Regeling vervallen per 14-05-2022

Verordening inzake instelling en organisatie van de raadsgriffie

Geldend van 27-06-2008 t/m 13-05-2022

Intitulé

Verordening inzake instelling en organisatie van de raadsgriffie

De raad van de gemeente woerden, gelezen het voorstel van de griffier van 17 juni 2003; gelet op het bepaalde in artikel 107e van de Gemeentewet en artikel 1:3a van de CAR-UWO (collectieve arbeidsvoorwaardenregeling – uitwerkingsovereenkomst); besluit; vast te stellen de "Verordening inzake instelling en organisatie van de raadsgriffie"

Artikel 1 Instelling raadsgriffie

Ter uitvoering van het bepaalde in de Gemeentewet in artikel 107e wordt de raadsgriffie, verder te noemen griffie, ingesteld.

Artikel 2 Griffier

Aan het hoofd van de griffie staat de griffier, als bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

Artikel 3 Vervanging

1. De griffier wijst één van de medewerkers van de griffie aan als secretaris.

2. De gemeenteraad benoemt, schorst of ontslaat , op voordracht van de griffier, één of meerdere medewerkers van de griffie als plaatsvervangend griffier.

3. De raad stelt, op voorstel van de griffier, een volgorde van vervanging van de griffier door de plaatsvervangend griffiers vast.

Artikel 4 Medewerkers griffie

Ter ondersteuning van de werkzaamheden van de griffier kan de raad medewerkers van de griffie benoemen.

Artikel 5 Benoeming

1. Benoeming, overplaatsing, schorsing of ontslag van de griffier geschiedt door de raad op voordracht van het presidium.

2. Benoeming, overplaatsing, schorsing of ontslag van de medewerkers van de griffie geschiedt door de raad op voordracht van de griffier.

Artikel 6 Arbeidsvoorwaarden

Op de griffier en de overige medewerkers van de griffie zijn de lokale rechtspositieregelingen en daaraan verbonden nadere regelingen, alsmede de toekomstige wijzigingen daarin, van toepassing.

Artikel 7 Uitvoering lokale rechtspositieregelingen

1. Aan de voorzitter van de raad en de voorzitter van het presidium, daartoe gezamenlijk handelend, wordt de bevoegdheid gemandateerd tot het uitvoeren van de CAR-UWO, van de lokale rechtspositieregelingen en daaraan verbonden nadere regelingen ten behoeve van de griffier met uitzondering van:

a. het nemen van besluiten met betrekking tot de benoeming, overplaatsing, schorsing of het ontslag van de griffier;

b. het vaststellen van instructies en dienstopdrachten ten aanzien van de griffier;

c. het verlenen van de vakantie en verlof aan de griffier;

d. besluiten met betrekking tot de ontwikkeling, beoordeling en beloning van de griffier;

e. het nemen van disciplinaire maatregelen ten aanzien van de griffier.

2. Aan de griffier wordt de bevoegdheid gemandateerd tot het uitvoeren van de CAR-UWO, van de lokale rechtspositieregelingen en daaraan verbonden nadere regelingen ten behoeve van de overige medewerkers van de griffie met uitzondering van:

a. het nemen van besluiten met betrekking tot de benoeming, overplaatsing, schorsing of het ontslag van de overige medewerkers van de griffie;

b. het vaststellen van instructies en dienstopdrachten ten aanzien van de overige medewerkers van de griffie;

c. het verlenen van de vakantie en verlof aan de overige medewerkers van de griffie;

d. besluiten met betrekking tot de ontwikkeling, beoordeling en beloning van de overige medewerkers van de griffie;

e. het nemen van disciplinaire maatregelen ten aanzien van de overige medewerkers van de griffie.

3. De uitvoering van de in het eerste lid, onder b tot en met e genoemde uitzonderingen, wordt voor wat betreft de griffier gemandateerd aan de voorzitter van de raad en de voorzitter van het presidium, daartoe gezamenlijk handelend.

4. De uitvoering van de in het tweede lid, onder b tot en met e genoemde uitzonderingen, wordt voor wat betreft de overige medewerkers van de griffie gemandateerd aan de griffier.

5. Aan de voorzitter van de raad en de voorzitter van het presidium, daartoe gezamenlijk handelend, wordt de bevoegdheid gemandateerd tot het vaststellen van de functiebeschrijvingen en de functiewaarderingen van de griffier en de overige medewerkers van de griffie.

Artikel 8 Medezeggenschap

De griffier en de overige medewerkers van de griffie worden in verband met de toepassing van de Wet op de Ondernemingsraden voor de gemeente Woerden aangemerkt als in de onderneming werkzame personen.

Artikel 9 Instructie griffier

In een afzonderlijke, door de raad vast te stellen, instructie worden nadere regels gegeven ten aanzien van de taken en de bevoegdheden van de griffier.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2003.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening inzake instelling en organisatie raadsgriffie”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 26 juni 2003, de griffier, de voorzitter, W. Hooghiemstra B.F.A. van der Kluit-de Groot

Nota-toelichting Toelichting op de verordening inzake instelling en organisatie raadsgriffie

Artikel 1 Instelling raadsgriffie

Artikel 2 Griffier

Artikel 3 Vervanging

Artikel 4 Medewerkers griffie

Op dit moment wordt gewerkt aan de opbouw van een griffie met drie medewerkers (inclusief de griffier). De ambitie is om de samenwerking met de gemeentelijke organisatie zo te regelen dat de gemeenteraad en zijn processen goed kunnen worden ondersteund en het bij drie mensen in de griffie kan blijven.

Deze verordening beoogt niet om dat vast te leggen, maar de gemeenteraad de gelegenheid te geven om de omvang en opbouw van de griffie aan te passen aan de eigen ervaringen, mogelijkheden en wensen. De benoeming van medewerkers van de griffie is altijd aan de gemeenteraad, die op die manier kan sturen op de omvang van de griffie en op de competenties die in de griffie aanwezig zijn. Artikel 5 Benoeming

De Wet dualisering gemeentebestuur introduceert een nieuwe functionaris in de organisatie: de griffier. De griffier, de plaatsvervangend griffier en de overige griffiemedewerkers worden niet door het college maar door de raad aangesteld. Dit is bepaald in de artikelen 107 tot en met 107 e van de Gemeentewet.

In artikel 2:1 CAR-UWO is reeds bepaald dat de aanstelling van ambtenaren door het college geschiedt, tenzij een wet of raadsbesluit anders bepaalt. Vóór de invoering van de Wet dualisering gemeentebestuur gold dit voor de gemeentesecretaris, die immers door de raad werd aangesteld en in het dualistisch stelsel geldt dit voor de griffier en de medewerkers van de griffie.

Om de positie van de griffie(r) te onderstrepen wordt aan hoofdstuk 1 van de CAR-UWO het volgende artikel toegevoegd: Artikel 1:3a Voor de toepassing van deze regeling ten aanzien van de griffier en de op de griffie werkzame ambtenaren is de raad bevoegd. Dit artikel heeft de volgende functies:

1. Het maakt duidelijk dat de raad het bevoegd gezag is ten aanzien van de griffier en diens ambtenaren.

2. Het maakt duidelijk dat de CAR-UWO van toepassing is op de griffier en diens ambtenaren.

3. Het biedt een kapstok voor besluiten van de raad ten aanzien van de rechtspositie van de griffier en diens ambtenaren. Artikel 6 Arbeidsvoorwaarden

Het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden (LOGA) heeft in de brief van 30 mei 2002 geadviseerd om ook de overige (lokale) gemeentelijke rechtspositie en de toekomstige wijzigingen daarin van toepassing te verklaren op de griffier en de op de griffie werkzame ambtenaren. Het van toepassing verklaren van de lokale rechtspositie dient door de raad te gebeuren omdat de raad immers het bevoegd gezag is ten aanzien van de griffie. Artikel 7 Uitvoering lokale rechtspositieregelingen

Het is niet wenselijk om de raad zelf met de gehele uitvoering van de rechtspositie te belasten. Daarom wordt voorgesteld om het uitvoeren van de CAR-UWO en de lokale rechtspositieregeling ten aanzien van de griffier en de op de griffie werkzame ambtenaren te delegeren aan het college. Bepaalde bevoegdheden lenen zich in het kader van dualisme echter minder goed voor delegatie. Deze bevoegdheden worden van delegatie uitgezonderd en gemandateerd aan het presidium of de griffier. Artikel 8 Medezeggenschap

Indien er één OR in de gemeente is ingesteld, is er sprake van één onderneming. Op grond van de Wet op de Ondernemingsraden (WOR artikel 1, tweede lid) zijn ‘in de onderneming werkzame personen’ diegenen die daarin werkzaam zijn krachtens publiekrechtelijke aanstelling of arbeidsovereenkomst. Daartoe behoort ook de griffier en bij de griffie werkzame ambtenaren.

Dat betekent dat uit de WOR volgt dat de medewerkers van de griffie kiesgerechtigd en verkiesbaar kunnen zijn voor de bestaande ondernemingsraad. Artikel 9 Instructie griffier

Artikel 10 Inwerkingtreding

Artikel 11 Citeertitel

Deze artikelen behoeven geen toelichting.