Regeling vervallen per 25-04-2013

Verordening Jongereninitiatief Woerden

Geldend van 16-02-2007 t/m 24-04-2013

Intitulé

Verordening Jongereninitiatief Woerden

De raad van de gemeente Woerden, gelezen het voorstel van de fractie van Inwonersbelangen van 14 december 2006; gelet op het bepaalde in de Gemeentewet; besluit; vast te stellen de "Verordening Jongereninitiatief Woerden"

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder een jongereninitiatiefvoorstel: een voorstel van een initiatiefgerechtigde jongere ter plaatsing op de agenda van de vergadering van de raad.

Artikel 2

1. De raad plaatst een jongereninitiatiefvoorstel op de agenda van zijn vergadering indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.

2. Ongeldig is het verzoek dat:

a. niet door ten minste 15 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund;

b. een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat, of

c. niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 5.

Artikel 3

1. Initiatiefgerechtigd zijn jongeren van 12 tot en met 23 jaar woonachtig in de gemeente Woerden.

2. Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is de toestand op de dag van indiening van het verzoek bepalend.

Artikel 4

Een jongereninitiatiefvoorstel houdt niet in:

a. een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;

b. een vraag over het gemeentelijk beleid;

c. een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het gemeentebestuur;

d. een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur, of

e. een onderwerp waarover korter dan twee jaar voor de datum van indiening van het jongereninitiatiefvoorstel door de raad een besluit is genomen.

Artikel 5

1. Het verzoek ter plaatsing van een jongereninitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter.

2. Het verzoek bevat ten minste:

a. een nauwkeurige omschrijving van het jongereninitiatiefvoorstel;

b. een toelichting op het jongereninitiatiefvoorstel;

c. de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening van de verzoeker en zijn plaatsvervanger, en

d. een lijst met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

3. Voor de indiening van het verzoek wordt gebruik gemaakt van het in bijlage 1 en 2 van deze verordening opgenomen model.

Artikel 6

1. De raad beslist in de eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het verzoek over de geldigheid van het jongereninitiatiefvoorstel, met dien verstande dat tenminste twee weken is gelegen tussen de dag van indiening van het verzoek en de dag van de vergadering waarin op het verzoek wordt beslist.

2. Indien de raad het verzoek afwijst wegens strijd met artikel 4, onder a, kan de raad het voorstel doorzenden aan burgemeester en wethouders. Indien de raad het verzoek toewijst, dan agendeert hij het jongereninitiatiefvoorstel voor de eerstvolgende vergadering van de raad.

3. De raadsgriffier nodigt de verzoeker schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het jongereninitiatiefvoorstel is geagendeerd. De verzoeker of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn jongereninitiatiefvoorstel mondeling nader toe te lichten.

4. Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het jongereninitiatiefvoorstel een besluit heeft genomen wordt dit besluit bekendgemaakt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze.

5. Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aan verzoeker.

Artikel 7

De initiatiefnemer kan in overleg gebruikmaken van een adviserende en/of ondersteunende rol van de Jongerenraad Woerden.

Artikel 8

In zijn burgerjaarverslag brengt de burgemeester over elk jaar verslag uit over de werking van het recht van jongereninitiatief in de praktijk.

Artikel 9

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van deze verordening beslist de raad op voorstel van de voorzitter.

Artikel 10

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Jongereninitiatief gemeente Woerden”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 25 januari 2007, de griffier, de voorzitter, W. Hooghiemstra mr. H.W. Schmidt

Bijlage 1

Verzoek jongereninitiatiefvoorstel

Ondergetekende verzoekt hierbij het volgende voorstel op de agenda van de gemeenteraad te plaatsen:

…………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………

Toelichting op voorstel/onderwerp:

…………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………… INDIENER:

Achternaam

Eerste voornaam en verdere

voorletters

Adres

Postcode en woonplaats

Geboortedatum

Telefoonnummer

E-mailadres

Handtekening PLAATSVERVANGER:

Achternaam

Eerste voornaam en verdere

voorletters

Adres

Postcode en woonplaats

Geboortedatum

Telefoonnummer

E-mailadres

Handtekening

Het verzoek gaat vergezeld van een lijst met de namen, adressen, geboortedata en handtekeningen van zoveel mogelijk initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen. Toelichting voor de verzoeker

Iedere jongere van 12 tot en met 23 jaar kan een verzoek doen om een voorstel op de agenda van de raadsvergadering te plaatsen. Zij zijn initiatiefgerechtigd. Het zogenaamde jongereninitiatiefvoorstel moet worden ondersteund door zoveel mogelijk initiatiefgerechtigden. Hiervoor is een formulier vastgesteld. Het op het formulier voor het verzoek opgenomen voorstel wordt in dezelfde bewoordingen opgenomen boven aan het formulier met ondersteuningsverklaringen. Het jongereninitiatiefvoorstel mag niet inhouden: een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad; een vraag over het gemeentelijk beleid; een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het gemeentebestuur; een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur, of een onderwerp waarover minder dan twee jaar voor indiening van het burgerinitiatiefvoorstel door de raad een besluit is genomen.

Bijlage 2

Ondersteuningsverklaringen jongereninitiatiefvoorstel

Ondergetekenden verklaren hierbij het verzoek tot het plaatsen van het volgende onderwerp/voorstel op de agenda van de gemeenteraad te ondersteunen:

…………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………

Naam, eerste voornaam en

overige voorletters

Adres Geboortedatum

Handtekening

enz.

Nota-toelichting

Artikelsgewijze toelichting Artikel 1

In deze verordening is er voor gekozen de term “jongereninitiatiefvoorstel” te hanteren voor de aanduiding van het voorstel dat door een jongere bij de gemeenteraad kan worden ingediend. Deze term gaat ervan uit dat een jongere bij dit middel alleen concrete voorstellen kan indienen bij de gemeenteraad. Artikel 2

Uit dit artikel volgt dat de gemeenteraad een jongereninitiatiefvoorstel op de agenda van een raadsvergadering moet plaatsen indien er sprake is van een geldig verzoek, ingediend door een initiatiefgerechtigde. De gemeenteraad zal zich in dat geval dus in ieder geval moeten uitspreken over het jongereninitiatiefvoorstel. Van een geldig verzoek is sprake als (a) het onderwerp van het jongereninitiatiefvoorstel niet in artikel 4 is uitgezonderd en (b) aan de in artikel 5 gestelde procedurele voorwaarden wordt voldaan. In artikel 3 (zie hierna) wordt nader omschreven wanneer een persoon initiatiefgerechtigd is. Het stellen van een minimumondersteuning is altijd arbitrair. De omvang van de drempels zou van dien aard moeten zijn dat zij - zonder al te zeer belemmerend te zijn - toch een zekere garantie moeten bieden dat het desbetreffende verzoek gedragen wordt door een gedeelte van de bevolking. Artikel 3

Het ligt voor de hand het initiatiefrecht toe te kennen aan jongeren vanaf 12 tot en met 23 jaar. Jongeren van 12 jaar zijn net middelbare scholier en zullen meer in aanraking komen met kennis over de maatschappij en zodoende daarin misschien ook lokaal geïnteresseerd raken. Jongeren ouder dan 23 jaar zijn eigenlijk geen echte ’jongeren’ meer en kunnen dus gebruikmaken van het burgerinitiatief. Voor de toetsing of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, lijkt het moment van indiening van het verzoek aangewezen. Het verzoek vindt immers formeel op dit moment plaats. Om te kunnen onderzoeken of op dat moment wordt voldaan aan de vereisten, zijn verschillende gegevens nodig. Welke dat zijn wordt geregeld in artikel 5. Artikel 4

De beperkingen die dit artikel stelt aan de inhoud van een jongereninitiatiefvoorstel vloeien vooral voort uit doelmatigheidsoverwegingen. Het is bijvoorbeeld weinig efficiënt om de raad te belasten met de beraadslaging over een onderwerp waarover de raad uiteindelijk geen beslissende bevoegdheid heeft. Een ander argument voor deze uitzondering is, dat de afstand tussen jongere en bestuur alleen maar zou worden vergroot als de jongere na het doorlopen van de jongereninitiatiefprocedure te horen krijgt dat de raad niets met het jongereninitiatiefvoorstel kan doen, omdat hij er niet over gaat. Een vraag over gemeentelijk beleid kan ook geen onderwerp van een jongereninitiatief zijn. Voor dit soort vragen staan de jongere andere wegen open, zoals het spreekrecht in een vergadering van de raad of een spreekuur van een wethouder. Ook moet voorkomen worden dat het jongereninitiatief andere procedures zoals de bezwaar- of de klachtprocedure doorkruist. Met het oog hierop is bepaald dat het jongereninitiatiefvoorstel geen bezwaar tegen een genomen besluit of een klacht over een gedraging van het gemeentebestuur kan inhouden. Hiervoor heeft de jongere andere wegen. Ten slotte is het evenmin de bedoeling dat zaken die recent nog in de raad aan de orde zijn geweest opnieuw onderwerp van bespreking worden als gevolg van een jongereninitiatief. Dit zou de besluitvorming in de raad te zeer kunnen frustreren. Hierbij is gekozen voor een termijn van twee jaar, voorafgaande aan het verzoek. Artikel 5

Omdat de burgemeester de voorzitter van de raad is, ligt het voor de hand om het jongereninitiatiefvoorstel bij hem te laten indienen. Aan het verzoek zal een aantal minimumvereisten gesteld moeten worden. Het is uit praktische overwegingen zoals uniformiteit, overzichtelijkheid en duidelijkheid raadzaam indiening van een jongereninitiatiefvoorstel plaats te laten vinden door middel van een standaardformulier voor jongereninitiatieven. Op dit formulier zal de verzoeker, naast het voorstel plus toelichting, in ieder geval zijn personalia en die van zijn plaatsvervanger moeten aangeven. Ook de tenminste vijftien (15) initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen zullen uiteraard vermeld moeten worden. Om fraude met namen te voorkomen kan naar personalia gevraagd worden als adressen en geboortedata. Met name dat laatste gegeven kan niet aan openbare bronnen als telefoonboeken worden ontleend. Op grond van deze gegevens kan de gemeente onderzoeken of het verzoek de steun van voldoende daartoe gerechtigde personen heeft. Modellen van dergelijke formulieren zijn opgenomen in de bijlagen 1 en 2. Artikel 6

De jongere moet erop kunnen vertrouwen dat de raad zijn voorstel spoedig toetst aan de vereisten en een besluit neemt over de behandeling. Hierin voorziet het eerste lid. Het gaat erom een termijn te kiezen die niet te lang is, maar ook niet zo kort dat ze onvoldoende is om het voorstel te kunnen controleren. Verzoeken waarover de raad niet bevoegd is, kan de raad doorzenden naar het college. Dat zal met name gebeuren als het college bij het betreffende onderwerp wel bevoegd is. Met het vierde tot en met zesde lid worden vooral waarborgen gecreëerd voor transparantie bij de afhandeling van een jongereninitiatiefvoorstel door de raad. Op grond van het zesde lid wordt de verzoeker altijd schriftelijk meegedeeld wat er met het ingediende voorstel gebeurt. Er is in deze modelbepalingen voor gekozen in het midden te laten hoe de raad verder met het jongereninitiatiefvoorstel omgaat. Er is niet bedoeld dat de raad altijd plenair het voorstel inhoudelijk moet behandelen. Het ligt wel voor de hand dat de volle raad beslist over het te volgen traject, maar een besluit over een jongereninitiatiefvoorstel kan uiteraard ook in een andere vergadering van de raad inhoudelijk worden voorbereid. Ook kan de raad van mening zijn dat nader onderzoek moet worden gedaan. Artikel 7

De Jongerenraad Woerden heeft een adviserende rol binnen de gemeente Woerden over jongerenzaken. Het jongereninitiatief behelst tevens zaken die over de jongeren gaan. De Jongerenraad kan daarom na overleg betrokken worden bij het jongereninitiatief. Dat zij in een ondersteunende danwel adviserende rol. Hierin is een grote keuzevrijheid voor de initiatiefnemer om dat wel of niet aan te spreken. Artikel 8

In het wetsvoorstel met betrekking tot de dualisering van het gemeentebestuur wordt de burgemeester verplicht een burgerjaarverslag op te stellen. Een van de aandachtspunten in dit burgerjaarverslag is de burgerparticipatie. In het verlengde daarvan is in de verordening voor gekozen het verslag over het jongereninitiatief hierin op te nemen. Hierbij valt te denken aan getalsmatige gegevens (aantal ingediende, aantal toegewezen en aantal afgewezen jongereninitiatiefvoorstellen), alsmede aan een beknopt overzicht van de inhoud van de jongereninitiatiefvoorstellen, de besluiten van de raad op de jongereninitiatiefvoorstellen en de motivatie op grond waarvan de raad tot deze besluiten is gekomen.