Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2011

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2011

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2011

De raad van de gemeente Woerden,   gelezen het voorstel d.d. 2 november 2010 van burgemeester en wethouders;

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet;

besluit;   vast te stellen de "Verordening op de heffing en

de invordering van precariobelasting 2011".

 

Artikel 1 Aard van de heffing

Onder de naam precariobelasting wordt ter zake van het hebben van voorwerpen op of boven gemeentegrond, voor de openbare dienst bestemd, een recht geheven overeenkomstig de navolgende bepalingen.

Artikel 2 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die één of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.

Artikel 3 Heffingsmaatstaf en tarief

De belasting wordt geheven naar het aantal eenheden, bepaald en berekend aan de hand van de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het bepaalde in artikel 4.

Artikel 4 Belastingtijdvak

Indien de belasting wordt geheven naar jaartarieven is het belastingtijdvak het kalenderjaar waarin de voorwerpen aanwezig zijn. In de overige gevallen is het belastingtijdvak het kwartaal, de maand de week of de dag waarin de voorwerpen aanwezig zijn, met dien verstande dat ook heffing voor elk belastbaar feit afzonderlijk plaatsvindt.

Artikel 5 Begripsomschrijvingen

1. Voor de toepassing van deze verordening en de tarieventabel wordt verstaan onder:

a. Jaar : een kalenderjaar.

b. Maand : een kalendermaand.

c. Week : een kalenderweek.

d. Dag : een tijdvak van 24 uur, aanvangende om 0.00 uur.

2. Gedeelten van de in de verordening en tabel genoemde tijds- en andere eenheden worden voor een geheel gerekend.

3. Bij toepassing van de per maand, per week, of per dag vastgestelde tarieven zal in totaal respectievelijk per jaar, per maand of per week niet meer worden geheven dan onderscheidenlijk bij toepassing van het tarief voor een jaar, een maand of een week zou zijn verschuldigd.

4. Indien op grond van deze verordening meer dan één tarief toegepast zou kunnen worden, wordt het laagste tarief toegepast.

Artikel 6 Algemeen tarief

1. In de gevallen waarbij in deze verordening niet uitdrukkelijk is voorzien, is voor het gebruik of genot van voor de openbare dienst bestemde grond waarvan de gemeente het eigendom dan wel het beheer en onderhoud heeft met voorwerpen op of onder die grond - anders dan door drijvende lichamen, waarvoor havengeld verschuldigd is - en voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond verschuldigd:

per m2 € 1,00 per dag

per m2 € 3,50 per week

per m2 € 6,50 per maand

per m2 € 9,50 per kwartaal

per m2 € 30,00 per jaar

2. De in het eerste lid bedoelde belasting wordt geheven naar de oppervlakte van de openbare gemeentegrond, die door de voorwerpen wordt overdekt.

Artikel 7 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van:

1. voorwerpen ten behoeve van percelen, waarvan de gemeente krachtens eigendom, bezit of beperkt recht de genothebbende is, met uitzondering van die percelen, waarin de gemeentebedrijven worden uitgeoefend en van die, welke aan derden zijn verhuurd;

2. het hebben van wegwijzers en verkeersaanwijzingen van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB, verenigingen voor vreemdelingenverkeer en van andere overeenkomstige instellingen;

3. voorwerpen welke ingevolge een wettelijk voorschrift moeten worden gedoogd;

4. het hebben van voorwerpen of werken, welke noodzakelijk voor de uitoefening van hun publiekrechtelijke taak, door het rijk, de provincie, de gemeente of door waterschappen, veen schappen en veenpolders zijn aangebracht of geplaatst;

5. het hebben boven openbare gemeentegrond van borden tot verhuur of verkoop van woningen of percelen, in het geval deze borden aan de te verhuren of te verkopen woningen of percelen zijn bevestigd;

6. het hebben van sierlampen, vlaggenstokken en vlaggen zonder reclame of handelsnaam;

7. het hebben van borden, masten, palen en dergelijke, die in verband met de verkiezingen van publiekrechtelijke lichamen zijn aangebracht;

8. het hebben van pilasters, plinten, kozijndorpels, gevelversieringen, goten, puilijsten, goot- en kroonlijsten, spionnen en dergelijke;

9. het hebben van zonneschermen en markiezen;

10. het hebben van kelderingangen, licht- en luchtopeningen (koekoeken), stoeptreden en dergelijke, welke nodig zijn geworden ten gevolge van door de gemeente tot stand gebrachte werken;

11. het hebben van afvoerbuizen van hemelwater, welke aan een gebouw zijn aangebracht en niet meer dan 0,10 meter buiten de gevel uitsteken;

12. het hebben van voorwerpen, uitsluitend gebezigd voor een doel of ter behartiging van een algemeen belang;

13. het gebruik of genot van openbare grond of het hebben van voorwerpen onder, op of boven openbare gemeentegrond door de gemeente en de gemeentebedrijven, het rijk en rijksbedrijven en de provincie;

14. het hebben van voorwerken welke ingevolge wettelijk voorschrift of krachtens privaatrechtelijke overeenkomst kosteloos of tegen een bij of krachtens dat voorschrift of die overeenkomst bepaalde vergoeding moet worden gedoogd.

Artikel 8 Ontheffing

1. Indien het gebruik of genot van de grond ophoudt, of voorwerpen op of boven de door openbare dienst bestemde gemeentegrond worden verwijderd voor het verstrijken van de termijn waarvoor de belasting verschuldigd is, wordt op verzoek van de belastingplichtige naar evenredigheid ontheffing verleend over de na de verwijdering resterende volle maanden van het kalenderjaar.

2. In aanvulling op hetgeen in het eerste lid is bepaald wordt de ontheffing maximaal bepaald tot het bedrag dat verschuldigd is op grond van de werkelijke belastbare tijdseenheid tegen het daarvoor geldende tarief.

Artikel 9 Wijze van heffing

1. De belasting, die overeenkomstig de bepalingen van deze verordening op jaarbasis verschuldigd is, wordt geheven bij wege van aanslag.

2. De belasting, die overeenkomstig de bepalingen van deze verordening niet op jaarbasis verschuldigd is, wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, nota of rekening.

3. Belastingaanslagen van minder dan € 5,-- worden niet opgelegd.

4. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen precariobelasting aangemerkt als één belastingaanslag.

5. Het bedrag aan belasting wordt per belastingaanslag of per nota naar beneden afgerond op hele of halve euro’s.

Artikel 10 Tijdstip en termijnen van betaling

1. De belasting is verschuldigd bij aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, op het tijdstip waarop het hebben van voorwerpen een aanvang neemt.

2. De belasting geheven bij wege van aanslag moeten worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

3. De belasting geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, nota of rekening moeten worden betaald binnen één maand na de dagtekening van de in artikel 9, tweede lid, bedoelde schriftelijke kennisgeving, nota of rekening.

Artikel 11 Kwijtschelding

Voor deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

1. De Verordening precariobelasting 2010, vastgesteld op 16 december 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2011.

3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

4. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening precariobelasting 2011”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Woerden in zijn openbare vergadering, gehouden op 15 december 2010. De griffier                                   De voorzitter  
mr. G.A. Karssenberg                    mr. H.W. Schmidt
 

Bijlage Tarieventabel behorende bij de Verordening Precariobelasting 2011

Zie bijgevoegde pdf

tarieventabel precariobelasting 2011