Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2003

Geldend van 08-04-2003 t/m heden

Intitulé

Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2003

De raad van de Gemeente Woudenberg,

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 20 januari 2003, nr.10;

gelet op artikel 33 van de Gemeentewet;

besluit:

Vast te stellen de Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2003.

Paragraaf 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    informatie:

    gegevens neergelegd in schriftelijke stukken en ander materiaal dat gegevens bevat;

  • b.

    ambtelijke bijstand:

    het verzamelen en verwerken van informatie, het geven van advies en het verlenen van hulp bij het formuleren van amendementen, moties, initiatiefvoorstellen, schriftelijke vragen en inlichtingen.

Paragraaf 2 Informatie

Artikel 2

Een raadslid, die informatie wenst, kan al dan niet via de griffier zich wenden tot de medewerker van de gemeentelijke organisatie tot wiens taakveld de zaak behoort waarop de informatie betrekking heeft.

Paragraaf 3 Ambtelijke bijstand

Artikel 3

De raad of de leden van de raad, die ambtelijke bijstand wensen, wenden zich daarvoor schriftelijk of mondeling tot de griffier. Ambtelijke bijstand wordt verleend door de griffier. Indien de gevraagde bijstand niet door de griffie kan worden verleend, verzoekt de griffier de secretaris één of meer ambtenaren aan te wijzen, die de gevraagde bijstand zo spoedig mogelijk verlenen. De door deze ambtena(a)r(en) uit te voeren werkzaamheden worden verricht onder proces-verantwoordelijkheid van de griffier.

Artikel 4

  • 1. De secretaris draagt zorg voor het verlenen van ambtelijke bijstand tenzij:

    • a.

      het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de ambtelijke bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad;

    • b.

      de taakuitoefening van de desbetreffende functionarissen hierdoor aanmerkelijk zou worden belemmerd en de ambtelijke bijstand niet tot geringere, meer aanvaardbare proporties kan worden teruggebracht.

  • 2. De secretaris beoordeelt of ambtelijke bijstand op grond van het eerste lid geweigerd wordt.

Artikel 5

Wanneer de secretaris van mening is dat zich een geval voordoet waarin géén ambtelijke bijstand kan of behoort te worden verstrekt c.q. verleend, legt hij het verzoek om ambtelijke bijstand voor aan het college en doet hij daarvan mededeling aan de griffier en de indiener van het verzoek. Het college beslist zo spoedig mogelijk.

Artikel 6

  • 1. Wanneer de raad of een lid van de raad niet tevreden is over de behandeling van de verzoeken om informatie of ambtelijke bijstand door de aangewezen ambtenaar kan hij de zaak voorleggen aan de griffier, die hierover in overleg treedt met de secretaris.

  • 2. Indien overleg met de secretaris niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing, leggen zij de zaak voor aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over de zaak.

Artikel 7

De secretaris of de aangewezen ambtenaar geven van de door hen verleende ambtelijke bijstand kennis aan de desbetreffende portefeuillehouder, indien zij moeten of kunnen vermoeden dat zulks in het belang is van een goede bestuursvoering.

Artikel 8

Omtrent een verzoek om ambtelijke bijstand mag degene die deze verleent, niet tot geheimhouding worden verplicht.

Paragraaf 4 Fractieondersteuning

Artikel 9

  • 1. De fracties, zoals bedoeld in artikel 7 van het reglement van orde voor de raad van 2002, ontvangen jaarlijks een financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie.

  • 2. Deze bijdrage bestaat uit een vast deel van € 700,- voor elke fractie. Daarnaast ontvangt elke fractie een bedrag van € 120,- per raadszetel.

Artikel 10

  • 1. Fracties besteden de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken.

  • 2. De bijdrage mag niet gebruikt worden ter bekostiging van:

    • a.

      uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

    • b.

      betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

    • c.

      giften;

    • d.

      uitgaven welke dienen bestreden te worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het rechtspositie besluit raads- en commissie leden toekomen;

    • e.

      opleidingen voor raads- en commissieleden.

Artikel 11

  • 1. De bijdrage voor fractieondersteuning wordt voor 31 januari van een kalenderjaar verstrekt.

  • 2. In een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden wordt de bijdrage verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt wordt de bijdrage verstrekt voor de overige maanden van dat jaar.

Artikel 12

  • 1. Bij splitsing van een fractie wordt de op grond van artikel 9, tweede lid, vastgestelde bijdrage voor de oorspronkelijke fractie verdeeld over de betrokken fracties.

  • 2. Bij splitsing van een fractie wordt het aan de oorspronkelijke fractie verstrekte bijdrage verrekend overeenkomstig de verdeling die volgt uit het eerste lid.

Paragraaf 5 Slotbepalingen

Artikel 13

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van een termijn van zes weken na de datum van haar bekendmaking.

  • 2. Artikel 9 werkt terug tot en met 1 januari 2003.

  • 3. De regeling Ambtelijke bijstand vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 11 mei 1995 vervalt bij inwerkingtreding van deze nieuwe regeling.

Artikel 14

Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2003'.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van: 20 februari 2003.

A.F. van Leur
raadsgriffier/loco-secretaris
mr. A.B.L. de Jonge
voorzitter