Regeling vervallen per 01-01-2012

Beleidsregels langdurigheidstoeslag 2009

Geldend van 26-06-2009 t/m 31-12-2011 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2009

Intitulé

Beleidsregels langdurigheidstoeslag 2009

Beleidsregels langdurigheidstoeslag 2009

Artikel 1 Uitzicht op inkomensverbetering

Uitzicht op inkomensverbetering wordt verondersteld ten aanzien van belanghebbenden die:

a. op de peildatum een opleiding volgen die valt onder het bereik van de WSF of de WTOS, dan wel een opleiding die naar zijn aard hieraan kan worden gelijkgesteld;

b. die tijdens de referteperiode een opleiding als bedoeld in het vorige lid hebben afgerond;

c. die op de peildatum een inkomen ontvangen dat hoger is dan 120% van de toepasselijke bijstandsnorm.

Artikel 2 Ontbreken van uitzicht op inkomensverbetering

Aan de voorwaarde dat er geen sprake is van uitzicht op inkomensverbetering is voldaan indien de belanghebbende gedurende een periode van 36 maanden opgenomen is geweest in een schuldsaneringstraject.

Artikel 3 Bijzondere groepen

a. Geen langdurigheidstoeslag wordt verstrekt aan personen die op de peildatum geen eigen duurzame gebruiksgoederen bezitten vanwege het ontbreken van een vaste woon- of verblijfplaats of het verblijf in woonvormen waar dergelijke bezittingen niet worden verondersteld.

b. Belanghebbenden die tijdens (een deel van) de referteperiode zonder geldige verblijfsvergunning in Nederland hebben verbleven worden geacht in die periode een inkomen te hebben ontvangen ter hoogte van de toepasselijke bijstandsnorm tenzij er bewijs is voor een hoger in aanmerking te nemen inkomen.

Artikel 4 Peildatum vermogenstoets

Met het oog op de vermogenstoets wordt het vermogen in aanmerking genomen waarover de belanghebbende op de peildatum beschikt of redelijkerwijs kan beschikken.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag volgend op publicatie en werken terug tot 1 januari 2009.

Ondertekening

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 31 maart 2009

Nota-toelichting Artikelsgewijze toelichting

1. In dit artikel wordt de uitsluiting geregeld van studenten/scholieren en degenen die in het nabije verleden een opleiding hebben afgerond. Zij worden geacht op grond hiervan uitzicht op inkomensverbetering te hebben.Ook worden personen uitgesloten die, ondanks een gemiddeld inkomen van niet meer dan 110% van de bijstandsnorm tijdens de referteperiode, op de peildatum een inkomen hebben dat hoger is dan 120% van die norm. Zij worden geacht het uitzicht op inkomensverbetering al te hebben gerealiseerd.2. In dit artikel wordt de insluiting geregeld van personen in een schuldsaneringstraject. Na 36 maanden een inkomen te hebben ontvangen ter hoogte van de bijstandsnorm en aanwending van alle beschikbare vermogensbestanddelen is afronding van zo’n traject in de regel nabij. Daarna kan de schuldenaar mogelijk weer over een hoger inkomen beschikken. Door deze bepaling wordt voorkomen dat een langdurigheidstoeslag wordt geweigerd op de grond dat er uitzicht is op inkomensverbetering. Zodoende kan langdurigheidstoeslag deze belanghebbenden stimuleren de schuldregeling af te ronden en hen een betere start geven voor een gezonde financiële toekomst zonder schulden.3. In dit artikel wordt de uitsluiting geregeld van twee groepen belanghebbenden omdat zij geacht worden geen eigen duurzame gebruiksgoederen te bezitten. Dit geldt bijvoorbeeld voor bewoners van verpleeghuizen en mensen die geen vaste woon- of verblijfplaats hebben. Aangenomen wordt dat deze belanghebbenden geen uitgaven hebben voor vervangingsuitgaven van duurzame gebruiksgoederen, waar de langdurigheidstoeslag toch voor is bedoeld.4. In dit artikel wordt een praktische oplossing geboden met betrekking tot de vermogenstoets. Deze wordt toegepast met betrekking tot het vermogen op de peildatum zodat niet behoeft te worden nagegaan of een belanghebbende op geen enkel moment tijdens de referteperiode over vermogen heeft beschikt boven de vermogensgrens.5. In dit artikel wordt geregeld dat de beleidsregels inwerking treden met terugwerkende kracht tot 1 januari, de datum waarop ook de Verordening langdurigheidstoeslag van kracht is geworden. De bestaande beleidsregels ter uitvoering van het oude artikel 36 WWB behouden hun geldigheid voor belanghebbenden die recht hebben op een langdurigheidstoeslag naar een peildatum die is gelegen vóór 1 januari 2009.