Verordening lokaal geurbeleid veehouderijen landelijk gebied Woerden

Geldend van 19-06-2009 t/m heden

Intitulé

Verordening lokaal geurbeleid veehouderijen landelijk gebied Woerden

De raad van de gemeente Woerden,

gelezen het voorstel d.d. 14 april 2009 van burgemeester en wethouders

gelet op artikel 6, lid 2 en 3 van de Wet geurhinder en veehouderij;

besluit;

vast te stellen de

1. De notitie Lokaal geurbeleid landelijk gebied, gemeente Woerden

2. "Verordening lokaal geurbeleid veehouderijen landelijk gebied Woerden"

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. de wet: de Wet geurhinder en veehouderij;

b. veehouderij: inrichting die tot een krachtens artikel 1.1, derde lid, van de Wet milieubeheer aangewezen categorie behoort en is bestemd voor het fokken, mesten, houden, verhandelen, verladen of wegen van dieren;

c. dierenverblijf: een dierenverblijf zoals omschreven in de wet;

d. bestaand dierenverblijf: een dierenverblijf dat ten tijde van de inwerkingtreding van deze verordening aanwezig is en in gebruik is als dierenverblijf voor vaste afstandsdieren;

e. geurgevoelig object: een geurgevoelig object zoals omschreven in de wet;

f. vaste afstandsdieren: dieren van diercategorieën waarvoor op grond van de wet geen geuremissiefactor is vastgesteld;

g. cultuurhistorisch waardevol gebouw: een monument, karakteristiek hoofdgebouw of cultuurhistorisch waardevol bijgebouw dat als zodanig is opgenomen in bijlage 1 bij deze verordening of als zondanig is aangewezen in een bestemmingsplan.

Artikel 2 Grondslag

Dit betreft een verordening op grond van artikel 6 lid 2 en artikel 6 lid 3 van de wet.

Artikel 3 Afwijkende afstand bij een geurgevoelig object binnen de bebouwde kom

1. De afstand, als bedoeld in artikel 4 lid 1 onderdeel a van de wet, tussen een veehouderij waar vaste afstandsdieren worden gehouden, en een geurgevoelig object binnen de bebouwde kom bedraagt ten minste 50 meter.

2. Indien binnen de inrichting meer dan 200 stuks melkrundvee (exclusief bijbehorend jongvee) of meer dan 50 stuks paarden worden gehouden, dient, in afwijking van het voorgaande lid, de afstand tussen het dichtstbijzijnde emissiepunt van een nieuw of aangebouwd dierenverblijf, waarmee de genoemde dieraantallen worden overschreden, en een geurgevoelig object, ten minste 100 meter te bedragen.

3. Artikel 3, lid 1, is alleen van toepassing op geurgevoelige objecten die op het moment van inwerkingtreding van deze verordening als zodanig bestemd zijn.

Artikel 4 Afwijkende afstand bij een geurgevoelig object buiten de bebouwde kom

1. De afstand, als bedoeld in artikel 4 lid 1 onderdeel b van de wet, tussen een veehouderij waar vaste afstandsdieren worden gehouden, en een geurgevoelig object buiten de bebouwde kom bedraagt ten minste 25 meter.

2. Artikel 4, lid 1 van deze verordening, is alleen van toepassing op de afstand tussen bestaande dierenverblijven en geurgevoelige objecten die op het moment van inwerkingtreding van deze verordening als zodanig bestemd zijn.

Artikel 5 Cultuurhistorisch waardevolle gebouwen

Indien het geurgevoelig object een cultuurhistorisch waardevol gebouw is, zijn artikel 3, lid 2 en lid 3 en artikel 4, lid 2 van deze verordening niet van toepassing.

Artikel 6 Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

2. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening lokaal geurbeleid veehouderijen landelijk gebied Woerden”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 mei 2009,
de griffier,                         de burgemeester,
mr. G.A. Karssenberg           mr. H.W. Schmidt

Nota-toelichting

Wet Geurhinder en veehouderij

De Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) is op 1 januari 2007 in werking getreden. De wet kent diercategorieën waarvoor een geuremissie factor is vastgesteld, zoals vleesvee, varkens, schapen en legkippen. Daarnaast kent de wet diercategorieën, zoals melkrundvee en paarden, waarvoor een vaste afstand geldt tussen het emissiepunt van de stal en een geurgevoelig object, zoals een woonhuis.

De nieuwe wet geeft de gemeente de mogelijkheid om via een verordening lokaal beleid vast te stellen voor de geurbelasting en de vaste afstanden. Dit om een gewenste ruimtelijke ontwikkeling mogelijk te maken. De vaste afstanden kunnen daarbij worden verkleind. Daarbij geldt binnen de bebouwde kom een minimale afstand van 50 meter en buiten de bebouwde kom een minimale afstand van 25 meter. De noodzaak voor lokaal geurbeleid moet worden onderbouwd, waarbij in elk geval aandacht moet worden besteed aan de gewenste ruimtelijke inrichting van het gebied. Deze onderbouwing wordt gegeven in de notitie Lokaal geurbeleid landelijk gebied, gemeente Woerden, die gelijktijdig met deze verordening is vastgesteld.

Afwijkende afstand bij een geurgevoelig object binnen de bebouwde kom (artikel 3 van de verordening)

Indien het geurgevoelig object, zoals een woonhuis, binnen de bebouwde kom staat, schrijft de wet een vaste afstand van 100 meter voor tussen de veehouderij en dit object. Artikel 3 verkleint deze afstand tot 50 meter. Dit geldt alleen voor bestaande geurgevoelige objecten (lid 3). Het is dus niet mogelijk om binnen een afstand van 100 meter een nieuw geurgevoelig object te vestigen, zonder daarmee de rechten van de veehouderij te beperken.

Er moet een goede afweging worden gemaakt tussen de mogelijke geuroverlast en de verkleining van de afstanden. Daarom wordt de afstand alleen verkleind bij veehouderijen die niet meer dan 200 stuks melkrundvee (exclusief bijbehorend jongvee) en niet meer dan 50 stuks paarden houden (artikel 3 lid 2).

Afwijkende afstand bij een geurgevoelig object buiten de bebouwde kom (artikel 4 van de verordening)

Indien het geurgevoelig object, zoals een woonhuis, buiten de bebouwde kom staat, schrijft de wet een vaste afstand van 50 meter voor tussen de veehouderij en dit object. Artikel 4 verkleind deze afstand tot 25 meter. Dit geldt alleen voor bestaande dierenverblijven en geurgevoelige objecten (lid 2). Dat betekent dat nieuwe dierenverblijven en nieuwe geurgevoelige objecten op de wettelijke afstand van 50 meter moeten worden gerealiseerd.

Cultuurhistorisch waardevolle gebouwen (artikel 5 van de verordening)

De gemeente acht het behoudt van cultuurhistorisch waardevolle gebouwen zo belangrijk, dat daarvoor een lager beschermingsniveau wordt geaccepteerd. De beperking van de omvang van de veehouderij geldt niet voor een geurgevoelig object binnen de bebouwde kom dat is aangewezen als cultuurhistorisch waardevol gebouw (artikel 3 lid 2). Ook de beperking dat voor nieuwe dierenverblijven de afstand niet wordt verkleind tot 25 meter (artikel 4 lid 2), geldt niet voor een geurgevoelig object buiten de bebouwde kom dat is aangewezen als cultuurhistorisch waardevol gebouw. In het bestemmingsplan is vastgesteld welke gebouwen gelden als cultuurhistorisch waardevolle gebouwen. Dit is nog niet gebeurd voor het buitengebied in Harmelen, deze gebouwen zijn opgenomen in bijlage 1 bij de verordening.