Regeling vervallen per 01-08-2016

Verordening Leerlingenvervoer gemeente Wormerland 2010

Geldend van 01-08-2016 t/m 31-07-2016

Intitulé

Verordening leerlingenvervoer gemeente Wormerland 2010

De raad van de gemeente Wormerland,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;overwegende dat de gemeenteraad een regeling moet vaststellen voor het verstrekken van bekostiging van leerlingenvervoer;

overwegende dat het gewenst is dat de vervoersregeling voor de gemeente zo goedkoop mogelijk is maar er ook in moet voorzien dat het vervoer kan plaatsvinden op een manier die voor de leerling passend is (goedkoopst adequaat);

gelet op het artikel 4 van de Wet op het primair onderwijs, van de Wet op de expertisecentra en van de Wet op het voortgezet onderwijs;

besluit vast te stellen de volgende:

Verordening leerlingenvervoer gemeente Wormerland 2010

Titel 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

Deze verordening verstaat onder

  • a.

    school:

    • -

      een school voor primair onderwijs, te weten een basisschool of een speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs;

    • -

      een school voor speciaal onderwijs of speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra;

    • -

      een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • b.

    ouders: de ouders, voogden of verzorgers van de leerling;

  • c.

    leerling: een leerling van een school als bedoeld onder a;

  • d.

    Gehandicapte leerling: een leerling van een school als bedoeld onder a, die door een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet, of niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kan maken;

  • e.

    woning: de plaats waar de leerling structureel en feitelijk verblijft;

  • f.

    afstand: de afstand tussen de woning en de school, gemeten langs de kortste voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg;

  • g.

    vervoer: openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens de schoolgids, tenzij de structurele handicap van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk maakt;

  • h.

    openbaar vervoer: voor iedereen openstaand personenvervoer volgens een dienstregeling per trein, metro, tram, bus, veerdienst of auto;

  • i.

    aangepast vervoer: vervoer per besloten (school)busvervoer, taxi, treintaxi of bustaxi;

  • j.

    eigen vervoer: vervoer per eigen motorvoertuig, bromfiets of fiets;

  • k.

    reistijd: de totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang van de schooldag volgens de schoolgids, minus maximaal 15 minuten indien en voor zover de leerling het schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan de schoolgids aangeeft, dan wel de totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de schooldag volgens de schoolgids, een eventuele wachttijd en de aankomst bij de woning;

  • l.

    toegankelijke school:voor wat betreft basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs: de basisschool van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school of de speciale school voor basisonderwijs waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school;voor wat betreft scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en scholen voor voortgezet onderwijs: de school van de soort waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school van de soort waarop de leerling is aangewezen;

  • m.

    inkomen: het volgens de Wet op de inkomstenbelasting 2001 vastgestelde gecorrigeerde verzamelinkomen van de ouders in het tweede kalenderjaar voorafgaande aan het schooljaar waarvoor bekostiging van de vervoerskosten wordt gevraagd.

  • n.

    opstapplaats: plaats aangewezen door het college, vanaf waar de leerling gebruik kan maken van het vervoer;

  • o.

    commissie voor de begeleiding: de commissie die is ingesteld door het bevoegd gezag van een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde een instelling, of de bevoegde gezagsorganen van twee of meer scholen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde instellingen, die hetzelfde expertisecentrum instandhouden.;

  • p.

    vervoersvoorziening: vervallen

  • q.

    permanente commissie leerlingenzorg: de commissie als bedoeld in artikel 23 van de Wet op het primair onderwijs;

  • r.

    samenwerkingsverband: het samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18 van de Wet op het primair onderwijs;

  • s.

    regionale verwijzingscommissie: de commissie als bedoeld in artikel 10 g van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • t.

    opdc: vervallen;

  • u.

    ambulante begeleiding: vervallen;

  • v.

    commissie voor de indicatiestelling: de commissie als bedoeld in artikel 28 c van de Wet op de expertisecentra.

Artikel 2 Bekostiging van de door het college noodzakelijk te achten vervoerskosten

  • 1. Ten behoeve van het schoolbezoek verstrekt het college aan de ouders van in de gemeente verblijvende leerlingen op aanvraag bekostiging van de noodzakelijk te achten vervoerskosten met inachtneming van het bepaalde in deze verordening.

  • 2. Als ouders weigerachtig zijn of nalatig in de betaling aan de gemeente van een eigen bijdrage op grond van deze verordening, vervalt de aanspraak op bekostiging.

  • 3. De bepalingen in deze verordening laten onverlet de verantwoordelijkheid van de ouders om er vanuit de leerplicht voor te zorgen dat hun kinderen de school daadwerkelijk bezoeken.

  • 4. Indien de leerling meerderjarig en handelingsbekwaam is, wordt de bekostiging verstrekt aan de leerling als die dit heeft aangevraagd.

Artikel 3 Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school

  • 1. Het college verstrekt bekostiging van de vervoerskosten over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weggelegen school voor de gemeente goedkoper zou zijn en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.

  • 2. Als ouders bekostiging van de vervoerskosten aanvragen voor het bezoeken van een school die op grotere afstand van de woning is gelegen dan in artikel 11of 15 is bepaald terwijl een of meer scholen van dezelfde onderwijssoort dichter bij de woning zijn gelegen, ontstaat slechts aanspraak op bekostiging naar eerstgenoemde school als de ouders schriftelijk verklaren dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs dan wel tegen de richting van het onderwijs van alle bijzondere scholen, van de soort waarop de leerling is aangewezen, die dichterbij de woning zijn gelegen.

Artikel 4 Uitbetaling van de bekostiging

Het college bepaalt bij het verstrekken van bekostiging van de vervoerskosten de wijze en het tijdstip van de uitbetaling, alsmede de tijdsduur van de verstrekte bekostiging.

Artikel 5 Aanvraagprocedure

  • 1. De aanvrager doet een aanvraag voor bekostiging van de vervoerskosten door indiening bij het college van een volledig ingevuld en door de ouders ondertekend formulier.

  • 2. Het college kan de ouders verzoeken aanvullende gegevens te verstrekken indien dit voor een juiste beoordeling van de aanvraag noodzakelijk is.

  • 3. Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

  • 4. Het college kan het in het vorige lid bedoelde besluit met ten hoogste vier weken verdagen en stelt de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis.

  • 5. Het college kent bekostiging toe met ingang van de door de ouders verzochte datum, met dien verstande dat de ingangsdatum niet ligt voor de datum waarop het college de aanvraag heeft ontvangen.

Artikel 6 Doorgeven van wijzigingen

  • 1. De ouders moeten wijzigingen die van invloed kunnen zijn op de verstrekte bekostiging van de vervoerskosten onverwijld schriftelijk meedelen aan het college met vermelding van de datum van wijziging.

  • 2. Als sprake is van een wijziging die van invloed is op de verstrekte bekostiging, vervalt de aanspraak op bekostiging en verstrekt het college al dan niet opnieuw bekostiging van de vervoerskosten.

  • 3. Als de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid, en het college zelf een wijziging als bedoeld in het tweede lid vaststelt waardoor blijkt dat ten onrechte bekostiging is verstrekt, vervalt de aanspraak op bekostiging van de vervoerskosten terstond en verstrekt het college al dan niet opnieuw bekostiging van de vervoerskosten.

    Het college deelt zijn besluit schriftelijk mee aan de ouders.

  • 4. Het college kan ten onrechte genoten bekostiging van de ouders terugvorderen, dan wel verrekenen bij een eventuele nieuwe verstrekking van bekostiging.

Artikel 7 Peildatum leeftijd leerling

Vervallen (opgenomen in artikel 12, lid 3)

Artikel 8 Andere vergoedingen

De bekostiging wordt verminderd met de aanspraak op een financiële bijdrage van overheidswege voor zover die betrekking heeft op de reiskosten van de betreffende leerling.

Titel 2 Bepalingen omtrent het vervoer van (niet-gehandicapte) leerlingen van scholen voor primair onderwijs (basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs)

Artikel 9 Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 verstrekt het college bekostiging van het vervoer over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en:

  • a.

    de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband van de basisschool waarvan de leerling afkomstig is, of

  • b.

    een andere speciale school voor basisonderwijs in het onder a. bedoelde samenwerkingsverband, indien het vervoer naar die school voor de gemeente goedkoper zou zijn dan het vervoer naar de dichtstbijzijnde school als bedoeld onder a.

Artikel 10 Permanente commissie leerlingenzorg

  • 1. Als het college de gevraagde voorziening voor een leerling op een school voor primair onderwijs niet of slechts gedeeltelijk toekent, betrekt het bij de beschikking de beslissing van de permanente commissie leerlingenzorg over de toelating van de leerling tot een speciale school voor basisonderwijs.

  • 2. Het college betrekt bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer eventuele adviezen van de permanente commissie leerlingenzorg die voor de beoordeling van die aanvraag van belang zijn.

Artikel 11 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets

  • 1. Het college verstrekt aan de ouders van de leerling van een basisschool of een speciale school voor basisonderwijs bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school als volgt is:

    • a.

      voor een basisschool: meer dan vier kilometer;

    • b.

      voor speciale school voor basisonderwijs: meer dan twee kilometer.

  • 2. In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets, als de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

Artikel 12 Bekostiging van de kosten van vervoer ten behoeve van een begeleider

  • 1. Als aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 11 [openbaar vervoer], bekostigt het college tevens de daarin bedoelde kosten voor een begeleider, indien de leerling jonger dan tien jaaris en de ouders ten behoeve van het college genoegzaam aantonen dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.

  • 2. Als een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

  • 3. Bij de toepassing van dit artikel gaat het college uit van de leeftijd van de leerling op 1 augustus van het schooljaar waarop de bekostiging betrekking heeft.

Artikel 13 Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer

Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling van een basisschool of een speciale school voor basisonderwijs indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 11, en

  • a.

    de leerling naar het oordeel van het college is aangewezen op openbaar vervoer onder begeleiding, doch waarvan de ouders ten behoeve van het college genoegzaam aantonen dat het begeleiden van de leerling door de ouders of anderen onmogelijk is dan wel tot ernstige benadeling van het gezin zou leiden en een andere oplossing niet mogelijk is of

  • b.

    de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan één uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht of

  • c.

    openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

Artikel 14 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

  • 1. Als aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college de ouders op hun verzoek toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.

  • 2. Als toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die één leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:

    • a.

      een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid;

    • b.

      een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 3. Als toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 4. Het college verstrekt geen bekostiging aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of meer leerlingen bekostiging ontvangen afgeleid van de Reisregeling binnenland.

  • 5. Als aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets, bekostigt het college aan de ouders 50% van de kosten op basis van openbaar vervoer.

Titel 3 Bepalingen omtrent het vervoer van de leerlingen van scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs

Artikel 15 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets

  • 1. Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school als volgt is:

    • a.

      voor speciaal onderwijs: meer dan twee kilometer;

    • b.

      voor voortgezet speciaal onderwijs meer dan vier kilometer.

  • 2. In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets dan wel bromfiets, indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

Artikel 15a Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke WEC-school cluster 4

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 geldt voor de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs uit cluster 4 bezoekt als dichtstbijzijnde toegankelijke school, de school die door de commissie voor de indicatiestelling is geadviseerd. Dit is van toepassing zolang de leerling zijn woonplaats heeft in het gebied van het regionale expertisecentrum waaraan voornoemde commissie is verbonden.

Artikel 16 Commissie voor de begeleiding

Als het college de gevraagde voorziening ten behoeve van een leerling op een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs niet of slechts gedeeltelijk toekent, betrekt het college bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen.

Artikel 17 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider

  • 1. Bij aanspraak op bekostiging zoals bedoeld in artikel 15, bekostigt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider indien de ouders ten behoeve van het college genoegzaam aantonen dat de leerling, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap of leeftijd, niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.

  • 2. Als het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, betrekt het college bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen.

  • 3. Als een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

Artikel 18 Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer

  • 1. Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 15, en

    • a.

      de gehandicapte leerling, naar het oordeel van het college niet in staat is – ook niet onder begeleiding – van openbaar vervoer gebruik te maken, of:

    • b.

      de leerling naar het oordeel van het college is aangewezen op openbaar vervoer onder begeleiding, doch de ouders ten behoeve van het college genoegzaam aantonen dat het begeleiden van de leerling door de ouders of anderen onmogelijk is, dan wel tot ernstige benadeling van het gezin zou leiden en een andere oplossing niet mogelijk is;

    • c.

      de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan één uuronderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of:

    • d.

      openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

  • 2. Als het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, betrekt het college het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het eventuele advies van andere deskundigen.

Artikel 19 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

  • 1. Bij aanspraak op bekostiging van de vervoerskosten kan het college de ouders op hun verzoek toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.

  • 2. Als toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die één leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:

    • a.

      een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid;

    • b.

      een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 3. Als toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren dan wel laten vervoeren, bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling Binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 4. Het college verstrekt geen bekostiging aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of meer leerlingen bekostiging ontvangen afgeleid van de Reisregeling binnenland.

  • 5. Als aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, verstrekt het college aan de ouders bekostiging van 50% van de kosten van openbaar vervoer.

Artikel 20 Bekostiging vervoerskosten van gehandicapte leerlingen voor scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs ongeacht de afstandsdrempel

  • 1. Het college verstrekt eveneens bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, in het geval de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school minder bedraagt dan is bepaald in artikel 15, indien het college van oordeel is dat de leerling gehandicapt is.

  • 2. Als het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, betrekt het college het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen.

  • 3. Als aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten zoals bedoeld in het eerste lid, is artikel 19 van toepassing.

Titel 4 Bepalingen omtrent weekeinde- en vakantievervoer in geval van speciaal onderwijs

Artikel 21 Bekostiging van de kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders

Het college verstrekt desgewenst bekostiging van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor hem passend (voortgezet) speciaal onderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft, volgens het bepaalde in deze Titel.

Artikel 22 Bekostiging kosten weekeinde- en vakantievervoer

  • 1. Het college verstrekt aan de ouders bekostiging van het weekeindevervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte, reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties.

  • 2. Het college bekostigt de kosten van verstrekt bekostiging voor het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de vakantie voorkomt in de schoolgids van de school die de leerling bezoekt.

  • 3. Titel 3 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van artikel 16, artikel 17, tweede lid, artikel 18, eerste lid onder c, artikel 18, tweede lid, en artikel 20.

Titel 5 Eigen bijdrage en bekostiging naar financiële draagkracht

Artikel 23 Drempelbedrag

  • 1. Aan de ouders van een leerling van een basisschool of een speciale school voor basisonderwijs, van wie het inkomen tezamen meer bedraagt dan € 22.500,-- wordt slechts bekostiging verstrekt voor zover de kosten van het vervoer van die leerling hoger zijn dan de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 11 bepaalde afstand.

  • 2. In geval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen en het inkomen van de ouders bedraagt meer dan € 22.500,--, betalen de ouders van een leerling van een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs per leerling per schooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 11 bepaalde afstand.

  • 3. De kosten voor openbaar vervoer, genoemd in het eerste en tweede lid, betreffen de kosten van openbaar vervoer die op grond van de zone-indeling in de regeling die is gebaseerd op artikel 30, eerste lid, van de Wet personenvervoer 2000, voor de afstand redelijkerwijs zouden worden gemaakt, ongeacht de aanwezigheid van openbaar vervoer of het daadwerkelijk gebruik ervan.

  • 4. Het drempelbedrag van € 22.500,--, genoemd in het eerste en tweede lid, wordt met ingang van 1 januari 2010 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 450,-. Het aangepaste bedrag treedt in plaats van het in het eerste en tweede lid genoemde bedrag van € 22.500,--.

  • 5. Deze bepaling is niet van toepassing op de leerling voor wie ingevolge Titel 6 een vervoersvoorziening is verstrekt.

Artikel 24 Financiële draagkracht

Niet van toepassing

Titel 6 Bepalingen omtrent het vervoer van gehandicapte leerlingen van scholen voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs

Artikel 25 Bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding

  • 1. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 [dichtstbijzijnde school] verstrekt het college bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding aan de ouders van de leerling van een basisschool, een speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs en die gehandicapt is. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 9 in acht.

  • 2. Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, betrekt zij bij de beschikking het advies van de permanente commissie leerlingenzorg, de ambulante begeleider of het advies van andere deskundigen.

  • 3. Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

  • 4. In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets dan wel bromfiets, indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

Artikel 26 Bekostiging op basis van kosten van aangepast vervoer

  • 1. Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling van een basisschool, een speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs indien

    • a.

      de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn lichamelijke,verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is -- ook niet onder begeleiding -- van openbaar vervoer gebruik te maken. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 9 in acht. Of:

    • b.

      aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 25 en de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht.Of:

    • c.

      aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 25 en openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

  • 2. Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, betrekt het bij de beschikking het advies van de permanente commissie leerlingenzorg, de ambulante begeleider of het advies van andere deskundigen.

Artikel 27 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

  • 1. Bij aanspraak op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.

  • 2. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die één leerling zelf vervoeren dan wel laten vervoeren:

    • a.

      een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer met begeleiding, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid;

    • b.

      een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 3. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren dan wel laten vervoeren, bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto afgeleid van de Reisregeling Binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 4. Het college verstrekt geen bekostiging aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van de gemeente voor het vervoer van één of meer leerlingen bekostiging ontvangen afgeleid van de Reisregeling binnenland.

  • 5. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat dan wel van oordeel is dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, verstrekt het college aan de ouders bekostiging van 50% van de kosten van openbaar vervoer.

Titel 7 Slotbepalingen

Artikel 28 Beslissing college in gevallen waarin de regeling niet voorziet

In gevallen die de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffen en waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 29 Afwijken van bepalingen

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, zo nodig na advies te hebben gevraagd aan de permanente commissie leerlingenzorg, de commissie voor de begeleiding, de regionale verwijzingscommissie of andere deskundigen.

Artikel 30 Citeerartikel; intrekking voorgaande verordening en inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening heet: Verordening leerlingenvervoer Wormerland 2010.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na openbare bekendmaking.

  • 3. De verordening leerlingenvervoer Wormerland 2005, zoals die voorafgaand aan voorliggende verordening gold en was vastgesteld op 1 maart 2005, wordt ingetrokken op de achtste dag na openbare bekendmaking van de intrekking.

  • 4. Op aanvragen die zijn ingediend voor inwerkingtreding van deze verordening is voor zover nodig de verordening als bedoeld in lid 3 van toepassing.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering
van de Raad van de gemeente Wormerland,
gehouden op 8 december 2009
de griffier, de voorzitter,
I.P. Vrolijk P.C. Tange