Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening van de raad van Woerden houdende regels voor de heffing en invordering van havengelden 2019 (Verordening havengelden 2019)

Geldend van 01-01-2019 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening van de raad van Woerden houdende regels voor de heffing en invordering van havengelden 2019 (Verordening havengelden 2019)

De raad van de gemeente Woerden;

gelezen het voorstel d.d. 20 november 2018 van:

- burgemeester en wethouders

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet en de Verordening openbaar vaarwater Woerden

b e s l u i t:

vast te stellen de

Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2019

Artikel 1 - Aard van de belasting

Onder de naam havengelden wordt een recht geheven van vaartuigen voor het verblijven binnen de openbare gemeentewateren.

Artikel 2 - Definities

1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • Invorderingswet : de Invorderingswet 1990.

  • Vaartuigen : alle soorten van drijvende lichamen, die zijn vervaardigd dan wel bestemd of geschikt zijn om, wegens hun drijfvermogen, te water worden gebruikt of bewaard.

  • Pleziervaartuigen : vaartuigen, die hoofdzakelijk worden gebruikt voor de recreatie, zoals het beoefenen van de watersport of voor het vervoeren van personen, niet zijnde bedrijfsvervoer en niet tegen betaling.

  • Woonschepen : elk vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als, of te oordelen naar zijn constructie of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is tot dag- of nachtverblijf van een of meer personen.

  • Termijn : een in de tabel genoemd tijdvak, waarin het gebruik van de wateren van Woerden plaatsvindt.

Artikel 3 - Belastingplicht

Ingevolge deze verordening is de kapitein, schipper, reder, eigenaar, hoofdbewoner van het vaartuig, degene die het vaartuig heeft gecharterd of degene die als vertegenwoordiger van één dezer optreedt, belastingplichtig en verplicht het berekende tarief havengelden te voldoen.

Artikel 4 - Tarieven

Per overnachting

week

maand

kwartaal

jaar

4.1

Voor passanten die door een pleziervaartuig, vrachtschip, woonschip, roeiboot of een overig vaartuig in gemeentewater aanlegt voor een overnachting bedraagt het tarief per strekkende meter:

€ 1,33

€ 7,51

€ 26,77

€ 82,41

€ 319,36

4.2

met dien verstande dat een minimum bedrag is verschuldigd van:

€ 6,68

nvt

nvt

nvt

nvt

4.3.1

Voor het kunnen gebruiken van een vaste ligplaats (binnen een cluster) door een pleziervaartuig, roeiboot of een overig vaartuig in gemeentewater (met uitzondering van de Haven en aan de Nieuwe Steiger) bedraagt het tarief per vierkante meter van de gereserveerde plaats:

toepassing maand tarief

toepassing maand tarief

€ 1,38

€ 3,75

€ 12,43

4.3.2

Voor het kunnen gebruiken van een vaste ligplaats in de Haven en aan de Nieuwe Steiger door een pleziervaartuig, vrachtschip, roeiboot of een overig vaartuig in gemeentewater bedraagt het tarief per vierkante meter van de gereserveerde plaats:

toepassing maand tarief

toepassing maand tarief

€ 1,48

€ 4,06

€ 13,52

4.3.3

Voor het kunnen gebruiken van een vaste ligplaats aan de Emmakade door een woonboot of een woonschip of een historisch schip in gemeentewater bedraagt het tarief per vierkante meter van de gereserveerde plaats:

toepassing maand tarief

toepassing maand tarief

€ 1,12

€ 3,08

€ 10,27

4.4

Voor de berekening van de havengelden wordt een gedeelte van een eenheid of maatstaf als een volle eenheid of maatstaf aangemerkt.

4.5

De op basis van 4.1 en 4.2 en 4.3.1 en 4.3.2 geheven bedragen zijn inclusief BTW

De op basis van 4.3.3. geheven bedragen zijn exclusief BTW.

4.6

Een vaartuig dat binnen een cluster is aangemeerd, mag niet langer zijn dan 8 meter.

Een ontheffing zal worden verleend voor vaartuigen groter dan 8 meter die voor 1 januari 2015 reeds een vergunning hadden.

Artikel 5 - Tariefstoepassing

Voor de toepassing van de tarieven:

  • 1.

    wordt de lengte van een vaartuig gesteld op de lengte over alles, mits deze blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

  • 2.

    wordt, in afwijking van het gestelde in het eerste lid, de lengte ambtshalve vastgesteld, indien de in het eerste lid bedoeld meetbrief niet wordt overlegd of indien deze de vereiste gegevens niet vermeld.

Artikel 6 - Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 - De wijze van heffing

  • 1.

    De havengelden worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

  • 2.

    De havengelden voor passanten, genoemd in artikel 4.1, worden geïnd door Watersportvereniging De Greft. Deze gelden hoeven niet te worden afgedragen in verband met het door hen uitgevoerde passantenbeheer.

Artikel 8 - Aanvang belastingschuld

De havengelden zijn verschuldigd op het tijdstip dat het in artikel 1 genoemde verblijf een aanvang neemt.

Artikel 9 - Tijdstip van betaling

De havengelden moeten worden betaald:

  • 1.

    ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 7 mondeling wordt gedaan: op het moment van het doen van de kennisgeving.

  • 2.

    ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 7 schriftelijk wordt gedaan: binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

Artikel 10 - Vervanging van vaartuigen

  • 1.

    Indien een vaartuig wordt vervangen door een ander vaartuig, wordt het havengeld over de nog niet verstreken maanden van de lopende termijn verrekend met het verschuldigde havengeld over die maanden voor het vervangende vaartuig.

  • 2.

    In afwijking van het gestelde in het voorgaande lid vindt geen verrekening plaats indien er sprake is van een gecontinueerd reservering van een vaste plaats.

  • 3.

    In afwijking van het gestelde in artikel 8 dient het verschuldigde bedrag, dat na het te verrekenen als bedoeld in het eerste lid tot stand is gekomen, binnen 30 dagen na de dagtekening van de nota te worden betaald.

Artikel 11 - Vrijstellingen

Havengelden worden niet geheven voor:

  • 1.

    vaartuigen in dienst van het rijk, de provincie, het waterschap (HDSR) en de gemeente;

  • 2.

    vaartuigen die in opdracht van de gemeente worden gebruikt voor werkzaamheden in de in artikel 1 bedoelde wateren;

  • 3.

    het gebruik van de haven met een vaartuig dat in de gemeente wordt opgehouden door stremming of belemmering van de vaart, veroorzaakt door ijsgang of werkzaamheden aan enig openbaar werk der gemeente;

  • 4.

    een met peddels voortbewogen opblaasbaar vaartuig of een daarmee gelijk te stellen vaartuig.

  • 5.

    woonschepen in de singel (nummers 43A t/m 43J) die op basis van een privaatrechtelijke overeenkomst gebruik maken van zowel gemeentegrond (deel van de aangrenzende oever) als van een ligplaats.

Artikel 12 - Kwijtschelding

Bij de invordering van havengelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 - Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de havengelden.

Artikel 14 - Overgangsrecht

De ‘Verordening havengelden 2018’ van 20 december 2017, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 15, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 15 - Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

Artikel 16 - Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening havengelden 2019.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Woerden in zijn openbare vergadering,

gehouden op 19 december 2018.

De griffier, De voorzitter,

drs. M.J.W. Tobeas V.J.H. Molkenboer