andere verenigingen, huiswerkbegeleidingsgroepen, consultatiebureau, SEH van het ziekenhuis, politie, jongerenwerk, signalen uit de omgeving van het gezin, wijkverpleegkundige, maatschappelijk werken en Ferm Werk;

  • ·

    Onafhankelijk van het feit of een kind/jeugdige is aangemeld door de ouders of dat het kind/jeugdige ‘gevonden’ is, blijft de aanpak dat eerst in gesprek met ouders en kind de eigen kracht en de bijdrage die het eigen netwerk kan leveren wordt verkend voordat (duurdere) professionele hulp wordt ingezet. Echter, elke jeugdige krijgt zoveel mogelijk in één keer de juiste hulp, ook als dat dure hulp is;

  • ·

    Het ondersteuningsplan: één gezin, één plan, een vaste coördinator en één budget. Ook voor kinderen/jeugdigen geldt zoveel mogelijk dat de ouders/kind het ondersteuningsplan zelf vormgeven en dossiereigenaar zijn. Het ondersteuningsplan heeft daarbij betrekking op het hele gezin. Problemen in een gezin hangen met elkaar samen en moeten dus integraal benaderd worden. Het gezin is dossiereigenaar. Als het gezin het niet kan, helpt een sociaal makelaar als regisseur de ouders. In uitzonderlijke gevallen is een gezinsvoogd eigenaar van het dossier. Dit laatste is het geval als dit als een dwingende maatregel is opgelegd door de Raad van de Kinderbescherming/Kinderrechter en het gezin elke medewerking weigert;

  • ·

    Als kinderen/jeugdigen een chronische beperking c.q. aandoening hebben, leidt dit tot een eenmalige indicatie, waarbij alleen herindicatie plaatsvindt op vooraf afgesproken momenten (bijvoorbeeld bij wijziging van de levensfase van een kind), dan wel op aangeven van de ouder/het kind zelf. Dit is vastgelegd in het ondersteuningsplan.

  • ·

    Bij de te verlenen zorg past Woerden – en dus ook de ouders, het netwerk en de eventueel in te schakelen zorginstellingen - de benadering ‘tough love’ toe: een combinatie van macht en liefde die staat voor gezagdragend ouderschap. Ouders zullen hierin ondersteund worden. Dit maakt het mogelijk dat ouders hun kinderen blijvend op een goede manier kunnen opvoeden en begeleiden. Dit voorkomt herhaling van problemen.

  • ·

    Daarnaast is het op dit moment zo dat als een ouder/kind geen hulpvraag heeft, hulp ook niet ingezet kan worden. Woerden laat deze benadering los. De ervaring leert dat bij de ontkenning van een hulpvraag problemen vaak in een later stadium escaleren. Woerden wil in staat zijn om als volgens deskundigen de veiligheid van het kind in het geding is – desnoods met drang – hulp in te zetten om latere escalatie (zorg met dwang via de kinderbescherming of rechter) te voorkomen. Deze zorg met drang is onder andere denkbaar voor jeugd die gevonden wordt via Veilig Thuis) om te voorkomen dat situaties escaleren en – op termijn - jeugdbescherming ingezet moet worden.

  • ·

    Wij zorgen bij het bereiken van de meerderjarigheid (18), als dat noodzakelijk is, voor een overgang van Jeugdhulp naar andersoortige ondersteuning, waardoor er sprake is van zorgcontinuïteit, ook als de wet daarin niet voorziet. Dit in het belang van de betrokkene jeugdige, de samenleving en de gedane investeringen.

Binnen dit complexe veld en dynamiek streeft Woerden er naar dat elke jeugdige de kans krijgt om naar vermogen een zelfstandig leven te kunnen leiden door Hulp (bieden van perspectief), Onderwijs (verwerven startkwalificatie) en uiteindelijk een Baan (voorwaarde voor financiële zelfstandigheid).

Hoofdstuk 2 Beleidsregels jeugdhulp gemeente Woerden 2016

2.1 Algemene toelichting

Alle definities en begrippen die we in deze beleidsregels gebruiken, hebben dezelfde betekenis als in de wet en de Verordening.

  • -

    Overal waar we in dit document spreken over ouders bedoelen we ook eventuele pleegouders of verzorgers.

  • -

    Overal waar we in dit document spreken over hij of zijn bedoelen we ook zij of haar.

  • -

    Met de Wet wordt bedoeld: de Jeugdwet

  • -

    De Verordening jeugdhulp gemeente Woerden 2015 noemen we hierna: de Verordening

2.2 Beleidsregels vormen van jeugdhulp

2.2.1 Overige voorzieningen

Ad Verordening artikel 2 lid 4

Met overige voorzieningen worden o.a. de werkzaamheden die het maatschappelijk werk/ het CJG/ de GGD (JGZ) bedoeld. Het zijn voor de inwoner kosteloze vormen van hulp en ondersteuning, in de eerste lijn. Hierbij valt ook te denken aan nazorg of, indien passend, overbruggingszorg.

2.2.2 Individuele voorziening: Algemeen

Ad Verordening artikel 2 lid 3

Een individuele voorziening is het aanbod van diensten of activiteiten dat, alleen na zorgvuldig onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruikers, middels een beschikking toegankelijk is en dat is gericht op maatschappelijke ondersteuning of jeugdhulp.

Maatwerk is hierbij belangrijk. De hulpverlener past de voorziening aan de persoonlijke omstandigheden aan. Na toekennen van de individuele voorziening ontvangt de gebruiker een beschikking van de gemeente. De inwoner heeft de mogelijkheid voor bezwaar en beroep.

Soms is er sprake van een “maatwerkarrangement”. De consulent van het WoerdenWijzer team zorgt dan dat het geheel van diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen afgestemd wordt op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van een inwoner. Een onderdeel van dit geheel kan een individuele voorziening zijn.

Gecontracteerde zorgaanbieders 2016: http://inkooputrechtwest.nl/wp-content/uploads/2016/05/Kruisjeslijst-logo-2016-.pdf

Landelijk ingekochte zorgaanbieders 2016: https://vng.nl/functies-zorgaanbieders

Een jeugdige kan toegang krijgen tot individuele voorzieningen via het WoerdenWijzer team. Daarnaast is het rechtstreeks doorverwijzen naar een individuele voorziening bij de wet geregeld voor de volgende professionals:

  • 1.

    Veilig Thuis;

  • 2.

    Huisartsen;

  • 3.

    Medici zoals kinderartsen;

  • 4.

    Gecertificeerde instelling, wanneer er sprake is van dwang.

Individuele voorziening: Ondersteuning en Jeugd Geestelijke Gezondheidszorg (J-GGZ)

Hieronder vallen de volgende voorzieningen:

  • -

    Specialistische ondersteuning;

  • -

    Basis j-GGZ

  • -

    Specialistische j-GGZ

  • -

    Crisis jeugd j-GGZ

  • -

    Crisis kinderen met een beperking

Deze voorzieningen zijn gericht op:

  • ·

    behandeling en hulp (geen preventie en begeleiding) aan jeugdigen en hun ouders bij het verminderen, stabiliseren, behandelen en opheffen van of omgaan met de gevolgen van psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige, opvoedingsproblemen van de ouders of adoptie-gerelateerde problemen;

  • ·

    behandeling/hulp voor de bevordering van de deelname aan het maatschappelijk verkeer (geen preventie en begeleiding) van het zelfstandig functioneren van jeugdigen met een somatische, verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem;

  • ·

    Het herstellen van de veiligheid van de jeugdige en/of de samenleving.

Wat valt onder behandeling & hulp?

  • 1.

    Het stellen van diagnose al dan niet inclusief een advies voor begeleiding en/of behandeling voor jeugdige met psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking.

  • 2.

    Het bieden van behandeling/hulp bij een jeugdige met psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige, opvoedingsproblemen van de ouders of adoptie-gerelateerde problemen, zodat een jeugdige zo maximaal mogelijk kan deelnemen aan het maatschappelijk verkeer in een zo veilig mogelijke

  • 3.

    Het bieden van zorg ambulant, via dagbehandeling of intramuraal bij een jeugdige met psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige.

Individuele voorziening: Dyslexie

Per 1 januari 2015 valt de zorg voor kinderen met ernstig enkelvoudige dyslexie (EED) onder de jeugdwet. Hierbij hebben we het over de vergoeding voor onderzoek en behandeling. De zorg voor kinderen met EED bestaat uit een intake, diagnose en maximaal 60 behandelingen. Zie hiervoor: http://inkooputrechtwest.nl/wp-content/uploads/2015/06/Outline-werkwijze-Dyslexiezorg-23-03-2015-1.pdf

Individuele voorziening: Vervoer

Op grond van artikel 2.3, tweede lid, van de Jeugdwet omvatten voorzieningen op het gebied van jeugdhulp ook het vervoer van een jeugdige van en naar de locatie waar de jeugdhulp wordt geboden, voor zover naar het oordeel van het college noodzakelijk in verband met een medische noodzaak of beperkingen in de zelfredzaamheid.

Bij het bepalen of een vervoersvoorziening naar een individuele voorziening jeugdhulp noodzakelijk is in verband met een medische noodzaak of beperkingen in de zelfredzaamheid, hanteert het college het volgende afwegingskader:

• de regeling is alleen van toepassing indien het gaat om een vervoersvraag voor een jeugdige die een beschikking heeft voor een individuele voorziening jeugdhulp.

• indien dit het geval is, wordt vervolgens nagegaan of en in hoeverre de ouders het vervoer van de jeugdige naar de voorziening voor jeugdhulp zelf kunnen regelen (eigen kracht en eigen verantwoordelijkheid).

• als ouders het vervoer naar de jeugdhulpvoorziening zelf niet of niet volledig kunnen regelen, wordt nagegaan of er iemand uit het sociale netwerk is die wat kan betekenen in het vervoer van de jeugdige naar de voorziening voor jeugdhulp.

• indien de inzet van het sociaal netwerk niet of onvoldoende mogelijk is, dan wordt nagegaan welke vervoersvoorziening het meest passend is. Hierbij wordt in eerste instantie gekeken naar voorliggend aanbod, vervolgens naar vervoer met het OV (al dan niet met begeleiding) en tenslotte naar aangepast vervoer. Combinaties van vervoersmogelijkheden zijn daarbij ook mogelijk.

De vraag om een vervoersvoorziening voor een individuele voorziening zal in de regel tegelijk met een aanvraag voor de desbetreffende voorziening aan de orde zijn en wordt dan meegenomen bij de besluitvorming. Het kan echter ook zo zijn dat een vervoersvraag zich na verloop van tijd voordoet (een jeugdige heeft al jeugdhulp, maar er ontstaat een medische noodzaak of beperkingen in de zelfredzaamheid).

De volgende vormen van vervoersvergoeding worden onderscheiden:

  • ·

    Een vergoeding voor openbaar vervoer indien de jeugdige zelfstandig van openbaar vervoer gebruik kan maken;

  • ·

    Een vergoeding voor openbaar vervoer met begeleiding indien door de ouders ten genoegzaam wordt aangetoond dat de jeugdige niet in staat is om zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik te maken;

  • ·

    Kilometervergoeding indien de ouders of iemand uit het sociaal netwerk de jeugdige zelf vervoeren of laten vervoeren, op basis van een vastgesteld tarief, conform de Reisregeling binnenland;

  • ·

    Aangepast vervoer (taxi vervoer) indien voorgaande opties niet tot de mogelijkheid behoren.

Individuele voorziening: Begeleiding

Hieronder vallen de voorzieningen:

  • -

    Individuele begeleiding

  • -

    Dagbesteding

  • -

    Kortdurend verblijf

Wat valt onder begeleiding?

  • 1.

    ondersteunen bij en opbouwen van een sociaal netwerk van de jeugdige;

  • 2.

    ondersteunen van de thuisadministratie;

  • 3.

    ondersteuning bij (arbeidsmatige)dagbesteding;

  • 4.

    persoonlijke verzorging voor jeugdige;

  • 5.

    mantelzorgondersteuning;

  • 6.

    ondersteuning bij zelfredzaamheid/zelfregie;

  • 7.

    ondersteuning bij de invulling van het ouderschap.

De dagbesteding is gericht op:

  • ·

    structuur aanbrengen in zijn of haar dag en zich nuttig laten voelen door het uitvoeren van zinvolle activiteiten; of

  • ·

    persoonlijke ontwikkeling zoals het aanleren van vaardigheden; of

  • ·

    het gezin/huishouden van de jeugdige kan de zorg langer volhouden doordat de jeugdige op bepaalde momenten buiten het gezin/huishouden verblijft.

De begeleiding is gericht op:

  • ·

    het begeleiden van een jeugdige bij het achteruitgaan van zelfredzaamheid en/of participatie; of

  • ·

    het stabiliseren van de zelfredzaamheid en/of participatie van een jeugdige; of

  • ·

    het verbeteren van de zelfredzaamheid en/of participatie van een jeugdige.

Kortdurend verblijf is gericht op:

  • ·

    het ontlasten van de (pleeg)ouders en/of verzorgers van de jeugdige in hun zorg om de jeugdige, waardoor zij de zorg langer volhouden; of

  • ·

    het verbeteren van de ontwikkeling van bijvoorbeeld de sociale vaardigheden van een jeugdige.

Individuele voorziening: Door/ met tussenkomst van SAVE

Hieronder vallen de voorzieningen:

  • -

    Jeugdbescherming

  • -

    Jeugdreclassering

  • -

    Crisis (en crisis j-GGZ)

Ouders zijn primair verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen. Als er specifieke vragen of zorgen zijn over de opvoeding of de situatie van hun kind, dan is het lokale team van de gemeente of de huisarts het eerste aanspreekpunt. Bij een onveilige opvoedingssituatie - of dreiging van afglijden naar criminaliteit- sluit een gebiedsgebonden SAVE-team aan bij het lokale team. Voor Woerden gaat het om het SAVE-team Woerden, Montfoort, Oudewater. Deze medewerkers zijn aangesloten bij Stichting Samen Veilig Midden Nederland. Medewerkers van SAVE kunnen middels een bepaling jeugdhulp door de rechter, jeugdhulp toewijzen middels een verleningsbeschikking.

Individuele voorziening: JeugdzorgPlus

JeugdzorgPlus betekent hulp met dwang en drang voor jeugdigen voor wie een 'machtiging gesloten jeugdzorg' is afgegeven door de kinderrechter. Zij kunnen in instellingen voor jeugdzorgplus worden geplaatst (gesloten jeugdzorg). Daar krijgen zij hulp in een gesloten omgeving.

Deze jeugdigen hebben bescherming nodig tegen zichzelf of tegen anderen. Het is in het belang van de jeugdigen zelf dat zij een behandeling krijgen in geslotenheid. Dit voorkomt dat zij zich onttrekken aan de zorg die ze nodig hebben, of dat anderen hen onttrekken aan de zorg. Bij het vervoer van jeugdigen met een machtiging gesloten jeugdhulp wordt zo veel mogelijk gebruik gemaakt van vervoer door ouders, gezinsvoogd of groepsleider. Als dat niet kan of niet verantwoord is, dan maakt de instelling gebruik van de diensten van DV&O. DV&O is door het Ministerie van VWS middels een aanwijzingsbesluit aangewezen als enige vervoerder die de volgende beperkende maatregelen mag toepassen bij jeugdigen met een machtiging gesloten jeugdhulp: vastpakken en vasthouden; onderzoek aan kleding; en tijdelijke plaatsing in een afzonderlijke en af te sluiten ruimte in het vervoermiddel.

JeugdzorgPlus wordt als volgt gekarakteriseerd:

  • 1.

    Doelgroep betreft Jeugdigen met ernstige gedrag- en opvoedproblemen, die een gevaar vormen voor zichzelf of hun omgeving;

  • 2.

    Het doel van het traject is succesvolle terugkeer naar de maatschappij. Doel is ook enerzijds veiligheid en bescherming bieden en anderzijds Jeugdigen stabiliseren en zodanig hulp te bieden dat het uiteindelijk bestendig op het perspectief van het traject (thuis, residentiële voorziening, pleeggezin) kan verblijven, waarbij hij/zij een dagbesteding (onderwijs) heeft;

  • 3.

    JeugdzorgPlus heeft de volgende kenmerken:

    • a.

      Verblijf op basis van een rechterlijke machtiging via kinderrechter (Opgelegd vanwege risico op onttrekking aan zorg - door zichzelf of omgeving);

    • b.

      Plaatsing is meestal i.c.m. met een kinderbeschermingsmaatregel die het gezag over de inwoner bepaalt (zoals OTS: onder toezichtstelling);

    • c.

      JeugdzorgPlus betreft een regime: zorg en inrichting van locatie dient aan eisen te voldoen. Het betreft een “drie-milieus voorziening” (verblijf, onderwijs/werk en vrije tijd);

Het kenmerk van de Individuele voorziening JeugdzorgPlus is de mogelijkheid om beperkende maatregelen toe te passen. De behandeling is erop gericht om de impact van de beperkende maatregelen zo passend mogelijk te laten zijn, en de jeugdige voor te bereiden op een tijd waarin er geen noodzaak maar ook geen mogelijkheid meer is voor beperkende maatregelen.

Binnen de JeugdzorgPlus voorziening leert men de jeugdige om met een aantal chronisch aanwezige condities om te gaan. Deze condities kunnen gelegen zijn in de jeugdige (stoornissen, gedrag etc.), in het systeem van de jeugdige (disfunctionele gezinssystemen) of in de bredere omgeving (vatbaarheid voor vriendengroepen, loverboys). Doel is om de jeugdige vaardigheden bij te brengen die ervoor zorgen dat de jeugdige voldoende normaal kan meedoen in de samenleving.

Individuele voorziening: Gezinsvervanging

Gezinsvervanging (waaronder pleegzorg) is plaatsing in gezinsverband als hulp thuis niet meer mogelijk is en een jeugdige voor korte of langere tijd uit huis moet worden geplaatst. Het gaat om een combinatie van ‘zo gewoon mogelijk opgroeien’ en professionele hulp. Het uitgangspunt van pleegzorg is dat een jeugdige zoveel mogelijk opgroeit in een gewone gezinsomgeving.

De jeugdhulpaanbieder die pleegzorg aanbiedt, draagt zorg voor de samenwerking tussen alle partijen rond de jeugdige en biedt, waar nodig professionele hulp aan de jeugdige, de pleegouders en eventueel de ouders.

Als de reguliere pleegzorg niet voldoende is voor het kind vanwege een vermoeden van een psychische stoornis, waarvoor bijvoorbeeld diagnostiek en behandeling nodig is of constante toezicht, kan de pleegzorgorganisatie door de consulent van WoerdenWijzer een beschikking laten opstellen waarin deze extra zorg wordt afgegeven.

Wat valt onder pleegzorg?

  • 1.

    Het kan gaan om een voltijd- of deeltijd verblijf in een pleeggezin;

  • 2.

    De zorg richt zich op terugkeer naar huis of stabilisering van de plaatsing in het pleeggezin;

  • 3.

    Behandeling en begeleiding bepaalt de jeugdhulpaanbieder op maat;

  • 4.

    Ook voor de ouders en/of pleegouders kan de jeugdhulpaanbieder hulp op maat inzetten.

Individuele voorziening: Zeer specialistische functies

Wat valt onder zeer specialistische functies?

  • 1.

    Huidige landelijke specialismen JeugdzorgPlus;

  • 2.

    GGZ met een landelijke functie;

  • 3.

    Expertise en behandelcentrum op het terrein van geweld in afhankelijkheidsrelaties onder 18 jaar;

  • 4.

    Jeugd sterk gedragsgestoord licht verstandelijk gehandicapt (j-sglvg);

  • 5.

    Gespecialiseerde diagnostiek, observatie en exploratieve behandeling aan (L)VB jeugd GGZ met bijkomende complexe problematiek;

6.Forensische jeugdzorg: inzet van erkende gedragsinterventies gericht op het verminderen van de

recidive bij schorsing voorlopige hechtenis, voorwaardelijke veroordeling of gedragsmaatregel.

2.3Beleidsregel Toegang via de huisarts, de jeugdarts en de medisch specialist

Ad Verordening artikel 3

Er is een convenant opgesteld op 8 september 2015 waarin regionaal afspraken zijn gemaakt tussen de gemeenten uit de regio Utrecht West, huisartsen en jeugdartsen. Lokaal kunnen de afspraken tussen de gemeenten en artsen uiteraard verschillen.

De gemeenten, de huisartsencoöperatie ROH Noord West Utrecht en GGD Regio Utrecht hebben de gezamenlijke ambitie om:

1.gezamenlijk passende zorg op maat en op de juiste plek te realiseren voor de bevolking van de

regio, rekening houdend met verschillende belangen, perspectieven en ontwikkelingen;

2.de komende jaren te werken aan een stevige en effectieve verbinding tussen het sociale en het zorgdomein, met huisartsen als belangrijke spil;

3.samenwerkingsafspraken te maken en implementeren om deze verbinding duurzaam tot stand te brengen en kosten te beheersen.

De samenwerking heeft als doel:

  • A.

    Als gemeenten en eerste lijn zich gezamenlijk voor te bereiden op de komende ontwikkelingen.

  • B.

    Het sociale en zorgdomein meer aan elkaar te verbinden om dubbelingen te voorkomen en mogelijkheden van inwoners en professionals beter te benutten.

  • C.

    Door middel van samenwerking tussen huisartsen en partners in het gemeentelijk sociale domein zorg en ondersteuning op de juiste plek te organiseren.

2.4Beleidsregel Inzet nadere expertise

Ad Verordening artikel 4

Bij het bepalen van de juiste zorg kunnen de consulenten en sociaal makelaars van WoerdenWijzer, met goedkeuring van de jeugdige en/ of zijn ouders nadere expertise inzetten. Hiertoe is een aantal extern adviseurs gecontracteerd.

2.5 Beleidsregel Zelfstandige aanvraag door jongere

Ad Verordening artikel 8

Jeugdigen kunnen vanaf 16 jaar zelfstandig, en zonder medeweten van de ouder, een ondersteuningsplan indienen.

2.6 Beleidsregel Ondersteuningsplan/ familiegroepsplan

Ad Verordening artikel 9

Op grond van de uitkomsten van het onderzoek als bedoeld in artikel 6 van de Verordening stelt de inwoner, al dan niet met begeleiding, een integraal ondersteuningsplan op. Het is ook mogelijk om daarbij een familiegroepsplan in te dienen. Hierbij stellen de ouders en/of jeugdige, samen met het sociaal netwerk van het gezin een plan van aanpak op.

2.7 Beleidsregel Vaststellen hoogte pgb

Ad Verordening artikel 11

De hoogte van een pgb voor jeugdhulp wordt bepaald per uur, per resultaat of per dag(deel) op basis van het basistarief dat door de gemeente bij de inkoop van jeugdhulp is vastgesteld voor de betreffende soort begeleiding per uur, per resultaat of per dag(deel) in natura.

Afhankelijk van de uitvoerder van de begeleiding worden de volgende percentages vandit basistarief gehanteerd:

  • a)

    voor niet-professionele zorgverleners geldt dat deze persoon voor zijn diensten maximaal het op grond van de Wet langdurige zorg geldende pgb-uurtarief voor hulp van niet-professionele zorgverlening krijgt betaald (maximaal € 20,- per uur)

  • b)

    voor jeugdhulp door een zelfstandige zonder personeel (ZZP-er) geldt 100% van het basistarief van Zorg In Natura 2016, tot maximaal het huidige tarief aan pgb voor de betreffende zorgvorm;

  • c)

    voor nieuwe cliënten geldt: voor jeugdhulp door een organisatie geldt 100% van het

    basistarief van Zorg In Natura 2016, tot maximaal het huidige tarief aan pgb voor de betreffende zorgvorm.

Gezamenlijk inkopen

Het is toegestaan om samen zorg in te kopen via het pgb. De mogelijkheid bestaat om een voorziening te verstrekken die door meerdere personen te gebruiken is. Gaat het om een individuele voorziening dan blijft het te behalen zorgdoel en het proces van aanvraag, afhandeling, declaratie, facturering en verantwoording wel individueel.

2.8 Beleidsregel Inzet pgb bij een persoon die behoort bij het sociaal netwerk/ niet-professionele zorgverleners

Met een pgb kan hulp vanuit het sociaal netwerk bekostigd worden als er sprake is van bovengebruikelijke zorg, in tegenstelling tot ‘de gebruikelijke zorg’. Gebruikelijke zorg is de normale, dagelijkse zorg die partners, ouders, inwonende kinderen en/of andere huisgenoten geacht worden elkaar onderling te bieden. Voor een uitgebreide omschrijving van gebruikelijke zorg zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0037526/2016-01-01

In kortdurende situaties wordt van ouders verwacht dat zij hun kind alle persoonlijke verzorging, begeleiding en verpleegkundige handelingen geven.

Bij langdurige situaties valt alleen de gebruikelijke persoonlijke verzorging en begeleiding onder gebruikelijke zorg.

De zorg voor kinderen met een beperking kan groter zijn dan de zorg voor een gezond kind van de zelfde leeftijd. Dit is de bovengebruikelijke zorg. 

Het vaststellen dat er sprake is van bovengebruikelijke zorg geeft op zichzelf geen recht op een vorm van jeugdhulp. Bij de afweging of een individuele voorziening jeugdhulp aan de orde is, worden ook de andere aspecten, zoals genoemd in artikel 6, lid 1, van de verordening meegewogen.

Om te onderzoeken of er sprake is van bovengebruikelijke zorg, bespreekt de consulent met de inwoner die het pgb aanvraagt en zijn mantelzorgers:

• Of er tot dan toe al sprake is geweest van (onbetaalde) jeugdhulp;

• Waarom de zorgverlener uit het sociale netwerk er eventueel mee stopt;

• Waarom een eventuele nieuwe mantelzorger de zorg niet kosteloos wil verlenen.

Als iemand uit het sociale netwerk wordt ingeschakeld maakt de aanvrager gebruik van de “familieovereenkomst” zoals SVB deze op zijn website aanbiedt.

2.9 Beleidsregel Weigering van pgb

Sommige voorzieningen zijn uitgesloten van pgb

• Ondersteuning in de vorm van een pgb is niet mogelijk voor algemene, voorliggende voorzieningen die in de gemeente of nabije omgeving aanwezig zijn;

• Een pgb wordt geweigerd als er sprake is van een crisissituatie;

• Tussenpersonen of belangbehartigers mogen niet uit het pgb worden betaald;

• Een pgb wordt geweigerd voor zover het pgb is bedoeld voor begeleiding- of administratiekosten in verband met het persoonsgebonden budget;

Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot het onderzoeken, al dan niet steekproefsgewijs, of de verstrekte voorzieningen worden gebruikt of besteed ten behoeve van het doel waarvoor ze verstrekt zijn en/of de geleverde zorg van goede kwaliteit is.

2.10 BeleidsregelVergoeding door andere financiers

Hulp/ondersteuning die bekostigd kan worden door andere financiers, bijvoorbeeld hulp die zorgverzekeraars beschikbaar stellen via (aanvullende) pakketten, komt niet in aanmerking voor vergoeding (noch in natura noch middels pgb). Dit geldt ook voor jeugdigen of ouders zonder aanvullend pakket. Tijdens de afhandeling van de aanvraag Wlz blijft de gemeente zorg en ondersteuning bieden aan het kind. Bij toewijzing vanuit de Wlz kan het kind overstappen en bij een afwijzing kan de zorg vanuit de gemeente doorgezet worden.

2.11 Beleidsregel Onafhankelijke cliëntondersteuning

Wanneer een inwoner zich meldt met een hulpvraag (dus bij de 'toegang' tot ondersteuning), omdat hij of zij de hulpvraag mogelijk niet duidelijk heeft, kan hij of zij gebruik maken van onafhankelijke cliëntondersteuning. De Wmo 2015 definieert cliëntondersteuning als: 'Onafhankelijke ondersteuning met informatie, advies en algemene ondersteuning die bijdraagt aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie en het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, preventieve zorg, zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen, bijvoorbeeld voor hulp bij budgetteren of het opstellen van het ondersteuningsplan. Voor de gemeente Woerden wordt in 2016 de onafhankelijke cliëntondersteuning vorm gegeven door het inzetten van onafhankelijke regieondersteuners. Inwoners kunnen de onafhankelijke regieondersteuner bereiken via de site van WoerdenWijzer of telefonisch via de integrale toegang van WoerdenWijzer. WoerdenWijzer wijst de inwoner op het recht op onafhankelijke regieondersteuning en dat de inwoner een keuzevrijheid heeft.

2.12Beleidsregel Vertrouwenspersoon

Ad Verordening artikel 14

Elk kind, elke jongere en elke volwassene die te maken krijgt met jeugdhulp, kan de hulp van het Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ) vragen. Het AKJ voert het vertrouwenswerk uit namens alle gemeenten in het land samen met onderaannemers. De vertrouwenspersonen zijn er om te begeleiden en ondersteunen. Er kunnen allerlei vragen zijn waar de inwoner graag een duidelijk antwoord op wil hebben. Als je als jongere in een instelling zit, komt de vertrouwenspersoon op bezoek.

2.13Beleidsregel Klachtenregeling

Ad Verordening artikel 15

Bij de afhandeling van klachten in het kader van jeugdhulp wordt onderscheid gemaakt tussen:

  • ·

    Klachten over de gevoerde procedure;

  • ·

    Klachten over de bejegening;

  • ·

    Klachten over een voorziening of een aanbieder daarvan

Klachten over de gevoerde procedure of over de bejegening door een medewerker kunnen bij de gemeente worden ingediend via de algemene website: https://www.woerden.nl/inwoners/melding-klacht-tip-aan-de-gemeente/uw-melding-klacht-tip of schriftelijk.

Klachten over de bejegening door een medewerker van professionals kunnen ingediend worden bij de organisatie waarvoor de persoon in kwestie werkt.

Klachten over een voorziening of over de dienstverlening van de aanbieder daarvan, kunnen wordeningediend bij de aanbieder in kwestie.

2.14 Beleidsregels Inspraak en medezeggenschap

Ad Verordening artikel 16

Het college stelt de Participatieraad Woerden vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp. Er geldt een zelfde inspraakprocedure voor het Wmo-beleid, als voor de andere terreinen in het sociale domein.

Het college nodigt, in samenspraak met de Participatieraad Woerden, minimaal eenmaal per jaar ingezetenen, cliënten en vertegenwoordigers van cliënten uit voor overleg over beleid betreffende jeugdhulp en de uitvoering daarvan. Het college maakt dit overleg vroegtijdig openbaar bekend. Daarbij worden genodigden opgeroepen punten voor de agenda aan te dragen.

HOOFDSTUK 3 SLOTBEPALINGEN

3.1 Inwerktreding

  • 1.

    De ‘Beleidsregels Jeugdhulp gemeente Woerden 2016’ treden in werking op de dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De ‘Beleidsregels Jeugdhulp gemeente Woerden 2015’ worden ingetrokken met ingang van de datum van inwerkingtreding van de ‘Beleidsregels jeugdhulp gemeente Woerden 2016’.

3.2 Citeerartikel

Dit besluit kan worden aangehaald als: Beleidsregels Jeugdhulp gemeente Woerden 2016.

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Woerdengehouden op 27 september 2016.

De secretaris De burgemeester

Drs. M.H.J. van Kruijsbergen MBA Dhr. V.J.H. Molkenboer